NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad iÉIT voor de Provincie Utrecht. 8 FEUILLETON. No. 42. Woensdag 28 Mei 1918. 42e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. HET VBIJHANDELSABGUMENT. Boontje tont om zijn loontje Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Kijk 1.25. Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER BureauLangestraat 17. Telephoonn. 09. AD VERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 71/, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. In economisch opzicht berooft een land, dat protectie invoert, zich op zettelijk van de groote voordeelen der internationale verdeeling van den voort- brengingsaibeid. En juist daarin zit de groote kracht van het vrijhandels stelsel, dat het de territoriale verdee ling van de productie bevordert en daardoor vrijlegging van den weg naar het hoogst mogelijke productiviteits- maxium. Die verdeeling van arbeid, die meebrengt dat ieder land voort brengt datgene voor welks voortbren ging de natuurlijke productievoorwaar- den bet gunstigste zijn, heeft dezelf de werking als ai beidbesparende machines, doet de productiekosten in bun geheel zoo laag mogelijk zijn, past dus ook ten volle toe bet grond beginsel der algemeene staathuishoud kunde dat met zoo weinig mogelijk voortbrengingsmoeite een zoo hoog mogelijk resultaat moet worden be reikt. Beschermende tarieven verhin deren die teriitoriale verdoeling van arbeid, belemmeren dus de verlaging der productiekosten die daarvan ge volg kan zijn, verhoogen die integen deel voor de industrie in haar gebeel, met het eenige gevolg dat op den duur het nationale dividend van dewereld- vennootscbap, het aandeel der natie in de opbrengst der wereldproductie achteruitgaat. Het groote voordeel datdeveidee- ling van arbeid zoowel naar de ver schillende bedrijven en in elk dier be drijven, als naar de verschillende stre ken en landen voor de welvaart op levert, is hierin gelegen dat zij de mogelijkheid opent tot meerdere en betere voortbrenging zonder even redige vermeerdering van opoffering, tot de meest voordeelige aanwending der beschikbare productiemiddelen en productieve krachten. Het voordeel van onbelemmerden handel ligt derhalve in de meerdere belooning, die Nederland bij hand having en uitbreiding van zijn vrij handelsstelsel kan verkrijgen in den voim van grootere opbrengst in eigen of vreemd product. De freetraders streven dus ook naar bevordering van de nationale productie, daar bet hun te doen is om de resultaten daarvan zoo hoog mogelijk op te voeren. Doch dit verschil bestaat er tusschen hen en de tariefvoorstanders. Deze willen smeer werk", smeer arbeidsgelegen heid", meer «nationale nijverheid" en als middel daarvoor moet dieneD be houd van de binnenlandsche markt voor de nationale industrie als gevolg van de met belasting op den invoer samengaande wering der buitenland- sche concurrentie, bovendieD door smeer loonende prijzen" en «renda beler" bedrijf. DeJ vrijhandelaar wil ook opbloei van de nationale nijverheid, in dien dat hy de productiviteit wil bevorde ren door de productievoorwaarden niet kunstmatig op te drijven. Het is niet overbodig er eens op te wijzen, dat ook de freetrader zich met zijo theorie der internationale arbeidsverdeeling toch eigenlijk stelt op nationaal standpunt even goed als de protectionist. Niet overbodig, om dat het gewoonte is geworden van de tariefvoorstanders om de vrijhan delaars voor te stellen als personen met een absoluut gemis aan natio- naliteitsbewustzijn, een soort vader- landsloozen. Een weerklank van deze dwaze opvatting laten wij hopen dat bet slechts een wegstervende na klank zal zijn van verouderde mercan- tilistische theoriën is te vinden in het Verslag van de Commissie van Voorbereiding. Daar heet het, dat het «geheele vrijhandelsstelsel een cosmo- politisch internationaal karakter heeft en de specifiek nationale belangen van den betrokken staat niet zwaar telt. De algemeene vooruitgang der indu strie in de wereld is naar die leer van groot belang; maar dat het eigen land aan de industrieele ontwikkeling geen deel heeft en ten slotte bijna uitsluitend een land- en tuinbouwstaat is, moet van vryhandelsstandpunt on verschillig laten." Ziehier de geheel averechtsche voor stelling alsof bij de tegenstanders van de protectie de belangen van Neder land geen gewicht in schaal leggen bij de keuze van zijn handelspolitisch stelsel. Hiertegen past ernstig protest. De geheele bewering is in strijd met de vrijhandelsleer De grondstelling der vrijhandelaren waarmede nota bene de piotectionisten zich «in theorie« accoord verklaren is dat «elk land die artikelen moet voortbrengen op welker voortbrenging het van nature is aangewezen De aard van onze productie en van bare voortbrengselen moet derhalve ook door de natuurlijke gesteldheid van ons land in eerste instantie worden bepaald. Doch in het middel om hiertoe te geraken verschillen de strijdende par tijen. De proteslionist wil de artikelen belasten, die bier ook zouden kunnen worden voortgebracht in voldoende hoeveelheid (v. Dusseldorp). Hij denkt daarvoor eerst uit een «stelsel® van tariefhefiing om de productievoorwaar den te egaliseeren waarvan hij zelf moet erkennen dat een goede uit voering «praktisch onmogelijk» zijn. Dat stelsel noemt hij «bevordering van den nationalen arbeid.«c De vrijhandelaar wil bevordering van de productiviteit van den natio nalen arbeid.; het is hem niet te doen om het volk te dwingen tot meer arbeid voor dezelfde productie doch om de vruchten van den arbeid te vermeerderen. De «nationale arbeider, d. z. de deelnemers en de werklieden in den landbouw, nijverheid en han del, zoeken niet naar werk, maar naar de belooning in den vorm van winst of loon voor den arbeid. En nu is dit het groote nadeel, dat zich in de protectionistische landen scherper beeft doengevoelen naarmate de be- schermingsschroef verder werd rond gedraaid, dat de voorwaarden van de productie zoowel voor de ondernemers als voor de arbeiders moeilijker zijn gemaakt. Voor de öersten zijn de voortbrengingskosten verzwaard in den vorm van duurdere prijzen voor al hetgeen zij bij de productie behoeven, waarvan dus verspilling van kapitaal het gevolg wasvoor de arbeiders zijn de voortbrengingsvoorwaarden verzwaard vnl. door den schier on- duldbaren druk van het duurdere leven. Een protectionist als Dr. Tresch- ner komt in zijn boekje, «Mehr Aus- fuhrpolitik® 1911, tot de merkwaar dige conclusie dat «de geheele tarief politiek van Duitschland van den grond op moet worden herzien en dat, waar de prijzen der grondstoften in de meeste gevallen de beslissende factor is belemmerd en de eigen be volking van werk is beroofd.® De vrijhandelaar streeft niet naar onvruchtbaarheid vermeerdering van nationale inspanning, maar naarver- mindering, besparing daarvan, zoo mogelgk gepaard gaande met toename van de opbrengst. Hij eisebt dat bet oationalo productievermogen zuiuig wordt beheert, op de meest econo mische wijze wordt besteed, dat men niet roekeloos zal omspringen met de nationale arbeidskracht, in het kort bij tracht het volk te behoeden voor het groote nadeel van de protectie die door kunstmatige berooving van de voordeelen der internationale ver deeling van den voortbiengingsarbeid een volk dwingt tot verkwisting van kapitaal en van werkkracht. Het stelsel van den vrijen handel werkt door de bevordering van de territoriale verdeeling van arbeid als een hef boom van de productiviteit, laat alle technische verbeteringen in voort, brengingswerktuigen en methodes alle nieuwe verkeers verbeteringen tot hunne volle Ausnützung komen. Hoe meer de handelsviijheid onbe perkt en daardoor de territoriale arbeidsverdeeling vollediger wordt, zooveel te zekerder zal de producti viteit zich tot de grootst mogelijke hoogte verheften. De drang der con currentie ook van het buitenland zorgt voortdurend dat de productie geschiedt daar waar de voorwaarden van nature het gunstige zijn. Op den duur werkt dat systeem bet gunstigst voor het gemeenschappelijk belaDg omdat het steeds is toegespitst op bet bereiken van het prodiifitiviteitsmaximun. Het hescbermde stelsel daarentegen werkt als een rem, omdat het afbreuk doet aan een verbeterenden drang der concurrentie; wering van de mededin ging is immers doel. Het verhindert de uit de verbeteringen dertechniek voortvloeiende besparing van produc tiekosten, verzwaart die integendeel. En terwijl voortdurend nieuwe banden worden geknoopt tusschen de ver schillende landen in den vorm van scheepvaartlijnen, spoorwegen, tele graaf en telefoongeleidiogen, alle met het doel om de producten van heel de wereld ter beschikking te stellen van elk land. om te bevorderen het Ie monde pour tout Ie monde, om dus dat productievermogen en daar mede de productiviteit zoo hoog moge lijk op te voeren, het maatschappelijk wereldinkomen en het aandeel van ieder land dus ook het nationale in komen te vergrooten, wil het protec tionisme diezelfde buitelandsche pro ducten, voor welker verkrijging het internationale verkeer voortdurend wordt uitgebreid en verdicht, niettemin weren van eigen markt. Zoo belemmert dus de protectie de arbeidsbesparing die gevolg is van de internationale verdeeling van ar beid, zoo drukt zij dus ook de pro ductiviteit, zoo leidt zij dus ook tot verspilling van kapitaal en van arbeid, zoo is dus ook het eindelijk gevolg, in strijd met de eerste mercantilis- tische gedachte, een ongunstige, in plaats van een voordeelige, handels balans. En de tweede grondgedachte, dat beschermde rechten een machts middel zouden zijn tegenover andere staten, is eveneens een failure geble ken. En vooral voor een klein land als het onze, door zijn geograpbische DOOB A. S. H. BOOMS. 18) Te Bad-Harzburg aankomende vond hij van zijn lieveling een kort in der haast geschreven, of liever gekrabbeld briefje, waarvan bijna elk woord een juichkreet van geluk en zaligheid was, en even zoovele liefkozingen voor dat «goeie pa't, het beste vadertje van alle vadertjes! Zij berichtte tevens, dat Mies Ver- brang de uitverkorene zou zijn voor de reis, »'n snoes van 'n meid, 'n dot" die nu al zooveel van haar ouden vader hield, dat z'n kind jaloersch begon te worden, hem in grappige be woordingen smeekende er toch altijd aan te denken dat zij als zijn Non de oudste brieven had, en dus in zijne oogen ook de liefste moest blijven Non vertelde verder dat zij zou ge tooid zijn met een strikje van cerise- roode-kleur, terwijl Mies de voorkeur bad gegeven aan een van vieux-rose zij gaf nog 'n verwarde beschrijving van al 't moois hunner reistoiletten, zoodat 't den celibatair onder al die benamingen zelf groen en geel voor de oogen werd, als bij dacht aan die warreling van beschreven kleuren en vormen van damestoiletartikelen zij besloot haar brief met een postcrip- tum, waarin zij «in groote baast" meldde «dat die reis zeker vreeselijk leuk zou zijndat de oude pipa 'n onbeschrijfelijke dot was, en dat ze 't zoo druk had met inkoopen en arran- geeren, dat zij bepaald niet dacht ooit tijdig klaar te zullen komen, maar dan, hoopte zij dat te Keulen, of er gens anders, het goeie vadertje 't nog noodige wel koopen zou I" waarna een, «dag snoezige lieveling 'n lekkere pak- kert van je kind! het krabbeltje be sloot. Een paar daaronder bijgevoegde keurig netjes geschreven regeltjes van Mies berichten hem, dat zij dankbaar blijde de uitnoodigiug aannam en be loofde gedurende de reis eene voor beeldige gehoorzame dochter te zul len zijn voor den lieven vader harer beste vriendin. Het is te begrijpen dat twee meisjes die voor de eerste maal van hun leven zoo'n genotvolle reis zullen maken, 't bijzonder druk hebben. Non en hare vriendin Mies waren dan ook dagelijks den geheelen dag in de weer, en met al hunne drukte zouden zij nog niet klaar gekomen zijn met de talrijke dingen die zij onmisbaar achtten, als niet de practisehe tante Louise en de ouders van Mies 'n handje hadden geholpen, zoodat zij eindelijk op 't bepaalde uur zenuwachtig blijde ver trokken, en één koffer meêvoerden, die voor die drie weken 'n schat van naar hunne meening bepaald onnoodige din gen bevatte, zoodat 't scheen alsof beide eene reis dwars door Afrika zouden ondernemen, en dat er aan de Rijn geen enkele winkel of magazijn te vinden zon zijn. Tante Louise had wel duchtig gemopperd over al die aan- koopen en de grootte der koffer, zeg gende dat ze veel van bandelsreizigsters hadden, doch de meisjes vonden juist 'n onhandige koffer een der meest gewichtige voorwerpen die tot het decorum der reis en tot een echt leuk reisuitzet behoorde. Hoe dikwijls Non vroeger al aan hare vriendin haar vadertje beschreven had, nu in den trein was zij over hem nog niet uitgepraat en de slotsom harer redeneering was, dat hij, in aanmer king genomen zijn hoogen leeftijd, 'n afgeleefde, gebogen man moest zijn met 'n vriendelijken lach en goedige oogen, en heilig namen zij zich beiden voor vol respect te zijn voor dien grijsaard en hem niet al te veel te vermoeienzij zouden hem helpen en steunen als hij hooge bergen zou moe ten beklimmen, hem zorgzaam, onge stoord zijn onontbeerlijk middagdutje laten doen, en trouw over hem waken, zijn boterhammen smeren en zijn thee of koffie goed suikeren, op reis zorgen dat hij 'n warme reisdeken op de knieën had en geen tocht vatte, en meer dergelijke hevigheidjes en teere vrouwelijke zorgen die zij verzonnen, zoodat heide lachende tot de conclusie kwamen dat zij op die manier meer als ziekenverpleegsters met 'n hulp behoevenden, ouden man op reis gin gen, dan om zich zelf te amuseeren, kinderlijk onnadenkend over 't hoofd ziende, dat die vermeende grijsaard 'n reis achter den rug had, die aan 'n krachtig gestel en ijzeren gezondheid de allerhoogste eischen stelde. Hoe meer zij hunne bestemming naderden, hoe meer de zenuwachtig heid en 't verlangen van Non toena men, zoodat bij haar zelfs 'n oogen- blik de waterlanders voor den dag kwamen en Mies alle moeite had om hare opgewonden vriendin tot beda ren te brengen met stroomen Eau-de- Colognetoen de trein het station te Keulen binnenstoomde keek zij vol verbazing hoog opgericht uit het por tier om te zien of zij haar geliefd vadertje ook dadelijk 't eerst herkende. Eindelijk, veel te langzaam naar haar zin, stond trein stil en haastig sprong zij uit den waggon op het reusachtige perron, maar keek in die groote overstelpende drukte vergeefsch uit naar hem die zij verwachtten, doch die zij, dat voelden ze nu, onder die overgroote menigte menschen zeker niet uitvinden zou. Eensklaps klonk haar eene bekende zware stem in 't oor, die alsof ieder een 't weten moest, op innigen toon uitbulderd, «mijn lieveling I mijn kind (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1