NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
0Qfeniemee
FEUILLETON.
Knecht en Meester.
I*o. 5„
Zaterdag 18 Januari 1913.
42e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
PREMIE
BINNENLAND.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 11. Telephoonu. 09
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/ Cent.
Ad verten ticOn viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letterB en vignetten naar plaatsruimte.
voor de lezers van deze courant
[let heden verschenen 42e nummer
van den vierden jaargang van
bevat o.a.
Mr. E. H. R. Regout, Minister van
Justitie, die op bet oogenblik te Nice
vertoeft in, verhand met eene ernstige
ongesteldheid.
Voorts: Vier foto's van Napels en
omgeving, als: De Golf van Napels met
den Vesuvius. Een der rypiscbe
straatjes van Napels, zijstraat van de
Via Roma. De Zuidkust van Capri.
Castellamare vari de zee uit gezien.
Verder: Het borstbeeld van Napo
leon 111, uitgevoerd door Barré, dat
te Berlijn onder den hamer komt.
Het voormalig Aytba-Godshuis te
Swichum. De indertijd door den
Heer P. Jorna te Weidum gevonden
gevelsteen. Kijkje in een der
grootste Zilverfabrieken, met 2 foto's.
De kleinste Zilverfabrikant uit
Schoonhoven. De Koningin wandelt
op dpn boulevard te Schevenirigen.
Onthulling van een standbeeld voor
Luit. Erlnris de Haan te Paramai lbo.
De Kluit. (Recurvirostra avocetta).
«Heerscbers der toekomst", met
een zestal foto's van vermoedelijke
troonopvolgers. Een belangrijk
artikel over »De Zielen-Slinger", met
3 foto's. Het onderzee-paviljoen
van het nieuwe hotel te Honolulu in
den Stillen Oceaan. Een 100-jarige.
Een kluchtig straattooneeltjeGe-
lukwenscbende chauffeurs op Nieuw
jaarsdag te Berlijn.
Ten slotte: Portretten van bekende
landgenooten. Het vervolg van
den historischen roman door Eline
van Stuwe (Jacqueline Reyneke van
Stuwe), getiteld «Donkere Wolken".
De Rubriek van Redacteur X.
De negentiende Esperanto-les en het
Kindernummer «Ons Prinsesje", met
ondei houdende en leerzame lectuur
voor de Jeugd.
De geabonneerde
wonende
wenscht zich te abonneeren op het
weekblad „PAK ME MEE", tegen deu
prijs van 3'/j cents thuis bezorgd.
Rechteloosheid gemeente
ambtenaren.
De Staatscourant vermeldt de
schorsing van een besluit van burge
meester en wethouders van Oost- en
West-Souburg, tot ontslag van den
ambtenaar ter secretarie dier gemeente.
Dit geval doet weer eens in schrille
kleuren uitkomen, boe treurig het
is gesteld met de rechtspositie van
de am btenaren ter gemeente-secretarie.
Wij geven eenvoudig de feiten.
Commentaar is ovprbodig.
In Augustus 1909 nam de raad
het besluit om een ambtenaar ter
secretarie aan te stellen. De ge
meente telde toen ruim 2800 zielen.
Nu hebben de wethouders beproefd I
de jaarwedde van den ambtenaar ter1
secretarie niet te brengen in de be-l
grooiing voor 1913. De raad besloot i
met 8 tegen 3 stemmen die jaarwedde
wel te begroolen en gaf ondubbel
zinnig te kennen, dat hij een ambte
naar wenschte. De toeleg der wet
houders mislukte dus. Thans hebben
ze in de vergadering van burgemeester
en Wethouders van 4 Dec. j.l. be
sloten den ambtenaar met 1 Januari
1913 ontslag te veileenen, omdat hij
overbodig is. De gemeente heeft nu
een bevolking van ruim 3400 zielen
en breidt zich nog voortdurend uit.
De burgemeester heeft geweigerd
dit besluit uit te voeren, als zijnde
naar zijn meening in strijd met het
algemeen belang.
Gedeputeerde staten zouden bun
medewerking verleenen om het be
sluit vernietigd te krijgen.
De wethouders hebben advies in
gewonnen en volgens dit advies zou
het besluit in strijd met de wet zijn.
Wat moest nu gebeuren om hun
wil door te drijven? Ze bebben nu
hun besluit tot ontslag ingetrokken
en opnieuw een besluit genomen den
ambtenaar ter secretarie ie ontslaan
op grond van plichtsverzuim en een
oproeping te doen voor een nieuwen
ambtenaar. Dit plichtsverzuim be
staat hierin, dat de ambtenaar op
een morgen in de maand Maart met
verlof van den burgemeester naar
Middelburg is geweest om een dokter
te raadplegen. Voorts is bij nog een
paar dagen afwezig geweest wegens
ziekte, waarvan hij den secretaris be
hoorlijk heeft kennis gegeven.
De burgemeester heeft geweigerd
ook dit besluit uit te voeren als in
strijd met het algemeen belang.
Met spanning wordt in de kringen
der gemeente-ambtenaren afgewacht
of de regeering termen zal vinden het
ontslagbesluit aan H.M. de Koningin
ter vernietiging voor te dragen.
Berde herhalingsoefening.
Door de Tweede-Kamerleden Ter
Laan, Schaper, Helsdingen en Duys
is een amendement ingediend om art.
22 der Oorlogsbegrooting 1913 met
f14 426. 50 te verminderen, ten einde
een uitspraak van do Kamer uit te
lokken in dien zin, dat in het jaar
1913 geen derde herhalingsoefening
meer wordt gehouden
Het is geheel in den geest van de
Militiewet 1912, waarbij immers aan
deze oefening een einde is gemaakt,
zeggen de voorstellers.
Landboutvopvoeding I.
Voor rekening der vereeniging
«Landbouwopvoedinga is op de heide
tusschen Vooithuizen en Nijkerk een
geslicht gebouwd genaamd «Land-
bouwopvoeding I«, waarin weldra een
20-tal onder toezicht der Regeeiing
gestelde jongens in het landbouw
bedrijf zullen worden opgeleid.
De stichting bestaat uit een hoofd
gebouw. ingericht voor verpleegden
en directeur en een boerderij, die
o.m. ruimte aanbiedt aan 25 stuks
vee en paarden. Het werk is uitge
voerd door den aannemer J. F. An
dreas, te Putten, voor 1 29340.
Een aanrijding voorkomen.
Men meldt aan de N. Cl.
Toen H. M. de Koningin Donderdag
in den vroegen namiddag, veigezeld
van een hofdame, in een open rijtuig
van het Buitenhof al de poort naar
het Binnenhof inreed, kwam daarjuist
een tramwagen van de andere zijde
aangereden. De koetsier van het rijtuig
van H. M. had blijkbaar de tram niet
zien nadeien De wagenvoerder van
het tramrijtuig bemerkte het gevaar
en remde oogenblikkelijk met de
handrem, waardoor een aanrijding
voorkomen werd De tramwagen, welke
juist op het stroomlooze gedeelte onder
de poort tot staan gebracht werd,
moest door menschenhanden naar bui
ten geduwd worden om de geladen
draden weer te bereiken. Het geval
verwekte groote ontsteltenis bij om
standers en trampassagiers.
Wijziging post-tarief naar Oost
en West-Indie.
Bij Koninklijk Besluit van 7 Januari
is bepaald, dat de brieven en andere
hieronder te vermelden stukken, welke
rechtstreeks over zee (zoogenaamde
«zeepost") tusschen het Rijk en zijn
koloniën en bezittingen in Oost- en
West-Indië worden gewisseld onder
worpen zijn aan het volgende taiief
van frankeering:
1. bij verzending uit Nederland naar
Oost- en VVi-st-Indië, alsmede hij ver
zending uit West-Indië naarNedeiland
a. brieven 5 cent per 20 giam of
gedeelte van 20 gram; b. briefkaarten
2Vi cent per enkele kaait en 5 cent
voor epn dubbele kaart, dat is met
vooruitbetaald antwoord; c gedrukte
stukken 1 cent per 50 gram of ge
deelte van 50 granted. papieren en
bescheiden 1 cent per 50 gram of
gedeelte van 50 gram, met toepassing
van een minimum van 5 cent voor
elke verzending onder een afzonderlijk
adres; e. monsters of stalen van koop
waren 2 cent per 50 gram of ge
deelte van 50 gram, met toepassing
van een minimum van 5 cent voor
elke verzending onder een afzonderlijk
adres;
2. hij verzending uit Oost-Indië
naar Nederland: a. brieven 10 cent
voor een gewicht tot en met 20 gram
en Th cent voor elk gewicht van 20
gram of gedeelte van 20 gram boven
het eerste gewicht van 20 gram; b.
briefkaarten 5 cent per enkele kaart,
en 10 cent voor een dubbele kaait,
dat is met vooruitbetaal'! antwoord;
c. gedrukte stukken, papieien en be
scheiden en monsters of stalen van
koopwaren zijn onderworpen aan hel
tarief, hierboven sub 1 c, d en e ge
noemd
De viering van het eeuwfeest
onzer onafhankelijkheid zal in Gorrum
plaats hebben in Februari 1914.
Terwijl heel het vaderland zien op
maakt, om in November van dn jaar
onze vrijwoiding van de Fran-che
overbeersching luisterrijk le gedenken,
meent men in Gorcum daarvan te
moeten afwijken.
Waarom?
Omdat in Febr. 1924 dit stedeke
van de Fianschen bevrjjd werd. Als
dit voorbeeld navolging vond. zou er
van een nationale feestviering niet
veel terecht komen.
Dan zou men b.v. in Utrecht kun
nen jubileeren op Kozakkendag, 28
Nov., inplaats van in 't begin dier
Aanteekeningen van een commissaris,
van politie).
5)
Slot.
Ik trad op den jongeling toe en
verzocht hem mij in een kamer van
het stations-gebouw te volgen. Het
zelfde verzoek deed ik Franke en
diens vrouw. De vrouw ontroerde
zichtbaar en verbleekte. Ik zag dat
Franke hare hand greep om baar te
vermanen bedaard te zijn.
Ook uit liet gezicht des jongeliïigs
was het bloed eenigszins verdwenen,
evenwel voldeed hij aan mijn verzoek
met gedwongen gelatenheid. Toen ik
twee politie-agenten wenkte om mij te
volgen, zag ik hem verbleeken. Maar
ook dat ging over.
Ik verlangde zijne papieren te zien,
hij nam ze uit een brieventasch en
overhandigde ze mij. Een blik bad mij
overtuigd, dat de brieventasch de gelds
waarde niet bevatte, welke ik bij hem
vermoedde. Ik doorzocht nu een kleine
reistasch, zonder er ook het gezochte
j in te vinden. De vrouw was elke minuut
onrustiger geworden en keerde zich
om. Ook Franke scheen met moeite
zijne ontsteltenis te verbergen,
Schoon ik den reiskoffer van den
jongeling bad laten brengen, vermoed
de ik toch dat bij zulk een aanzienlijke
som niet aan den koffer toevertrouwd
zou bebben, maar zekerheidshalve bij
zich zou dragen. Ik wilde derhalve zijne
kleeding onderzoeken; bijna met geweld
i ontrukte bij zich aan mijne handen,
beweerende geen misdadiger te zijn
jegens wien alleen zulk een behandeling
geoorloofd was.
Zijn weerstreven maakte mij des te
zekerder. Een greep bij zijne borst
overtuigde mij dat zijn jas ongewoon
dik en stijf was. Hij stiet mijne hand
terug en zijn blik richtte zich op de
deur, als zocht bij een gelegenheid om
te ontsnappen. De deur was natuurlijk
gesloten.
Daar hij op mijn verzoek zijn jas
niet wilde uittrekken, grepen de
politieagenten hem op mijn wenk.
Zijn vader wilde hem te hulp komen,
maar ik riep door het venster nog
twee agenten en liet ook hem
en zijne vrouw die onmachtig op een
stoel was neergezonken in hechtenis
nemen.
Met geweld werd nu den jongeling
de rok uitgetrokken. Ik onderzocht
I hem en vond zorgvuldig tusschen bet
laken en de ondervoering in wasdoek
de banknoten genaaid, waarnaar ik
zoolang en vruchteloos gezocht had.
Ik vroeg den jongeling hoe hij aan
die geldswaarde kwamhij antwoordde
mij, dat het hem niet behoorde maar
een vriend, op wiens verzoek hij ze
naar Amerika mee nam.
«Eu hoe heet die vriend vroeg ik.
Hij aarzelde met het antwoord, wijl
hij inzag dat deze logen hem onmogelij k
redden kon.
«Nu, gij zult wel weten van waar
dat geld komt?" wendde ik mij tot
zijn vader. «Gij kent het immers en
de nummers dezer banknoten laten
geen twijfel over.«
Franke stond bewegingloos, zijne
oogen waren strak op mij gericht. Hij
had zich zoo zeker gewaand, en toch
was hij ontdekt geworden hij wist
dat er voor hem geen redding meer
was. Zijne lippen bewogen zich, maar
waren niet in staat een woord uit te i
brengen.
„Ge hebt alles zeer sluw aangelegd,
voer ik voort, «evenwel hield ik u
van het eerste oogenblik af er van
verdacht, dat gij het geld ontvreemd
hadt en de kwetsuur aan den arm u
zelf toegebracht had, om den voor
gewenden diefstal des te waarschijn
lijker te maken. Ik ben zelfs in het
bezit van het mes waarmee ge u den
steek hebt toegebracht en hetwelk
gij in het riool der passage hebt
geworpen."
Hij loochende niet, maar drukte
beide handen voor zijn gezicht.
Ik liet de drie gevangenen naar de
stad terug en naar het politie-bureau
brengen. In het verhoor, waaraan ik
Franke onderwierp bekende hij zijn
misdrijf. Hij had de geldswaarde
zorgvuldig verborgen gehouden. Zijn
zoon had enkel een betrekking in
Amerika aangenomen, om het geld
in veiligheid te brengen hij zou hem
na eenigen tijd met zijne vrouw
gevolgd zijn.
«Hoe zijt ge tot de daad gekomeD,
daar mij uw meester van uw braafheid
en trouw verzekerd heeft?» vroeg ik.
«Zooveel mij bekend is hebt ge u
nooit vroeger aan ontrouw schuldig
gemaakt.»
Hij zuchtte zwaar.
«Het is mijn eerste oneerlijkheid,»
zeide hij. «Ik heb er mij lang, zeer
lang tegen verzet een misdadiger te
worden, maar het geld, dat ik dagelijks
in handen kreeg, de rijkdom van
mijn meester verblindde mij. Ik wist
dat hij dikwerf duizenden in een
oogenblik op de beurs verdiende, meer
dan ik hem ontvreemd heb, en wat
deed hij daarvoor? Werkte hij wel
I de helft zooveel als ik, die met het
armzalig loon slechts met moeite
toekwam In een schitterend rijtuig
kwam hij aan het kantoor, 's avonds
gaf hij somwijlen partijen, van welke
eene enkele wel meer kostte dan mijn
geheel jaarlijksch loon bedroeg.
Hij was rijk en in aanzien, en toch
wist ik, dat niet iedere winst, welke
hij op de beurs maakte, eerlijk verdiend
was. Bedroog hij ook niet, wanneer
hij met anderen de effecten kunstmatig
opjoeg, ze den menschen openlijk als
uitmuntend aanprees, wanneer hij ze
tot opgejaagde prijzen aan onwetenden
verkocht, hoezeer hij stellig wist, dat
zij in weinige dagen weder dalen
moesten? Had hij alleen het privilegie
om anderen te bedriegen Hoevele
rechtschapen menschen, die eenige