NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
Woensdag 29fJanuari 1913.
42e jaargang
VERSCHIJNT WOERSDAfi ER ZATERDAG
BINNENLAND.
ORDER RUSSISCHE SMOKKELAARS.
;Xo. 8.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door bet gebeele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukkenin te zenden ui ter lijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Laiigestraut 77. Telephoonii. 09.
AD VERTENTIEN:
Van 1d regels 0.50; iedere regel meer 7V> Cent.
Ad vertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het verblijf van Z. K. H. Prins
Hendrik in don Taunus.
De speciale berichtgever van het
N. v. d. Dag seinde daaromtrent:
Hedenmorgen ben ik, in verband
met het voorgenomen incognito bezoek
van H, M. de Koningin, in Frankfurt
a/M aangekomen.
Zooals bekend, zal 11. M. deze week
in deze schoone streek, waar Prins
Hendiik reeds korten tijd in vei band
met zijn gezondheidstoestand vei toeft,
verblijven.
Het trof juist hedenmorgen dat ik
in de nabijheid van de »Hohemark»
de inrichting van piof. Friedlander,
waar Z. K. H. zich bevindt, den Pi ins
in sportcostiium, in gezelschap van
zijn adjudant, zag wandelen. Ik ver
nam, dat de Prins zich in een uitste
kende gezondheidstoestand mag ver
heugen en geregeld langdurige wan
delingen in den omtrek maakt. Hij
zag er dan toen hij hedenmorgen
door de fraaio bergachtige streek
wandelde, zeer welvarend uit.
De Prins is bijzonder opgewekt en
goedgehumeurd De gezonde natuur
draagt daartoe bijzonder veel bij.
Een aardig staaltje van zijn opge
wektheid kon ik heden opmeiken.
Een jongentje uit destieek, die aan
den weg iin het gras lag, rnet een
papieren carnevalsmuts getooid, en
natuurlijk den hoogen gast niet kende,
werd door Z. K. H. aangesproken
met de woorden: «Jongen, je hebt je
muls precies verkeerd op». Deze woor
den werden op lachenden toon in
het eigenaardige Duitsche dialect ge
sproken.
De boerenbewoners zijn zeer in hun
schik met het aangekondigde bezoek
van Koningin Wilhelmina Bij geruch
ten vei nam ik, dat dit bezoek van
korten duur zal zijn en waarschijnlijk
gevolgd zal worden door een langer
verblijf van H. M. Ik hoorde n.l. in
dit verband, dat tegen 15 Februari a. s.
opnieuw kamers voor H. M. zijn be
sproken. Het was echter niet mogelijk
op het oogenblik hiervan eenige beves
tiging te erlangen.
Nopens het verblijf van Z. K. H.
kan ik nog melden, dat de Prins ge
regeld autotochten in zijn eigen auto
mobiel n&ar Frankfort a/M. maakt.
Daartoe is ook de chauffeur van den
Prins overgekomen. Eveneens bevind
zich de eigen kamerdienaar van Prins
Hendiik in «Hohenmark».
Voor de Hollandsche taal in
Zuid-Afrika.
Er wordt een warm beroep gedaan
op de belangstelling in ons land om
gelden bijeen te brengen voor de
oprichtiug van een gebouw te Pretoria,
dat als centrum zal dienen van de
llo!landsch-;ptekeridy jongelieden van
Zuid-Afrika.
Er moet zegt een thans ver
spreide circulaire een gebouw zijn
en wel te Prtloiia, dat als middelpunt
kan dienen, van waar een kracht kan
uitgaan; alleieerst in de hoofdstad
Pretoria en van daar orer geheel de
Zuid-Afrikaansche Unie.
Er is een toekomst voor de Hol-
landsch-sprekende bevolking van
Zuid-Afrika
Nu de Afrikaner voelt en leeft en
stiijdt vooi zijn taal, voor zijn tra-
ditiën, moeten wij hem steunen.
Hel gebouw, dat men daar wenscht
te doen verrijzen, moet bevatten een
bibliotheek van Hollandsche boeken
en tijdschriften, een leeszaal, een con-
versatiezaal, een koffiekamer, en tevens
eenige eenvoudige slaapkamers.
In de eerste plaats zal het gebouw
besiemd wezen voor Hollandscb-
sprekende Afrikaansche jongelieden,
die uit alle deelen van de Unie naar
Pretoria komen.
Een gunstig gelegen terrein is reeds
gekocht en grootendeels betaald: wie
wil ons steunen om het geld bijeen
te brengen om dit gebouw daarop
te doen verrijzen?
Ds. H. D. van Broekhuizen uit
Pretoria is thans in ons land om een
jaar te sludeeren aan een onzer
universiteiten.
Op enkele plaatsen hield hij reeds
lezingen om deze zaak, die hem zoo
na aan het hart ligt en die hij met
al zijn klachten dient, te bepleiten
en hij hoopt hiermede voort te gaan.
Giften groote zoowel als kleine
zullen gaarne in ontvangst genomen
worden door den penningmeester
van ons comilé.
Er is een toekomst voor den Hol-
landschen stam in Zuid-Afrika.
Helpt ons krachtig!
De circulaire draagt de volgende
onderteekeidngen
C. J K. van Aalst, President der Ned.
Handelmaatschappij, Amsterd., voor
zitter; J. L. Burkens, Wagenweg 243,
Haarlem, secretaresse; Joan H Nache
nius, Kerkstraat 21, Amsterdam, pen
ningmeester; jonkvr. J J. K. van Asch
van Wijck, 's Gravenhage; jhr. mr. C.
Beelaeits van Blokland, afdeelingchef
hij de Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen, Zeist; mej. Berdenis
van Berlekom, 's Gravenhage; Edo
Bergsma, burgemeester van Enschede;
dr. J. Bergsma, bestuurslid van de N. Z
A. Ver. en van het Alg. Ned. Verbond,
Groningen; Charles Boissevain, direc
teur en hoofdredacteur van het Alg.
Handelsblad, Amsterdam J. E. Bruch-
ner, voorzitter der Ver. Zuid Afrikaan
sche Voorschotkas, Naarden; dr. F
Buitenrust Hetlema, Zwolle; dr. H
Burger, hoogleeraar aan de Universiteit
te Amsterdam; Tberese van Duyl-
Schwartze, AmsterdamE. G Duy-
vis Tz., Industrieel, Koog a. d. Zaan;
dr. Is. van Dijk, hoogleeraar aan de
Universiteit te Groningen; dr. C Eas-
ton, hoofdredacteur van het Nieuws
van den Dag, AmsterdamS. P. van
Eeghen, koopman, Amsterdam; dr. J.
H. Gunning J.Hzn., predikant, Utrecht;
dr. J. H. Gunning Wz., privaatdocent
in de paedagogiek aan de Universiteit
te Amsterdam; mr. J. A. van Hamel,
hoogleeraar aan de Universiteit te
Amsterdam; mr. J. E. Heeres, Hoog
leeraar aan de Universiteit te Leiden;
F. A. Hoefer, Haltcm; mr. G. G. van
der Hoeven, hoofdredacteur van de
Nieuwe Ftolterdamsche Courant, Rot
terdam W. Hovy, lid der Eerste Kamer
der Staten Generaal, Amsterdam ds.
J. D. J. Idenburg. predikant, Amster
dam ds. B. ten Kate, predikant, Rotter
dam O. Kamerlingh Onnes, directeur
van het Buieau voor Handelsinlichtin-
'gen te Amsterdam; dr. H. J. Kiewiet
I de Jonge, voorzitter van hel Algemeen
i Nederlandsch Verbond, Dordrecht; F.
J. M. Knobel, ambtenaar, 's Graven
hage; jhr. van Kretscbmar van Veen,
directeur generaal der Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen,
Utrecht; mr. dr. H. ver Loren van
Themaat, burgemeester van Velsen
dr. N. Mansvelt, secretaris Best.Nederl.
Z. A. Vereeniging, Heemstede; P. R.
Mees, lid van de Provinciale Staten van
Zuid Holland, Rotterdam; G. A. A
Middelberg, oud-directeur N. Z. A
Spoorweg en lid der Tweede Kamer
der Staten Generaal, Loenerslootmr
S. Muller Fz lid der Kon. Academie
van Wetenschappen, Utrechtdr. C. A
Pekelharing, hoogleeraar aan de Uni
versiteit te Utrecht; piof. dr. J. W
Pont, Bussummevr. A. W. Posthumus
MeyjesSlar Numan, Rinia-State
Balk dr. A. Pijnacker Hordijk, predi
kant, Nijmegen; A. Rehbock, Amster
dam; baion Röell, kameiheer i. b. d.
van H. M. de Koningin, Staatsraad i.
b. d., Amsterdam; jhr. dr. C. G. S
Sandberg, oud-mihtair-secretaiis van
generaal Botha, Heemstedo; jhr. mr.
A. F. de Savornin Lobman, lid der
Tweede Kamer der Staten Generaal,
's Gravenhageds. O. H. Schrieke, pre
dikant, Enschede; D. W. Stork, oud-lid
der Eerste Kamer der Staten Generaal,
Hengeloo; G. J. Th. baron Stratenus,
Diepenveen; baronesse van Veischuer
van Balveren, Arnhem mr. G. Visse-
ing, Amsterdam; ds A. Voorhoeve,
predikant, Amsterdam; H. D. Willink
van Collen, Bieukelen; dames Willink
van Collen, Breukelen; dr. C. Winkler,
hoogleeraar aan de Universiteit te
Amsterdam.
Wereldtentoonstelling Gent 1913.
Van April tot October zal er dit jaai
te Gent, de oude, mooie en nijvere
hoofdstad van Oost-Vlaanderen een
Wereldtentoonstelling worden gehou
den, waartoe door het Comité, dat zich
ter voorbereiding en uitvoering der
plannen vormde, onder protectoraat
van den koning en de krachtdadige
medewerking van regeeiing en over
heden, do verschillende landen der
weield tot deelneming werden uit-
genoodigd. Mocht men wellicht eerst
vreezen, dat deze plannen voor een
nieuwe wereldtentoonstelling in België,
zoo kort na de grootsche Brusselsche
tentoonstelling op touw gezet, niet op
•cldoëi.iien steun zouden mogen reke
nen, weldra bleek die vrees volkomen
ongegrond. De Belgen, die hun land
blijkbaar tot het tentoonstellingsland
bij uitnemendheid willen maken,hebben
er slag van zulke tentoonstellingen te
organiseeren en er belangstelling in
eigen land en in den vreemde voor te
wekken. En nu de tentoonstelling woidt
gehouden in de voorname fabrieks-
en handelsstad Gent, die alreeds zoo
tahijke betrekkingen met hei buiten
land ondei houdt, die als België's
bloemenstad ook reeds in gewone
omstandigheden duizenden vreemde
lingen lot zich trekt, was er al een
zeer belangrijke factor voor welslagen
aanwezig.
Uit tal van landen kwam toezegging
tot medewerking, vooral Frankrijk en
Engeland schijnen te willen uitmunten.
En die vrij algemeerie belangstelling
gaf ook hier in ons land aanleiding
lot vooi bereidende stappen om de
deelneming van Nodeiland mogelijk
te maken. De voorloopige pogingen
werden hier met succes bekroond, er
bleek onder onze handelaren en
industriëelen eene krachtige over
tuiging te beslaan, dat het zeer zeker
gewensebt is, ook onzerzijds in
Vlaanderen's hoofstad aan den wed
strijd der naties deel te nemen en
onze regeering, die overtuiging deelend,
be-loot aan de Staten Generaal het
3)
«God weet wie bet is, zoo het hare
dochter niet is. Daar zit de oude vrouw
nu in haar hut.«
Ik trad in de hut. Het vuur in den
haard brandde en daarop kookte een
voor arme menschen tamelijk overvloe
dig maal. De oude vrouw antwoordde
niet op al mijn vragen; Zij hoorde
niet, zjj was doof. Wat wasmethaar
te beginnen?
Ik wendde mij tot den blinde, die voor
den haard zat en het hout op het vuur
legde.
«Nu blinde kobold,» zeide ik en nam
hem bij het oor; «spreek, waarheen
kroopt ge van nacht met het pak
wel
Mijn blinde begon dadelijk te weenen,
schreide en kermde:
Waarheen ik ging? Nergens ging ik
heen met een pak met welk
pak?»
Nu kreeg de oude vrouw dadelijk het
gehoor terug en begon te grommen
«wat men al niet van den armen jongen
denkt? Waarvoor houdt ge hem? Wat
heeft hij u gedaan?»
Het werd mij lastig en ik ging naar
buiten met het vast besluit den sleutel
van dit raadsel te zoeken. Ik hulde mij
in mijn mantel, zette mij op een steen
en tuurde in de vertevoor mij lag de
doorden nachtelijken storm opgewoelde
zee en haar eentonig gedruisch, het
gonzen eener inslapende stad gelijkend,
herinnerde mij aan vroegere tijden,
drong mijn geest terug naar het noor
den in onze koude hoofdstad. Door
deze herinnering bewogen, gaf ik mij
aan gedachten over.
Zoo verstreek ongeveer een unr,
misschien meer. .Plotseling klonk
iets als een lied in mijne ooren. Inder
daad, het was een lied, en een frissche
vrouwenstem maar van waar? Ik
luisterde een rijke melodie, nu gerekt
en treurig, dan haastig en levendig. Ik
zie om niemand is in mijne omge
ving; ik luister op nieuw het is als
of de klanken uit den hemel vielen.
Ik hef de oogen opop het dak mijner
hut stond een meisje in een gestreept
kleedje, met loshangend haar, en een
wezenlijke nymf. Zij beschermde hare
oogen met de vlakke hand tegen de zon
en tuurde lang in de verte; nu lachte
zij en sprak met zich zelve, dan zong zij
weder haar lied. Ik luisterde aandach
tig het luidde aldus.
«Op de gladde, zitte golven
Van de groene fraaie zee,
Zie ik half er in bedolven,
Al de scheepjes op de ree.
In het midden van die schepen,
DrijfI mÜn ranke, kleine boot;
M»n behoeft haar niet te slepen,
Haar beweegt de zachtste stoot.
Voor de zee wii ik mij huigen,
Diep tot op de aarde neer,
Mijnen eerbied haar betuigen,
Smeeken, plaag mijn boot niet meer.
Want mjjn boolje draagt veel waren
Van de grootste kostbaarheid.
Slechts de nacht kan zo bewaren.
En een stuurman vol beleid.a
Het viel mij onwillekeurig in dat ik des
nachts dezelfde stem gehoord had; ik
gaf mij een oogenblk aan mijn gedachten
over, toen ik weder naar het dak zag,
was het meisje verdwenen. Plotseling
liep zij mij voorbij, iets anders zingende,
waarbij zij met de vingers klepte als
met castagnetten; zij liep op de oude
vrouw toe en er begon dadelijk een twist
tusschen hen. De oude vrouw werd
boos, het meisje, lachte luid. En zie,
mijn nymf liep weder weg: toen zij in
mijne nabijheid kwam, bleef zij staan en
keek mij strak in de oogen, als over
mijne tegenwoordigheid verwonderd,
vervolgens keerde zij zich ongedwongen
om en ging langzaam naar de haven.
Maar daarmede was het niet gedaan
zij zwierf den geheeleD dag door mijn
kwartier; het zingen en huppelen hield
geen oogenblik op. Een zonderling
wezen Op haar gezicht lag geen zweem
van verlegenheid, integendeel, hare
oogen waren levendig en doordringend
op mij gericht, en deze oogen waren,
zoo het scheen met een soort van mag
netische kracht begiftigd en schenen
steeds een vraag te verwachten. Toen
ik echter gereed was om te spreken,
liep zij met een sluwen glimlach weg.
Waarlijk, ik heb nooit zulk een vrouws
persoon gezien. Zij was volstrek niet
schoon, maar ik heb vooroordeelen ook
ter zake van schoonheid. Zij had veel
eigenaardigsEigenaardigheid is
hij de vrouwen van veel gewicht; zij
vertoont zich grootendeels in de hou
ding, in de handen en voeten de neus is
bijzonder beteekenend. Een regelmatige
neus is in Rusland zeldzamer dan een
kleine voet. De zangster scheen haar
achttiende jaar nog niet bereikt te
hebben. Haar ongewone slanke taille,
haar eigenaardig wezen, de buiging
van het hoofd, het lang blond haar, een
zekere goudkleurige weerschijn van haar
hals en hare schouders, en voornamelijk
de regelmatige neus dat alles was
mijns inziens betooverend. Ofschoon ik
iu haar gluipenden blik iets wilds en
verdachts las, hoewel in haar glimlach
i iets onbepaalds was, had het vooroor-
1 deel toch veel macht; de regelmatige
neus ontnam mij het verstand: ik ge
loofde Göthe's Mignon gevondeD te heb
ben inderdaad die geleek haar veel:
dezelfde schielijke overgangen van de
grootste onrust tot volkomen beweging
loosheid, dezelfde raadselachtige woor
den, hetzelfde springen, dezelfde zon
derlinge liedjes
's Avonds trof ik het meisje in de
deur aan en begon met haar het volgen
de gesprek
«Zeg mij, lief kind,« vroeg ik, «wat
deedt ge op het dak?»
«Ik zag vau waar de wind woei.»
«Waarom
«Van waar de wind komt, van daar
komt ook het geluk.»
Wordt vervolgd.)