NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
veer de Provincie Utrecht.
femomee
FEUILLETON.
Zaterdag 1 Februari 1913.
42e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
PREMIE
Ingezonden.
BINNENLAND.
ONDER RUSSISCHE SMOKKELAARS.
'\u 9.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stnkken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonu. 69.
ADVEHTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
voor de lezers van deze courant-
Het heden verschenen 44e nummer
van den vierden jaargang van
ti^TM if-Tt-i-1 i m 'I'mbf-i1 Li
bevat als voorplaatDe begrafenis
van Minister Regout, te 'sGraverihage,
(De plechtige Uitvaartdienst in de
Kerk, door Z. D. H. den Bisschop
van Haarlem) zoomede een viertal
foto's, betrekking hebbende op de
begrafenis van Minister Regout.
Voorts: Een Volks-Uuiversiteit, met
de portretten van de bestuurders.
De oudste Zoons van den Duitschen
Kroonprins in de sneeuw. De nieuwe
Corona-Leopardus-kast te Berlijn
Kijkjes tijdens den grooten interna
tionalen billard wedstrijd te Amsterdam.
Een modern Paarden hotel to Berlijn.
Een origineele wegwijzer to Ber
lijn. De groote Stern (Sterna
Cautiaca). Ferdinand van Bulga-
gaiije op de ruinen van den Burcht
van Alexander den Groote, Koning
van Macedonië. De begrafenis van
den, bij het beleg van Adrianopel,
gedooden Bulgaarscberi Luitenant
Redkof. De Russische Troonopvol
ger houdt zich, tra zijne genezing,
met wintersport bezig. Een wel
verdiende strafoefening. De Roria-
boot van de lirma C. J. van Houten
te Weesp.
Ten slotte: Portretten van bekende
landgenooten. Het vervolg van den
histonscben roman door Eline van
Stuwe (Jacqueline Reineke van Stu-
we), getiteld: «Donkere Wolken».
De rubriek van Redacteur X. De
een-en-twintigsle Esperanto-les en
het kindernummer «Ons Prinsesje»,
met onderhoudende en leerzame lec
tuur voor de Jeugd.
De geabonneerde
wonende
wensckt zich te abonneeren op bet
weekblad „PAK ME MEE", tegen den
prijs van 3'/i cents thuis bezorgd.
Iluisvlijttentooiistelling.
Mijnheer de Redacteur.
Vergun ons s.v.pl. eenige plaats
ruimte in Uw geëerd blad naar aan
leiding van de Huisvlijttentoonstelling
welke alhier gehouden zal worden
op 9. 10 en 11 Apt il in't Patronaats
gebouw aan 't Zand Het zal menigeen
aangenaam zijn geweest te vernemen
dat er, in navolging van den Volks
bond, Vereeniging tegen drankmis
bruik, welke in 1910 in Amicilia een
buis vlijt tentoonstelling organiseerde,
ook thans wederom gelegenheid Zal
zijn het in huis vervaardigde tentoon
te stellen en zoo ook kans te hebben
met eenige mooie prijzen verijjkt te
worden. Het is ons welbekend, dat
er reeds velen zijn die zich ernstig
inspannen om eigen bedachte plannen
ten uitvoer te brengen, maar wij
zagen het aantal inzendingen graag
zoo groot mogelijk. Niet ieder is zich
misschien bewust wat men uit de
meest eenvoudige grondstoffen soms
kan maken. Onze winteravonden geven
ons daar nu juist den geschiktsten
tijd voor. Ter vergemakkelijking zijn
bij ons brochures verkiijgbaar, han
delende over voorwerpen uit sigaren
kistjes te vervaardigen, Spat en Zeef-
werk, Figuurzagen, Snijwerk in Hout,
Linoleum enz.
Wij vertrouwen dat velen zeker het
een en ander voor deze tentoonstelling
willen vervaardigen of reeds vroeger
vervaardigde voorwerpen aan ons ter
expositie zullen willen afstaan, daar
de mededinging geheel kosteloos is
en voor alle gezindten opengesteld.
Aan de tentoonstelliug zijn de vol
gende afdeelingen verbonden
Afd. A. Werk van niet-vaklieden
boven 16 jaar. Afd. B. Werk van niet-
vaklieden oud 16 jaar en jonger. Afd.
C. Werk van vaklieden boven 16
jaar. Aid. D. Weik van vaklieden
oud 16 jaar en jonger. Afd. E. Ter
opluistering. Eigen weik. Afd. F. Ter
opluistering. Geen eigen werk.
Opgaaf der in te zenden voor
werpen, alsmede de afdeeling in welke
men wil uitkomen, worden bij ons
ingewacht vóór 31 Maart. Tevens zij
nog medegedeeld dat er gelegenheid
bestaat de geëxposeerde voorwerpen
te verkoopen. Tot het geven van
nadere inlichtingen zijn wij gaarne
bereid. U, mijnheer de Redacteur,
dankend voor de verleende plaats-
i nimte.
Het Bestuur:
R. VAN WEL, Voorzitter.
L. J. HEMELS, Secret., Kampstr. 50.
Mej. G. A. FRANS, 2e Secret. Havik 33.
Mej A. H. SANDERS.
Ie Penningmeesteresse.
H. L. VAN ESVELD, 2e Penningm.
Amersfoort, Januari 1913
Generaal Den Beer Poortugael. f
Donderdagmiddag is, bijna 81 jaar
oud, overleden de Staatsraad Gene
raal Den Beer Poortugael, oud-minis
ter van oorlog, bekend als schrijver
over volken-, oorlogs- en zeerecht,
gedelegeerde ter vredes conferentie
van 1899 en 1907, en lid van voor
name buitenlandsche instituten.
Door de Vrije Vrouwenvereni
ging is een adrps aan de Tweede
Kamer gezonden, waarin verzocht
wordt, de Invaliditeitswet niet aan te
nemen
le. omdat deze wet niet alle ouden
van dagen bevat;
2e. omdat een groote onrechtvaai
digheid zou worden gepleegd tegen
over de vrouw, aangezien dit wets-
onderwerp de mannen bevoorrecht
boven de vrouwen. Het aantal ver
zekeringplichtige mannen wordt in
dit ontwierp op ruim I millioeri
geschat, dat der vrouwen op 300.000;
3e omdat het wetsonderwerp one
billijk is, wijl een groot percentage
vrouwen reeds op jeugdigen leeftijd
contribueert voor Ouderdoms- en
Invaliditeitsverzekering en bij verla
ting van baar bedrijf door eventueel
huwelijk, niet dan tegen voor haar
ondoenlijke opofferingen op haar ouden
dag wordt uitgesloten
4e. omdat vooral de vrouw schade
lijdt, door wie de premie van den
man betaald moet worden uit het
huishoudgeld
5e. omdat door dit ontwerp wette
lijk wordt vastgelegd, dat het huis-
houdbedrijf geen geldswaarde heeft,
wijl de man, levende in dezelfde
positie, zijn arbeid hoog genoeg ziet
geschat om horn op zijn ouden dag
een Invaliditeits- en Onderdornsver-
zekering te verschaffen doch de ge
huwde vrouw, wier arbeid voor de
maatschappij zeker niet minder nuttig
is dan die van den man na een leven
van werken en zorgen slechts armoede
wacht.
16% Millioen!
Dat is het totale omzetcijfer van de
R-K. Middenstandscredietbanken in
de bisdommen Den Bosch, Haailem
en Utrecht.
De Hanzebank in het bisdom Den
Bosch, die nog maar een 3-tal jaren
bestaat, heeft dit jaar een omzet vao
p.m. 10 millioen; de R.-K. Midden-
standscredietbank der Hanze in 't
bisdom Haarlem, nog geen twee ja
ren bestaande, boekte een omzet van
ruim 5 millioen, terwijl de sinds kor
ten tijd in 't Aartsbisdom Utrecht in
werking getreden Hanzebank, volgens
een verslag in 't Bondsblad, reeds een
omzet heeft van 1'/, millioen.
Hierbij kan nog vermeld worden,
dat de Hanzebank in 'l bisdom Den
Bosch in de laatste maanden ook haar
werkzaamheden over 't bisdom Breda
uitbreidt, teiwijl als straks de R.-K.
Middenstandsorganisatie in Limburg
eens op flinke grondslagen berust,
daar zeker ook 't eerst zal begonnen
worden met de organisatie van het
Middenstandscredietwezen.
Men ziet het dus: de tijd is niet
ver meer af dat de middenstandscre
dietbanken voor den middenstand
zullen worden, wat thans leeds de
boerenleenbanken voor de landbou
wers geworden zijn, n I. instellingen
die niet alleen de stoffelijke, maar
ook de zedelijke en boogere belangen
harer leden op de schoonste wijze
bevorderen, instellingen waar niet de
koude geldbezitting, hooge interest en
woekerrente, maar de Christelijke
naastenliefde boven diijft.
Centr. Kellenaers.
Postzegels.
Bij Kon. Besl. van 22 Jan. is de
volgende aanvulling gebracht in art.
11 1 van het Kon. Besl. van 14
Doe. 1895 (St. bl. no. 222) tot uit
voering van ondeisclieidene bepalin
gen der wet tot regeling der bneven-
posterij (St. bl. 1908, no. 316 en no.
334 van 1911):
»De postzegels kunnen door een
daartoe strekkend teeken ook worden
bestemd om uitsluitend te worden
gebezigd voor een bepaalden tak van
openbaren dienst."
Dit besluit treedt heden in werking.
St.-Cl.)
Valsche rijksdaalders!
Er schijnen in Amsterdam nogal
wat valsche rijksdaalders in omloop
te zijn.
Zoo werd Woensdag door de politie
een man naar het bureau gebracht,
4)
»Ha, ge hebt dus met uw lied het
geluk aangeroepen?»
«Wanneer men zingt is men ook ge
lukkig. a
»En zoo ge u nu eens een ongeluk
hadt toegezongen?»
»Nu wat dan? Was het niet beter
dan zou het slechter zijn, en van slecht
tot goed is ook niet ver.»
«Wie beeft u dat lied geleerd?»
«Niemand beeft het mij geleerd, bet
valt iemand in men zingt; die booren
moet, zal hooren, en die niet hooren
moet, zal niets begrijpen.»
»En boe heet ge, lieve zangeres?"
//Die mij gedoopt heeft, weet het.»
»En wie beeft u gedoopt?»
»Dat weet ik hetl»
«Hoe geheimzinnig zijt ge! Maar ik
beb ietB van u vernomen.»
Geen spier van baar gelaat veran
derde, bare lippen bewogen zich niet,
en het was als ging bet haar niet aan.
»Ik heb vernomen dat gij gisteren j
avond aan den oever waart.»
Nu verhaalde ik haar alles nauw- i
keurig wat ik gezien had, en dacht haar
in verwarring te brengen; maar in bet
minst niet. Zij lachte luidkeels.
»Ge hebt veel gezien, maar weet wei
nig en bewaar goed wat ge weet.»
»Wat, zoo het mij bij voorbeeld inviel,
het den kommandant mee te deelen?»
Bij deze woorden nam ik een ernstig,
ja streng gelaat aan. Zij sprong plot-1
seling weg, zong, en verdween als een
vogeltje, dat men uit een haag heeft
verjaagd.
Mijne laatste woorden waren geheel
misplaatst; ik vermoedde toen de ge
volgen er niet van, welke ik later bad
te betreuren. Zoodra bet donker werd,
beval ik den kozak de theemachine beet
te maken, zooals op marscb, ontstak
een kaars, en zette mij met mijne reis-
pijp in den mond aan tafel. Ik had reeds
mijn tweede glas thee geledigd toen
de deur plotseling knerpte en een zacht
gedruisch van kleeren en voetstappen
achter mij gehoord werdik ontroerde
en zag om het was mijn nymf. Zij
zette zich tegenover mij, stil en zwij
gend, richtte de oogen op mij en ik
weet niet waarom, maar dien blik
scheen wonderbaar teeder.
Zij scheen een vraag te verwachten,
doch ik zweeg, door een onverklaarbare
aandoening beheerscht. Haar aange
zicht was met eene bleekheid bedekt,
die van haar inwendige opgewonden
heid getuigde; hare band bewoog zich
heen en weer op de tafel en ik zag ze
licht beven; nu zwoegde haar boezem,
dan scheen bet als hield zij den adem in.
Dat komediespel begon mij te verve
len en ik wilde juist bet zwijgen op
prozaïsche wijze verbreken, door haar
een glas thee toe te reiken, toen zij
plotseling opsprong, met hare banden
mijn bals omklemde en een gloeien-
den kus op mijD lippen drukte.
Het werd mij duister voor de oogen
mijn hoofd draaideik drukte haar in
mijn armen metaldehartstochtelijkkeid
der jeugd, maar zij wrong zich als eeD
slang uit mijne handen en en fluisterde
mij in het oor.
»Kom heden naeht als alles slaapt, aan
deD oever,» en als een pijl was zy uit de
kamer verdwenen. Bij de deur wierp zij
de theemachine en het licht omver.
»Dat is een duivelscbe meid!» riep
de kozak, die op het stroo lag en ge
hoopt had zich met de rest der thee
te verwarmen. Toen kwam ik, eerst tot
mij zeiven. Na verloop van twee nren,
toen in de haven alles stil was gewor
den, wekte ik mijn kozak: »Als ik mijn
pistool afschiet,» zeide ik hem, »loop
dan naar den oever.»
Hij deed de oogen wijd open en ant
woordde werktuigelijk «Goed, mijn
heer.» Ik stak een pistool in mijn gor
del en ging heen. Zij verwachtte mij
aan het einde van de glooiing. Haar
kleeding was meer dan luchtig, om de
slanke taille bad zij een kleinen doek
geslagen,
»Volg mij,» zeide zij, mij de hand
nemend, en wij begonnen de glooiing
af te dalen. Ik begrijp niet dat ik den
hals niet brak. Beneden gingen wij
rechts en volgden den zelfden weg, op
welken ik vroeger den blinde was ge
volgd. De maan ging nog niet op en
slechts twee sterretjes vonkelden aan
bet donkerblauwe luchtgewelf. De
zware golven rolden afgemeten en ge
lijkvormig de een na den andere voort,
en tildeD nauwelijks de eenige aan de
oever liggende boot. op.
»Laat ons in de boot stappen,» zei
mijne geleidster.
Ik huiverde ik ben geen liefhebber j
van sentimiteele pleiziertochtjes op zee,
maar het was te laat om terug te
tredeD. Zij sprong in de boot, ik haar
na en ik had den tijd noch niet gehad
om na te denkeD, toen ik zag dat wij
reeds voeren.
»Wat moet dat beduiden?» riep ik
toornig.
»Het beduidt,» antwoordde zij, mij
verzoekende op de bank plaats te nemen,
en hare armen om mij slaande, "het be
duidt dat ik u bemin.»
Ik drukte haar gelaat aan het mijne
en voelde tegen mijn wang haar beeten
adem. Plotseling viel iets plassend in
het waterik greep naar mijn gordel
het pistool was weg.
Nu rees een ontzettende verdenking
in mijn geest op, het bloed steeg mij
naar het hoofd. Ik zie om, wij zijn onge
veer vijftig vademen van den oever
verwijderd en ik kan niet zwemmen
Ik wil haar van mij wegstooten maar
zij hing als een klis aan mijn hals en een
krachtige stoot had mij haast in zee
geworpen.
Wordt vervolgd.)