views Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht Qakmewe, De balans van liet protectionisme in FEUILLETON. No. 98. Zaterdag 7 December 1912. 41e jaargang. PREMIE VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG HOE EEN BOEKBINDER RAADSHEER WERD. Amerstoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door bet geheele Rgk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlgk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephooun. 69 ADVERTENTIËN: Van 1regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/. Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. voor de lezers van deze courant Het beden verschenen 36e nummer van den vierden jaargang van "«TV bevat o.a.: »De Giuwelen van den Oorlog". Voorts een tweetal foto's van don Balkanoorlog, alsBnlgaarsche gewon den, in het kamp de laatste oorlogs berichten aanhoorende. Een Tuiksch soldaat, door de cholera over vallen, wordt door twee Bulgaarsche cavaleiislen gevonden nabij een muni tie depót. Vei volgens: De Bazar van de neutrale orde der goede Tem pelieren te 's- Gravenhage, mat 2 foto's. De eerste vrouwelijke Jockey ter wereld. Op den Boulovard te Parijn. Lijkenverbranding, met 2 foto's. Pluimveetentoonstelling te Hengelo. Jonge Matrozen-korps «Prins Hen drik" te 's-Gravenhage. De door Prins Hendrik bij de Ballon-Vosse- jaeht uitgeloofde Beker. Bedroom van een voetballer. Gravin van Vlaanderen. -J- De Nederlandsche Weerkundige Vlieger-Vereernging in functie, met 4 foto's. De nieuw gekozen President der Vereenigde Sta ten, Dr. Woodrow Wilson, in zijn familiekring. «Hans en Grietje" gaan baden en varen; het nieuwste op het gebied van apendressuur, met 2 foto's. De Boscbjes van Poot. Ten slotte: Portretten van bekende landgenooten. De vijftiende Espe- ranto-les. De Rubriek van Redac teur X. Het vervolg van den oor- spronkelijken roman van Eline van Stuwe (Jacqueline Reyneke vanStuwe) getiteld: «Donkere Wolken", en het Kindernummer «Ons Prinsesje", met onderhoudende en leerzame lectuur voor de Jeugd. III. Welke invloed de tarievon van 1881 en 1892 op den handel hebben gehad blijkt uit deze cijfers: In 1880 bedroeg de waarde van den handelsornzfet 10725 millioen francs; in 1885 was deze verminderd tot 8.885 nnllioen, dus was de handel achteruitgegaan met 1840 millioen. In 1891 was de waarde weer ge stegen tot 10668 millioen, doch door het protectionistisch tarief weer ge daald tot 9510 in 1895, dus weer achteruitgegaan met '1158 millioen francs. In volle 15 jaren is de buiterrland- sche handel van Frankrijk dus door de protectie verminderd van 10725 millioen francs iri 1880 tot 9516 in 1895, of wel met 1215 millioen francs. Daarnaast kan Engeland met zijn vrijen handel wijzen op een vermeer dering van 17440 tnillioeu frarres in 188Ü tol 17503, dus op een toeneming van 123 millioen francs. Ook het tanef van 1892 is een be lemmering voor den handel gebleken want terwijl de waarde varrdenhan- delsomzet in Engeland met 41 percent toenam van 1891 op 1908, bedroeg deze toename in Frankrijk slechts 29 percent. En de president van de «Commis sion des Valeurs de douanes", Alfred Picard, heeft in een van zyn laatste rapporten uitdrukkelijk verklaard, dat bet protectionistische stelsel een dor voornaamste oorzaken is voor de ge ringe uitbreiding der handelsrelaties. Ook het z.g. fiscale belang der pro tectie is aan ernstigen twijfel onder hevig. Het belang van de schatkist heet mee te brengen verhooging der inkomende rechten. Een feit is het dat èn in Duitschland èn in Frank rijk de fiscus op den duur niet door het beschermende stelsel gebaat is. Voor Frankrijk volgen hier enkele cijfers belrt-ITei.de de opbrengst der inkomende rechten. Onder liberaal tégime: 1870 128 millioen francs. 1875 229 millioen francs, dus toeneming 101 m 1880 332 p p p p 103 m' Onder protectionistisch régime: 1885 368 millioen francs, dus toeneming 36 m' 1890 301 p p d 7 m' 1S95 400 a pp» 39 m' 1000 428 nu» 28 m' 1905 412 p p p p 16 m' 1909 499 p p p 23 m* Hieruit blijkt dat inderdaad de toeneming van de opbr engst der baten voor de schatkist onder een liberaal tarief van inkomende rechten veel grooter is dan or.rler een politiek van beschermende rechten. Het protec tionisme is uit een fiscaal standpunt beschouwd de kip met de gouden eieren. En is door die scherpe protectie inderdaad de nijverheid bevorderd, zooals door onze protectionisten ook gaarne voorspeld wordt? Iritegendepl, de nijverheid als geheel genomen is er in Frankrijk door belemmerd. Het is duidelijk dat door de be schermende rechten alle industrieën als 't ware worden gehandicapped, die voor haar bedrijf beschermde artikelen moeten gebiuiken de productiekosten toch worden verzwaard. Zoo worden door de rechten op steenkolen en metalen bijna alle industrieën belast, daar het meerendeel deze artikelen noodig heeft. In 1901 heeft de minister Millerarid berekend dat de invoerreehtten ten bate van de 31 metaalgieter ijen de prijzen verhoogden als volgt: met 33 pCt. voor spoorwegrijtuigen 9 pCt. voor trams 0 pCt. voor hydraulische machines 33 pCt. voor dynamo- electrische machines, 31/,12 pCt. voor machines in textiel-industrie, 4 pCt. voor zetmachines. Een groot-industriëel, Eugène Motte, heeft verklaard dat de wol-industrie door de tariefverhooging van 1892 een verlies van meer clan 100 millioen francs aan export heeft geleden. En het is evident, dat de vermindering van den buitenlandschen handel een groot nadeel beteekent voor de scheep vaart, transportbedrijven, spoorwegen en allerlei handelsondernemingen. Dat inderdaad het kapitaal door de protectie niet steeds geprikkeld wordt om de nationale industrie te helpen, blijkt utt de afneming der suiker- industr ie. In 1882 waren er 497 suiker fabi ieken en in 1912 waren er nog slechts 332, terwijl het aantal werklieden daalde van 49.300 op 41.774. Dat het den Franschen landbouw niet te best is gegaan onder de protectie, blijkt wel hieruit, dat de bebouwde oppervlakte in '1871 bestaande uit 6 400 000 hectares en onder de liberale handelspolitiek zich uitbreidend tot 7 millioen in 1885, terugliep onder den «beschermendeninvloed tot 6 9 m. in 1892 1900 en thans is verminderd tot 65 a 0.6 millioen. De wijnbouw ging achteruit; de 2.643 000 H.A wijnland in 1809 zijn veiminderd rot op 1.018.000 H.A. in 1910. En bij het onderzoek naar de toestanden in den wijnbouw bij de onlusten in de Mide. is gebleken, dat een der hoofdzaken is de protectie die verhindert dat wijnen uit Spanje en Italië worden ingevoerd, die voor het Bversnijden« der wijnen noodig zijn. Men wil ons doen gelooven, dat het den werkman onder protectie zooveel beter zal gaan, Reeds in I860 schreef een Fransch protectionist, dat be scherming noodig was, «omdat de groot-industrie, werk gevend aan de arbeidersklassen, hel bestaan verzekert van talrijke families, hetgeen een der vilala belangen is voor een land. Deze missie om altijd werk te hebben voor hunne arbeiders is voor de industrieelen het moeilijkste, doch ook het heiligste deel van hunne moeizame taak.« Maar afgezien nog van het duurdere leven waardoor de koopkracht der arbeiders vermindert, hun loon dus feitelijk wordt gedrukt, mag men toch vragen of het in het belang der arbeiders is, wanneer de industrie wordt be lemmerd, de handel belangrijk ver minderd. Volgens de berekeningen van den oud-Minister Yves Guyot worden van de in de industrie werkzame 7 millioen personen slechts 1 millioen «be schermd,® te weten 914 000 in de j textielindustrie, 30.000 In de looierijen en zeemleer-fabricage, en 60 000 in de metaalindustrie. Neem nu eens aan, dat in die beschermde bedrijven de werklui inderdaad profijt hebben in den vorm van hoogere geldloonen, dan brengt de protectie toch slechts voordeel aan 14 pCt. van de industrieele bevolking, ten hoogste aan 8 pCt. van de landbouw bevolking, en op zijn gunstigst aan 5 pCt. van de totale bevolking. Dat de protectie den vvolksrijkdomu in Frankrijk niet heeft vermeerderd, mag ook worden afgeleid uit de be rekeningen van den statisticus de Foville, betreffende de gemiddelde waaide van de vererfde boedels en schenkingen in 5-jarige tijdvakken. Deze bedroegen in 18551860 pl. m. 3189 milliard francs. In her tijdvak: 18011865 pl. m. 3623 milliard francs. 1865—1870 4729 p 1871-1875 5160 p B 1876-1880 4906 p p 1880—1885 6182 d P 1885—1890 0375 p p 1895-1900 6869 p p 1900—1905 6869 b P 1905—1910 6968 p Uit deze cijfers blijkt, dat onder de libeiale handelspolitiek van 1860 1880 een sterke stijging valt waar te nemen, zelfs bijna een verdubbeling van de waarde, terwijl sinds de protectie de toeneming niet meer bedraagt dan 13 pCt. Een belangrijk punt bij het protectie- vraagstuk is altijd de invloed van de beschermende rechten op de prijzen der levensbenoodigdbeden. Protec tionisten geven zich alle moeite om 3) «Luister, mijn zoon. Wat zegt ge er van, dat in de laatste paar weken negen tien zegge negentien personen, over den magistraat geklaagd hebben? Is het niet om dol te worden? Maar wacht, verdoemde slaapmutsen, de duivel zal je halen! Wacht maarl" Beide vuisten van den koning vielen op de schrijftafel zoodat ze kraakte. De boekbinder kromp ineen, majr de koning schreeuwde hem toe: «Waar om beeft ge? Ge moet mij niet vree zen, ge moet mij lief hebben I Let nu opl Ik, de koning van Pruisen, benoem je, meester boekbinder Rei- chardt, bij dezen tot raadsheer en lid van den magistaat mijner hoofdstad Berlijn en zal spoedig mijn magistraat bevelen je als raadsheer te ontvangen en je zitting en' stem in het college te geven. Opgelet! Dit geschiedt echter eeniglijk daarom, opdat ge bij elke vergadering tegenwoordig zult zijn en nauwkeurig acht geven of al de kerels slapen. Voorts geschiedt zulks, opdat ge in staat zult zijn mij zui veren wijn te schenken, dat is, ik beveel je hierbij, mij schriftelijk en zeer nauwkeurig verslag te doen na elke vergadering en geene onordelijk heid en nalatigheid te verzwijgen, op straffe van mijn toornWel Rei- chardt, wat zegt ge nu Vreest ge mij nog of hebt ge mij lief? Hei? Pas nu maar braaf op, en ik zal de kerels wel krijgen als zij voort willen slapen, in stede van te werken! Wel, raadsheer Reichardt, zijt gij tevreden? Wij zul len weten om te springen met dat luie gespuis I" De eerbare boekbinder stond stijf op de hoefijzers van zijn Bernauer laarzen, de oogen strak, den mond wijd open, de armen langs het lijf, onbewegelijk en sprakeloos, bijna versteend. Den koning vermaakte dat gezicht. «Waarom spert ge den mond zoo wijd open? Geloof je dat, wijl er een ge braden duif is ingevlogen, er aanstonds nog een zal komen Eindelijk kwam in Reichardt het leven terug. De armen werden los, de blik gleed over den koning heen, de mond bewoog zich. «Maar, majesteit, kan ik het waarlijk gelooven En is het geen grap van uwe majesteit? En zullen de hooge en gestrenge heeren mij onder hen dulden? Ik ben toch maar een een voudig burgerman «Ge zijt raadsheer, evenzoo goed als de andere kerelsIk zal den kerels dadelijk kennis laten geven, en zoo zij het mochten wagen een scheeven mond te trekken dan zullen we eens zien I En nu kunt ge heengaan. Zoo ge je goed gedraagt, blijft ge in mijn genade; en dat ik nauwkeurig na iedere ver gadering schriftelijk verslag van je ontvang, anders Nu goed, afge daan! Ik blijf je genadige koniug! Lode wijk «Majesteit!" «Een van de Kanselarij moet komen. Een bevel aan den magistraat zenden; mijn eigenhandige onderteekeniug. Oogenblikkelijk De nieuwbakken raadsheer stond nu weder voor het paleis en onder den blooten hemel, maar of het werkelijk paleis en hemel, en of de straten voor hem wezenlijke straten waren, dat was hem waarachtig niet volkomen duide lijk. Had hij dan plotseling zieke oogen gekregen? En hoe gonsde en snorde het in zijn hoofd en in zijne ooren en hoe prikkelde het hem in de knieën en voeten I hij kon zelfs niet orden telijk gaan en wankelde over het paleis plein en door een aantal straten. De mensehen schudden het hoofd. Eindelijk echter was het bloed van den jongsten raadsheer een weinig rustiger en nu zag hij spoedig de Nagelgasse voor zich. De bewoners dezer geringe straat bekeken den boekbinder met eenige verwondering, want de gevreesde stok slagen hadden hem niet ontstelden zijne vrouw en zijne dochter Roosje aau de huisdeur juichten luid en snel den op hem toe, want hij keerde zeer opgeruimd en met zeer opgehelderd gezicht terug. Maar een kwartieruurs later stond, om zoo te spreken, de geheele Nagel gasse op het hoofd. In de kamer van den raadsheer heerschte eeu ge schreeuw en een gedrang, als op vasten avond, en de hoogwelgeboren heer zat zeer deftig op een stoel, en rechts en links aan zij tie zijden hadden mevrouw en fr eule Roosj e zich geplaatst, beiden met fonkelende oogen, gloeiende wan gen en zeer hoog opgeheven neuzen. Geen wonderdadelijk na de eerste vluchtige mededeeling van papa, waren mevrouw en de freule bliksemsnel hoog moedig geworden. «Zeshonderd thaler tractement, en hij behoeft er niets voor te doen!" riep de borstelmaker, de buur, in het ge zelschap. Nu stond de raadsheer met alle deftigheid op en sprak: «Gaat nu stil naar huis, lieve buren. Door de genade zijner majesteit ben ik verhoogd geworden, en ik beloof u, dat ik uwe belangen steeds met kracht behartigen zal. Zoo ge echter gelooft, goede burgers, dat ik als raadsheer en lid van den magistraat met recht van zitting en stem in het college niets te doen heb, dan bedriegt ge u geweldig. Zijne majesteit, onze allergenadigste koning heeft namelijk de genade gehad mij als het ware gekozen, die gelast is zijne oogen en ooren allerwege in de zaal te hebben, en ik zal wel zor gen dat de verhandelingen werkelijk ge schieden, en dat de schriftelijke bezwa ren ook werkelijk beantwoord en dat slecht gebouwde schoorsteenen ten spoedigste afgebroken worden. Gaat nu stil Daar huis, en ik zal wel voor u zorgen zooals het betaamt." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1