NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. gflfememee Plaatselijk Nieuws. FEUILLETON. XV 23 Zaterdag 21"Maart 1914. 43e jaargang PREMIE HET BABYLON HOTEL Amersf oortschs ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden aiterlijk Dinsdag en Vrijdag. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraut 17. Telephoonn. 69. ADVER1ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiên viermaal geplaatst norden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. voor de lexers van deze courant. Het heden vei schenen 51ste nummei van den vijfden jaargang van bevat o.a.: Portret van Dr. E. B. Kielstra. Kijkjes uit Durazzo. hoofdstad en residentie van bet nieuwe Balkan-rijk Albanië. Het bijna voltooide Spoit- park te Amsterdam. Prins Cai- naval in dienst der liefdadigheid. Intern. Kattententoonstelling te 's-Gra- venhage. Het Eeuwfeest van den Geneialen Staf. Inboorlingen aan het werk, ter voltooiing van den Tan- gangika-spoorweg id Duitsch Oost- Afrika. De mijnramp te Tbieu in België. De Koloniale Tentoonstelling te Semarang. De kleinste Kaarsen- fabiiek van ons land. Eenige in teressante kiekjes uit Medan (Suma tra) 75-Jarig bestaan v. h. Leidsche Studentencorps. Het Kurbaus te Egmond aan Zee verbrand. De koning van Albanië op het slagschip «Taurusc. De al tisten Louis Bouw meester en Julie d'Arpé. Het Kindernummer »OnsPrinsesje." De geabonneerde wonend* wenscht zich te abonneeren op het weekblad „PAK ME MEE", tegen den prijs van 3'/> cents thuis bezorgd. De Utrechtscbe Waterleiding maatschappij heeft naai wij reeds in 'i kort bei ichiten het gemeentebestuur van Amersfoort in de persoon van den burgemeester, mr. J. C. giaaf van Randwijrk gedagvaard wegens het in exploitatie bienven van een eigen waterleiding wat volgens eischeresse die mr. H. P. an H yst te Uirecht tot baren piocureur beeft gesteld in snijd is met db baar in Maan 1889 verleende en lot 1932 geldende con cessie, waai bij eischeresse zich ver bond water te leveien aan de gemeente en de ingezetenen volgens bet taiief en de voorwaarden, door B. en W. goed te kernen. Aan de dagvaarding die buitengewoon omvangrijk is, ont- leenen wij beden eenige der voor naamste gronden, waarop eischeresse zich plaatst. Zij is van oordeel, dat genoemde aburgerrecbtelijket overeen komst betielïende de watervoorziening volgens baar uiboud en strekking ge daagde verplichtte, om geen andere gelijke concessie te verleenen of zelf een gemeentelijke waterleiding aan te leggen of te exploiteeren, zoo lang de zoogenaamde concessie van kracht is en dat gedaagde, door toch een gemeentelijke drinkwaterleiding aan te leggen en te exploiteereo biuneu de gemeente niettegenstaande de door eiscberes tot tweemaal toe aan den Baad gerichte waarschuwingen zich schuldig beeft gemaakt aan wanpres tatie. Het is, aldus eiscberes, daaren boven niet overeen ie brengen met de goede trouw, en met hetgeen de billijkheid of het gebruik van een dergelijke overeenkomst naar den aard medebrengt, dat een gemeentebestuur aan de Naaml. Vennootschap, in casu eischeresse, concessie verleent tot uit oefening van een monopolistisch be drijf te dien einde met baar een overeen komst aangaat, kracbtens welke zij, tot ricblige nakoming van de aan haar opgelegde veiplichtingen, aan zienlijke kapitalen in verschillende weiken moet vastleggen, baar een belangrijk risico op zien laat nemen, haar in den waan biengende, dat zij gedurende eeri lange reeks ac jaren de vruchten van haar arbeid en kapitaal- aanwending zal kunnen genieten om dan wanneer het risico gedragen is en de zaak vooideelig blijkt ie zijn, maaireg len ie gaan nemen, welke eischerresse's bedigf lot ondergang moeien veioordeelen die m de zaak gestoken kapitalen zoo goed als waar deloos moeten'maken, orn vervolgens de winsten, waarop eiseheiesse recht had te rekenen, haar te ontnemen en in eigen kas over ie brengen. Dit klemt te meer, daar de gedaagde gemeente bet water uit hare water leiding goedkooper aan de ingezetenen versirekken kan en verstrekt, dat eischeresse dit doen kan, zoolang zij verplicht is het water aan te voeren uit de Soesiai beide, terwijl de gemeente de gevraagde vergunning om 't water van elders te mogen aanvoeren gelijk de gemeente zelve doet waardoor bet goedkooper is te leveren, geweigerd heelt. Degedaagde gemeente doet dan ook aan eischeresse een moordende concurentie aan, waartegen deze machteloos staat en waardoor zij reeds meer dan de helft van bare abbonnementen watet levering aan ingezetenen van Amersfoort heeft ver- loien, terwijl de zware verplichtingen, die op haar rusten, blijven bestaan. Eiscberes is van oordeel dat waar gedaagde zich ter lechtvaardiging be roept op art 31 der concessievoor waarden, luidende»De beslissing over de verklaring, toepassing of niet na koming dezer concessie blijft uitsluitend aan den raad opgedragen«, een zoo danig beding geen rechtskracht heeft en al ware dit aoders, gedaagde dit bedrag niet te goeder trouw heeft uitgevoerd, integendeel daarvan te kwader trouw gebruik maakt, ten einde de rechten van eiscberes te krenken. Ook gesteld dat er door het raads besluit, waarbij de concessie werd Iveileend en door de aanvaaiding diei jconcessi geen pi ivaatreccterlijk con tract is ontslaan, maar die concessie moet woiden beschouwd als een uit [sluitend publiekrechter lijke handeling, j dan ziju daarmede toch rechten ver- leend en verplichtingen opgelegd, welke rechten thans nog len volle bestaan, ie'wijl de exploitatie van een drmk- waiei leiding door gedaagde onrecht matig is, daar die daad <1e uitoefening I van het aan eiscberes uit kracht eener wettelijke verordening toekomend recht in den weg staat en binnen zeer korten tijd totaal te gronde richt, waarmee aan eiscberes geen groote schade woidl berokkend, die gedaagde verplicht is te vergoeden. Hoe de beslissing zal uitvallen, óf dat de exploitatie der gemeente in strijd is met de overeenkomst óf ten opzichte van eischeresse is een on rechtmatige daad, vraagteiscberes veroordeeling in beide geval len. 'J. om aan eischeresse te vergoeden alle kosten, schaden en interessen, door eischeresse gehad en geleden en te hebben en te lijden tengevolge van bovenomschreven handelingen van ge daagde, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet 2. om de bedoelde waterleiding te sluiten en de aansluitingen aan die gemeente-waterleidingen bmnen twee maal vier en twintig uren na de in dezen te wijzen uitspiaak op te heffen; 3. om bij gebreke van het sub 2 gevordeide aan eischeresse te betalen als schadevergoeding eene som van duizend gulden per etmaal totdat ge daagde daaraan beeft voldaan: 4. in de kosten van bet rechtsge ding. De Gelderscbe Vallei is thans een groote waterpias. Door de aan houdende regens, waai door een groote aanvoer van water, uren ver m den omtrek plaats heeft, is deze ongunstige toestand ontstaan. De afvoer van dat water moe-l plaats hebben door mid- del van een kanaal. de G' ifi, hetwelk i loopt van de Grebbe naai Amersfoort. Dat kanaal is niet van voldoende capa citeit. om in ijjden van veel regen de groote watermassa at te roeien. Menig maal komen dan ook in den zomer zulke toestanden voor, waaidoorenorm veel schade wordt veroorzaakt aan veldvruchten, gias, enz. Thans ,ver- keeren tal van boerderijen in een be narden toestand. Het vee staat als't ware in het water. Ingekuilde aard appelen bederven door dien boogen waterstand. Het water staat lot in de huizen, Tal van bewoners bebben zich met een dringend verzoek tot den minister van Waterstaat, gewend en Zijue Excellentie verzocht persoon lijk den toestand eens in oogenschouw te komen nemen, wellicht, dat er dan eenige verbetering zou kunnen ge bracht worden in den waterafvoer van de Gelderscbe Vallei. De eerste luitenant F. Vervloot van het 5e regiment infanterie, toe gevoegd aan den commandant der Nieuwe Hollandsche Waterlinie, isop zjjn verzoek krachtens punt 5 art. 70 der Bevorderingswet voor de land macht 1902 op non-activiteit gesteld. Bij Kon. besluit van 20 Febr. is aan di. J. H. Moll.oud rector van het gymnasium alhier een pensioen ver leend van f 2i)67. Aan den beer P. F. M Visser, opzichter-teekenaar alhier, is met in gang van 1 April a.s. eervol ontslag verleend wegens zijne benoeming tot opzichiei-landmeter in gemeente dienst te Rotterdam. Tot tijdelijk onderwijzer aan de openbare lagere schooi in de Helle straat alhier is benoemd de heer li. van Goelen, te Schoonhoven. Te Arnhem is overleden oud- generaal-majoor H. F. D. Biaams. oud-inspecieur van liet Wapen der Ca vallei ie Generaal majoor Braarns door E. Behnett 8) (uit het Engelsch.) Wat weet ik er van, of mijn onwaardeerbare juffrouw Spen cer niet tevens betaald wordt door een of andere kleermaak ster van 't Hof of een Frankforter bankier? Zelfs Rocco kan misschien nog wel iemand anders wezen behalve Rocco." Dat maakt 't des te meer belangwekkend," merkte Theodore Racksole op. "Wat is u lang weggebleven, vader," zei Nella, toen hij bij tafeltje No. 17 in de eetzaal terugkeerde. "Maar twintig minuten, m'n engel." «Maar u zei twee seconden. Dat's een verschil." «Och, zie je, 'k moest even wachten tot de biefstuk ge braden was." «Heeft 't u veel moeite gekost om mijn verjaarscadeau te krijgen «In 't geheel geen moeite. Maar 't kwam niet zoo goed koop als je dacht. «Wat bedoelt n, vader?" «O, alleen dat ik 't heele hotel heb gekocht. Maar dat doet er niet toe." «Vadertje, je bent eenig. Krijg ik 't hotel als verjaars cadeau «Neen. Ik ga 't zelf beheeren bij wijze van amusement. Zeg eens, voor wien is die stoel?" Hij merkte op, dat er een derde couvert was bijgezet. «Voor een vriend van me, die een minuut of vijf geleden is binnengekomen. Natuurlijk heb ik bem verteld dat hij met ons biefstuk-maal genoegen moet nemen. Hij zal wel dadelijk hier zijn." «Mag ik zoo vrij zijn z'n naam te vragen?" «Dimmock voornaam Reginald; van professie Engelsch secretaris van Prins Aribert van Posen. Ik heb hem ontmoet, toen ik 't vorige najaar met nicht Hetty in Petersburg was. O, hier is hij. Mr. Dimmock, dit is m'n vader. Hij is geslaagd met z'n biefstuk." Theodore Racksole zag een heel jongen man voor zich met diepliggende, donkere oogen, en een blozend, jongensachtig gezicht. Ze begonnen te praten. Jules naderde met den biefstuk. Racksole probeerde een blik van den kellner p te vangen, maar 't gelukte hem niet. Het diner nam een aanvang. «Hé, vader." zei Nella, «wat heeft u in vergissing een massa mosterd genomen!" «Heb ik?" zei hij, en zich bukkende, wierp hij toevallig een blik in een spiegel, die aan zijn linkerhand tusschen twee ramen hing. Hij zag'de weerkaatsing van Jules, die achter zijn stoel stond, en hij zag Jules een lichten, veelbeteeke- nenden onheilspeilenden wenk geven aan den heer Dimmock voornaam Reginald. Hij hekeek even zwijgend zijn mosterd. Toen stemde hij toe, dat zijn dochter misschien wel gelijk kon hebben. III. Tb dbie uur vooejiiddags. Ondanks zijn prille jeugd bleek de beer Reginald Dimmock een man van de wereld eD van vrij wat ondervinding te zijn, en tevens een drukke prater. Het discours tusschen hem en Nelly Racksole bleef zonder ophouden aan den gang. Ze bab belden over St. Petersburg, en het ijs op de Newa, en den tenor vau de opera, die naar Siberië was verbannen, en de kwaliteit van de Russische thee, eD 't lekkere van de Rus sische champagne, en tal van andere Russische zaken. Toen dat onderwerp was uitgeput,' begon Nella het een en ander te vertellen omtrent haar eigen doen en laten sinds ze den jongen man in de hoofdstad van den Czaar had ontmoet, en die mededeelingen brachten het gesprek op Londen, aan welk onderwerp het gewijd bleef tot dat 't laatste stukje biefstuk was gebruikt. Theodore Racksole merkte op, dat de heer Dimmock uiterst beperkte inlichtingen gaf omtrent zijn bezig heden, zoowel wat het verleden als wat de toekomst betrof. Hij beschouwde den knaap als een typisch aanhangsel van 't Hofleven, en vroeg zich af hoe hij wel aan die betrekking van secretaris bij Prins Aribert van Posen zou gekomen zijn, en wie Prins Aribert van Posen kon wezen. De millionair verbeeldde zich, dat hij wel eens van Poseu had gehoord, maar wist 't niet zeker; hij stelde zich zoo eenigszins voor, dat 't een van die kleine, onbekende Dnitsche staatjes was, waar vijf zesden van de onderdanen paleisbeambten zijn en de rest kolenbranders of herbergiers. Tegen dat het maal op

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1