NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad yjtt voor ie Provincie Utrecht. |H Woensdag FEUILLETON. No. 90. 12 November 1913. 42e jaargang WJdttr&CBVfWIKG. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BUITENLAND. Het ritueele moordproces van Kief. BINNENLAND. Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai machines nevenstaand handelsmerk moet voor komen. Men late zich onder welk voorwendsel ook geen nagemaakte Lewenstcin' machine aan praten. Voor Amersfoort en Omstreken eenigste Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort. De Firma A. LEWENSTE1N UTRECHT, CIIO O li ST KA AT 14. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.16; Franco per post door het geheele Rijk f 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER BureauUangestraat 77. Telephoonit 69. AD VER! ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden sleohts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Beilis vrijgesproken. Eindelijk beeft dan het ritueele moordproces van Kief zijn ontknooping gevonden, een onlknooping, die pe- tvenscht werd door heel de beschaafde wereld en door alle normaal denkende menschen, maar waarvan men, gezien het feit, dat het proces in Rusland weid gevoerd voor een onder politieke in vloeden staande justitie, toch op verie na niet zeker van was. Beilis is vrij gesproken De jury heeft de vraag omtrent zijn schuld ontkennend be antwoord. Het zou dan ook inderdaad wel wat al te kras zijn geweest, zelfs voor Rusland, wanneer die man, na een proces, dat rond 34 dagtn heeft ge duurd en waann geen schaduw van bewijs voor zijn schuld is geleverd kunnen worden Is de uitspraak al be vredigend, wat de persoon van Beilis betreft, het alleen nog in Rusland levende sprookje van den ritueelen moord is er niet door vernietigd, in tegendeel, het heeft in dit moordproces in zekeren zin een nieuwe bevestiging gevonden De vragen, aan de jury ter beantwoording voorgelegd,waren daar naar ingericht. Zij luidden le. Is het bewezen dat in de tegel bakkerij van bet Joodsche ziekenhuis te Kief, Andrew Joeslsjinski, terwijl hem de mond werd dichtgedrukt, met een scherp voorwerp aan slapen, nek en hals is verwond, waarbij hersenaderen, slagaderen in de linkerslaap en aderen in de hals zijn gekwetst, hetgeen een groote bloeduitstorting tengevolge heeft gehad. Is 't verder bewezen dat, toen Joeslsjinski ongeveer vijf glazen bloed had verloren, hij nogmaals tnel hetzelfde voorweip is verwond aan longen, lever, rechternier en hart, waarbij de laatste steek in het hart is toegebracht? Is het bewezen dat alle wonden, 47 in getal, Joestsjinski pijnen hebben veroorzaakt en, toen het lichaam nagenoeg volkomen was leeggebloed, zijn dood tengevolge hebben gehad? 2e. Indien de vragen sub. '1 bevestigend worden beantwoord, is het dan be wezen, dat de beklaagde Beilis, met medewerking van andere niet ontdekte personon, uit godsdienstig fanatisme Joestsjinski op 25 Maart 1911 te Kief in de tegelbakkerij van het door den koopman Seizef bestuurde Joodsche chirurgische ziekenhuis van het leven heeft beroofd, na, tor uitvoering van zijn voornemen den zicb daar bevin denden Joestsjinski te hebben gegrepen en in de fabriek gesleept? Gedurende 2 uren heeft de jury over deze vragen beraadslaagd en het was even na zessen toen het verdict werd uitgesproken. Beilis, die voorde laatste inaal de rechtzaal werd binnen gevoerd, had een talrijker geleide van gendarmes bij zich dan anders. Een diepe stilte heerschte in de zaal bij bel binnentreden van den president en der leden van het hof. Toon de gezworenen hadden plaats genomen, kwam hun voorzitter eenige stappen naar voren en las bet verdict voor. Beilis stond voor de bank der be schuldigden en leunde met de handen op de balustrade. Hij scheen in een staat van gevoel loosheid te verkeeren en deed merk bare pogingen om tot zichzelf te komen en te begrijpen wat men hem voorlas. Toen hij het begrepen had. viel hij op de bank neer en barstte in snikken uit. Zijn advocaten naderden hem en drukten hem de hand. De algemeene vraag, of er een ritueele moord gepleegd is, werd den gezworenen niet gedaan, dus konden zij ook niet beantwoorden, maar de gezworenen zijn aan de bedoelingen van den advocaat-generaal en van de anti semiotische vertegenwoordigers der clericale partij in zooverre te gemoet gekomen, dat zij als hun meening hebben uitgesproken, dat de moord is gepleegd op de aan den Jood Seizef toebehoorende tegel- bakkeiij, waar een groot aantal Joden werkt en waar dus bijgevolg den ge- heelen dag Joden in- en uitgaan. Daarbij is, volgens de uitspraak der jury, de moord gepleegd op een wijze, die wel nog geen ritueele moord be hoeft te zijn, maar er toch veel op gelijkt. Daarmee blijft voor de anti semieten en voor den advocaat-gene raal de mogelijkheid over om te zeggen: «Heeft Beilis al geen deel genomen aan den moord, dan zijn vermoedelijk andere Joden de daders b.v. de hooihandelaar Freiwel Schneer- son, die in hetzelfde stadsdeel woont, op den dag van den moord in de fabriek geweest moet zijn en zeer verdacht is gemaakt, omdat hij de neef is van een slachter. Het zou begrijpelijk zijn wanneer op grond van de uitspraak der jury de volle woede van het opgehitste anti-semietisch ge peupel zich zou wenden tot de als plaats der misdaad aangewezen tegel bakkerij en wanneer de «Ware Russen" het huis van Scbneerson in brand staken of met dynamiet in de luebt deden springen. Het openbaar Ministerie en het Hof hebben in elk geval niets gedaaD om misdaden en uitspattingen van «Ware Russen« en verder gespuis tegen te gaan. Ook voor een nieuw ritueel-moordproces bereidt deze uitspraak der jury den bodem al zou men zich af kunnen vragen of deze of een andere advocaat-generaal nog den moed zou vinden om voor geheel Europa een nieuw schandaal ten loon te spreiden zooals dat, wat nu een einde beeft genomen. Wat nog een tweede gevolg is van het vaststellen der tegelbakkerij als plaats der misdaad, is dat daardoor de werkelijke opheldering van den moord veel moeilijker is geworden. In het proces toch zijn Vera Tsje- beijak, haar broeder Singajefski en diens vriend Roedszinski vrij duidelijk als de moordenaars aangewezen, maar wanneer de moord op het terrein der tegelbakkerij of in de fabriek gepleegd was, dan zouden zij de schuldigen niet kunnen zijn. Deze uitspiaak van de jury stelt dus vrouw Tsjeberjak en haar misdadigersbende weer buiten vervolging, laat den moord op den ongelukkigen, knaap Joestsjinski ongewroken en zou alleen aanleiding kunneu geven, om nu we er oj dezelfde manier als tegen Beilis, een proces tegen Schneerson te beginnen verondersteld dat men daar den moed toe had. De politie te St. Petersburg heeft een groot aantal advocatenkantoren doeri sluiten en verzegelen, in antwoord op hot protest der Petersburgsche advocaten tegen het Beilis-pi oces. Niet minder dan 120 advocaten zullen zich voor den rechter hebben le verantwoorden. De Vereeniging van Petersburgsche psychiaters heeft een motie aange nomen, waarin het oordeel van prof. Sikorski van nul en geenor waarde in en strijd met de wetenschappen en de Russische wet wordt genoemd. Aan de vergadering waarin deze motie werd aangenomen namen de meest geziene professoren en doctoren van Petersburg deel. Verlaging van briefport. Gevraagd werd in de afdeelingen der Tweede Kamer dat aan de Neder- landsche gedelegeerden op het in 1914 te Madrid te houden internationaal postcongres, de instructie zou worden gegeven van het internationale brief port mede te werken tot 5 tot 7'/i cent. Op het voorstel van Engeland, dat met Duitschland een postverdrag sloot tot invoering van een eenheidsport van 5 cent beproeve ook Nederland met de omliggende landen verdragen te sluiten tot verlaging van het brief- poit. Brievengaarders 1 Alle beambten der posterijen heb ben hun vrijen arond en Zondag, alleen de brievengaarders waren daar van tot dusver verstoken. Thans is door den directeur-generaal bepaald, dat met ingang van 16 November alle brievengaarders, die met loop- dienst belast zijn, daarvan des Zon dags op Rijkskosten 'zullen worden ontbeveD. De administratieve dienst moet even wel alle Zondagen door hen worden uitgevoerd. Het hoofdbestuur van de Ver eeniging voor Vrouwenkiesrecht meldt, dat het zich met een schrijven tot H. M. de Koningin heeft gewend, waar in het uiteenzette, dat na de para graaf in de Troonrede, waarin toe zegging wordt gedaan om onvetwijld over te gaan tot een zoodanige wijzi ging van de Grondwet, dat deze geen beletselen meer zal bevatten tegen de invoering van Vrouwenkiesrecht, en nu herhaaldelijk in de Rogeerings- lichamen over vrouwenkiesrecht zal worden gesproken, en dat het bestuur van de Vereeniging voor Vrouwen kiesrecht daarom de vrijheid neemt, Hare Majesteit te verzoeken, Haar te mogen inlichten omtrent de gronden, waarop door vele vrouwen in Neder land het kiesrecht verlangd en in de tegenwoordige tijdsomstandigheden zoo noode gederfd wordt. Op dit schrijven ontving het hoofd bestuur der vereeniging reeds zeer spoedig bericht, dat Hare Majesteit gaarne schriftelijke inlichtingen zal ontvangen. Het hoofdbestuur heeft daarop een Nota afgemaakt, waarin het in bet kort de voornaamste redenen uiteen zet, waarom de vrouwen bet kiesrecht wenschen en hieraan toegevoegd eenige door de vereeniging uitgegeven ge- schriftjes, waarin enkele onderwerpen uitvoeriger worden behandeld, alsmede een boekje «vrouwenkiesrecht", uitge geven door de wereldbibliotheek en geschreven door dr Aletta H.Jacobs en mevr. Van BalenKlaar, respec- ALLES KOMT EENMAAL OP Z N POOTEN TERECHT DOOR A. S. H. BOOMS. 18) De geheele parade viel in 't water Het werd 'n gezellige, vroolijke, huiselijke pan, waarbij het blaffen dei- honden, het geschreeuw der straat jongens en het luide gezang, gelach gejuich van het publiek zich mengden met de opwekkende toonen van den fermen defileermarsch. Het défilé vau dezen goedgeoefen- den, doch nu door dat voorval schijn baar vrijgevochten troep, verliep op 'n wijze waarvoor de traditioneel de lachlust opwekkende Ilollandsche schutterij zich geschaamd zou hebben allen zoowel militairen als burgers hadden de dolste pret. Alleen de majoor kookte van woede over het mislukken zijner zoo deftig begonnen en plechtig bedoelde parade en dat had hij, naar hij meende, alleen te danken aan den dollen moedwil van den hem steeds in de wielen rijden den overmoedigen luitenant VanDijcke. Na afloop der mislukte plechtigheid verzamelden zich de officieren, wien de lach in de oogen schitterde, om hunnen chef, waarvan het uiterlijk storm voorspelde, en het Europeesche publiek wachtte nog nieuwsgierig, niet alleen naar het verdere verloopdergrap, doch vooral om Nol en zijne honden eene ovatie te brengende trouwe dieren, nog altijd zoo bespottelijk ge tooid en in 't vooruitzicht der ver wachte liefkozing, hadden naast Van Dijcke in den kring der officieren in hunne gewone zittende houding plaats genomen, zoodat het den schijn had alsof zij nog een compliment verwacht ten voor hunne amusante stoornis. Mijnheer Van Dijcke, zoo begon de strenge chef, wat beduidt die aar aardigheid? Ik weet 't evenmin als u, ma joor! antwoordde de aangesprokene op kalmen toon terwijl 'n soort glim lach om z'n lippen speelde. 't Zijn uwe honden, en ik be weer dat u, de eeuwige mystificateur, 't wel weet! beet den chef hem in zijn drift toe. Geen antwoord volgde. Antwoord, mijnheerriep de majoor in zijne ontembare drift. Ik heb geantwoord, majoorI... U weet, mijn ja is ja, mijn neen is neen 1 't Was als schrok de woedende chef van die uiterst bedaard en met zekere waardigheid, eenigzins dreigend met stouten blik, kort uitgesproken woor den. Wie is dan de schuldige? was de nieuwe ofschoon reeds minder barsch gedane vraag. Ik weet 't niet, majoor! Wie vermoedt u dan? Ik vermoed niets majoor! Weet u dat ik die honden van u zal laten doodschieten bulderde de chef, den van drift trillenden vinger naar de beide trouwe zich van geen schuld bewuste dieren uitstrekkende, die nu nog bovendien dreigend begonnen te brommen. Een eenvondig minachtend schouder ophalen van den luitenant was 't ant woord. Waarom haalt u zoo de schou ders op, mijnheer Van Dijcke? Spreek, ik gelast 't u herhaalde hij daardoor weder buiten zich zelve van woede toen de aangesprokene bleef zwijgen. Bedaard en rustig zag de jonge officier, die zich volkomen meester bleef, zijn chef aan, daar diens onma tige drift zijne eigene kalmte deed toenemen, en hij antwoordde met dui delijke, heldere vaste stem. U is te veel man van eer, majoor, om u op die lafhartige wijze te ver grijpen aan twee onschuldige trouwe honden, en bovendien Nu en bovendien vroeg de majoor, toen de luitenant ophield, reeds eenigzins milder gestemd door die waardeerende woorden. bovendien, majoor, zou 't niemand geraden zijn zoo iets te be proeven, want de luitenant Van Dijcke laat niet met zich spotten, wie 't ook zij, die zoo'n daad zou wagen I sprak hij vast en dreigend, onverschrok ken kalm den majoor aanziende. Dit klonk onverwacht als een don derslag bij kalm weder en allen waren ontzet over de driestheid van dien jongen man, die op weg scheen om zich aan zijn superieur te vergrijpen; de majoor zag de noodzakelijkheid in om het onderhond te doen eindigen. Ik dank de heeren, sprak de majooor groetende en zich tot kalmte dwingende, de kapitein der 2e kom- pagnie verzoek ik mij te vergezellen, ik moet hem spreken, de luite nant Van Dijcke gelast ik zich Daar zijne woning te begeven en daar te blijven tot hij nader van mij gehoord heeft I (Wordt vtrvolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1