NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. No. 70. Woensdag B^September 1913. 42e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG BUITENLAND. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 11. Telephoonn. 69. ADVERT ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regïl meer Tl, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Bulgaarsche gruwelen in Tracië. Do bekende Franscbe lomanschrij- ver Pieire Loti publiceeit in de Lon- densche Daily Telegraph een langen brief waarin het o.m. heet: nik wensch eenvoudig te vertellen, wat ik met eigen oogen aanschouwd' heb, aanschouwd in de woestenij, die j de Bulgaren van Tbracië gemaakt hebben. Het is alles nog afschuwe lijker dan men mij verteld heeft en zooals ik het mij had voorgesteld. Met welk esn woestheid zijn deze Christelijke bevrijders te werk gegaan! Een woestenij, zeg ik, die des te treu riger aandoet, als men weet, dat de streek, een der vriendelijkste provin cies was. Thans ligt de bodem met lijken van vermoorde boeren bezaaid. Ik legde in volle vaart per auto mijlen en mijlen af, zonder een men- schelijk wezen te zien. Hier en daar het cadaver van een dier, omringd door een zwerm kraaien. In de verte bouwvallen van muren en huizen. Dit is alles wat van de dorpen over gebleven is. Wanneer men dichterbij komt ziet men hier en daar een van smart verwrongen gezicht opduiken, het gelaat van iemand, die aan de groote slachting ontkomen is en die zich nu schuil houdt onder de puin- hoopen vanwat eens zijn woning was. Een van deze doodensteden. Haoessao. wil ik beschrijven, om een idee te geven van de bonderden en duizenden andere, welken eenzelfde lol trof. Niets dan omgevallen muren, ruïnen. Hier is de moskee, waarin eenige zieken en verwonden met den stempel des doods op het gezicht op lompen liggen. Het schoone marmeren beeld houwwerk is met smidshamers ver brijzeld De gevangenen en gewonden werden met de bajonetten gedwon gen hun tempel op deze manier te schenden. Wij klimmen op de minaret om het verschrikkelijkste schouwspel te zien. Rond de moskee bevindt zich het kerkhof. Alle zuilen zijn gebroken, de dooden opgegraven. Hier is de waterput. Een verpestende lucht stijgt er uit op. De lijken der door de sol daten mishandelde vrouwen en kinde ren ltngen er in opgehoopt, bedekt met de van de graven gerukte steenen. om de lijken te laten zinken. Van de meer dan duizend inwoners zijn er maar veertig overgebleven. Zij waren als spoken door de puinhoopen rond, ze komen naar mij toe, om ringen me, terwijl zij mijn handen grijpen en vertellen van hun ellende. De een zegt Ik heb vrouw noch kinderen meer, huis noch haard. Waarom heb ben ze mij ook niet gedood 7 Een andere, een oude gebogen grijsaard vertelt: Ik bad een kleindochter van tien jaar, die mijn levensvreugde was Vier Bulgaarsche soldaten mishandel den baar en sloegen mij zoolang, tot dat ik het bewustzijn verloor Toen ik weer ontwaakte, kon ikr haar ner gens vinden. Waar zou de kleindochter van de zen armen oude zijn? Zeker in den put bij de anderen, onderdestukken der grafzerken. Het is bekend, dat de Bulgaren hun slachtpartijen van te voren re gelden. Zelf zouden zij de Muzelmannen vermoorden, de door hen bewapende Armeniërs zouden een bloedblad onder de Grieken aanrichten. Ieder bad zijn weik. En de laatste nacht, dat de Bulgaren in het bezit van de streek waren, was de schrikkelijkste. Het was de nacht, waarin de Grieken vier aan vier te zamen gebonden, in de rivier geworpen werden. De eenige overlevende vertelde mij de bijzonderheden van deze gruweldaad, die mij deden rillen. Ik werd naar het »Eiland van den doodsangst® gebracht, hetzelfde eiland, waar 4000 a 5000 Turksche gevan genen opgesloten zalen om van hon ger om te komen. Tot op een mans lengte waren de boomon wit en kaal en van hun takken beroofd, die do arme drommels van honger hadden verslonden. Na veertien dagen de ongelukkigen gekweld te hebben, kwamen de Bulgaren den nog in leven zijnden, de keel afsnijdon. De Griekscbe metropoliet vertelde mij, dat de Bulgaarsche generaal hem op een ruwe manier bij zich had laten brengen en hem gevraagd had of hij van de Turken hield. Ja, want sedert vierhonderd jaar hebben wij gelukkig onder hen ge leefd. Goed, ik zal je laten dooden! Dood mij dan maar dadelijk. Neen. Daar zullen we nog wat mee wachten, tot het ons belieft. Vooruit En in de naburige kamer spraken de adjudanten zoo tot alle Griekscbe notabelen. Slachtoffers van hot onweder. Een hevig onweder barstte in de omstreken van Wellin (België) los. Een man. Cyrille Jacques uit Gembes, werd in gezelschap van zijn zoon door het onweder in bet veld overvallen, terwijl zij bezig waren hooi op een kar te laden. Plotseling werd de kar in vlammen gehuld en stortte het paard ter aarde. Daar Cyrille Jacques niet antwoordde op het roepen van zijn zoon, greep deze hem bij bet been en trok hem onder de kar uit. De arme man bleek, evenals het paard, door den bliksem te zijn getroffen. Het slachtoffer was 54 jaar. Op den straatweg bij Neuerburg in den Eifel zijn een man en twee koeien, die bij aan een touw leidde, door den bliksem gedood. Bij Kernscheid werd een 56-jarige vrouw op het veld tijdens een onweder gedood en bij Tarforst werden een smid en een landbouwer door den bliksem getroffen; deland- bouwer kwam na eenigen tijd weer tot het bewustzijn. Hij had 6lechts eenige lichte verwondingen. De staking in de bouwbedrijven te Londen, voortgezet door de electri- ciens van het hoofdpostkantoor, om dat in rijksdienst schilders weikzaam waren, die niet bij een vakvereeniging waren aangesloten, breidt zich nog verder uit. Reeds 10.000 man hebben het werk neergelegd, onder wie elec- triciens en stokers bij de rijks- en gemeentelijke bediijven. Een gevolg daarvan is b.v. geweest, dat de fon teinen op Trafalgarsquare, voor het Buckingham-paleis en in St. James Park, plotseling ophielden te spuiten, terwijl de watertoevoer aan het Chelsea-hospitaal werd afgesneden. Minister Beaucbamp weigert de «blacklegs® (niet-georganiseerdon) te ontslaan en men vreest als gevolg daarvan een algemeens staking. In het Buckingham-paleis, in Marl borough House en in de regeerings- gebouwen voorziet men zich van drinkwater uit de artesische putten in Orange street De oude menschen in Chelsea hospitaal konden geen goen ontbijt krijgen, omdat er geen gas werd geleverd voor de keukens. Eindelijk stond het stakings-comité toe dat een paar kooktoestellen wer den bediend opdat de oudjes geen gebrek zouden lijden. Twee menschen, die aan.het werk zijnde schilders lastig vielen, zijn ge arresteerd. De Matin verzekert ons, dat in de stad Memphis, niet de oude Egypti sche maar do zeer moderne Ameri- kaansche, gelegen in den staat en Tennessee en ongeveer 100.000 in woners tellende, het gemeentebestuur een zeer ingenieus middel bedacht heeft tot bevordering van de zedelijk heid en tegelijk tot spekking van de gemeentelijke kas. Ieder vrijgezel, ouder dan 21 jaar, die er op betrapt wordt 's avonds na negen uur op straat te flaneeren, of die een gehuwde vrouw naar den schouwburg of naar eenige andere publioke vermakelijk heid vergezelt, zal moeten bewijzen dat hij een belasting heeft gestort van vijf dollar, of te wel f 12.50. Heelt hij dat niet gedaan, dan moet hij het dubbele der belasting neer leggen. De opbrengst wordt gebruikt voor bet onderhoud van arme zuigelingen, en het zaakje loopt zoo goed, dat de som, in de zomermaanden alleoD reeds binnengekomen, voldoende is voor het bekosiigmi van een hospi taal waar honderd zuigelingon worden verpleegd. Aanval op een sneltrein. Het is de politie nog niet gelukt de daders van den aanval op den sneltrein van Stanislau naar Lemberg in handen te krijgen. Volgens de verklaring van reizigers hebben twee mannen in de eerste en in de derde klasse nabij het station Sischew, gelijktijdig aan de noodrem getrokken. Toen de trein stil stond, riepen twee jonge mannen, die op der. spoorweg stonden, den machi nist toe, dat hij een vrouw overreden had. Hij sprong van zijn machine en keek op de rails, maar zag niets. Op het oogenblik, dat hij weer op de locomotief wilde klimmen, werd hij door 8, met Browningrevolvers gewapende mannen omringd en bedreigd. Een schot was het teeken tot den aanval op den postwagen, die een waarde van 400.000 kronen moest vervoeren. De postbeambten stelden zich dapper te weer, joegen de bandieten terug en grendelden den wagen. De conducteur Kowalski riep voortdurend dat de gen darmen kwamen en eenige soldaten, die in den trein zaten vielen de roovers aan en dreven ben het bosch in. Het vermoeden bestaat, dat de roovers een handlanger onder het treinpersoneel hadden. De stoker verklaarde, dat hij door een man met een zwarten baard gebonden werd, die hem, toen de aan slag was mislukt weder losliet en beval verder te rijden. Deze onwaarschijnlijk klinkende verklaring werd door nie mand van het treinpersoneel bevestigd en heeft aanleiding gegeven tot de reeds gemelde arrestatie van den man. ALLES KOMT EENMAAL OP Z'N P00TEN TERECHT 1) DOOR A. S. H. BOOMS. I. Op den 17e Februari van het jaar 186 was des avonds tegen 10 uur een luidruchtig gezelschap bestaande uit een troepje van een vijftal vroolijke, levenslustige jonge luitenants, om bet biljard in de sociëteit te Kalian ver- eenigd, gedurende het spel nu en dan verlangende blikken in de buiten het gebouw heerschende duisternis wer pende, als verwachtten zij iemand die hun gezelschap moest aanvullen en de pret volmaken, want in vergelij king met hnnne gewone drukke pret- makerij schenen ze nu betrekkelijk kalm, omdat de ware fnifgeest er op dat oogenblik nog niet zoo goed inzat en zich eerst werkelijk in al zijn glorie zou doen gelden, als de ontbrekende makker, naar wie zoo verlangend werd uitgezien, aanwezig was, die dan door zijne aanstekelijke opgeruimdheid en dollen overmoed dien geest deed ontwaken in volle kracht. Onder luid gepraat en gelach speel den zij voort, nu en dan vol verlan gen hun hart luchtende over het lang uitblijven van den met ongeduld ver wachtten kameraad. Waar blijft Nol nou toch!? 01 Als die onder jonge meis jes zit, dan is hij niet weg te krijgen Zoo'n egoïst En hij had nog wel gezegd, dat hij vast om 10 uur in de soos zou zijn! Kan je begrijpenDie zit daar hij den Resident veel te leuk bij zoo'n troepje snoezige deerntjes zijn potje bier te verschalken, onder 't smoesje dat hij alles voor de Ko ningsverjaardag-fuif op overmorgen in orde moet brengen, maar meteen neemt hij de kans waar om al die lieve bekjes op te vrijen! Of hij gelijk heeft! riep de luitenant Bohlan lachend nit. Ik geef 'm groot gelijk, want ik zit ook liever een uur heerlijk met mooie lieve meisjes te flirten, dan 'n heele avond met jelui te biljarten, al ben je nog zoo lollig I en, jelui met al je gemopper over onze Nol, zoudt 't zelfde doenl Maar bovendien, Nol heef gezegd dat hij tusschen tien en half elf hier zou zijn, en nou is 't nog pas kwart over tien, dus hebben jelui nog geen recht om te mopperen! want Hier werd de spreker in de rede gevallen door zijne makkers, die onder accompagnemen van stampende queuen zijn speech beantwoorden, door luid keels te zingen; „Da's mooi gezeidDa's mooi gezeid „Da's bliksem's mooi gezeid! Op dat oogenblik sprongen twee honden luid blaffer.de de sociëteit bin nen en renden blaffende door het lokaal, als wilden zij de luidruchtige zangers het zwijgen opleggen en tot aandacht noodzaken voor hetgeen ge beuren ging; het waren twee in 't oog vallend leelijke dieren, een zoo genaamde smous en een imitatie Austra lische windhond, beiden erg verbaster de afstammelingen en van een veel- maals gecroiseerd ras, maar toch blijk baar zeer intelligente dieren. De uitwerking dier stoornis was verrassendHet gezang hield eens klaps op, aller gelaat ontspande zich, als had het troepje een verblijdend bericht ontvangen, en allen richten zich naar den ingang, als één man met een zucht van verlichting juichend uitroepende Daar heb je Nol!! En werkelijk onmiddellijk achter de beide viervoeters, die zijne komst aange kondigd hadden, verscheen hun baas, de luitenant Nol van Dycke, aan den ingang. Aller handen strekten zich naar hem uit den lang verwachtte eu gewenschte welkom te heeten, wat hij joviaal en vriendelijk glimlachend beantwoordde, tevens even zijne beide van hem onaf scheidelijke honden liefkozende, die in afwachting daarvan met roode uit den bek hangende tongen recht op hun achterdeel zaten, want zonder die lief kozing zouden zij de gewone honden stand op vier pooten niet hernemen, al duurde het ook uren; dat waren zij nu eenmaal zoo gewoon, en, al vonden anderen 't soms vervelend, Nol zelf vond het aardig! Kerel I wat ben je lang wegge bleven Je kon zeker niet van de meis jes scheiden!? en meer dergelijke verwijtende uitroepen dienden tot ver welkoming van den vriend, wien de moedwil en pretlust uit de oogeu scheen. Gewerkt lui I Ik heb druk gewerkt voor overmorgen, voor Konings verjaardagdat weet jelui ook verduiveld goed riep Van Dyck uit, zijn uniformpet op 't biljard werpende en zich 't zweet van 't voorhoofd wisschende, want hij had zich blijkbaar gehaast. En is de boel gepiept I Zeg, heeft Amie, geen boodschap voor mij meêgegeven Ben je klaar gekomen!? -- Staat 't op z'n kant. Nol? Hoe was Saze, zp-r. Dy'lei.*!? Was Toettie /or> lief, amice Heb je je har je we^r »pyf Kaabl, kerel? waren allen vragen die iieui als 't ware tegelijker tijd van alle zijden

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1