NIEUWS Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. HET OUDE KASTEEL No. 63. Woensdag 1 Augustus 1912. 41e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Invoerrechten en Winkelprijzen. BINNENLAND. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. n. De schrijver heeft dat zelf wel ge voeld, waar hij sprekende over gort, vraagt; »Hoe is het echter mogelijk, zoo mag men met recht vragen, dat »op sommige prijscouranten de eerste «kwaliteit genoteeid staat op 72 cent »en do geringste op 17'/, cent per «K.G.? De gemiddelde prijs van de «beste kwaliteiten in ons land is, gelijk «de tabel aanwijst 33 cent, wie is nu «zoo dwaas, zoo mag men vragen, om «voor nagenoeg dezelfde kwaliteit 72 «cent te betalen Zoo dwaas is natuurlijk niemand, maar wie is nu zoo dwaas te gelooven, dat de prijs die men moet betalen 33 cent zou zijn, wanneer de voornaamste winkel in kruidenierswaren te Gronin gen voor parelgort niet hooger noteert dan 22 cent per K.G.? In verband met de te hooge prijzen der tabel voor erwten en boonen zegt de schrijver der proeve; «De midden-winkelprijs van groene «erwten eerste kwaliteit is in ons land «32 cents per K.G., terwijl de noteering «aan de Groninger beurs is f 15 per «H.L., d. i. hel natuurgewicht op 80 »K.G. gerekend, 18'/j cents per K.G.« En dan volgt eene insinuatie aan liet adres der winkeliers, die grove win sten maken (in een ander verband wordt gesproken van 80 tot lOOpCt.) Onwillekeurig komt de herinnering boven aan de algemeens vergadering van de Veroeniging voor de Staathuis houdkunde en de Statistiek, gehouden te Utrecht den lsten October 1904, waar een soortgelijk betoog werd ge houden, waar door eenen protectionist werd beweerd, dat de winkelprijzen van de voortbrengselen der nijverheid in Nederland even hoog, somtijds hoo ger waren dan in Duitschland. Toen lag de oorzaak van die hooge prijzen--lat webrood 11'/, en 10, voor rogge- bij de grossisten, die woekerwinsten maakten, nu zijn het de winkeliers. Waaruit blijkt, dat wanneer men wii doen gelooven, dat de prijzen in Neder land even hoog zijn als in Duitschland er in het betoog eene gaping ontstaat die moet worden aangevuld met on behoorlijke winstcijfers, die dan eens worden genoten door de grossisten, dan eens door de winkeliers. Het is voor die heeten om van te watertanden. De protectionist, die te Utiecht in 1904 aan het woord was, verklaarde dat in Duitschland de prijzen van meel en brood in verhouding evenveel moesten stijgen als die van het graan door de invoerrechten worden ver hoogd. Men zou meenen dat zulks van zelf spreekt. Het wordt door den schrijver der proeve echter, in tegenspraak met zijnen protectionistischen medestander ontkend. Tarwemeel is volgens zijne tabel in Nederland duurder dan in Duitschland en brood is nauwelijks hooger in Duitschland dan hier. Om trent meel schrijft hij: «het duurste «te Amsterdam verkochte tarwemeel «kost 40 cents per K.G., het goed «koopste te Leeuwarden 13 cents. Hoe is dat mogelijk?* Zoo komt hij op eenen gemiddelden prijs van 27 cent, vergetende dat de bloem van 40 cent geen meel is waarvan men brood bakt maar fijn banket. Als broodprijzen noteert bij voor tarwebrood 232/> en 207i, voor rogge brood 11 cent per KG. Bij de groote soortverschillen van brood, vooral in dat gedeelte van Nederland dat ge woonlijk Holland genoemd wordt, is dit een dankbaar artikel vooreenen denk- beeidigen gemiddelden winkelprijs, vooral wanneer men daar de prjjzen van luxe-brood bij inbegrijpt. De door de burgerij betaald wordende brood prijs is echter een geheel andere, al is die iets hooger dan de prijzen, waartoe in Juni 1912 de levering van het brood werd aangenomen voor het Academisch Ziekenhuis te Groningen, namelijk voor brood 7 cents per K.G. Om te kunnen vergelijken moet men gelijke kwali teiten onder gelijke omstandigheden, vergelijken. Geen waterbrood met| melkbruod. Zoo moet men ook bij vleesch niet alleen rekening houden met been doch ook met los vet en vellen Voorts is onze gegoede burgerij gewoon de winkelwaren thuis te laten bezorgen soms nadat 's morgens door kruidenier of slager de order is op gehaald. In Duitschland daarentegen is het veel meer gewoonte op de markt te koopen en het gekochte mede te nemen. Het spreekt van zelf dat het bezorgloon hier de prijzen verhoogt Als voorbeeld, waarbij volgens den schrijver der proeve duidelijk aan den dag komt, dat de winkelpiijzen hier, zooals hij zegt, veel hooger zijn dan in Duitschland, haalt hij aan de prijzen der Zwitsersche kaas. Hij houdt er echter geen rekening meê, dat de Zwitsersche kaas welke in Duitsch land wordt ingevoerd, eene andere kwaliteit is dan het luxe-artikel dat zijnen weg vindt naar Nederland. Uok deze soorten zijn onvergelijk baar. Ten aanzien van suiker wordt een merkwaardige fout gemaakt. De schrijver schijnt niet te weten dat bij de Brusselsche conventie de sur- taxe beperkt werd tot 6 francs per 100 K.G. Het inkomende recht op suiker der contract-landen is M. 2.40 op 50 K.G. f6 per 100 K.G., terwijl de accijns, ook over het in gevoerde te betalen, 7 Mark per 50 K. G. bedraagt. Ten opzichte van het artikel melk heeft de schrijver over het hoofd ge zien dat de protectie aan den graan bouw in Duitschland natuurlijk ten nadeele is van de veeteelt, en dus ook den melkprijs doet stijgen. Voorts meent hij den Duitschen Landbouwraad, op wien hij zich be roept, als onpartijdig te mogen be schouwen, hetgeen nogal naief is. Of kwam dat beroep in het betoog zoo goed te pas? Er zijn in de tabel meerdere fouten, bv.: Kaas is niet vrij maar belast met f5 per 100 K.G. Vermecelli even min, en belast met f2 per 100 KG.; rundvleesch is bij invoer belast met f6; suiker is wel vrij doch met accijns belast; slaolie en raapolie zijn niet vrij doch belast met 55 per 100 K.G Op meerdere onnauwkeuiigbeden en onjuistheden zou kunnen woiden gewezen, doch de aangehaalde zullen wel voldoende zijn om duidelijk te maken, dat zoowel de toegepaste methode als het daarmede verkregen resultaat niet leiden tot de gevolg trekking, dat de in Nederland betaald wordende winkelprijzen hooger zouden zijn dan in Duitschland. Inderdaad is het geen kunst aan te toonen, dat de winkelprijzen der voornaamste levensmiddelen in Duitschland niet hooger zijn dan in Nederland, wanneer men eene be rekening opzet, waarbij men voor Nederland moet komen tot gemiddelde winkelprijzen, die alle in meerdere of mindere mate, sommige tot vijftig procent hooger zijn dan de gebruike lijke en door de burgerij betaald wordende pi ijzen. De voor Duitsch land geldende in de tabel voorkomende gemiddelde winkelprijzen werden riiet aan een onderzoek onderworpen. Na de ervaring, opgedaan met de Neder- landscho, ligt de gevolgtrekking voor de hand, dat op de Duitscbe prijzen in omgekeeiden zin ook wel zijn af te dingen, vooral van die artikelen, welke uit het buitenland worden in gevoerd, en waarvan enkele in het oog ioopend laag geprijsd zijn. Door het in de proeve van onder zoek" gevoerde betoog en de daarin opgenomen prijzen wordt allerminst bewezen dat de prijzen in Duitsch land lager zouden zijn dan in Neder land en dat, hetgeen eigenlijk de strekking is van de proeve, de in voerrechten geen prijsverhoogende werking hebben gehad. Dit laatste is inderdaad geheel in strijd met de ervaring; en bekend is dat de Duit- sche overheden gedwongen zijn, als gevolg van de door de Schutzzöllnerei opgedreven prijzen, aan ambtenaren en werklieden «Teuerungszulage", toeslag op 't loon wegens de duurte te geven. En waarom zou de Maat schappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen blijkens mededeeling van de directie, overeenkomstig haar «Reglement dienstvoorwaarden", de loonen harer werklieden met stand plaats op Duitsch grondgebied ver hoogen met eene toelago eerst van f50,later van f100per jaar, ter tegemoetkoming in de boogere kosten der levensmiddelen in Duitsch land, wanneer de winkelprijzen der voornaamstelevensmiddelenin Duitsch land niet hooger waren dan in Neder land De verschijning van de «proeve van onderzoek" was een ongezochte en welkome aanleiding om nog eens te wijzen op de verhooging van de prijzen der levensmiddelen, die een nood zakelijk en onvermijdelijk gevolg is van elke verhooging van het tarief van invoerrechten, waardoor zulk eene verhooging indruischt tegen het al gemeen belang der natie. Het Nederlandsche Visscherij Proefstation. Te Katwijk aan Zee is met 1 Juli j.l. het Visscherijproefstation geopend, een slichting van de vereeniging «Het Nederlandsche Visscherij-Proefstation" van welke vereeniging de navolgende vereenigingen lid zijn de Vereeniging ter bevordering der Nederlandsche Visscherij, de Vereeniging ter bevor dering van de belangen der Zuiderzee- visscherij en de Hoofdafdeeling vZoet- watervisscberij" der Nederlandsche Heidemaatschappij. Deze oprichting is ten zeerste be vorderd door den krachtigen steun der Regeering, die een belangrijk sub sidie verstrekt en de zoo gewaardeerde medewerking van den Hoofdinspecteur der Visscherijen, de beer J. M. Botte- manne, aan wien men in dezen zeer veel verplicht is. i) Dicht bij de stad, op den naar alle zijden steil afloopenden bergrug verheft zich een oud kasteel, de bakermat van een oud vorstelijk geslacht. Het in drukwekkend gebouwisin zijn oorspron kelijke gedaante behouden en zoo ver toont de burcht nog tegenwoordig een gedenkteeken der middeleeuwen. Se dert twintig j aren dient dit kasteel tot museum de oude ridderzalen bevatteD kunstverzamelingen van allerlei aard, en de vreemdeling, vooralalshij kunste naar is, schuwt den tamelijk moeielijken weg niet, om de schatten boven te be zichtigen. Met dit oogmerk ging in den namid dag van een Augustusdag een jonkman bet kronkelend bergpad op. Hij was eerst voor weinige uren met den spoor trein aangekomen, had in de stad zijn intrek genomen en spoedig daarop zijne wandeling aanvaard. Dikwerf hield hjj stand, droogde het zweet van zijn voorhoofd en liet zijn levendige oogen met blijkbaar welge vallen over het liefelijk landschap zwe ven. En hoe hooger hij steeg, des te vrijer en rijker werd het vergezicht. Om zich heen groene en in bet verschiet blauwe bergen, op de glooiingen villa's en dorpen en in het midden lag in het dal, de stad. Nu had bet pad een kromming en liep onder dicht gebladerde acacia's, wier kruinen een lommerrijk dak vorm den, verder. Op verscheidene plaatsen waren treden in de rots gebouwen, om bet opklimmen te verlichten en aan het einde dier allee van acacia's ontwaarde men de groote poort van het kasteel, waarboven het verweerde steenen wapen der voormalige bewoners prijkte. Met haastige schreden naderde de wandelaar en bad nu het geheele gebouw voor oogen. Drie kolossale maren boven elkander sloten bet in, daar tusscben zag men sterke bolwerken en torens. Toen de jonkman door het donker poortgewelf ging, dacht bij onwillekeu rig aan den tijd, toen deze vorstelijke burcht nog het land beschermde, toen hij, ongenaakbaar en onneembaar, eiken aanval getrotseerd had, en een menigte lang verdwenen gestalten zweefden voorbij zijn geest. Deze en andere gedachten hielden hem nog bezig toen bij reeds op de binnenplaats was gekomen, aan wier westzijde de voormalige vorstelijke woning zich ver hief, waaraan ten noorden en zuiden de ridderwoningen en die der vrouwen zich aansloten. In het midden der binnenplaats stond een antieke over dekte fontein in den vorm eener kapel. De vreemdeling wierp een vluchtigen blik op die gebouwen en ging toen naar het ridderbuis, waar de slot voogd verblijf hield. Juist wilde hij bin nentreden, toen uit de eerste verdie ping de klanken eener piano en na een kort voorspel een liefeljkesopraanstem zich hooren lieten. Verwonderd hield hj stand en luisterde. Het was een eenvoudig lied, maar - met welk een gevoel en innigheid werd bet gezongen I Zijne levendige verbeelding begon da- deljk zich de gestalte der onzichtbare zaDgeres want eene dame, en wel een jonge dame, moest bet zijn naai den aard der voordracht samen te stel len, en reeds lang was het lied ten einde, toen hij nog altjd droomend daar stond. Nu weergalmden boven forsche voetstappenhij schrikte en zag op de bovenste trede van den trap de gestalte van een deftig man. Zijn ge zicht was scherp geteekend, de groote snorbaard zoomede bet hoofdhaar waren reeds grijs. Hij scheen in de vijftig jaren oud te zijn en verloochende in zijn voorkomen den voormaligen mili tair niet. De vreemde voor hem staande, vroeg naar den slotvoogd. "Hij staat voor u, wat wensebt gij was het korte antwoord en tegelijk de vraag. «Ik zou gaarne de kunstverzameling willen bezichtigenzier hier de verlof- kaart van mijnheer den directeur." En tegel jkertijd overhandigde hij hem de kaart. De slotvoogd onderzocht en las ze langzaam. Daarbij liet hij zijn door dringenden blik uitvorschend op den jongeling rusten. «Gij zijt kunstschilder, mijnbeer "Wal ter," zeide bij toen koel, «en hebt de vergunning gedurende uw verblijf in de stad de verzamelingen te komen be zichtigen. De bezoekuren zijn des mor gens en namiddags: dan zullen de zalen voor u open zijn." «Het zou mij aangenaam zijn reeds beden een overzicht te hebben," ant woordde de schilder «opdat ik u dan vooraf de vertrekken kan aanwijzen waar ik studiën denk te maken." De slotvoogd antwoordde niet dade lijk, zag hem uitvorschend in bet ge zicht en zeide vervolgens even koel als vroeger: «Gij hebt de vergunning en kunt er reeds heden gebruik van maken. Wacht mij bier ik kom dadelijk met de sleutels terug." Na deze woorden klom hij langzaam den trap op en gaf den bezoeker den tijd over deze ontvangst na te denken. Walter, zoo heette de schilder, gevoelde zich zonderling bewogen. De wijze op welke de man zich gedroeg liet duidelijk blijken, dat slechts de brief van den heer directeur hem gewillig maakte. Reeds na eenige oogenblikken ver dween deze stemming voor een andere. Walter trad uit het buis en zag op naar de eerste verdieping. De muur was dicht met wijnranken bekleed en schonk een aangenamen aanblik. Het eene ven ster stond open en de witte gordijnen er achter bewogen zich licht in deu wind de jonge kunstenaar gevoelde een zeker verlangen de zangeres te zien zij moest schoon zijn, even schoon als haar zang, die in zijne ziel weergalmde.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1