NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht. Hp
gafemeinee
FEUILLETON.
HET BABYLON HOTEL
No. 33.
Zaterdag 25 April 1914.
43e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
PREMIE
De verbetering van den Volkszang.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Rureau: Langestraat 17. Telephoonn. 09.
AD VER1ENT1ËN:
Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent.
Advertentiön viermaal geplaatst worden sleohts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
voor de lezers van deze courant.
Het heden verschenen 4de nummer
van den zesden jaargang van
bevat o.a.:
Mooie foto van de Cascaden te
Wilhelmshöbe. Gezicht op de haven
van Singapore. Oefeningen van
mitrailleurs besp. met honden.
Drie kiekjes van de Bloembollenvel-
den. Het groote Paascbcongres
van de S. D. A. P. in «Tivoh" te
Utrecht. Tentoonst. v. teekeningen
uit »de Notenkrakei'' De uit
Zuid-Afrika verbannen heer J. Poutsroa
en eenige leiders dei Ned. arbeiders
beweging. Eenige interes-ante
foto's uil het warme Zuiden. De
jaarlijksche groote rennen te Auleuil.
Twee foto's van de feesten te
Monaco. Intern. Liefdadigheids
Zwem- en Polowedstrijd in het Zui-
derbad te Amsterdam. Twee kiekjes
uit de Belgische Congo. Paiijsche
gemeenieraadsleden te den Haag.
Teraardebestelling v. Baron Schim-
melpeuninck van der Oye van Hoeve
laken.
Hel Kindernuoimer «OnsPrinsesje."
De geabonneerde
wonende
wenscht zich te abocneeren op het
weekblad „PAK ME MEE", tegen den
prijs van 3'/> cents thuis bezorgd.
De Commissie, benoemd door den
»Bond ter behartiging van de be
langen van het kind«, de Ned. Ver-
eeniging «schoonheid in opvoeding en
onderwijs» en de Tuchtunie«, ter
voorbereiding eener algemeene actie
voor verbetering van den Nederland-
schen volkszang waaromtrent het
rapport onlangs verschenen is heeft,
naar aanleiding van de door haar
gehouden enquête een reeks conclusies
en voorstellen opgesteld niet in
haar rapport opgenomen welke
wij thans hier doen volgen
1. Aan het Staatsbestuur worde
met den meesten aandrang verzocht
het examen-programma voor de akte,
bedoeld in art. 81 van de wet op
het L. O., zoodanig te wijzigen, dat
praktische kennis van zingen en van
de behandeling der stem worde ver-
plicnt gesteld. Daai naast worden spe
ciale examens voor het zangonderwijs
op de L. S. gesteld.
'2. Aan de autoriteiten, belast met
hei toezicbi op het L. Oworde van
Staat— en Gemeen te wetje opgedragen
ie zorgen, dat het zangonderwijs m
handen zij van daartoe door een akte
of aanteekening voor zang bevoegde
personen, bij voorkeur onderwijzers
en zoo dn met mogelijk is vakzang-
onderwijzers.
3. Bij gemeentebesturen worde op
de volgende punten in verband met
de school aangedrongenHel zang
onderwijs worde opgedragen aan daar
toe bevoegde krachten. Bij benoeming
van hoofden en onderwijzers gelde
bekwaamheid in het geven van zang
onderwijs als een aanbeveling. De
scholen worden voorzien van een
voudige doch goede instiumenten, bij
voot keur piano's, ter begeleiding en
begeleiders worden van gemeentewege
aangesteld tot hulp bij bet zang
onderwijs Speciale zangakten of diplo
ma's worden extra gesalarieerd. Bij
den scholen-bouw worde gerekend op
een voor het zingen geschikt lokaal.
De gemeentebesturen benoemen in
hun schooltoezicht enkele musici of
goede dilettanten, die op de hoogte
zijn van de eischen, welke aan goed
schoolzangonderwijs kunnen worden
gesteld. Van gemeentewege worden
zang- en spreekcursussen voor de
onderwijzers, zoowel van 't Fröbel als
van het Lager Onderwijs opgericht
of gesubsidieerd. Deze cursussen moe
ten onder leiding van hiertoe be
voegde personen staan.
4. De opleiding van aanstaande
onderwijzers(essen) voor het vak zingen
worde verbeterd.
5. Er worden maatregelen genomeD,
dat het zingen in de Fröbelscholen
meer algemeen onder leiding sta van
onderwijzeressen, die daartoe bevoegd
zijnde opleiding worde in verband
daarmede verbeterd, en bet verkrijgen
van een aanteekening voor dit vak
op bet diploma voor Fiöbelonderwij-
zeres worde bevorderd.
6. Het zingen worde bevorderd en
inge»oeid op inrichtingen van Middel
baar en Huoger onderwijs, hetzij als
verplicht of als facultatief leervak,
heizij duor tiet oprichten van vrij
willige zangkoren onder goede leiding
buiten de sctiooluren.
De Cummissid meent, dat tot ver
wezenlijking van deze wenschen, bet
aanbeveling verdiend adressen te doen
zenden, door alle vereenigingen die
belang hebben bij heigeeu in deze
punten vermeld is, aan de desbetief-
iende autoriteiten van Staat en Ge
meenten.
7. Met medewerking van kweek
scholen, muziekscholen en spraak
leeraren worde bet goed en zuiver spre
ken, en bet hygiënisch gebruik van de
stem bevorderd m bet algemeen, doch
in het bijzondei bij aanstaande onder
wijzers.
Op de muziekscholen worden op
leidingsklassen ingericht voor ben, die
een akte voor bet geven van onderwijs
in zang aan kweek- en normaalscholen
wenschen te behalen.
8. Het zingen worde bevorderd en
ingevoerd in de militaire scholen en
het leger.
Hiervoor zou men een adres kunnen
richten aan de Ministers van oorlog
en marine en de hulp en medewerking
kunnen inroepen der militaire en
stedelijke muziekcorpsen en der weer-
baarheidsvereenigingen.
9. Het streven voor eenheid in den
volkszang worde gestend, waarvoor
men samenwerking zou kunnen zoeken
met het Comiié i. z. «Eenheid in den
Volkszang».
10. Er worden krachtige pogingen
in het werk gesteld tot verbetering
van het geestelijk lied, in 't bijzonder
van het zingen der gemeenten in de
kei ken. De medewerking van allen,
die daarop invloed kunnen uitoefenen,
worde hiertoe ingeroepen, m. n. die
van godsdienstige genootschappen,
de Nederlandscbe Organistenvereeni
gingen, predikanten en geestelijken.
11. Met medewerking tan kunst
critici, solisten, zangers, muziek
scholen en muziekonderwijzers, en
allen die daartoe iets kunnen bij
dragen, worde bet zingen en de
Nederlandsche toonkunst in het al
gemeen gesteund.
12. De verspreiding van goede
Nederlandscbe liederenbundels worde
bevorderd, ook en vooral onder stu
denten, in hotels, bioscooptheaters e.d.
13. Bevorderd worde de organisatie
van volksoijeenkomsten, zoowel in de
openlucht als binnenshuis, waar goede
volksliederen aan het publiek worden
geleerd, in dier voege, dat de liederen
.ioor een geoefend zanger eenige
malen worden voorgezongen, waarna
het publiek de liederen nazingt, zoo
mogelgk met begeleiding van een
oikest of instrument, of gesteund door
een koor. Er worde gezorgd, dat het
publiek den tekst der liederen in
banden heeft.
14. Het dichten van teksten en
het componeeren van melodiën van
volksliederen worde bevorderd door
het uitschrijven van prijsvragen en
bet doen zingen en verspreiden van
de bekroonde liederen.
15. De oprichting en de goede
leiding van volkskoren, ook straat
koren, worden zooveel mogelijk be
vorderd.
16. Met medewerking van muziek
scholen en koorvereenigingen worde
de vorming van goed onderlegde
koordirigenten bevorderd.
17. Het zingen van enkele volks
liederen bij gelegenheid van vergade
ringen worde aangemoedigd. Evenzoo
hel goed zingen op marschen, wan
deltochten, schoolreisjes, padvinders-
oefeningen, enz.
18. Het spelen van volksliederen
door carillons, harmonie- en fanfare
corpsen worde bevorderd.
19. De controle op straatorgels,
straatzangers, café-cüantants e. d.
worde verscherpt of, voor zoover nog
niet aanwezig, ingevoerd.
Een ruim veld van actie kunnen
hier vinden in bet bijzonder alle
vereenigingen, die zich speciaal op
hel gebied van de toonkunst en van
den volkszang bewegen terwijl voor
bet sub 17 genoemde ook de aan
dacht van andere vereeuigingen moge
gevraagd worden en voor punt 15,
o. a. wat den straatzang betreft, de
hulp van organisaties als de Leeuwar-
denscbe straatzangers en de koren
van de Evangelisatie vereeniging „bet
Vischnet" te Rotterdam.
20. De algemeeoe belangstelling
worde bevorderd met medewerking
van de pers, door het stelselmatig
schrijven en verspreiden van artikelen
over volkszang en liederen in den
volkstoon.
Hiervoor kan de pers belangrijken
steun geven. De Commissie geeft in
overweging dat een comité wordt
benoemd tot het redigeeren en ver
spreiden van een reeks artikelen in
de dag- en vakbladen, ongeveer op
de wijze als de Vereeniging voor ver
eenvoudiging van examens dit gedaan
heeft voor onderwijsbelangen.
Ook verdient aanbeveling het
16)
door E. Bennett
(uit het Engelsch.)
«Wees zoo goed den armen jongen naar mijnapartementen
te doen overbrengen," zei de Prins, met een gebaar in de
richting van de twee mannen. «De dokter zal zeker wel dadelijk
komen." Racksole kwam op dat oogenblik plotseling tot 't besef,
dat hij niets meer was dan een gewoon hoteleigenaar wien
een lastig, onaangenaam geval was overkomen. Gedurende een
seconde kwam de wensch bij hem op, dat hij het Babyion-
Hotel maar nooit had gekocht.
Een kwartier later bevonden Prins Aribert, Theodore Rack-
sole, een dokter en een inspecteur van politie zich in de receptie
kamer van den Prins. Ze waren juist uit. een zijkamer gekomen,
waarin het stoffelijk overschot van Reginald Dimmock was
neergelegd.
«Wel?" zei Racksole, den dokter aankijkende.
De dokter was een gezet man met een jongensachtig gezicht
en schrandere, diepliggende oogen.
»'t Is geen hartsaandoening," zei de dokter.
»Geen hartsaandoening?"
«Neen."
«Wat is 't dan?" vroeg de Prins.
«Ik zal die vraag misschien kunnen beantwoorden als de
lijkschouwing heeft plaats gehad," zei de dokter. «Nu kan ik
die in geen geval beantwoorden. De verschijnselen zijn eenigs-
zins zonderling."
De inspecteur van politie begon het een en ander in een
notitieboek op te schrijven.
VI.
In de Gouden Zaal,
In het Babylon-Hotel werd dien avond een groot bal ge
geven in de Gouden Zaal, een ruim lokaal, dat aan het hotel
grensde, hoewel het er eigenlijk maar half bij behoorde, en
waar in elk geval niet zoo'n voorname, aristocratische geest
heerschte als in het hotel zelf. Theodore Racksole wist niets
van de zaak, behalve alleen dat 't een partij was, aangeboden
door zekeren mynheer en mevrouw Sampson Levi aan hun vrienden.
Wie de heer en mevrouw Sampson Levi waren, wist hij niet, en
niemand scheen in staat hem iets omtrent hen mee te deelen,
behalve alleen dat de heer Sampson Levi een zeer voornaam
lid was van dat deel van de Effectenbeurs, familiaarweg het
Kaffer Circus genoemd, dat zijn vrouw een zeer gezette dame
was met een arendsneus en een massa diamanten en dat ze
heel rijk waren en heel gastvrij. Theodore Racksole vond het
denkbeeld weinig aantrekkelijk dien avond een bal te hebben
in zijn hotel, en even vóór het diner kreeg hij bijna lust een
orde uit te vaardigen, dat de Gouden Zaal gesloten en bet
bal afgecommandeerd moest worden, terwijl de heer en mevrouw
Sampson Levi de vergoeding van door hen geleden schade
maar moesten opgeven. De redenen die hem daartoe noopten,
waren drievoudig vooreerst voelde hij zich eenigszins ge
drukt en Diet op zijn gemak; ten tweede beviel hem de naam
Sampson Levi niet; en ten derde voelde hij veel lust die zoo
genaamde plutocraten eens te toonen, dat hun rijkdom hem
niemendal kon schelen, dat ze met Theodore Racksole niet
maar koDden doen wat ze wilden, en dat Theodore Racksole
er zijn hand niet voor zou omdraaien om al wat hen toe
behoorde op te koopen en het heele Kaffer Circus er bij. Maar
een geheime stem waarschuwde hem, dat hoewel zulk een
hooghartige manier van optreden zou worden geduld in Amerika,
dat land van de vrijheid, 't in Engeland heel anders zou worden
opgevat. Hij voelde instinctmatig, dat er in Engeland dingen
zijn, die men niet doen kan, en dat dit speciale ding daartoe
behoorde. Dus ging het bal door, en noch de heer noch mevrouw
Sampson Levi had er ook maar 't geringste vermoeden van,
dat ze ternauwernood ontkomen waren aan 't maken van
een heel dwaas figuur tegenover de duizend of zoo gasten,
die dien avond door hen in de Gouden Zaal van het Babyion
Hotel waren uitgenoodigd.
De Gouden Zaal van het Babylon-Hotel was als balzaal
gebouwd. Een door vergulde bogen gedragen baleon liep er
om heen en zij die niet konden of wilden dansen, hadden
gelegenheid van daaruit het tooneel daarbeneden gade te s laan.
Iedereen wist dit en velen maakten er gebruik van. Wat niet
iedereen wist wat niemand wist was, dat zich boven het
halcon ook nog een klein getralied raampje bevond in den
muur aan 't einde van de zaal, vanwaar de hotelautoriteiten
een waakzaam oog konden houden, niet alleen op de dansenden,
maar ook op hen, die op het balcon vertoefden.
Wordt vervolgdJ