NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad iÉP
voor de Provincie Utrecht. |g|
gflfemeineR
FEUILLETON.
No. 53.
Zaterdag 4 Juli 1314.
43e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
PREMIE
DE PHOENIX-BROOWERIJ.
HET BABYLON HOTEL
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 69.
ADVERT ENT1ËN:
Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden sleohts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
voor de legers van deze courant.
Het beden verschenen 14de nummer
van den zesden jaargang van
djn'^SitngfaAc^^^lMiinhfilrnl
bevat o.a.:
Twee der meest op den voorgrond
tredende officieren van het Albaneescbe
leger. Bertba v. Suttnerf, schrijf
ster en voorvechtster voor den We
reldvrede. Eenige interessante kiek
jes uit Durazzo. Vier foto's van de
Hondententoonstelling in den Dieren
tuin te 's-Gravenhage. Water-rij
wielen op de te Enghien in Frankrijk
gehouden wedstrijd van bydro-cycles.
Drie foto's uit de Vogelwereld.
Wilde Eend. Een drietal foto's
betrekking hebbende op de Robijnen.
Concours-Hippique te den Haag-
Scheveningen. Zeilwedstrijden op
de Zuiderzee bij Harlingen. Kiekjes
vao de Kersenteelt in de Betuwe.
Aartshertog Frans Ferdinand van
Oostenrijk en zijne gemalin, vermoord
te Serajewo; foto genomen te mid
den van bun gezin.
Het Kindernummer »Ons Prinsesjev.
De geabonneerde
wonende
wenscht zich te abonneeren op het
weekblad „PAK ME MEE", tegen den
prjjs van 3'/i cents thnis bezorgd.
Op vriendelijke uitnoodiging van de
directie brachten wy j.l. Woensdagmiddag
een bezoek aan bovengenoemde brouwerij,
die in den laatsten tijd een heele verjon
gingskuur heeft ondergaan en met de
meest moderne inrichtingen van dien aard
thans kan wedijveren.
Rondgeleid door den directeur, den heer
H. Meursing, die ons het geheele bedrijf
op de meest duidelijke wijze uiteenzette,
vonden wij in de eerste plaats in de
machinekamer een stoommachine van 150
P.K. die thans alles drijft; een groote
waterpomp, die 45000 liter per uur uit
vier artesische bronnen zuigt en opvoert
naar het hoog-waterreservoir; een elec-
trische thermometer en water-schakelbord.
Voorts twee groote dynamo's welke zorgen
voor licht en kracht, een 80 K.W. lucht-
compressor, condensatieinrichting met
tegendruk bij koken. De spanning op den
ketel bedraagt 10 atmosfeeren, bij koken
2atmosfeer, zoodat gedurende het koken
alle kracht om niet wordt geleverd. Twee
machines, patent Linde, werkende met
gecomprimeerde amoniak leveren 10.000
K.G. ijs in de 24 uur. In het ketelhuis
staan twee Cornwallketels, één van 100
vierkante meter en 10 atmosfeeren druk
en een als reserve van 85 M' en 6 atmos
feeren. De rookgassen gaan van den ketel
door een oververhitler, om de stoom een
hoogere verhitting te geven, waardoor deze
absoluut droog is. Vervolgens komen de
rookgassen door een economiser in een
buizennet, gevuld met heet bronwater,
hetwelk gebruikt wordt voor ketelvoeding
en vaten spoelen. Daarna verdwijnen de
rookgassen, waarvan de temperatuur in
middels van 350 tot 150 graden is gedaald,
door kunstmatige regelbare trek, door den
schoorsteen.
Het brouwhuis is geheel naar de nieuwste
eischen ingericht. Elke brouwketel heeft
zijn eigen electromotor, voor het roeren
van het beslag, om dit goed dooreen te
mengen. Niet minder dan 10 motoren staan
hier beneden in de bedrijfsruimte. Het
spoelwater komt in eene rioleering en
wordt vandaar door een electrisch bewogen
centrifugaalpomp in het groote af voor riool
gepompt. Na het koken komt het bier in
de hopnoontejus, waarin de hopblaadjes
worden uitgezeefd, waarna het klare bier
door een eveneens electrisch gedreven
centrifugaalpomp naar de boven in het
gebouw staande koelkuip wordt opgepompt.
Een hardsteenen trap met kunstsmeed
werk en massief koperen leuning voert
naar het bovengedeelte van het brouwhuis,
vanwaar alle motoren kunnen worden af-
en aangezet, zoodat slechts twee man het
geheele brouwhuis kunnen bedienen.
Deze geheele ruimte met tegels langs
de wanden en op den vloer, terwijl ook alle
brouwketels met tegeltjes bekleed en ge
ciseleerd z\jn, tegen warmteuitstraling,
maakt een hoogst frisschen indruk. Aan
een der wanden prijkt een klok met een
gebeeldhouwde Phoenix en daaronder een
historisch vaatje. Dit toch werd vroeger,
wonneer Z. K. H. Prins Hendrik op zijn
lustslot te Soestdljk verblijf hield, hem
jaarljjksch gevuld met Amersfoortsch bier
toegezonden. Hooger gingen we naar de
Gerst- en Moutzolders. Hier troffen we
in de eerste plaats een door een electro
motor gedreven trieur om de gerst te
zuiveren, voorts moutkelders, inweek-
kuipen en eene eest, nu buiten bedrijf
en alleen des winters gebruikt. Een heet
waterreservoir, eerst van gewapend beton
gemaakt bleek niet tegen de hitte bestand
en sprong lekhet is nu vervangen door
een Ijzeren reservoir met een inhoud van
20 kub. Meter of 20.000 liter, geciseleerd
tegen de uitstraling. Het heete water
90 graden Celcius wordt verkregen
doordat de afgewerkte stoom, door een
in het reservoir aangebracht spiraal gaat
en eerst daarna in de vrije lucht ont
snapt. Van daar kwamen we in de maal
derij waarin poljjstmachines, die het stof
uit de gerst verwijderen dat na een stof-
filter te zijn gepasseerd, in zakken wordt
opgevangen. IJzeren deeltjes, spijkertjes,
enz. worden door een magneet-apparaat
verwijderd. Het malen geschiedt door een
„Seck"molen, een prachtmachine met 6
walsen. Boven op de molen staat een
Crucaswaage, die automatisch het door-
stroomende mout afweegt. Nog een paar
trappen en ten slotte een Ijzeren laddertje
op en wy bevonden ons op de water
toren 24 Meter boven den beganen grond
met een verrukkelijk vergezicht over de
omgeving en de schoone omstreken onzer
stad. De watertoren bevat twee hoog
water- reservoirs met een gezamenlijke
inhoud van 40 kub. Meter of 40.000 liter.
Van bier daalden we af naar de groote
koelkuip, waarheen het bier van uit het
brouwhuis wordt gepompt, en daar door
een koperen koelbatterij, die de ouder-
wetsche geheel open- en blootliggende
koolschepen vervangt, te worden afge
koeld. Het koelwater, uitloopend met een
temperatuur van ongeveer 80 gr. CelciU3
wordt wederom opgevangen in het heet-
waterreservoir en voor andere doeleinden
gebruikt. Van hier een verdieping lager
naar trubfilter en vat. Het laatste bier
uit de koelkuip gaat hierdoor en komt,
gezuiverd van het bezinksel in den gist
kelder.
Het bier wordt, zooals wij reeds zeiden,
uit het brouwhuis naar de koelkamer ge
pompt en gaat van daaruit, als hoogste
punt, alleen door verschil van niveau, naar
de kelders zonder met de buitenlucht in
aanraking te komen. De koelkamer waarin
twee groote roodkoperen koelapparaten, is
geheel met tegeltjes bekleed, ontvangt zijn
licht door groene ruiten om de inwerking
van het zonlicht op het bier te voorkomen.
Zij wordt gedurende het koelen gesloten
om zoo steriel mogelijk te werken. De
regeling van den aanvoer van koelwater
en bier geschiedt van buitenaf. Vanaf een
brug in den gistkelder kan men door kijk-
vensters de geheele koelkamer overzien.
Vanuit de koelkamer stroomt het bier naar
de gistkelder, waar naast een groote
ruimte voor het bewaren der gist, groote
metalen gisttanks met een inhoud van
250.000 liter in gistkuipen zijn opgesteld.
Na het gistingsproces vloeit het bier in
de groote lagervaten met een inhoud vari-
eerende van 30.000 tot 225.000 liter. De
temperatuur in de lagerkelder, die evenals
de andere kelders electrisch is verlicht, is
afgekoeld tot ongeveer 1 graad Celsius,
bij de thans heerschende hitte een welkome
opluchting.
Uit deze voorraadkelder wordt het bier
in de afvulkelders isobarometrisch door
een electrisch bewogen drukregeler, die
zorgt dat er niet te veel druk op de vaten
komt en het bier zonder te hoogen druk
door den fiilter perst, in de transportfusten
overgebracht.
Deze transportfusten worden alvorens
ze te vullen, zoowel in- als uitwendig
nagezien en door eene waschmachine ge
reinigd. Daarna kregen wij een kijkje in
de exportbottelarjj. De flesschen worden
hier eerst in een speciaal apparaat met
heet water ingeweekt, daarna op de bor
stelmachine en naspoelapparaat nogmaals
gereinigd, om na op een roteerend rek te
zijn uitgedrupt, door een isobarometrische
afvulmachine te worden gevuld. De fles
schen worden daarop onmiddelljk gekurkt
of gecapsuleerd en in de pasteuriseer
bakken geplaatst, waarvan de temperatuur
automatisch wordt geregistreerd. Na daar
na van etiketten te zijn voorzien worden
ze, gewikkeld in papier en stroohulsen, in
kisten gepakt, verzonden naar Oost- en
West-Indie, waar de brouwerij groote af
nemers heeft, en voorts naar alle wereld-
deelen.
De brouwerij heeft natuurlijk haar eigen
kuiperij waar de vaten nagezien en ge
repareerd worden.
Interessant is daarvan depikkerij, waar
de vaten door een gas ontpikmachine wor
den uitgebrand, zoodat alle oude pik en
zich daaraan bevindende schimmels en
andere onreinheden worden afgesmolten
en gedood, om daarna door eén pikmachine
opnieuw te worden geglazuurd met een
laagje pik, waarna ze op de rolmachine
worden afgekoeld.
Naast deze kuiperij heeft de fabriek haar
eigen timmerwerkplaats en schilder- en
loodgieterswinkel, magazijnen van uitrus
ting voor café's en lokaliteiten waar het
Phoenixbier wordt verkocht.
Na eene omwandeling van twee uur
waren wij daarop een oogenblik de gasten
van den heer Korthals Altes, mede-direc
teur en scheikundige der brouwerij, in
diens laboratorium. Hier worden alle
grondstoffen als mout, gerst hop enz.
onderzocht.
Van het koopmout worden kleine proef-
brouwsels gemaakt in een miniatuur
brouwerij gedreven door een heetelucht
motor. Het mout wordt vooraf in een
electrisch gedreven miniatuur „Seck"-
molen, voor fijn- en grofmeel analyses,
gedreven. Gerst en mout worden dan
door een kleine sorteermachine nagezien
of de sorteering goed is en verder op
eiwit- en stikstof gehalte onderzocht. De
gist wordt geregeld mikroskopisch gecon
troleerd en op 1200-malige vergrooting
gemikrofotografeerd. Voorts bevat het
laboratorium een thermostaat om prepara
ten te kweeken, een otoelaaf voor het steri-
liseeren onder druk, verschillende droog
stoven voor het bepalen van het water
gehalte, zuurkast voor de behandeling
koolwaterstofgassen, donkere kamer enz.
Onder een heerlijk glas van het eigen
brouwsel deelde de heer Meursing ons
nog mede dat in zijn bedrijf 70 personen
werkzaam zijn, dat de watervoorziening
der brouwerij geschiedt door drie groote
door E. Bennett
35) (uit het Engelsch.)
't Was een man. Of, om 't duidelijk te zeggen, Racksole
kon, op die helft van de tafel die voor hem zichtbaar was,
de beenen onderscheiden van een man. Een huivering greep
hem onwillekeurig aan, bij de gedachte dat Rocco daar, op
die koude, marmeren oppervlakte, een of ander bewusteloos,
hulpeloos menschelijk wezen voor zich had liggen. De beenen
bewogen zich in het geheel niet. De ongelukkige was dus
of slapende, of onder den invloed van een verdoovend middel
of (afschuwelijk denkbeeld!) 't moest een doode wezen.
Racksole voelde behoefte een luiden schreeuw te geven, om,
op welke manier dan ook, aan die afschuwelijke middernach
telijke bezigheid, die daar voor zijn verbaasde oogen plaats
had, een einde te maken, maar gelukkig wist hij zich te
beheerschen.
Op de waschtafel kon hij verschillende vreemdsoortig
gevormde gereedschappen en instrumenten zien liggen, die
Rocco af en toe gebruikte, 't Scheen Racksole toe alsof het
werk een oneindig aantal uren duurde en toen hield Rocco
eindeljjk op, gaf door een gebaar zijn voldoening te kennen
en een air uit de Cavalleria Rusticana fluitende, kwam hij
de badkamer in, waar hij zijn jas uittrok en heel kalm zijn
handen begon te wasschen. Terwijl hij daarmee bezig was,
stond hij op nog geen vier voet afstand van Racksole en de
millionair beefde en hield zijn adem in, uit vrees dat Rocco
zijn tegenwoordigheid daar zou opmerken. Maar er gebeurde
niets en Rocco keerde, niets kwaads vermoedende, naar de
slaapkamer terug. Racksole zag hem een of ander wit flanellen
kleedingstuk over de onbeweeglijke gestalte werpen die op
de tafel lag en toen tilde hij het liohaam op en legde 't neer
op het groote bed. De verborgen bespieder voelde er zich
nu zeker van dat het een lijk was, waarop Rocco zijn geheim
zinnige kunstgrepen had verricht. Maar wiens lijk was 't?
En wat had hij er mee gedaan?
Kon dit huis een West-End-hotel zijn? Racksole's eigen
hotel, staande in 't hartje van Londen, van Londen, waar
de beste politie is van de heele wereld? 't Scheen ongeloofe-
lijk, onmogelijk, en toch was 't zoo. "Weer herinnerde hij zich
wat Felix Babylon tegen hem gezegd had en op nieuw zag
hij de waarheid daarvan in. De eigenaar van een groote, uit
allerlei elementen samengestelde inrichting als het Babyion
Hotel kon nooit een tiende weteD van al het zonderlinge en
vreemde, dat dagelijks vlak onder zijn neus plaats had; de
atmosfeer in zulk een oord moest noodzakelijk een atmosfeer
zijn vol geheimzinnigheden en schijnbaar onoplosbare raad
selen. Maar Racksole was van meeniug dat wat er nu gebeurde
toch alle denkbare grenzen wel wat te buiten gingzijn chef,
de nachtelijke uren gebruikende om zich met 't behandelen
- van een lijk bezig te houden in de Hof-slaapkamer, dat gewijde
oord, dat verondersteld werd alleen wezens van koninklijken
bloede te herbergen. Racksole zou tegen een zekere mate van
geheimzinnigheid geen bezwaar hebben gehad, maar hij vond,
dat hier van die geheimzinnigheid wat al te veel aanwezig
was. Hij veronderstelde dat zelfs Felix Babylon in zijn geval
verbaasd zou hebben gestaan.
De electrische kroon die midden in de kamer aanwezig was,
was niet aangestoken, alleen de twee armkandelaars aan weers
kanten van de waschtafel waren aan en deze verlichtten de
gelaatstrekken van den man die op 't bed lag niet voldoende
om Racksole in staat te stellen die duidelijk te onderscheiden.
Te vergeefs spande de millionair zijn oogen in, hij kon alleen
tot de conclusie komen, dat het lijk waarschijnlijk dat van
een jongen man was. Juist toen hij stond te overleggen welke
maatregelen hij 't best zou kunnen nemen, zag hij Rocco
een zwarte doos van zonderlingen vorm in de hand nemen.
Toen draaide de chef de twee lichten uit en de Hof-slaap
kamer was in duisternis gehuld. In die plotselinge duisternis
hoorde Racksole Rocco op het bed springen. Weer enkele
oogenblikken van spanning en toen vertoonde zich een ver
blindende straal wit licht, die Rocco deed zien als een booze
geest gebogen staande over den doode, met de zwarte dooB
in de eene hand en een brandend stuk aluminiumdraad in de
andere. De aluminiumdraad brandde op en weer volgde een
diepe duisternis.
Rocco had het lijk gephotographeerd I
Maar het helle schijnsel, waardoor de gelaatstrekken van
den doode zich op de lens van de camera hadden weerspiegeld,
had die gelaatstrekken ook zichtbaar doen worden aan Theodore
Racksole. De doode was Reginald Dimmock
(Wordt vervolgd J