NIEUW E
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
gflfememtb
No." 86.
Zaterdag 26 October 1912.
41e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
PREMIE
FEUILLETON.
Amor met den Korporaalstok.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rpk 1.25.
Afzonderlpke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden niterlpk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Lnnsjestrmnt 17. Telephoonn. fit)
ADVERTENT1ËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
voor de lezers van deze courant
Het heden verschenen 30e nummer
van den vierden jaargang van
Dit actueel Nummer bevat als voor
plaat: Montenegrijnen te paard, door
de versierde straten van Cettinje
de hoofdstad van Montenegro rij
dende, op weg naar de grenzen.
De landstreek, vormende de grens
tusschen Montenegro en Turkije, al
waar het eerste treilen heeft plaats
gehad. De beroemde Shipka-pas
over den Balkan, tusschen Gabrowa
en Kasavlyk. Turksche troepen,
door de straten van Constantinopel
op weg naar de grenzen. De Inter
nationale Ballon-Vossenjacht, georga
niseerd door de Nederl. Vereen, voor
luchtvaart ter gelegenheid van haar
5-jarig bestaan, gehouden te 's-Gra-
venhage, met 4 foto's. De nieuwe
Nederduitsch Hervormde Diaconessen-
inrichting te Amsterdam, met foto
van de opening, zoomedo van het ge
bouw. Marie J. Ternooy Apèl -f;
portret, benevens foto van zijne uil-
beelding in de rol van »De Spaansche
Brabander". Een reform mannen-
straatkostuum, zooals dat, te Londen,
door den heer Ray wond Duncan ge
dragen wordt. De eerste steenleg
ging door Dr. Abraham Kuyper van
eene school te Rotterdam De
opening van de Openbare Middelbare
Landbouwschool to Groningen, door
Prins Hendrik. Beeldhouwwerk »De
Vrede« voorstellende. Een hoogst
interessant artikel, getiteld nKracht-
bronnen der toekomstcr, met acht
foto's. De Vt'ouwen-Kiesrechtbe-
tooging te München. Schip, vervaar
digd door een blinden man.
Voorts: Portretten van landgenoo-
ten. Het slot van Madame Stein-
heil, Mijne Mémoires«. De Rubriek
van Redacteur X, en het Kindernum
mer »Ons Prinsesje«, met onderhou
dende Kinderlectuur.
De geabonneerde
wonende
wensebt zicb te abonneeren op bet
weekblad ,,PAK ME MEE", tegen den
prijs van jj'/i cents thuis bezorgd.
Het adres der pompenmakers.
Rheden, Augustus 1912.
Aan de Tweede Kamer
der Stalen-Generaal.
Geeft met verscbuldigden eerbied
te kennen de Bond van Nederlandsche
Pompenmakers, gevestigd te Rheden,
dat hij met belangstelling kennis
heeft genomen van het Verslag der
Kommissie van Voorbereiding uit de
Tweede Kamer over het weisonlwerp
tot vaststelling eener nieuwe Tariefwet.
dat hij met instemming gelezen
heeft de verklaring van den Minister
van Financiën, den vroegeren af
gevaardigde van distrikt Rheden, dat
bij de uitwerking van het tarief de
bedoeling heeft voorgezeten de natio
nale iudustrie te hulp te komen in
haar strijd tegen de buitenlandsche
konkurrentie,
dat hij niettemin betreurt, dat de
minister tevens verklaarde, dat Z. E.,
wat de theorie betreft, in beginsel vóór
de leer van den vrijhandel is gestemd,
daar hij meent, dat wanneer de
minister toestemt dat de leer der
vrijhandelaars theoretisch juist is, hij
zijn protektionistisch standpunt niet
weinig verzwakt,
Dat dit te meer klemt, waar Z. E.
tevens verklaart, dat hij van meening
is, dat in de laatste jaren deekonomische
toestand hier te lande vrij gunstig is,
waaruit de gevolgtrekking zou kunnen
worden gemaakt, dat de leer der
vrijhandelaars ook in de praktijk voor
ons de land de eenig juiste zou
gebleken zijn,
dat deze verklaringen van den
Minister ondergeteckende des te be
denkelijker voorkomen, waar pas de
Minister van Landbouw, Handel en
Nijver heid, een boek heeft doen
verschijnen onder den titel »A general
view of trade and industry in the
Netherlands®, waarin, zij het dan in
een vreemde taal, ten duidelijkste
getuigenis afgelegd wordt van den
grooten bloei van vele takken van
bedrijf in Nederland, dat hij met de
de meeste bescheidenheid opmerkt,
dat dergelijke verklaringen als de
hierboven aangehaalde haar niet ge
schikt voorkomen, om de dringende
noodzakelijkheid van een verandering
in de richting onzer handelspolitiek
te doen uitschijnen.
dat ondergeteekende met ongerust
heid ziet, dat het verzet tegen de
Tariefwet in allo kringen der maat
schappij toeneemt,
dat zooals in hot verleden mannen
als dr. H. J. A. M. Schaepman, J. van
Alphen, de voorlaatste afgevaardigde
vat> Ommen, A. E. baron Mackay en
Van Limburg Stirum in de Tweede
Kamer stemden tegen uitbreiding
van ons tarief van invoerrechten, ook
nog in het heden onder de voor
standers van den vrijhandel zeer vele
hoogstaande mannen van elke richting
en stand moeten worden geteld,
dat deze laatstgenoemde omstandig
heid de voorstanders van protektionis-
lische maatregelen dwingt tot voor
zichtigheid, tot aaneensluiting en tot
konsekwente toepassing hunner be
ginselen,
dat het ondergeteekende nochtans
een struisvogelpolitiek lijkt om te
ontkennen, dat werkelijk ons land in
vele opzichten vooruitgaande is, dat
het niet aangaat de oogen te sluiten
voor den bloei van idustiieele centra
als Twente, de Zaan, Groningen, in
het Noorden, en Tilburg door de
Biabantsche industreelen met trots
»het Nederlandsche Leeds« genoemd,
Waalwijk waar helaas 3400 kiezers
tegen de Tariefwet adresseerden
en Maastricht de Roem der Regouts
in het Zuiden,
dal immers, zooals Z.E. de Minister
van Financiën terecht opmerkt, ver
schillende takken van idustrie, waar-,
voor ons land alleszins geëigend is,
i niet tot ontwikkeling komen en het
l vaak duidelijk aanwijsbaar is, dat de
[oorzaak daarvan is te zoeken in de
[voor het buitenland steeds onbeperkt
openstaande gelegenheid door invoer
tegen onnatuurlijk lage prijzen, den
binnenlandscheu afzet van deprodukten
onzer eigen industrie te verhinderen,
dat het natuurlijk niet kan worden
ontkent, dat als bet buitenland tegen
onnatuurlijke lage prijzen zijn produk-
ten aan ons afstaat hierin voor ons
land eenig voordeel moet schuilen,
vooral wanneer men bedenkt dat vele
produkten door onze bestaande nijver
heid verder verwerkt worden en het
totaal der invoeren uit het buitenland
in 1910 meer dan 3265 millioen guldeo
heeft bedragen,
dat hieraan echter niet te veel
gewicht mag worden gehecht.
dat het niettemin eenigszins vreemd
aandoet, in het verslag der kommissie
te lezen, dat voorstanders van de
Tariefwet het in de gegeven omstandig
heden nutteloos oordeelden om een
pleidooi voor bet protektionisme te
houden,
dat er toch onvergankelijke protek-
tionistische waarheden bestaan, zooals
het dogma van de egalisatie van
produktievoorwaarden, waarop bij
monde van vele leden der kommissie
terecht werd gewezen.
dat het gelijkmaken van deproduktie-
voorvvaaiden in ons land met de
onderling zeer verschillende produktie
voorwaarden in vele andere landen,
een onmogelijkheid lijkt, kan geen
reden zijn om het niet te beproeven,
een staatskommissie is snel benoemd
geïnstalleerd, jwhere there is a
will, there is a way«,
dat als tweede argument van
protektionistische zijde in het Verslag
terecht wordt aangehaald, dat jaarlijks
duizenden Nedeilandsche arbeiders
naar Duitschland trekken,
dat ondergeteekende toegeeft, dat
dit argument niet van veel beteekenis
is gebleken, nadat door professor
Treub in een bekend tijdschrift de
door ons, protektionisten, verzamelde
cijfers en de daaraan vastgeknoopte
beschouwingen zijn gewogen en te
licht bevonden, dat hij echter meent,
dat dit argument door ons niet kan
worden gemist als zeer sprekend tot
de groote massa des volks, en dus
door ons in geen geval moet worden
losgelaten,
dat ondergeteekende oenmaal ge
treden in een beoordeeling van het
Verslag der kommissie niet kan goed
keuren. dat- protektionistische leden
m hetzelfde stuk zeggen »dat hier te
lande groote industrieels onderne
mingen schaars zijna en iets verder,
dat de bestaande groote fabrieken
geen bescherming begeerent, immers
het is van te algemeene bekendheid,
dat er in Limburg alleen reeds vele
groote en bloeiende fabrieksonder-
nemingen bestaan en d&t deze althans
een protektionistische gave volstrekt
niet verwerpelijk vinden,
dat ondergeteekende meent, dat het
derde argument in het verslag ge
noemd, dat n.l. de Rotterdamsche
haven een tijdperk van bloei beleeft
door het protektionisme in Duitsch
land, logisch moet worden aangevuld
met de woorden »en door den vrij
handel in Nederlander,
dat ondergeteekende echter de
weglating dezer woorden in het systeem
der protektionistische kommissieleden
kan goedkeuren,
dat hij zich vereenigt met het
betoog van vele leden, die allerminst
gelooven, dat een algemeene prijs
stijging van de voortbrengselen der
beschermde industrie daarvan een
eerste gevolg zal zijn, dat hem daarom
(4)
En nu meent ge dat hij den kolf
beter zal begrijpen dan u zei mevrouw
von Mellin, de wenkbrauwen samen
trekkend; tegelijkertijd trad zij haastig
op den rekruut toe maar bleef recht
en zwijgend voor hem staan.
«Het was een man van een tevens
zoo schitterende en volkomen schoon
heid, als mevrouw von Mellin nog nooit
gezien had en zoo als er het minst aan
het hof van Catharina een te vinden
was. Hij moest op eene vrouw, die
noch de schilderijen der groote Itali-
aansche meesters, noch de beeldhouw
werken der Grieken kende, een wezen
lijk onbeschrijfelijken indruk maken.
Niet ouder dan twintig jaren, baarde
loos, blank en vol van vormen als een
meisje, scheen de jonge grenadier in
weerwil zijner lengte van bijna zes voet,
eigenlijk niet groot, zoo evenredig was
zijn gestalte in haar geheel als in baai-
bijzonderheden. Het verrassendst was
echter de adel en de harmonische fljn-
I heid van zijn gelaat. Kortom, het was
een adonis in soldatenrok, die voor de
roeocovenus stond.
Na eenig zwijgen zei mevrouw von
Mellin tot den kapitein: «Hoe heet
deze man?"
"Iwan Nahimoff," antwoordde de ge
vraagde.
»Hoe lang dient hij
«Nauwelijks veertien dagen."
"Destemeer toegevendheid mag hij
voor zich vorderen," antwoordde de
vrouwelijke kolonel; "ik wensch dat ge
dezen prachtigen rekruut niet aan de
ruwe handen en den stok van den kor
poraal overlaat, maar dat gij u zelf met
zijn onderwijs belast."
"Ik
"Ja, gij.n Mevrouw von Mellin knikte
den fraaien grenadier, die van dat alles
niet veel begreep, genadiglijk toe en
wendde zich naar een andere afdeeling
van regiment.
"Dus ik zal persoonlijk het genoegen
hebben, uw drilmeester te zijn mom
pelde Pauloff, toen zijne dwingelandes
hem den rug had gekeerd. "Waar
schijnlijk wijl ge een weinig langer en
fraaier zijt dan de anderen Mijnent
wege Maar pas op je tellen, knaap
want ik heb nog minder geduld dan
de oude brombeer met zijn kolf. Dus;
geef achtEen twee een
twee!"
De kapitein nam den fraaien grena
dier duchtig onderhanden. Aanvanke
lijk ging alles goed, maar toen het aan de
grepen kwam bij het laden, die destijds,
naar Pruisische manier, zeer straf en
snel onderwezen werden, wilde het
volstrekt niet lukken, en plotseling
vloog de bamboes van Pauloff, die hij,
zooals ieder officier uit den rococo-tijd
droeg, op Iwans rug. Tot Pauloffs
ongeluk was diens fraaie kolonel hem
juist weder ongemerkt genaderd.
"Eoeil" riep mevrouw von Mellin
toornig, »heb ik mijne officieren niet
bevolen hunne soldaten goed te be
handelen. Is dat het goede voorbeeld,
dat ge uw onderofficieren geeft?»
"Vergeving, mevrouw,» antwoordde
Pauloff, wiens aangezicht door een
vlammend rood bedekt werd, »maar de
man is ongeschikt en begrijpt zeer
moeilijk.»
»Dat willen wij eens zien,» zei me
vrouw von Mellin. »Men moet geduld
hebben en een weinig philantropie.»
Zij nam het geweer uit Iwan's handen,
toonde hem de grepen, en liet ze
door hem herhalen.
"Goed zeer goed ziet ge hoe
dat gaat maar gij, kapitein, hebt
geen geduld gij hebt uwe dames in
het hoofd, in stede van uw soldaten,"
riep de vrouwelijke kolonel.
»Zoo nu allen na elkander,"
beval zij. Iwan maakte tempo's.
"Halt, ge hebt vergeten de patroon
af te bijten,» riep mevrouw von Mellin
»Nog een8l«
Iwan begon het laden op nieuw.
"Halt, ge moet den laadstok aanzet
ten," onderbrak zij hem, »zoo krach
tig krachtiger nog eens!»
De fraaie grenadier begon op nieuw
al de tempo's.
«Maar Iwan,» riep mevrouw von
Mellin reeds iets minder zacht, »ge hebt
weder de patroon niet afgebeten.»
De adonis zette een onbeschrijfelijk
dom gezicht; het was duidelijk dat hij
niet begreep, welke beteekenis het voor
zijn Russisch vaderland en zijn moe
dertje Czarin kon hebben, of bij een
patroon, die slechts in de verbeelding
van zijn korporaal, zijn kapitein en zijn
kolonel bestond, afbeet of niet.
«Dus nog eens
Weder de ongflukkige patroon.
»Bijt ze toch af,» stoofde vrouwelijke
drilmeester op.
Nu was het geheel en al gedaan;
zoodra Iwan zag, dat men het geduld
met hem verloor, steeg hem het bloed
naar het hoofd en hij zag noch hoorde
iets meer.
«Hoort ge, de patroon
Iwan staarde foor zich in het lucht
ruim.
«Bijt toch,» schreeuwde mevrouw
von Mellin.
De rekruut bleef staan als een beeld.
«Hoort ge niet?"
Iwan hoorde inderdaad niet meer.
Daar klinkt een duchtige klap op zijn
wang, die hem tot bezinning brengt.
Pauloff, die zich tot nu heldhaftig be
dwongen had, barstte in een schateren
den lach los.
»Gij lacht," stamelde de vrouwelijke
kolonel woedend, ge durft lachen
Dat is insubordinatie, een daad van
weerspannigheid tegen uwe oversten.»
»Maar mevrouw
»Geen woord meer
Pauloff lachte voort.
«Ge lacht nog altoos?» zei mevrouw
von Mellin bleek van toorn, "begeef u
dadelijk in arrest.»
Pauloff boog en verliet, nog altijd
schuddend van het lachen het excer-
citieveld.