BUITENLAND. DE BALKAN-OORLOG. BINNENLAND. Plaatselijk Nieuws. rapport dezer commissie is nooit geplubiceerd. Wel is van den inhoud zooveel uitgelekt, dat de gevolgtrekking geiechtvaardigd schijnt, dat ten onrechte handel en industrie waren buitengesloten. De regeering heelt, zooals terecht in het verslag werd opgemerkt, haar voordeel kunnen doen met den arbeid toen verricht. Dat zij het in werkelijkheid heeft gedaan, zal echter wel niet beweerd worden. Ditmaal was de taak van den ontwerper een veel zwaardere. Met verwijzing naar bet wetsontwerp en het verslag der commissie van voor bereiding durven wij beweren, dat nimmer het gewicht der taak begrepen is. Niet alleen werd de eisch gesteld van aanzienlijk boogere opbrengst, waardoor de mogelijkheid werd uit gesloten door verlaging of vrijstelling onbillijkheden weg te nemen, maar het tarief moest ook dienstbaar gemaakt worden aan de uitbreiding van onzen nationalen arbeid. Twee beginselen moesten worden toegepast, die in uitwerking met elkander in strijd zijn en tot principieel vei schillende heffingen leiden, liet was een stout stuk, in weerwil dat alle officieele gegevens die wij hier boven noemden ontbraken, de taak te aanvaarden om do.or middel van het tarief de schatkist te stijven en tevens de bevolking tot meerdere welvaart te brengen. Maar misschien dat een breede schaar van mannen elkander aanvullend in locale en speciale kennis, elk hunner zich opmakend tot het verzamelen van gegevens, zich wendend tot verantwoordelijke en onpartijdige colleges, gegevens onderling ver gelijkend, inlichtingen, controleererid, toch nuttig werk had kunnen ver richten. Doch niets van dit alles. Klaar blijkelijk onbewust van den omvang der taak, woidt de voorbereiding een enkel man opgedragen en door dezen aanvaard. De inlichtingen, die worden ingewonnen, schijnen meer de toe lichting der verhoogingen te gelden nadat daartoe besloten was, dan dat zij motief tot bandelen waren. En blijkens het verslag der commissie schijnt ook de Minister van oordeel te zijn, dat dit de juiste methode is. Het bestaande tarief, ondanks de gematigheid der rechten, gaf reeds een voorsprong aan sommige in dustrieën, gioot genoeg om, indien men het wilde, alle buitenlandsche invoeren uit te sluiten. Het feit, dat hetzelfde artikel werd ingevoerd en uitgevoerd zonder dat kwaliteits verschillen een groote rol konden spelon als b.v. grof glas en aardeweik en pak linnen, wekte meer dan een vei moeden, dat men er de voorkeur aan gaf voor binnenlandsche levering hooger prijs te stellen dan voor het buitenland. Dat een onderzoek werd ingesteld, blijkt uit niets. De rechten werden eenvoudig verhoogd, hetgeen dus beteekent verhooging der premie den fabrikant toegekend. De noodzakelijkheid zich volledig op de hoogte te stellen der industrie wordt niet gevoeld. Het verslag der commissie van voorbereiding, de uitlatingen van den Minister, toonen, dat men onkundig is zelfs van het bestaan van belangrijke industrieën. Waartoe de ingevoerde goederen gebezigd worden, welke artikelen de industr iëel uil het buitenland betrekken moet, dit alles schijnt van minder belang. Verwijzende naar vroegere blaadjes zullen wij de voorbeelden niet herhalen. Dezelfde luchthartigheid doet zich telkenmale gelden. Bij het mondeling onderhoud tusschen Minister en com missie blijft het antwoord achterwe ge op de voor de hand liggende vra gen en deze leemte wordt ook later met aangevuld. Invloed der wijzigin gen in het ontwerp op de opbrengst: onbekend. Vragen naar hoogere kos- teu der inning, naar de kansen niewe industrieën te zien verrijzon, naar den levensstandaard der arbei dende klassen in Duitschland en Bel gië, naar invoercijfers van sommige artikelen, naar het aandeel onzer nijverheid in voorziening van binnen landsche behoeften bleven onbeant woord. In strijd met de woorden van den Minister Kuyper schijnt men ook zondet kennis van dit alles en zon der wikken en wegen een tariefherzie- ning te durven wagen. Op pag. 92 lezen wij de verias- stnde rnededeehng»dat paarde »vlei sch, zooals de Kamet van Koop- »handel te Amsterdam opmerkt, voor- «namelijk door de arme bevolking «wordt gegeten, berust op een mis- «verstandi. Commentaar overbodig. Op pag. 187 wordt vermeld, dat sojaboonen uit Manchourije en Japan niet rechtstreeks worden ingevoerd, om met dit argument eene heffing op de olie te rechtvaardigen. Hier heeft onze gebrekkige statistiek den Minister parten gespeeld. Toch had een invoer van 22.000.000 IC. uit Siberië (Wladiwowstok uitvoerhaven voor Manchourije) tot nadenken moe ten stemmen. De bewerkers onzer handelsstatistiek schijnen het gemak kelijker te vinden een schip komende van verschillende havens slechts onder één hoofd, gewoonlijk de laatste haven, te boeken. Aan het Departement van Financiën kon men echter beter zijn ingelicht.') Onderschatting van den omvang der taak, die men aanvaardde, is de voor de hand liggende verklaring van de vele gebreken, die het tarief-ontwerp aankleven. Maar niet de uitvoering alleen, ook het bouwplan zelf schijnt ons toe onvoldoende overwogen te zijn. De eenheid ontbreekt, die ook bij principieël verschil van opvatting waardeering kan vinden. Al treedt behartiging van particuliere belangen bij de uitwerking telkenmale op den voorgrond, wij wdlen liefst aannemen, dat daarbij toch behartiging der be langen van een breederen achtergrond bedoeld werd. Waar gesproken wordt van bevordeiing van den nationalen arbeid, kan en mag niet gedacht worden aan iets anders dan aan ver hooging der kansen, onzb bevolking door meer werk betere levensvoor waarden te brengen. In dien gedach tengang past, op het voetspoor van hetgeen in het buitenland gedaan werd, eon onderzoek naar de hoeveel heid arbeid aan ieder voorwerp ten koste gelegd. In de wijziging door de regeering in art. 2 der wet gebracht, zien wij een stap in de door ons bedoelde richting. Daarbij zal voorde niet genoemde artikelen de bestem ming meer dan de aard grondslag zijn voor hunne rangschikking in het tarief. In den regel toch zal de be slemming meer dan de aard vet band houden met de afwerking Nog sterker en volkomen duidelijk spreekt de Minister zich uit op pag. 143, waar wij lezen «Niet met de bestemming, maar met den graad van bewerking moet rekening gehouden worden bij de bepalingen van het te heffen recht«. Deze verklaring neemt ecbter niet weg, dat de Minister te gelijker tjjd zijn beginsel voor de helft overboord zet en op pag. 140 zich zelfs spottend uitlaat over iedere poging lot heffing in evenredigheid tot den verrichten arbeid. Ondanks de veelzijdige kritiek op het eerste wotsontwerp uitgeoefend, is de Minister voortgegaap op den weg voorstellen te doen zonder genoeg zame voorbereiding, zonder voldoende kennis van alle details. In ons blaadje no 153 «de technische wijzigingen in hot ontwerp" wezen wij reeds op de onvoldoende verbetering ten opzichte der tarraregeluig en op de onhoudbare onderscheiding bij den post papier aangebracht. Wij willrn hieraan nogeenige voor beelden toevoegen. De nieuw voorgestelde heffing op gezaagd hout maakte eene nieuwe rubriceering noodzakelijk. In bet nieuwe ontwerp wordt wel gespioken van bebakt hout met eene dwarsdoor snede van niet minder dan 400 cM'., maar bebakt hout van kleiner dwars doorsnede werd niet genoemd. Even min werd gedacht aan houtsoorten niet voor timmerhout gebezigd en niet onder verfhout te rangschikken. Wij denken b.v. aan Quebracho hout aan gevoerd var. Zuid-Amerika, grondstof voor looistoffen. Glas- en aardewerk. Om gedeeltelijk tegemoet te komen aan het algemeen verzet tegen de voorgestelde heffing van 12 op artikelen van algemeen gebruik werd eene nieuwe regeling ontworpen, waarbij de bedoeling voor- voorzit grovere soorten lager te be lasten. Als grovere soort wordt daar bij beschouwd alles wat los verpakt in wagon wordt aangebracht. Indien een behoorlijk ondezoek ware ingesteld, zou men weten, dat de grootere im porteurs gewoon zijn ter vei mijding van breuk en lot besparing van viacht hunne zendingen onverpakt in wagons te betrekken, ook bij invoer van fijnere sooiteri. De grootimporteur kiijgt door de nieuwe regeling een grooten voor sprong op den winkelier, die niet in voldoende hoeveeltieden betrekt en daardoor wel tol emballage gedwongen Deze voorbeelden zijn voor uitbrei ding vatbaar. Luchthartigheid, gebrek aan kennis der feitelijke toestanden verraden zich voortdurend. Aan de volksvertegen woordiging zij de vraag voorgelegd, of onder die omstandigheden zij de regeering mag volgen. Bij Gnllipoli. Na het gevecht, dat Zaterdag op het schiereiland Gallipoli heeft plaats gehad en dat geëindigd is met den terugtocht der Turken naar Boelair, heeft men op het slagveld onder de dooden twintig Turksche officieren gevonden. De Bulgaarsche artillerie moet dood en verderf om zich heen hebben verspreid en de Bulgaarsche infanterie stormde weer met een van haar verschrikkelijke-koelbloedige aan vallen voorwaarts. De Turken hebben aanzienlijke verliezen geleden en lieten een vaandel, kanonnen, machinegeweren, geweren en veel ammunitie achter. De Bulgaren hadden 412 man en 5 officieren gewond en 10 officieren gedood. Het aantal gesneuvelde soldaten is nog niet vastgesteld, maar het schijnt onbeteekenend. Aldus een telegram uit Bulgaarsche bron, dat waarschijnlijk de Bulgaarsche verliezen wel wat heel onbeduidend voorstelt. Turksche berichten zeggen, dat de Bulgaren een honderdtal dooden en gewonden hadden en dat de Turken 30 gevangenen maakten. Volgens de «Neologosa heeft de kapitein van het te Constantinopel aangekomen Nederlandsche stoomschip »Clio« verklaard, dat hij Zaterdag middag bij zijn aankomst voor de Dardanellen in Gallipoli een hevig geschutvuur hoorde. Bij den vuurtoren in de buurt van Gallipoli moest hij de Europeescbe kust verlaten, daar er te veel granaten in zee vielen. De kapitein van een Oostenrijksche stoomboot berichtte, dat Zaterdag morgen een ernstig gevecht geleverd is bij Maltepe, 8 K.M N -O. van Boelair. De Bulgaren zouden gedwon gen zijn, dezen berg, die 800 M. hoog is en waarop zij zich verschanst had den, te ontruimen. De geheele kust van de Zee van Marmora van de Dardanellen tot Sarkeui moet thans in Turksche handen zijn. De berichten over de expeditie onder Enver Bey zijn zeer verward. De expeditie zou 25000 man sterk zijn, maar onder de Anatolische troe pen, die er deel van uitmaken, moet cholera zijn uitgebroken. Hun uitrus ting en inscheping geschiedde in de grootste consternatie. Het is waarschijnlijk een deel van deze expeditie geweest, die dadelijk bij haat landing bjj Sarkeui door de Bulgaren is aangevallen en naar luid van Bulgaarsche berichten genoodzaakt zich weer in te schepen. Een Bulgaarsch telegram meldt ervan: Het tiende bataljon van de Bulgaarsche kusttroepen viel de Tui- ken, die te Odina aan wal gingen, aan. Deze vluchtten daarop naar iiuri schepen met achterlating van 25 dooden. De Bulgaren namen 16 Turken gevangen. Drie Bulgaren sneuvelden en 18 werden gewond. Aan de Tsjataldsja-linie. Uit Tsjataldsja zou de linkervleugel drie dorpen, vermoedelijk westelijk van het meer van Boejoek Tsjekmedsje, bezet hebben, die door de Bulgaren tamelijk hardnekkig verdedigd werden. Zeker is het, dat de beide legers voortdurend voeling met elkaar houden. Van operaties op den rechtervleugel der Tsjataldsja-stellingen wordt niet gemeld. De Bulgaren schijnen hun posities aan de Zwarte Zee, wegens de nabij heid der Turksche vloot, ontruimd te hebben. Tegenover Derkos hebben de Turken de door de Bulgaren ontruimde posities bezet. De Turken rukken voorwaarts om een aanval te doen op Ormanli. Men verzekert ook, dat de Turken gisteren Tsjorloe bezet hebben en dat de Bulgaren, die bij hun terugtocht van Tsjataldsja '12 groote kanonnen achtergelaten hebben, van Sihvria verjaagd zijn. Bij Sihvria, dus in den rug der Bulgaarsche troepen aan de Tsjataldsja linie, zou een Tuikscbe troepenont- scheping hebben plaats gehad. De Bulgaren moeten hun terug tocht van de Tsjataldsja-linie trachten te verbergen door poppen van klei in de stellingen achter te laten. In militaire kringen verwacht men intusschen niet veel succes van de voorwaartsche beweging der Tui ken aan de Tsjataldsja-linie. De gebrekkige intendance-dienst blijft de Achilles hiel van het Turksche leger. Er gaan ook geruchten, dat vijf transportschepen met 8000 man troepen naar Midia aan de Zwarte Zee vertrokken zijn, blijkbaar om ook van die zijde de Bulgaren jn den rug te bestoken, 8000 man is evenwel een veel te klein aantal om gewicht in de schaal te leggen. Het beleg van Adrianopel. De Bulgaren hebben er alles op gezet om Adrianopel ten val te brengen, omdat zij dan den eisch willen stellen tol afstand van het geheele vilajet Adrianopel en de haven van Rodosto aan de Zee van Marmora. Aan een oprukken naar Constantinopel wordt niet gedacht, daar de mogendheden dat wel niet zouden toelaten en boven dien de inneming dier stad geschillen tusschen de bondgenooten zou doen ontstaan. Gisteren moet het bombardement der stad, dat Zaterdag en Zondag nog met de grootste vinnigheid voort duurde, plotseling verstomd zijn. De Bulgaarsche batterijen ten zuiden en oosten van de stad zouden door het vuur der Turksche forten zeer hebben geleden, doch of dit de oorzaak is, weet men niet. Een Turksch blad zegt, dat de staking alleen werd veroorzaakt door het veranderen in den stand van de Bulgaarsche belegeringskanonnen. Zondagmiddag deden de Bulgaren een aanval op de Turksche posities bij Boeyoekyol en bezetten zij de hoogten de Turken hernamen ze echter later en maakten een hoeveelheid granaten en andere munitie buit. Aan den kant, waar de stad door de Serviërs is ingesloten, heeft het garni zoen getracht een uitval te doen. Het daaruit ontstane gevecht duurde drie uur. De Turken trokken terug met achterlating van een groot aantal ge sneuvelden en gewonden. Aan de zijde der Seiviërs waren 20 dooden gevallen. De bestorming van Skoctari. Officieele Turksche berichten zeggen, dat het driedaagse!) gevecht om de bezetting van Bardanjojt, een van de Turksche stellingen rond Skoetari, den Moritenegrijnen 2500 man aan dooden en gewonden heeft gekost De Serviërs, die aan de bestorming deelnamen, zeggen bovendien nog 500 man aan dooden en 2000 man aan gekwetsten te hebben gehad. Volgens hun berichten zijn er op bet gevechtsterrein 5000, volgens de Mon- tenegiijnsche berichten 4000 gedoode Turken gevonden. Bij den Tarabesj en Brditza wordt ook sinds diie dagen gevochten. Hoe wel de troepen te strijden hebben tegen versterkingen, omringd door ijzerdraadversperringen, komen zij geregeld en met succes vooruit Ver schillende versterlungon zijn reeds genomen. De verhezen zijn groot aan beide zijden, maar het juiste aantal dooden en gewonden is nog niet vast te stellen, wijl de strijd nog steeds en met woede wordt voort gezet. liet weer in het buitenland. Betreffende den hevigen sneeuwval in Perzië wordt gemeld, dat de post dienst door de sneeuw geheel gestoord is. De sneeuw ligt 4 meter hoog. De postpaarden, die dienst doen van Retsjt naar Enseli, zijn van koude omgekomen. Het zal wel 14 dagen duren, voordat de postverbinding met Europa hersteld is. Ook uit Westfalen komen sneeuw- berichten. Op sommige plaatsen ligt de sneeuw 1 meter hoog. In Sauerland stortte door de geweldige sneeuwlaag, die ze bedekte, een oude boerenwoning in De bewoners konden zich slechts met moeite redden. De stad Zuckmantel, in Oosten- rijksch-Silezië, werd eveneens door een orkaan geteisterd. Vele, voor bet grootste deel nieuwgebouwde huizen werden voor een gedeelte verwoest. Geheele straten waren met puin bedekt. Talrijke personen liepen ver wondingen op. Een hevige orkaan woedde in den nacht van Vrijdag op Zaterdag over het Noorden van Engeland, Schotland en Wales. Reeds heelt een telegram ge meld, dat op de Mersey een haven- stoomboot is omgeslagen, waarbij 10 menschen verdronken. Ook zonk op de Mersey een ander vaartuig, welks be manning met groote moeite gered werd. Vele menschen werden door dakpannen en afgerukte schoorsteenen getioffen. Verscheidene rivieren traden buiten haar oevers en zetten het naburige land onder water. In Renten overstroomde de Leven een aantal fabrieken, zoodat honderden arbeiders het werk moesten neerleggen. Op de Tine kwamen schepen met elkander in botsing. Het telegrafisch verkeer is in een groot deel van het land gestoord. Een man uit Alsager, in Cheshire, werd door den wind van zijn fiets geslagen en viel iu een zeis, die bij droeg, waardoor hij den dood vond. Te Huil stortte eer. dak in en kwam terecht op het hed van twee kinderen. Zij werden gelukkig niet gedood. H. M. de Koningin is Maandag avond per gewonen Staatsspoor-trein van 9 uur 13 min., in Haar eigen salonrijtuig te 's Gravenhage terugge keerd uit den Taunus. Aan het station was te Harer be groeting aanwezig Hr. Ms. opperstal meester, baron Bentinck. Hare Majesteit begaf Zich per auto naar Haar Paleis. Volgens den Tol. is H. M. De Koningin voornemens 20 Febr. met Prinses Juliana naar Hohenmark in den Taunus terug te keeren, waar schijnlijk voor eentge weken. Paleisverbouwing I De vorige week is een aanvang ge maakt met het afbreken van het hoofd gebouw van het Koninklijk Paleis Het Loo. Hecht steigerwerk is aan de voor- en achterzijde opgelicht, waarlangs straks zware kapgebinten, groote hoe veelheden lood en verdere afbraak door motorische kracht naar beneden zal worden gelaten, om over eenigen tijd nieuw materiaal weer naar boven te hijschen. Ten einde beschadiging van bordes, ramen en deuren van vestibule en andere benedenvertrek ken te voorkomen, is dat gedeelte zorgvuldig met een planketsel bedekt. Met de meeste zorg wordt verder het gedeelte boven de tweede verdieping afgedekt, om de kostbare beschilder de en van snijwerk voorziene plafonds en wanden tegen doordringenden neer slag te beschuiten. Eenige tegenslag trof den aannemer bij het leggen van den tunnel, die beide vleugels van het Paleis zal verbinden. Hiermede was reeds een aanvang gemaakt en men had gehoopt, dit karwei tot een einde te hebben gebracht, eer met het hoofd gebouw werd begonnen. Deze werk zaamheden moesten echter worden afgebroken, daar het indringende wel water een verder voortgaan absoluut onmogelijk maakte. Het water kwam met zulk een kracht en zulk een hoe veelheid uit zijn onderaardscbe bron nen te voorschijn, dat van in bedwang houden geen spiake was. De breede diepe geul, voor den tunnel reeds ge graven, moest nu worden overbrugd, vóór met de verbouwing van het hoofd gebouw kon worden begonnen, terwijl voor het voortzetten der werkzaam heden aan den tunnel naar een milder jaargetijde wordt uitgezien. Handel en Nijverheid. Gisterenavond vergaderde «Handel en Nijverheids in «De Zwaan« ouder voorzitterschap van den heer Krook. De opkomst was zeer slecht. Behalve vijf bestuursleden waren slechts vijf leden aanwezig. Na opening las de secretaris, de l)9er Van Duin, de notulen van 9 Januari 1913, welke behoudens een kleine opmerking van een der leden werden goedgekeurd. Vier nieuwe leden werden met algemeene stemmen aangenomen. De heer Houbaer had kennis ge geven, dat hij door ziekte verhinderd was ter vergadering aanwezig te zijn. De heer Eggink bracht een oude zeer belangrijke kwestie ter sprake n.l. het marktwezen. Hij wenschte, dat de vereeniging er bij het Ge meentebestuur op zou aandringen om er wat haast mee te maken, dat kon z i. geen kwaad. De voorzitter antwoordde hierop, dat deze zaak in de eerstvolgende bestuursvergadering zal worden be sproken, doch de zaak van het In casso- en Informatiebureau is meer urgent en zal dan ook op de eerst volgende algemeene vergadering be handeld worden.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 2