NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
fltofemeotee
JgsSSSSSÊS?
FEUILLETON.
HET OUDE KASTEEL
No. 64.
Zaterdag 10 Augustus 1912.
41e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
PREMIE
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Amersioortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 09.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/. Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden Blechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
voor de lezers van deze courant
Het heden verschenen 18e nummer
van den vierden jaargang van
bevat o.a.
H. M. de Koningin, H. M. de
Koningin-Moeder en H. K. H. de
Prinses te Soesldijk. Oefeningen
met de Reddingsboot te Egmond aan
Zee, met 2 foto's Z.Exc. Minister
Colijn op inspectie-reis. De feesten
van den A. N. W. B. Toeristenbond
voor Nederland, met 3 foto's Prins
Hendrik aan een groot gevaar ont
snapt. De opening van de Nieuwe
Eleclrische Spoorlijn door de Haar
lemmermeer, met 4 foto's. De
Vereeniging voor den Koffiehandel
te Amsterdam. Bloemententoon
stelling van de Algem. Vereeniging
voor Bloembollencultuur te Oegstgeest
en Omstreken. Na de wedrennen
te Auieuil. Badseizoen te Sche-
veningen, met 7 foto's. De Keizer
van Japan -J-. Een lastig duikwerk
aan den Hoek van Holland. De
niouwe Bollenbeurs te Beverwijk, met
2 foto's. Een nieuwe politie maat
regel te 's-Gravenhage. Het
Bloemencorso te 's-Gravenhage en
Scheveningen, met 2 foto's. Hevige
brand in de fabriek van de Firma
Wessanen en Laan te Wormerveer.
VoortsPortretten van bekende
landgenooten. Het vervolg van de
Gedenkschriften van Madame Stein-
heil. Heldenfeiten uit bet leven
van Ridders van de Militaire Willems
orde, met 4 Portretten.
Ten slotte de rubriek van Redac
teur X. en het Kindernumraer »Ons
Prinsesje" met onderhoudende en
leerzame kinderlectuur.
Over den ontzettenden brand, die
St.-Petersburg geteisterd beeft enkele
bijzonderheden.
Maandagavond brak brand uit in
een boutstapelplaats aan de Kleine
Newa door het wegwerpen van
brandende lucifers door arbeiders, die
daar aaQ het rooken waren. Het vuur
breidde zich snel uit en nog vóórdat
de brandweer ter plaatse was, sloegen
de vlammen uit de omliggende houten
huizen. De brand nam nu echter
zulk een omvang aan, dat de brandweer,
die met alle macht was opgekomen,
niets uitrichten kon. Het vuur greep
steeds verder om zich heen, buis na
huis werd binnen de vlammenzee
getrokken. Toen de bewoners der
bedreigde huizen zagen, dat de brand
weer machteloos stond, ontstond er
een paniek die nog vergroot werd,
toen de wind plotseling omsloeg eo
nu zelfs de brandspuiten gevaar liepen
in de vlammen te zullen opgaan. Eerst
nadat vijftien schepen met kracht
het blussingswerk hadden aangepakt,
scheen het, dat het vuur binnen den
nu aangenomen omvang beperkt zou
blijven.
Intusschen waren bet zomerpaleis
van Peter den Groote, dertig bouten
huizen, een groote houtstapel, ver
scheidene kazernes, bet tuighuis van
de grenswacht en de Petrofski-brand-
weerkazerne in den asch gelegd. Iu
het paleis van Peter den Groote waren
een menigte reliquieën bewaard, waar
onder tal vandoor hem zelf vervaardigde
meubelen, zooals een mooi gesneden
werktafel, een stoel, en verder ver
scheidene waardevolle aquarellen en
kostbare gobelins. In het tuighuis kwam
een schildwacht in de vlammen om-,
de soldaat had zijn post niet willen
verlaten. En in een van de verbrande
buizen kwam een moeder met haar
zeven kinderen om.
Het terrein van den brand heeft
een oppervlakte van 2'/i vierkanten
K.M. De schade wordt op drie millioen
gulden geschat.
Vertelden wij in ons vorig nummer
dat het in Engeland gesneeuwd heeft,
te Weenen en in den omtrek beeft
men hagelstormen te verduren gehad,
zooals er in geen jaren zijn waar
genomen. Twintig minuten lang vielen
er hagelsteenen als duiveneieren. De
lagere gedeelten van de stad werden
geheel onder water gezet. In de wijn
gaarden richtte het noodweer groote
schade aan. Het tramverkeer Baden
Weenen moest eenigen tijd worden
stop gezet. Het glazen dak van het
zuiderstation werd door de hagel
steenen vernield.
Over de Westpalts is een zwaar
onweer losgebroken, dat groote schade
heeft aangericht; vooral de aardappel
velden en vruchtboomgaarden hebben
zwaar geleden.
Ook te Parijs is de temperatuur
omgeslagen't is regen dag aan dag.
Daarentegen is 't in Rusland en
Azië bijzonder warm.
Een vorstelijke schenking.
Ter gelegenheid van de viering van
het honderdjarig bestaan der fabrie
ken van Krupp, heeft de familie Krupp
een som van 14 millioen Mk. beschik
baar gesteld, die gedeeltelijk zal wor
den besteed voor jubileumsgeschenken
aan arbeiders en ambtenaren van de
fabrieken van Krupp en voor een
ander deel voor inrichtingen ten bate
van de burgers van Essen en de
manschappen van leger en vloot.
Uit Catania wordt geseind, dat de
Etna nog steeds werkt en asch en
steenen blijft uitspuwen.
Kilometers ver rondom den berg
ruikt men zwaveldamp en is de grond
met lava en asch bedekt.
Ook de vulkaan op Stromboli werkt
weder. Bij dezen berg, evenals bij de
Etna, gaat de vulkanische uitbarsting
gepaard met onderaardsch gerommel
en sterke aardstooten.
Het Berl. Tagebl. heeft uit Tanger
bericht ontvangen, dat Moelay Hafid
officieel afstand heeft gedaan van den
troon van Marokko.
Woensdagochtend werd aan H. M.
de Koningin een aardige huldebetuiging
gebracht door de jongens uit het
kamp van volksweerbaarheid te Harder
wijk. Op hun rijwiel uit Harderwijk
gekomen, trokken zij te voet over de
courlangs het bordes van het Koninklijk
paleis Het Loo, waar de Koningin
zich vertoonde.
De Koninklijke familie werd door
de jongens onder het voorbijtrekken
met luide hoera's begroet. Hierna
werd het Wilhelmus gezongen en
werden de jongens onthaald aan tafels
die daarvoor op de cour waren
opgesteld. De PriDS en Piinses Juliana
bewogen zich geruimen tijd te midden
van de jongens.
Naar wij vernemen word de Ko
ninklijke familie van Het Loo in de
tweede helft van September voor enkele
weken ten paleize Soesdijk verwacht.
Dit bezoek moet in verband staan met
de verbouwing van Het Loo.
Door den Minister van Oorlog
is bepaald, dat in den a.s. winter in
verschillende garnizoenen aan de mili
ciens uit den landbouwenden stand
voor rijksrekening landbouwonderwijs
zal worden gegeven door een daartoe
bevoegd leeraar. (Ass. Ct.)
Departement van Landsverdediging.
Naar aanleiding van wat dezer dagen
weder is verluid omtrent het vormen
van een Departement van Landsver
dediging, kunnen wij mededeelen, aldus
het xHbld", dat Dog dit jaar het K.
B. zal verschijnen, waarbij de Depar
tementen van Oorlog en Marine wor-
saamgesmolten tot één Ministerie van
Landsverdediging, al zal dit K.B. dan
ook Dog niet dadelijk in werking kun
nen treden. Immers, het zal noodig
zijn om, bij gelijKtijdig in te dienen
wijzigingsontwerp de begrootingen
der beide Departementen voor het
dienstjaar 1913 zóó te veranderen,
dat zij tot ééne begrooting worden
samengevoegd en daarvoor is natuur
lijk de medewerking der Staten-Gene-
raal vereischt. Ook zal eene wettelijke
voorziening moeten worden getrolTen
in zake die wetten waarvan de uit
voering thans is opgedragen aan de
Ministers van Oorlog en van Marine.
Voorloopig zal de fusie zich formeel
bepalen tot de beide eerste afdeelingen
der begrootingen van het Vie en VlIIe
Hoofdstuk en tot het benoemen van
twee Directeuren-Generaaléén voor
de zaken der Zeemacht en één voor
die der Landmacht. Verder wil men
aanvankelijk nog niet gaan omdat men
eerst eens wil zien hoe de nieuwe
regeling werkt en ook omdat men
niet wenscht te prmjudiceeren op het
rapport dat door de Indische defensie-
commissie zal worden uitgebracht en
dat op de organisatie der Nederland-
sche Marine van grooten invloed kan
zijn.
Voorts heeft dit beperken der sa
mensmelting bet voordeel, dat men
den gelegden band dadelijk weer kan
losmaken, indien, bij veranderde poli
tieke constellatie, dit wenschelijk mocht
worden geoordeeld. Daarentegen be
slaat wel het voornemen om reeds
spoedig eene reorganisatie van den
Generalen Staf ter hand te nemen in
dien zin, dat er dan komt een Alge-
meene Staf van landsverdediging die
dus bestaan zal uit personeel van de
landmacht en van de zeemacht en die
terwijl thans de Generale Staf bui
ten het departementsverband staat
een deel zal uitmaken van het
nieuwe departement, zoodat de chef
van dien Staf de naaste en recbt-
streeksche adviseur van den Minister
wordt in alle zaken diedeNederlandsche
defensie betreffen.
2)
Hij werd bijna misnoegd toen hij op
den trap weder den zwaren tred van
den slotvoogd hoorde die spoedig hierop
met een grooten bos sleutels uit de
deur trad en hem koel verzocht hem te
volgen. Hij kon zich nauwelijks genoeg
bedwingen zijn blik van het venster te
wenden, waaraan hij als geboeid was.
Den ander was dit niet ontsnapt
hij werd van dat oogenblik af nog koe
ler, en zijne oogen gluurden achter
dochtig.
Walter sloeg er geen acht op. Werk
tuigelijk ging hij achter zijn geleider
door de gangen naur de zalen van het
museum. Zij waren rijk aan merkwaar
dige voortbrengselen en met smaak ge
rangschikt. De schilderijengalerij nam
een geheele reeks kamers in, welke
men om aan het doel te beantwoorden
van groote vensters voorzien had.
Walter naderde er toevallig een van.
Het vergezicht dat zich aan hem ver
toonde was verrukkend. Het landschap
lag open voor hem als een boek met
gekleurde bladen. Hij kon zich niet
verzadigen aan het aanschouwen der
afwisselde kleurenpraal van het lan
delijk tafereel.
«Het wordt laat, mijnheer," zei de
slotvoogd na een poos. «Gij hebt geen
tijd te verliezen, zoo ge al de zalen
bezichtigen wilt."
Deze storing vond onzen schilder
uiterst onaangenaam, hij bedwong zich
evenwel en zette de wandeling voort.
In de laatste zaal trok een levens
groot portret zijne aandacht. Het stelde
een jonge dame in bruidstooi voor en
was voortreffelijk geschilderd. Walter
aanschouwde het met ongewone belang
stelling en wendde zich vervolgens tot
zijn geleider met de vraag, wie de
dame was en wie de schilderij gemaakt
had. Het was de eerste vraag, welke
hij deed, en hij verwonderde zich niet
weinig toen de gevraagde zijn gezicht
in donkere plooien trok en bitter uit
riep «Een ongelukkige door de schuld
haars vaders. En wie haar portret ge-
schildert heeft Een lichtzinnige knaap,
dien de vader begunstigde." De gelaats
uitdrukking van den man was in dit
oogenblik zoo vreeselijk, dat Walter
het naliet hem naar de oplossing van
dit raadsel te vragen.
In een zonderlinge stemming verliet
hij het museum en ging den slotvoogd
vooruit, die de deuren sloot.
Zijn eerste blik, toen hij weder op
de binnenplaats kwam, gold het open
venster, dat nu door de ondergaande
zon bestraald werd. Lang zag hij, te
gen de fontein geleund, opwaarts
daar, was het zinsbegoocheling, was
het werkelijkheid Aan het venster
verscheen een jonge dame dat ge
zicht had hij reeds gezien. Het waren
dezelfde gelaatstrekken van het portret,
dat hem in het museum zoo aangetrok
ken had, maar jeugdiger, frisscher
het moest ook de zangeres zijn. Het
was hem als zag hij een fraai borstbeeld.
Het venster was de lijst door wijn
ranken omkranst.
De jonge dame bloosde tot aan het
voorhoofdtoen zij beneden den vreem
deling ontwaarde, liet zij haar schitte
rende oogen een oogenblik op hem
rusten en verwijderde zich toen haastig.
Het was Walter als had hij een
geestverschijning gezien. Een wonder
baar mengsel van gewaarwordingen
golfde in hem op en neer; hij wilde
zjjne gedachten verzamelen, maar zij
ontglipten hem telkens. Nu voelde hij
i plotseling een krachtige hand op zijn
schouder en hoorde de stem van den
slotvoogd: «De zon is ondergegaan,
jonkman, ik moet de poort sluiten."
«Ja, zij is ondergegaan," zuchtte hij
voor zich. Plotseling uit zijn gepeins
ontwakend reikte hij den slotvoogd de
hand en zeide door zijn gevoel over
weldigd: «Ik heb de groote schatten
van dezen burgt gezien, maar den groot
sten het laatst, de jonge dame, die
achter dat venster toeft."
De slotvoogd wees de hem gereikte
hand af en antwoordde met strenge
koelheid: «Mijnheer, gij zijt hier ge
komen, om het museum te zien; mijne
dochter heeft daarmede niets te maken."
Tegelijk gaf hij door een gebaar te
kennen dat de bezoektijd ten einde was.
Toen Walter de poort van het kas
teel achter zich hoorde dichtslaan, was
het hem als sloot zich achter hem een
hemel. Bijna willoos ging hij den berg
af en had geen gevoel voor het too-
verachtig, door den avondzon besche
nen landschap. Een lichte nevel steeg
uit de stad op, de bergen lagen in
een violetkleurigen damp. Ginder langs
den bergrand suisde een spoortrein
voorbij en liet zijn lichtgrijze rook
wolk langgerekt achter zich zweven.
1 Walter zag alles, maar zonder ge
dachten, en het verwonderde hem bijna,
toen hij de stad weder bereikt had.
Sedert waren eenige dagen verstre
ken. Walter had het hótel waarin hij
zijn intrek had genomen, verlaten en
een klein landhuis aan den voet van
den berg betrokken. Het lag ten wes
ten van den burgt, op de helling van
een zacht glooienden heuvel, met vele
tuinen. Het was een luchtig gebouw,
een soort van houtvesterswoning.
Uit de vensters der voorzijde zag
men den burgt, namenlijk het vorste
lijke huis, dat zich hoog boven de
ringmuren verhief.
Walter bracht de volgende dagen
met het in orde brengen zijner nieuwe
woning door, waarbij hem een oud
man, dien hij in dienst had genomen,
behulpzaam was. De ligging, het uit
zicht, de tuin achter het huis alles
beviel hem. Daarbij was de afstand
van de stad en van den burgt weinig
beteekeuend.
(Wordt vervolgd.)