NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
gflfememefc
No. 71.
FEUILLETON.
Zaterdag 6 September 1913.
42e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
In verband met de ophanden
onafhankelijkheidsfeesten zal het
volgend nummer onzer courant
verschijnen op DONDERDAG II SEP
TEMBER a.s. De Uitgever
PREMIE
ONONTGONNEN LAND.
ALLES KOMT EENMAAL OP Z'N
POOTEN TERECHT
Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen
naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht
worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai
machines nevenstaand handelsmerk moet voor
komen. Men late zich onder welk voorwendsel
ook geen nagemaakte Lewenstein* machine aan
praten. Voor Amersfoort en Omstreken eenigste
Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort.
De Firma A. LEWENSTE1N
UTRECHT, CHOORSTRAAT 14.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondageblad 1.15;
Franco per post door bet geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 69.
ADVER1 ENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden sleohts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
voor de lezers van deze courante
Het heden verschenen 23ste nummer
van den vijfde jaargang van
AfcibtffnWffN (1 m m
bevat o.a.
Het Kruisbeeld: De Christus van
de Andes. Foto Gezanten Carne-
giebestuur en genoodigden. De
Koninkl. familie betrekt het Huis ten
Bosch. Het verblijf van den Heer
en Mevr. Carnegie. De Intern.
Landbouwtentoonst. te Den Haag.
De Koninklijke familie naar het Vredes
paleis. Prinses Juliana voor het
raam van de coupé. J. A. G. v.
d. Steur, architect van het Vredes
paleis. Mr. Cort van der Linden,
Kabinetsformateur. Onafhankelijk
heidsfeesten te Krommenie en Elburg.
Middenstandstontoonstelling te
Apeldoorn. Kessels Muziekkorps te
Tilburg. Congresleden der Intern.
Vegetarische Unie.
Het Kindernummer ïüns Prinsesje".
Weldra Groote Prijsvraag met
1000 Gulden aan prijzen.
De geabonneerde
wonende
wenscht zicb te abonneeren op het
weekblad „PAK ME MEE", tegen den
prjjs van 3'/i cents thuis bezorgd.
De September-aflevering van lOns
Maandblad« orgaan der vereeniging
lot bevordering der belangen van
slechthoorenden bevat onder meer
het navolgend artikel, waaraan wij
ter wille van hetgeen daarmede wordt
beoogd, door opname in ons blad
gaarne meedere publiciteit geven
Naar het Duilsch van F. Brönner
architect te Berlijn.
Overal waar de bescherming van
individu in de moderne maatschappij
verzekerd is, hebben zich door onder
linge aansluiting allerlei bonden en
vereenigingen gevormd, welke zich
ten doel stelden hunne leden zooveel
mogelijk bij te staan in den stiijd
om 't bestaan. Deze reeks vereeni
gingen zou als volledig beschouwd
kunnen worden, wanneer niet eene
bepaalde groep gebrekkigen zich om
nog te weinig bekende redenen van
psycbologiscben aard aan bet mede
lijden der anderen onttrok.
Het streven van mismaakten, om
bun gebrek door kleeding en houding
te verbergen, is bekend genoeg, ook
hot zelfbedrog dezer ongelukkigen,
die zich vaak als geheel normaal be
schouwen. Hierdoor wordt verklaard
hoe men sorns, hun willende tege
moet komen, tot de ontdekking komt
dat zij zich daardoor juist gekrenkt
gevoelen? Dit is niets anders dan een
instinctieve drang om het gebrek te
verbergen, in verband met den strijd
om het bestaan, en wordt ook bij
de dieren waargenomen (mimicry). Het
deelnemen aan de mededinging op de
arbeidsmarkt stelt als eersten eiscb
de volkomen beschikking over alle
organen van bet menschelljk lichaam.
Slechts ten deele is de wetenschap er
in geslaagd, tekortkomingen in dit
opzicht te herstellenbet best wel
licht bij de vèr- of bijziendheid. Maar
waar is de bril van den slechthoo
rende?
Thans ben ik gekomen bij degenen,
waarover ik spreken wilde, die on
gelukkigen, aan wie de natuur slechts
in onvoldoende mate, of in 't geheel
niet, het vermogen verleende om het
geluid, het gesproken woord, waar
te nemen.
Dat tot dusver zoo weinig aandacht
aan deze ongelukkigen geschonken
werd, is wel 't beste bewijs van de
onrechtvaardigheid der natuur, die den
slechthoorende op hun' moeitevollen
levensweg nog eene onverklaarbare
schuwheid en terughoudendheid me-
degaf. Zij willen niet berkend zijn, met
vingers nagewezen, niet gebrandmerkt
zijn als uiigestootenenWant anders
badden zij reeds met macht gepro
testeerd tegen de onbillijkheid en
het onverstand hunner medemenschen
zij zouden zich aanééngesloten heb
ben, en hunne stem bebben verbeven
tegen het hemeltergend onrecht, dat
hen zonder genade denzelfden onver-
biddelyken strijd om het bestaan laat
voeren als den goedhoorende I De
blinden en doofstommen brengen in
speciale gestichten bun leven door,
dat wel is waar arm aan vreugde
doch niettemin dragelijk is, zonder
zorg om het dagelijkscb brood. Den
met aardsche goederen weinig geza
genden slechthoorende echter dwingt
bet wreede noodlot, den ongelijken
kamp te aanvaarden, om, met het
bittere bewustzijn niet gelijken tred
met de anderen te kunnen houden,
ten onder te gaan.
En hoeveel zijn er zoo? Eene sta
tistiek zou een schrikbarend aantal
slechthoorenden aanwijzen, die zich
aan bet openbaar medelijden eD de
liefdadigheid onttrekken. Martelaars
der mensebbeid zijn hetzij bedelen
niet; zij willen met de anderen mee
doen, vooruitkomen, en zoudeu ook
slagen, wanneer Maar bet door
de bureaucratie gehuldigde stelsel
heeft hen teruggeslingerd, uitgesloten
van de mededinging. En met hun
bewusten drang naar daden, waaraan
zij niet kunnen, niet mógen voldoen,
in 't hart, slepen zij zich voort naar
een stille plaats, ont daar langzaam
te vet kwijnen. Echter niet zonder
den staat, de maatschappij, te heb
ben gevloekt, wier liefdeloosheid van
alles de schuld is geweest!
Aan pogingen om slechthoorende
kinderen in eigen scholen te onder
wijzen, beeft het in den laatsten tijd
niet ontbroken, vooral door het lof
felijk initiatief van particulieren. Het
wordt echter hoog tijd dat de Staat,
de gemeente en de Maatschappij zicb
bewust worden steeds gezondigd te
bebben ten opzichte van eene groep
onschuldig lijdende menschen En hel
is toch met eenigen goede wil zoo
gemakkelijk, bun de behulpzame band
toe te steken, hun' nood te belpen
stillen, en zoodoende bun droevig
lot dtagelijker te maken!
Het komt er op aan, den goed-
hoorenden mensch te doordringen van
zijne tekortkomingen ten opzichte van
zijne slechthoorende medeburgers.
Het zieleleven van den slechthoorende,
die ten deele anders voelt dan de
normale mensch, is bijna onbekend,
in elk geval houdt men er weinig
rekening mede. Hel niet- of slecbt
verstaan, deze bron van zielelijden, de
daaruit voortvloeiende wantronwend-
heid, de innerlijke verdeeldheid van
deh geest, het uitgesloten zijo van de
samenleving, in welks branding men
zich bevindt, al deze oorzaken, die het
zieleleven zoozeer beïnvloeden, en hel
gestel geestelijk en lichamelijk onder-
mijden, zijn tot dusver door de we
tenschap, die overigens zulke ontzet
tende vorderingen maakt, volkomen
verwaarloosd. Elk ander gebied is
vrijwel afgegraasd, hier is echter een
uitgestrekt braakliggend land, dat
zijne ontginning, z\jn' Verlosser met
brandend verlangen tegemoet ziet 1
De Staat heeft voor den slechthoo
rende, hoewel deze mat dezelfde maat
gemeten wordt als de goedhoorende,
weiuig of niets gedaan, en verleent
hem ook geene tegemoetkoming in
de uitoefening van fien beroep. Inte
gendeel, door het gemis van het ge
hoor is vanzelf het uitzicht op de
meeste betrekkingen weggenomen. Hier
en daar zijn reeds van wege de ge
meenten tand- en oogheelkundige kli
nieken opgericht, ten dienste der
schoolkinderen en ook volwassenen
kunnen daarvan gebruik maken. Voorts
zijn boschscholen gesticht voor long-
lijdende kinderen die niet, of niet
steeds in de stad mogen wonen. Alleen
voor de slechthoorenden is niets ge
daan. En hand aan hand met de ach
teloosheid van den Staat en de weten
schap, die zich vooral in de paedagogie
openbaart, gaan de onwetendheid, de
ruwe onverschilligheid van het groote
publiek.
Men lette eens op 't gedrag van
het publiek op straat, in zaken, in den
dagelijkschen omgang, ten opzichte
van den slechthoorende! Ieder wel
willend mensch zal het medevoelen,
wanneer hij in de oogen van den vaak
belachelijk gemaakten of zelfs gene-
geerden slechthoorende zijne hulpeloos
heid leest. En hoe vaak is het leven
van den slechthoorende op straat
bedreigd! Ontkomt hij ternauwernood
het gevaar overreden te worden, dan
regent het scheldwoorden, die hij tot
zijn geluk niet hoort, doch het domme
lachen van sommige omstanders geeft
een helder denkbeeld van hun on
verstand. Wel is waar kunnen deze
niet dadelijk zien dat zij met een
slechthoorende te doen bebben, doch
een weinig nadenken zou hen op de
hoogte hebben gesteld. Een interna
tionaal teeken, bijvoorbeeld een draag-
peuning, op eene goed zichtbare plaats
aan de kleeding gehecht, zou den
slechthoorende op straat overigens
DOOR
A. S. H. BOOMS.
2)
Wel »groote« of "dikke groenten
riepen de jongelui ongeduldig uit; ver
langend naar een antwoord op hnnne
vragen.
Dat kan 't niet zijn I't moet
'n andere beteekenis hebben I riep Nol
hoofdschuddend uit, en eensklaps weer
zijn pet grijpende liep hij weg, voordat
men 't beletten kon, zeggendenik ga
'tin de Dictionnaire opzoekendaarbij
onmiddelijk gevolgd door zijne trouwe
viervoeters, die ieder reeds een rustig
plekje ergens op eene sofa gevonden
hadden, doch zich nooit van hun haas
scheidden, en hem, als men hen op
sloot, zoodra zij vrijgelaten werden toch
door één luitenant met 40 it 50 min
deren het civiele bestuur op het eiland
was in handen van een Resident, die
ook met tal van hoogere en lagere
ambtenaren te Kalian woonde, terwijl
op eiken post een zoogenaamde Admi
nistrateur der domijnen den Resident
vertegenwoordigde.
Dit betrekkelijk groot aantal Gouver
nementsdienaren op eene zoo kleine
plaats als Kalian, wier vaste bevolking
hoofdzakelijk uit Inlanders en Chinee-
sche handelaren bestaat, had ten gevolge
dat deze hoofdplaats, in Indië vrij alge
meen en ten onrechte als verbannings
oord beschouwd, niet tot de minste
stadjes van onzen Archipel gerekend
kon worden; de harmonie in het al
gemeen liet niets te wenschen over,
hoewel disharmonie een euvel is waar
aan de burgerlijke omgang in Indië
dikwgla laboreert; te Kalian was de
goede geest voornamelijk voor een
groot deel te danken aan een tiental
vroolijke, levenslustige luitenants,
waarvan de oudste al 25 jaren oud
waszij hielden het leven in de
brouwerij en wisten door hunne leuke,
prettige wijze van doen elk begin van
tweedracht in den aanvang te smQren,
overal wisten te vinden.
Er was voor de achterblijvenden dus
niets aan te doen, dan al spelende ge
duldig de terugkomst van Nol af te
wachten, tot deze zijn weetgierigheid
bevredigd zon hebben, en daarna zeker
terug zou komen, want de kroeg met
hare genoegens had op hem evenveel
attractie, als 't spek op de muis.
II.
Kalian was de hoofdplaats van het
eiland Timakoelit en de Residentie van
dien naam, welk eiland ergens in onzen
Indischen Archipel gelegen is, doch) in
de aardrijkskundige boeken van toen
en nu onder een anderen meer offici-
eelen naam bekend is, welke hier niets
ter zake afdoet.
Duidelijkshalve zij vermeld, dat het
garnizoen op de hoofdplaats toen be
stond uit twee kompagnieën infanterie
zoomede eenige kanonniers en genie
soldaten, terwijl een daar resideerend
majoor der infanterie het algemeene
kommando op het eiland voerde, waar
zich langs de kust en in de binnen
landen nog een achttal posten met
versterkingen bevonden, allen bezet
geholpen door het jeugdige schoone
geslacht, want allen zagen in ruzie
vermindering der gezelligheid en dus
vermindering van dansgelegenheden,
pic-nics en meer van die echte leuke,
intieme partijtjes.
Het gezelligste deel der plaats was
toenmaals voor de jeugdige zonen van
Mars, de "Kolonie," zijnde een zestal
officierswoningen waar het levens
lustige en soms wel eens erg luid
ruchtige luitenants-troepje gehuisvest
was, samen at, samen dronk en samen
genoot van alles wat het heerlijke
aardsche leven aan eene onbezorgde
jonge-luitenantsziel kon schenken.
De Kolonie was gelegen aan een
nithoek van Kalian, onmiddellijk
naast het steenen Sociëteitsgebouw,
aan den grooten weg naar de binnen
landen verder was in deD omtrek
der Kolonie daar tegenover, daar achter
en daar voorbij niets dan rimboe en
nog eens rimboe, waar de Kariemoen-
ting in overvloed groeiden, waarvan
de zoete bruinachtig zwarte bessen
de bewoners der Kolonie in staat
stelden op zeer goedkoope wijze zelf
bessengenever te maken, wat zij dan
ook trouw deden, al behoorde nu
juist zuinigheid niet tot een hunner
meest ontwikkelde deugden.
Zij waren daar dus zoo vrij als
'n vogel in de lucht, het heerlijkste
wat een echt jeugdig officier toeu
maar wenschen kon, met den grooten
tempel van gezellige pretgelegenheid,
de sociëteit, in de onmiddelijke na
bijheid, zoodat het voor hen onnoodig
was dranken of ververschingen in huis
te hebben, daar de Soos hun voor
raadschuur- en geduldige crediet-
gevende-leveraucier was.
Niet altijd was die Soos daar ge
weest.
De overgang van het oude in het
nieuwe jaar werd nog in het oude
gebouw gevierd; dit was een klein
op steenen neuten gebouwd planken
huis, heel aardig gelegen aan het
hoofdplein der plaats, doch in de
onmiddelijke nabijheid van de resi
dents-, majoors- en kapiteinswoningen,
wier meer bejaarde bewoners heel
dikwijls spellebrekers waren bij de
luidruchtige uiting van levenslust der
jeugdige luitenants-gemoedereu.
Rimboe bosch in len meest natuurlijken
(Wordt vervolgd.)