nieuwe Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. gofememee %8EZa.5saasz FEUILLETON. So. 59. Zaterdag 25 Juli 1914. 43e jaargaug VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. PREMIE BINNENLAND HET BABYLON HOTEL Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door bet geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 09. ADVERl ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/. Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slecbts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. voor de lezers van deze courant. Het heden verschenen 17de nummer van den zesden jaargang van bevat o.a.: De begrafenis van Overste Thomson. Het aan land brengen van het stoffelijk overschot van Luitenant- Kolonel Thomson aan de Handelskade te Amsterdam. Groot turnfeest in het Amsterdamsche Stadion. Ver trek der ambulance ter bestrijding van de pest in Nederlandsch-Indië. Plaquette met het portret van Aarts hertog Franz Ferdinand van Oosten rijk. Aviateur Reinhold Boehm winner v. h. uurrecord. Interessante proeven met drijvende brandkasten. Eenige belangwekkende kiekjes naar aanleiding van de Haagscbe tramstaking. Het Middenstands congres te Doidrecht. Hotel de Wereld te Wageningen in 1814 en -1914. Een drietal mooie foto's uit de Vogelwereld. Het Kindernummer »Ons Prinsesje. De geabonneerde wonende wenscbt zich te abonneeren op bet weekblad „PAK ME MEE", tegen deD prijs van 3'/« cents thuis bezorgd. Kapitein Doorman terug. Woensdagmiddag is de Nederland- sche officier in dienst van Albanië, de heer K. W. F. Doorman, te Utrecht, aangekomen. De kapitein is met buitenlar.dsch ziekteverlof en vertoeft ten huize van zijn moeder. Een der redacteuren van de sSiicht- sche Courant* had gisterenmiddag het genoegen een onderhoud met kapitein Doorman te mogen hebben. De kapitein ziet er welvarend uit, het gezicht bruin gebrand door den dienst te velde. De eerste vraag gold natuurlijk zijn gezondheid De beer Doorman deelde mede, dat daar wel iets aan haperde. Vooral had h\j tijdens zijn verblijf in Albanië veel te lijden gehad van rheumaliek. Wat niet té verwonderen is, daar de troep waarbij kapitein Doorman behoorde, om niet gevangen genomen te worden, zich had moeten terugtrekken in het gebergte en toen des nachts gewoonweg in de sneeuw moest worden geslapen. Later kreeg de heer Doorman nog last van dysentrie en maakte men zich beangst dat dit verschijnselen van cholera waren. Dit is echter nogal meegevallen. Onze tweede vraag gold vanzelf den toestand in Albanië. Denkt u dat de toestand zich daar nog zou herstellen? Beslist scherp antwoordde kapitein Doorman met neen. De toestand daar is hopeloos, tenzij de mogendheden, resp. Oostenrijk en Italië, ingrijpen. Anders is de boel verloren. En indien de mogendheden dit doen, is daar een groote troepenmacht voor noodig. De heer Doorman ging aan 't ver tellen. Alles ten zuiden van de Ijjn Valona, Berat, Koritza is in handen der Grie ken. Versta me wel, niet in banden der Epiroten, maar in die der ge regelde Grieksche troepen, aangevoerd door Grieksche officieren. Het geschrijf in de couranten over Epiroten is dan ook reine onzin. Deze Grieksche leger macht is ongeveer 14000 a 15000 man sterk en zeer goed toegerust. Zij beschikt over uitnemend oorlogs materiaal, uitstekende artillerie, heeft mitrailleurs en zelfs leger-automo- bielen. U begrijpt dus, dat willen de mo gendheden die troepen terugdringen, een groote legermacht daarvoor noo dig is. Schandelijk is het, dat door de Grieken zooveel wreedheden zijn be dreven. Ik beb bet plan, binnen eenige dagen over deze barbaarscbheden eens eenige artikelen te schrijven. Dit is wel noodig. Tegen het onmenschelijke dat ik daar heb gezien, moet de ge- heele beschaafde menschheid pro testeeren. Kapitein Doorman vertelde verder. Reeds eenige dagen nadat we aan kwamen in Koritza, begon de pret. Deze stad van ongeveer 30,000 inwo ners ligt nabij de Grieksche grens, 't Is dus zoo'n klein plaatsje nog niet, en daarom is het niet te verwonderen, dat Griekenland gaarne dit gebied zou annexeeren. Direct werden wij als officieren van hoogst ongeregelde troepen in gevechten gewikkeld. En geen kleine. Het gebeurde dat we 4000 man troepen tegenover ons had den staan. Waarbij nog kwam, dat we in een vijandelijke streek waren. Drie vierde gedeelte der bevolking van Koritza zijn Grieken. In de stad zelve werden onze troepen dan ook uit de huizen en de kerken beschoten. Het beste middel, tevens om eigen mannen te sparen, was dus de huizen in de lucht te laten vliegen. Wat we herhaaldelijk hebben moeten doen. Deze huizen leenden zich voor ver dediging te goed, om ze aan te vallen. Elk huis is dan een fort. Zoo werden we ook bestookt door Grieksche pries ters uit de beroemde Kathedraal van Koritza. Ook daarmede hebben we, zeer tot ons leedwezen, dit radicale middel moeten toepassen. Denkt u dat de andere Nederland- sche officieren spoedig huis-toe zullen gaan, vroegen we? Daar is niets van te zeggen, antwoordde de kapitein. Dit hangt geheel van de mogendheden af. Grijpen die in, dan zullen ze zeker gaarne van de diensten onzer officieren gebruik maken. Nu kunnen de-Neder- landsche officieren absoluut niets doen. Generaal De Veer heeft dan ook alle colonnes terug laten komen. Zoudt u denken dat men Durazzo zou kunnen houden tegen de opstan delingen Zeker, Durazzo zal niet licht vallen. Majoor Kroon heeft een zeer goede maatregel genomen, om het terrein om de stad, over een afstand van 800 M. te laten afbranden. Verder kunnen de Albaneezen niet aanvallen. Dat ondervindt men in Durazzo, en dat hebben wij, jammer genoeg, maar al te dikwijls ook moeien ondervinden. Maar Valona dan? Ja, Valona is niet te houden. Bin nen korten tijd zullen de opstande lingen deze stad in bun macht hebben. De stad wordt verdedigd onder leiding van den bekwamen kapitein van het Oostenrijksche leger Guillart. Of het echter zal baten, ik betwijfel het. Koestert u de verwachting nog weer naar Albanië terug te keeren? Ja, ik geloof, dat de mogendheden wel zullen ingrijpen En indien de Nederlandsche officieren met verlof dan hersteld zijn, zullen ze ongetwijfeld naar Albanië terugkeeren. Ik tenmin ste met graagte. En de mogendheden zullen, zooals ik reeds zeide, onge twijfeld gaarne van onze diensten ge bruik maken. Wij hebben in dit land al te veel ondervinding opgedaan. Geen plek van beteekenis in Zuid- Albanië of de officieren die daar heb ben gestreden kennen ze. Gevaailijke bergpassen zijn we over getrokken. Weken lang hebben we in het hooggebeigte gemanoeuvreerd en daardoor zijn we met het terrein en de bevolking bekend geraakt als geen anderen. De mogendheden zou den dan eventueel van die kennis der Nederlandsche officieren zeer goed gebruik kunnen maken. Handelsbl Een Nederlandsche vrijwilliger in Albanië I De Kamper Ct. heeft bezoek gehad van een jongmenscb, den heer G. Vogel sang, uit Zutfen, wien de lust tot avonturen en de herinnering aan de indertijd meegemaakte oefeningen van het voorbereidend militair onderricht hadden doen besluiten op eigen kosten als vrijwilliger naar Durazzo te gaan. Maandagavond 6 Juli lag hij er op de rede aan boord van een Oosten rijksche Lloydboot, al opgenomen met twee Duitschers en twee Oostenrijkers bij een detachement Roemeenscbe sol daten, die een in Albanië reeds aan wezige afdeeling gingen versterken. Zoo kwamen zij, een troep van een kleine 50 man, den volgenden ochtend te Durazzo binnen, zonder dat men ook hem, enkel met een bewijs van Nederlanderschap in z\jn zak, iets had gevraagd In de kazerne aangekleed in een eenvoudige zelf bekostigde uniform en gewapend met niet 't nieuwste model geweer en vijftig patronen, heeft hij dadelijk dien ochtend gedéfileerd voor Mbret en Mbrettina, na afloop waarvan een woordje tot allen werd gesproken door de vorstin. En denzelfden avond beeft bij al patrouille- dienst verricht van 9 tot 1 uur. Met exerceeren, patrouilleeren en op schild wacht staan beeft hij de verdere dagen doorgebracht, op Woensdag 15 Juli, den avond vóór zijn vertrek, nog een algemeen alarm meegemaakthebbende. door E. Behnett 40) uit het Engelsch.) Het volgende oogenblik bevonden ze zich in de boot. De schroef van het jacht bracht het water in beweging en het fraai gebouwde schip verwijderde zich van hen al meer en meer. Na eenige oogenblikken vertoonde zich aan den achter steven een mannenfiguur, 't Was Thomas JacksoD. Hij was door zijn volgelingen losgemaakt. Met een witten zakdoek tegen zijn oor gedrukt stond hij daar met een kalmen raadsel- achtigen glimlach de twee vertrekkenden na te staren. Voor de eerste maal in zijn leven had Jules een nederlaag geleden, of misschien zou 't juister zijn te zeggen dat hij gedwongen was geworden van koers te veranderen. Mannen zooals Jules lijden nooit een volkomen nederlag. 't Was eigenaardig dat hij nu, juist terwijl hij op heeterdaad betrapt was geworden op een ernstig maatschappelijk vergrijp, nog heel op zijn gemak kon ontvluchten zonder ook maar 't minste spoor achter te laten. De zee was volkomen kalm en schitterde in de zon. Naar mate de ochtendnevel optrok, werd de kust al duidelijker en duidelijker zichtbaar, en 'tleek alsof Ostende nauwelijks een kabellengte van hen was verwijderd. De witte koepel van de groote Knrzaal glinsterde in de zonnestralen en van een paar stoombooten, die in de haven lagen, was de rook dnidelijk te onderscheiden. De veelkleurige badkoetsjes die op de kust bijeen stonden, zou men hebben kunnen tellen, Alles scheen volkomen gewoon en normaal, 't Yiel aan Nelly zoowel als aan haar metgezel moeilijk, zich voor te stellen, dat er binnen het laatste uur het een of ander buitengewoons was voor gevallen. En toch, daar zagen ze het jacht, op nog geen mijl afstand; dat jacht was daar om hen te bewijzen dat er inder daad iets buitengewoons had plaats gehad, 't Was geen visioen, dat vaartuig, en evenmin was die donkere gestalte, die nog altijd aan den achtersteven zichtbaar was, een visioen. «Ik veronderstel dat Jules te verbaasd was en zich te zwak voelde, om te vragen hoe ik aan boord van zijn jacht was gekomen," zei de Prins, terwijl hij de riemen opnam. "O, dat is waarl Hoe is dat toch gebeurd?" vroeg Nelly, terwijl haar gelaat ophelderde. «Ik was waarlijk dat gedeelte van de zaak bijna vergeten." «Ik moet beginnen bij 't begin, en 't zal dus niet zoo in een oogenblik verteld wezen," antwoordde de Prins. «Zou 't niet beter zijn het verhaal uit te stelleu tot dat we aan land zijn?" «Ik zal roeien en dan kunt u praten," zei Nelly. «Ik wou 't graag nu hooren." Een gelukkige glimlach vloog over zijn gelaat. Maar met vriendelijke beslistheid weigerde hij de riemen aan haar over te geven. «Is 't niet voldoende dat ik veilig en wel hier ben?" zei hij. «Dat is voldoende, ja," antwoordde ze, «maar ik wou 't graag weten." Met één lange streek wendde hij de sloep in de richting van de kust. «Wil u voor 't roer zorgen? We moeten op den vuurtoren aansturen; 't is een sterke vloed, dat zal ons helpen. De menschen op de kust zullen denken dat we eenvoudig een ochtenduitstapje zijn gaan doen." «Zou u zoo goed willen zijn, Prins, me eens te vertellen hoe 't gekomen is, dat u in staat is geweest mijn leven te redden?" zei ze. «Uw leven te redden, juffrouw Racksole? ik beb uw leven niet geredik heb eenvoudig een man tegen den grond ge slagen." «U heeft me 't leven gered," herhaalde ze. «Die schurk zou tot alles in staat zijn geweest, Dat zag ik wel aan zijn gezicht." „Dan is u buitengewoon dapper geweest, want u toonde volstrekt geen vrees." Hij staarde haar vol bewondering aan bij die woorden. Gedurende een oogenblik bleven de riemen rusten. Ze maakte een ongeduldige beweging. «Toevallig zag ik u van nacht in uw rijtuig voorbijrijden," zei de Prins. »De zaak is, dat ik niet den moed heb gehad naar Berlijn te gaan met mijn verhaal. Ik bleef in Ostende achter om te zien of ik niet op eigen hand zoo'n beetje detective-werk zou kunnen doen. 't Was een heel gelukkig toeval dat ik u juist zag. Ik volgde het rijtuig zoo snel als ik kon en ik kreeg juist nog een zweem van u te zien toen u dat noodlottige huis binnenging. Ik wist al dat Jules iets met dat huis te maken had. Ik vermoedde wat u ging doen en ik maakte me ongerust over u. Gelukkig had ik de heele inrichting van het huis vrij nauwkeurig nagegaanik wist

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1