NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. Hartstocht. FEUILLETON. HET BABYLON HOTEL No. 30. Woensdag 15 April 1314. 43e jaargang De Firma A. LEWENSTEIN VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. AaDgezien ons gebleken is dat er onder onzen naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai machines nevenstaand handelsmerk moet voor komen. Men late zich onder welk voorwendsel ook geen nagemaakte Lewenstein' machine aan praten. Voor Amersfoort en Omstreken eenigste Agent W. KOMMEB, Kroramestraat 24, Amersfoort. UTRECHT, Cll OORSTRA AT 14. Amersfoortsche ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Lngezanden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraut 47. Telephoouu. 00. ADVER1 ENTlRN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Gtroote letters en vignetten naar plaatsruimte. Hartstocht is sterke levensdwang. Hij verheft het willen tot het hoog tepunt, vuurt hel begeeren aan tot feilen gloed, versnelt het tempo »an het handelen tot ijlenden spoed Tege- lijkeitijd doet hij de luimte dei levens- ziening inkrimpen, wijl alle aandacht zicii ricbi naar het ^erlangde doel, de blik geen andere lijn volgt dan die ei heen voett; bij verarideit de schatting der waarden, door de hoogste piijsbepaling vast te stellen voor het geen wordt nagejaagd, met verwaar- loozing vau wat daarnevens en wel licht voor vele anderen kostbaarscliijnt. In dien zou bet aannemelijk zijn'te maken, dat hartstocht slechts is een quaestie van ternpei ament, een psychi sche eigenschap, staande onder den invloed van pbysteke gesteldheid. Inderdaad zou het een niet juiste, althans zeer enge opvatting zijn, bier van een deugd of van een ondeugd te spreken. Binnen zekere grenzen verandert de aard eener slof niet door meerdere of mindere verwarming, en evenmin hangt de adeldom van ons begeeren af van de kracht, waar mee het wordt doorgezet. Ter toets van dezen dienen zoowel de aard van het voorwerp, waarop het zich richt als de middelen, die het aanwendt ter verkrijging. Hartstocht leidt tot eenzijdigheid. Wanneer al de kracht van den geest en dikwijls ook van het lichaam saarn gebracht wordt in één brandpunt, dan komt al hetgeen daar buiten ligt in de schaduw en in de koelte. Moge de levensvolheid in schijn minder worden, dat hangt toch ook alweer af van de waarde van wat op die halfverlichte plek te vinden is en gezocht wordt. Voor den met harts tocht zoekende bestaat er een parel van hooge waarde; om haar te ver krijgen wil hij alles te gelde maken; hij denkt slechts aan, hij droomt slechts van haar. Is zij verkregen, dan vervult blijdschap zijn ziel. Mis schien vinden vele anderen hem een dwaas; zij kunnen niet begrijpen hoe het mogelijk is dat hij vele goede dingen minacht, dat hij geen aandacht schenkt aan hetgeen haat toch wezen lijk wel verdient. Geheel ongelijk hebben die anderen niet. Het leven schenkt vele gaven, en het kan als een gemis van wijs heid, ook van dankbaarheid worden beschouwd, deze niet te wtlleu ge nieten. De gloed, die de ziel door tintelt, kan in vele richtingen zich spreiden zij kan daar, en ginds, en elders een verkwikkende warmte brengen. De bestaansvreugde kent meer dan één zegen en de veelheid der bloemen draagt meer bij tot de schoonheid van den bof, dan de weelderigheid van een enkele. Maar heb er nu eens uw zinnen op gezel en uw ziel aan gewijd, die ééne le brengen tol een nooit bereikt peil van siei lijkheid, tot een volkomenheid van vormen, die alle kweekers met verbazing vervult, is bet dan niet natuurlijk dat er dan geen gelijke belangstelling overblijft voor andeie gewassen, al komen die ook in schoon heid baar nabij? Er is een opvatting, die den harts tocht afkeurt, zoo Diet veroordeelt. Niet slechts is bij eenzijdig, maar ook overijld; hij snelt zijn doel voor bij, overweegt niet met bedaardheid de middelen om het te bereiken, windt zich op tot een verbijstering van deo geregelden gedachtengang. Geheel ongegrond is die aantijging niet, maar ook zij loopt mank aan het euvel der eenzijdigheid. Men be ziet den hartstocht van zijn slechtste zijde, door hij hem niet dan een drang tot onoverdachte handelingen en sterk geprononceerde, om niqt te zeggen dolle, bewegingen te ontdek ken en miskent zijn karakter, door te beweren dat het hem aan rede neering ontbreekt. Veischeidenhetd van geaaidbeid belicht de dingen met velschillend schijnsel. Heel kalme naturen gaan voetje voor voetje door hel leven en beweren dat zij er ook wel komen het kan ook best zijn dat zij zich gelukkig gevoelen en dat hetgeen zij op hun hoogst bezadigde wijze tot stand helpen brengen, van waardevollen en duurza- men aard is. Evengoed kan bet geschie den dat de driftige najager van boog liggende dingen in de piactischen zin inist, die voor het uélslagen in de wereld onontbeerlijk is; dat hij, door zijn begeerten te verleggen, in zijn wispelturigheid niets bereikt. Maar ook aan beide kanten is het om- gekeeide mogelijk. De menscb beeft nu eenmaal zijn individueel karakter, dat bepaald wordt door afkomst en omgeving; de levensomstandigheden kunnen het wijzigen, maar bet geheel omzetten schijnt niet doenlijk. Dat zegt niets voor de wezenlijke waarde zooals in het natuurleven veredeling binnen de eigen soort zich beperkt, heeft zij op éthisch gebied plaats tusschen de grenzen van de aange boren eigenschappen. De hartstochtelijk aangelegde is niet dan met verkrachting van zijn natuur, die bet gevolg kan zijn van uitwendigen dwang of van iuner lijke verzwakking, te brengen tot den zielstoestand, die steeds tot het behoedzaam overwegen van eiken voetstap noodzaakt. Vermoedelijk is het wel een wijze ordening, dat die twee hoofdsoorten, met vele tusscheiischakeeringen, er zijn. De metiscbelijke ontwikkeling gaat nu eens langs een lijn van ge leidelijkheid, dan weer roet een sprong, en om dezen te doen, is een sterke drang noodig. Hartstocht voert tol daden van on begrensde toewijding, maar evenzoo tot onteerende handelingen. Wie zijn ziel geeft aan een hoog ideaal, vindt bevrediging in elke schre de, die het hem naderbij brengt. De vurige "drift naar voldoening aan zinnelijk genieten, het najagen van zelfzuchtige eischen voert tot teleur stelling en ontgoocheling bij elk be reiken. Dit is zoo niet het éénig, dan toch het voornaamste inerkteeken. Het geweten legt den maatstaf aan, be zorgt den toetssteen. Geen hoogere uitingen van het zieleleven zijn denkbaar zonder geest drift, die de openbaring is van den hartstocht. Kunst is passiewaar deze ontbreekt, is ook het uitstralen der bezieling afwezig. Wetenschap kan haar niet missen, en het is juist de hartstocht vau het onderzoek, die haar beoefenaars in staat stelt met een geduld en een volharding, die de grens van dag en nacht overschrijden, de verschijnselen le bespieden, door hun proefnemingen te voorschijn ge roepen. Zonder den hartstocht der menschenliefde zou het niet mogelijk zjjn het ofler te brengen, dat zoowel in moeielijke oogenblikken als in jarenreeksen van toewijding geëischt wordt, en zelfs de, wij zouden kunnen zeggen rnter kalme hartstocht van bet plichtgevoel voert tot daden, die van den adel des menschen ge tuigen. Is het evenwel niet ook hartstocht, die doet nederslorten in den afgrond der misdaad? Wanneer het hart zich met al zijn vezelen hecht aan een stuk goud, aan een eeretitel, aan de uitoefening van macht, als het in de menscbelijke toegenegenbeden niet bet geven, doch het nemen op den voorgrond plaatst en aan eigen begeer lijkheden alles ondergeschikt maakt, zijn dan met aanwezig en kunnen dan niet ieder oogenblik aan het werk gaan al die prikkels, die drin gen tot het vreeselijke en onherstel bare? En waarlijk, niet aan eigen voortreffelijkheid bobben wij het veel tijds te danken, wij vooral die ons wat hartstochtelijk aangelegd gevoe len, die lichtelijk aangedaan worden opwekkingen en gemakkelijk gehoor geven aan de stemmen, die tot ons doordringen, dat niet op eenig oogenblik over ons leven een schaduw is gegaan, die nooit weer optrekt. Want er dreigt een gevaar, een dat inzonderheid door gepassioneerde naturen vermeden moet worden. Als van het stoomwerktuig de regu lateur in het ongereede geraakt, slaat het gevaarte op hol en er gebeuren ongelukken. Teugellooze krachten brengen vernieling teweeg en rennen zich dood. Nu is dit in de eerste plaats van belang op te merken, dat hoe hooger bet ideaal ligt naar hetwelk 't harts tochtelijk verlangen zich uitstrekt, met des te grooter zekerheid gezorgd kan worden dat het de ziel rein houdt en op de daden den stempel van den adel drukt. Hoe geringer het percen tage van zelfzucht is, dat de zedelijke analyse in den hartstocht kan op sporen. des te kleiner wordt de kans, dat bij door niet-bevrediging een ge voel van teleurstelling, zelfs van ver bittering aankweeken zal. Hier durven wij de stelling aan, dat het doel de middelen heiligt, als het namelijk zoo verheven is, dat het de keuze van verkeerde wegen om er toe te gera ken, volstrekt onmogelijk maakt. Doch zoo onder elkander zijn wij menscben van sterke onvolkomen- beid en is bet lang niet zeker, dat bij hetgeen door ons met hartstoch telijk begeeren wordt nagejaagd, niet het een en ander is dat er eigenlijk buiten moest vallen. Ook daarom is het gewenscht, aan de bezadigdheid het medezeggenschap te gunnen. 13) door E. Bennett uit het Engelsch.) »Ja, waarom niet »Er is eigenlijk geen reden voor waarom u 't niet zou doen. Maar ik heb al sinds tien jaar lust gevoeld hem te ontslaan en ik heb er nooit den moed toe gehad." »'t Ging hoogst eenvoudig in z'n werk, dat kan ik u ver zekeren. Vóór dat ik heelemaal met hem klaar was, kreeg ik bepaald 't gevoel dat de kerel zoo kwaad nog niet*was." «Juffrouw Spencer en Jules allebei weg, op één en den zelfden dag!" zei Babyion. "En niemand om hun plaatsen in te nemen," zei Racksole. »En toch gaat het hotel z'n gang I Maar toen Racksole het Babylon-Hotel bereikte, zag hij, dat de stoel van juffroaw Spencer in het bureau bezet was door een smaakvol en statig in 't zwart gekleed meisje, van een hoogst innemend uiterlijk. "Lieve hemel I Nelly I" riep hij, naar het bureau gaande. «Wat doe jij hier? »Ik neem de plaats in van juffrouw Spencer. Ik wil u een handje helpen met uw hotel en ik verbeeld me, dat ik een uitstekende bureauliste zal zijn, vadertje. Ik heb met een zekere juffrouw Selina Smith, een van de type-writsters op het kantoor, afgesproken, dat ze me van alles en alles op de hoogte zou brengen en 't zal best gaan." „Maar, kijk nu eens hier, Helen Racksole. Heel Londen zal immers over zoo iets aan het babbelen gaan, dat begrijp je toch de rijkste van alle Amerikaansche erfdochters bureau liste in een hotel! En ik kwam nog wel hier om wat kalmte en rust te hebben 1" "'t Was zeker voor uw kalmte en rust, dat u't hotel heeft gekocht, papa?" "Je drong zoo aan op die biefstuk," antwoordde hij. »Kom, ga dat bureau uit, dadelijk." »Hier ben ik en hier blijf ik," zei Nelly en ze lachte haar vader onmeedoogend uit. Juist op dat oogenblik verscheen voor het bureau-raam 't gezicht vau een blondharig man van ongeveer dertigjarigen leeftijd. Hij was uitstekend gekleed, had een zeer aristocra tisch uiterlijk en hij scheen in een niet al te best humeur te zijn. Hij keek Nelly met onderzoekenden blik aan en deed toen een paar stappen achteruit. "Ach!" riep hij. "U hier!" «Ja, uw Hoogheid, ik ben 't. Vader, mag ik u voorstellen zijn Hoogheid Prins Aribert vau Posen een onzer meest gewaardeerde bezoekers." »U kent dus mijn naam, Fraulein?" lispelde de nieuwaan- gekomene in 't Duitsch. "Zeker, Prins," antwoordde Nelly op minzamen toon. «U was graaf Steenbock, toen ik u in 't voorjaar in Parijs ont moette blijkbaar reisde u toen incognito "Sst," fluisterde hij, met een dringend handgebaar en ter wijl hij op eens zeer bleek werd. Wat eb met Reginald Dimmock gebeurde. Een oogenblik later waren ze alle drie op hun gemak aan 't praten, met in elk geval den schijn van volkomen natuur lijkheid. Prins Aribert sloeg een vleienden, zelfs eerbiedigen toon tegenover Nelly aan en zijn houding tegenover Nelly's vader was meer vriendschappelijk dan hun wederzijdsche posi tie vereischte. De laatste amuseerde zich met 't bestudeeren van dezen vorstelijken afstammeling, den eersten met wien hij ooit in aanraking was gekomen. Hij kwam tot de conclu sie, dat de jonge man er geschikt genoeg uitzag, "geen non sens over zich had," en stellig een buitengewoon goed type van handelsreiziger zou zijn voor een voorname firma. Aldus luidde Theodore Racksole's voorloopige beoordeeling van den man, die misschien eenmaal regeerend Groothertog van Posen zou wezen. De gedachte kwam bij Nelly op, en ze glimlachte bij die gedachte, dat het bureau van een hotel nu niet bepaald de meest geschikte plaats was om een man vau aaDzien te ont vangen. Daar stond hij, met zijn hoofd halfweg door hei bureau- raam gestoken, achteloos leunende tegen bet houtwerk, alsof hij een makelaar in suiker of zoo iets, of directeur van een New-Yorksch operette-gezelschap was. «Reist uw Hoogheid heel alleen?" vroeg ze.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1