BINNENLAND Gemeenteraad. Plaatselijk Nieuws. artikel 186 der Grondwet, waarvan de laatste alinea luidt: „Of er oorlogsgevaar in den zin, waarin dat woord in 's lands wetten voorkomt, aanwezig is, beslist de Ko ning" is het niet ondienstig er op te wijzen, dat thans in werking treedt art. 1. van de wet van 23 Mei 1899, houdende bepalingen ter uitvoering van art. 187 der Grondwet, luidende „Elk gedeelte van het grondgebied des Rijks kan by Koninklijk besluit, in staat van oorlog of in staat van beleg worden verklaard: le. wanneer oorlog of oorlogsgevaar ontstaan is; 2o. enz. Hieruit volgt dus, dat de afkondiging van den staat van beleg voor het geheele Rijk of voor een gedeelte kan afgekon digd worden, waardoor het civiel gezag door het militair vervangen wordt. De krachtige wyze, waarop onze Regee ring haar mobilisatie-maatregelen neemt, kan niet anders dan in binnen- en buiten land een gunstigen indruk maken. Er blijkt uit, dat wij niet voornemens zyn, welke mogendheden ook eenig voor wendsel te geven om zich met de hand having van onze neutraliteit te belasten. Zoo opgevat, is er voor niemand reden zich zenuwachtig of ongerust te maken. Integendeel het energiek optreden van onze Regeering is een bewys, dat onze neutraliteit in haar handen veilig is en mits men zyn hoofd koel houdt voor het leven onzer jongeren, zoowel te land als ter zee, niet behoeft gevreesd te worden. In deze dagen zullen Hollandsche nuch terheid en Hollandsche degelijkheid on schatbare deugden blijken te zijn. (Tel.) Alle maatregelen tot dusver met be trekking tot de mobilisatie genomen, had den tot dusver een regelmatig verloop, hetgeen bewijst, dat de voorbereiding die in vredestijd wordt uitgewerkt op de daartoe bestemde bureaux o.a. van den generalen staf en de uitvoering goed bleek en die van de mobilisatie van 1870 verre overtreft. By het Departement van Oorlog komen voortdurend aanbiedingen in van gepen- sionneerde officieren, die in deze tijden hun op pry's gestelde diensten aan het legerbestuur aanbieden, dat daarvan dank baar gebruik maakt. De Luitenant-Generaal, Opperbevelheb ber van Land- en Zeemacht, C. J. Snijders, heeft d.d. 1 Augustus de volgende circu laire gericht aan de autoriteiten der Land en Zeemacht: „Aangezien met de door de Regeering getroffen militaire voorzorgsmaatregelen uitsluitend een nauwgezette handhaving van Nederland's onzydigheid wordt beoogd, wordt de aandacht van alle autoriteiten der Land- en Zeemacht er op gevestigd, dat zij hebben te waken en te doen waken tegen eiken maatregel en iedere handeling welke als een uitbarsting voor een andere mogendheid zou kunnenwordenbeschouwd. Genoemde autoriteiten zullen hun onder geschikten er aan herinneren, dat zonder uitdrukkelijken last van het bevoegd gezag het overschrijden der landsgrenzen aan militairen ten strengste verboden is. Ten slotte zy gewezen op den inhoud van de kennisgeving der Regeering, op genomen inde Nederlandsche Staatscourant van 31 Juli 1914 No. 176, houdende de bepalingen, welke ter handhaving van de onzydigheid zyn vastgesteld." Militaire berichten. Het Algemeen Hoofdkwartier van den opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, adjudanten, ordonnans-officie ren, is te 's Gravenhage gevestigd in het gebouw, bestemd voor den generalen staf, verkenningen, krijgsgeschiedkunde, biblio theek van het Departement en Topo grafische inrichting. Alle bescheiden, bestemd voor den opper-bevelhebber, komen in by een cen traal bureau O.V.I. (Ontvangst, verzending, inschrijving), waarvan hoofd is de kapitein van den generalen staf, jhr. Wittert. In dit bureel, geschiedt de sorteering en worden de stukken ter behandeling over de verschillende afdeelingen verdeeld. Deze afdeelingen zyn: Eerste afdeeling: Beheer Landmacht (hoofd, generaal-majoor Hoogeboom). Onder deze afdeeling ressorteeren de inspecteurs der verschillende wapens, die hun standplaats in Den Haag behouden. Tweede afdeelingBeheer Zeemacht. Deze afdeeling M. S. (Marine Staf) hoofd kapitein ter zee Smit, chef van den marine staf. Derde afd: Afdeeling Generale Staf, verdeeld in 4 onder-afdeelingen. Hoofd de sous chef van den generalen staf, kolonel Dufour. Vijfde afdeeling: E. V. (Etappen en verkeerswezen). Hoofd sous-chef van den generalen staf voornoemd. Hierbij be- hoorenpostduivendienst, luchtvaartaf- deeling, automobielwezen, post-, telegraaf- en telefoonwezen. Zesde afd. H. D. (Huishoudelijke dienst met onderafdeelingenadministratie, staf- wacht, ordonnancen). Na behandeling komen de stukken van de afdeelingen terug op het bureau O. V. I., vanwaar zy gaan naar den Opperbevel hebber. Den omgekeerden weg volgen de stukken die van den Opperbevelhebber naar het bureau O. V. I. gaan. Voor de behandeling van kabinetszaken, politiek e. d., is tusschen den Opperbevel hebber en het bureau O. V. I. ingeschakeld het Kabinet, waarvan chef is Generaal Kemper, gouverneur der Koninklijke Mili taire Academie. De militaire onderwijsinrichtingen zyn uiteraard gesloten t. w.: d6 Hoogere Krijgsschool, de Koninklyke Militaire Aca demie, de Cadettenschool en de Hoofd cursus. Het personeel is voor het oogen- blik in andere functisn geplaatst. Wy zyn gemachtigd mede te deelen dat de vergoedingen, die ingevolge de artt. 81 der Militiewet en 15bis van de Landweerwet worden uitbetaald aan de gezinnen waarvan de kostwin ners zich onder de wapenen be vinden, evengoed worden uitbetaald ge durende de mobilisatie, zooals in die artikelen staat vermeld. De requesten voor het bekomen van eene dergelijke vergoeding moeten tijdens de strijdmacht gemobiliseerd is niet wor den gericht tot den Minister van Oorlog, doch gericht tot en ingediend by den burgemeester van de woonplaats van het gezin. Officieren van het Indisch leger met verlof, zyn telegrafisch opgeroepen voor de dienstverrichtingen in het leger hier te lande. Vanwege het legerbestuur wordt ter geruststelling van het publiek medegedeeld, dat in ons land van meel en ryst voor geruimen tyd meer dan voldoende hoeveel heid is. Troepen-défilé in Den Haag. Gisterochtend werd in de Maliebaan te 's Gravenhage de vereenigde troepenmacht van grenadiers, jagers, landweer, genie, cavalerie, mitrailleurs en artillerie opge steld en défileerde voorbij het Paleis, waar de Koningin met den Prins en het Prin sesje op het Paleisplein het défilé gade sloeg. Na afloop hief de reusachtige volks menigte luide hoera's aan, waarna de Koningin wuivend langs de dichte men- schenryen ging, die Volksliederen zong, De Koningin zong mede. Het werd een in drukwekkende geestdriftige manifestatie. De Koningin was zichtbaar diep ontroerd, de Prins, het Prinsesje omhoog-heffend, toonde Haar aan de enthusiaste schare. Bankbiljetten. Het Algemeen Handelsblad wyst er nogmaals op, dat het papier der Neder landsche Bank in ons land wettig betaal middel is en dus tot elk bedrag moet worden aangenomen De wetgever heeft dit zeer bijzondere privilege verleend met het oog op de onwrikbaar sterke positie en de buiten gewoon omzichtige leiding der Bank, waardoor de zekerheid van haar door een sterken metaalvoorraad en door andere eerste klas activa gedekt papier boven eiken schyn of schaduw van twijfel is verheven. Wettelijk heeft dus niemand het recht betaling in biljetten der Nederlandsche Bank te weigeren. Wie zoo dwaas is het toch te doen loopt de kans dat zyn vorderingen onbe taald zullen blijven. Officieel wordt het volgende medege deeld De Nederlandsche Regeering, vernomen hebbende, dat op verschillende plaatsen in het land eenig wantrouwen tegen de deugdelijkheid van de biljetten, door de Nederlandsche Bank uitgegeven, is ont staan en dat vermoedelijk door een mis verstand aan eenige postkantoren biljetten niet in betaling zouden zijn aangenomen, brengt ter openbare kennis, dat haar na onderzoek is gebleken, dat de soliditeit der biljetten van de Nederlandsche Bank boven eiken twijfel is verheven en dat de Regeering aan al haar bureaux en kantoren de bankbiljetten tot de volle waarde in betaling aanneemt. De Regeering heeft onmiddellijk maat regelen genomen, om aan het hierboven bedoelde misverstand aan enkele post kantoren een einde te maken. De Maandagavond gehouden vergade ring van den gemeenteraad was zeer slecht bezocht. Behalve Dr. Jorissen die bericht had gezonden- verhinderd te zyn, waren nog afwezig de heeren Gerritsen, Van de Wal, Eysink, Briêt, Koning en Oosterveen. DeVoorzitter herinnerde in zyn openings woord aan de gewichtige gebeurtenissen der laatste dagen, die Burgemeester en Wethouders aanleiding hebben gegeven tot het terugnemen van verschillende punten der agenda. ZEd. sprak de hoop uit dat ons land niet in den oorlog mocht worden betrokken, maar tevens het vaste vertrouwen dat mocht zulks onverhoopt toch het geval zyn, Nederland getrouw aan zyn traditie als een man pal zal staan tot handhaving van zyn onafhan kelijkheid. Na goedkeuring van de notulen der vergadering van 14 Juli en voorlezing der ingekomen stukken werden met algemeene stemmen tot onderwijzer en onderwijzeres aan school B benoemd de heer Vos en mejuffrouw Manten. Aan mej. N. J. Boukamp werd op haar verzoek eervol ontslag verleend als onder wijzeres aan school F. Voorts werd besloten tot splitsing van klassen aan de scholen A. B. en C. Een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het doen van een voor stel aan Gedeputeerde Staten tot ver hooging der jaarwedde van den Gemeente- Ontvanger vond bestrijding bij den heer Leinweber, die de voorgestelde verhooging te min achtte. Zijn voorstel om het trac- tement te brengen op f 2600. met twee tweejaarlyksche verhoogingen van f200.— kon, daar het niet ondersteund werd, niet in behandeling komen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders (f 2400.— tot 2700.—) werd daarop z.h.s. aangeno men. Besloten werd tot het opmaken van een aanbeveling van 6 personen te zenden aan den Commissaris der Koningin ter voorziening in 3 vacatures in het College van Zetters ontstaan wegens periodieke aftreding. Burgemeester en Wethouders werden vervolgens gemachtigd tot het sluiten van een contract voor de levering van rijwielen ten dienste van verschillende Gemeente ambtenaren. Besloten werd de winst der Gasfabriek ad. f 81068.01gemaakt in het jaar 1913 te verdeelen als volgt: ten dienste van 1913 volgens de be grooting f60000.— voor het vernieuwen van ovens f 10000. reserve voor de winstuitkee- ring in 1914f 5000.- idem in 1915f 6000.— bij te schrijven bij „eigen kapitaal"f 1068.1s. Besloten werd tot het aanbrengen van afsluiters en spuikranen in de waterleiding, conform het vooistel van Burgemeester en Wethouders. Aan Burgemeester en Wethouders werd een crediet verleend tot het doen aan brengen van bliksemafleiders op de gebou wen der gasfabriek. Een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van perceel Lan- gestraat No. 8 voor f7000.— vond be strijding by de heeren Kroes en Houbaer. Eerstgenoemde vond f7000.— te hoog in vergelijking met het bedrag door de gemeente voor het aangrenzend perceel betaald en daar geen medewerking werd verkregen van de bewoneis der tegen overliggende perceelen, die de gemeente ter verbreeding van den verkeersweg zich voorstelt te amoveeren, was hij tegen dezen aankoop. De heer Houbaer wilde dit punt aanhouden tot na afloop van den oorlog, wanneer de waarde der ge bouwde eigendommen zeer zeker sterk zou achteruitgaan, en de gemeente dan zelfs bij onteigening belangrijk minder zou behoeven te betalen. De heer Van Achterbergh meende, dat waar de gemeente het aangrenzend perceel zeer goedkoop had verkregen eene uitgaaf van f 7000.— voor dit perceel gewettigd was, te meer daar dit noodig is, om vereenigd met eerstgenoemd perceel daarvan drie fiinke nieuwe perceelen te kunnen maken. Na eene zeer zakelijke uiteenzetting van den Voorzitter die er op wees dat de gemeente tegenover den eigenaar van de tegenwoordige toestand geen gebruik mocht maken en de heer Houbaer onder het oog bracht dat bij eene eventueele onteigening de gemeente veel duurder uit zoude zijn werd het voorstel van Burgemeester en Wethouders met 9 tegen 3 stemmen aangenomen. Besloten werd tot verkoop van een perceel bouwgrond aan een heer D. J. N. van Kesteren en tot in gebruik geving van een lokaal van de School in de Beekstraat aan het Utrechtsch Genootschap voor Landbouw en Kruidkunde tot het houden van een cursus in veekennis. Tot leden de commissie belast met het nazien der ingekomen gemeenterekening over 1913 werden door den Voorzitter aangewezen de heeren Kroes, Tromp van Holst, Van der Wal en Gerritsen. De kohieren der schoolgelden over de scholen A. B. C. en D. over het dienst jaar 1914 werden vastgesteld, zooals deze door Burgemeester en Wethouders waren ontworpen. Ten slotte verzocht de Voorzitter, aan Burgemeester en Wethouders voorloopig een crediet te willen verleenen van f 1000. tot het lenigen van den nood der huis gezinnen van landweermannen en mili ciens, die, nu de kostwinners onder de wapens zijn geroepen, onverzorgd achter bleven alsook tot het verleenen van steun aan arbeidslieden die door de tegenwoor dige omstandigheden werkeloos werden. Een steuncomité heeft zich onder Wet houder Rijkens bereids geconstitueerd en heden in anderhalf uur tyds een som van f700.— bijeengebracht. De Voorzitter las nog twee adressen voor van de plaatselijke afdeeling der S. D. A. P. en van den Bestuurdersbond van gelijke strekking, waarin tevens werd ver zocht maatregelen te willen nemen tegen het ongemotiveerd verhoogen der prijzen van levensbehoeften door sommige win keliers. De Voorzitter deelde mede, dat wat dit laatste betreft een wetsvoorstel in behandeling is waarbij aan Burge meesters een groote bevoegdheid wordt verleend om daarvoor te waken. Prijs lijsten met maximum prijzen voor ver schillende artikelen zullen worden vast gesteld en zijn door Z.Ed. bereids met een begeleidend schrijven aan winkeliers te dezer stede verzonden, met verzoek deze in hunne winkels op te hangen. De heer Van Achterbergh oordeelde een bedrag van f 1000.— veel te weinig en stelde voor Burgemeester en Wethouders te machtigen tot f5000.— te mogen gaan zonder den Raad vooraf daarin te kennen. Nadat dit voorstel, door Burgemeester en Wethouders overgenomen, zonder hoofde lyke stemming was aangenomen sloot de Voorzitter de vergadering. KLEIN PAPIERGELD, maandagnacht heeft de minister raad vergaderd ter bespreking van de vraag op welke wijze 't spoedigst in de behoefte van KLEIN geld dient te worden voorzien. Deze vergadering werd bijgewoond door de presidenten van de NEDER LANDSCHE BANK en van deNEDER- LANDSCnEHANDELMAATSCHAP- P1J, de heeren VISSERING en VAN AALST. Besloten is tot de uitgifte van 25 niillioen gulden, in biljetten van één gulden, twee gulden vijftig en vijf gulden. Nog in deze week zal met de uit gifte begonnen worden. Aan het Postkantoor Amersfoort en de daaronder ressorteerende hulpkantoren is in Juli ingelegd by de Rijkspostspaar bank f54.297.85 en daaruit teruggevraagd f63.647.63. De cijfers van verleden jaar Juli waren f62.677.92 voor inleg en f38.819.16 voor terugvraag. Het allermeest werd teruggevraagd in de laatste drie dagen. Het laatste door het kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 18915. De dames M. E. Maassen en M. G. van Rijn behaalden de hoofdakte. De firma J. van Vollenhoven liet j.l. Maandag door padvinders een strooi biljet verspreiden, waarin zij bekend maakt dat door haar aan hare afnemers het zout voor niet meer dan f4.— per 100 pond is geleverd. Toch werd door sommige winkeliers voor dit onontbeerlijk artikel 25 cent en hooger per pond gevraagd. Ofschoon de namen dier woekeraars ons bekend verdienen gepubliceerd te worden, zullen wij vooralsnog niet daartoe over gaan, overtuigd dat zij, door het verliezen hunner geregelde afnemers, voldoende zul len worden gestraft. Oïeriicht omtrent het vervoer en de opbrengst der Amersioortsche Tramweg-Maat schappij gedurende de maand Juli 1913-1914. 1913 1914 Meer. Aantal passagiers 12585 13238 653 Opbr. vervoer f630.70 f661.80 f31.10 t Dagkilom. - 11.30 - 11.86 - 0.56 Totaal - 643.92s - 737.74s -93.82 1 Dagkilom. - 11.54 - 13.22 - 1.68 Vrijwillige verbintenis. Bij Kon. Besluit is bepaald: 1°. Tot een vrijwillige verbintenis voor onbepaalden tijd, doch ten minste zoolang de militie buitengewoon onder de wapenen wordt gehouden, kunnen worden toege laten mannelijke Nederlanders van 17 tot 50-jarigen leeftijd, die overigens aan de vastgestelde eischen voldoen; 2°. Aan hen die als onder 1». omschre ven voor onbepaalden tyd zijn aangeno men, wordt als premie by vooruitbetaling toegekend het bedrag, waarop zij recht zouden hebben indien zij zich voor twee jaren verbonden hadden; 3°. Zy die bij het korps mariniers, by het leger hier te lande, of bij dat in de overzeesche bezittingen en koloniën in den rang van korporaal of van onder- RECLAME. aardigheid; ik weet toch vooruit dat ik win." "Hoe zoo? vroeg de Prins. «Omdat ik 't altijd doe bij hazardspelen," antwoordde Racksole gemoedelijk. "Dat is mijn lot nu eenmaal. En boven dien ben ik van avond een pas beginnende, zooals u weet, en pas beginnenden zijn gewoonlijk gelukkig." Binnen tien minuten zag de croupier van dat tafeltje zich genoodzaakt de werkzaamheden te staken, in afwachting van een nieuwen aanvoer van muntspecie. "Wat heb ik u gezegd?" zei Racksole, terwijl hij zijn met gezel voorging naar een andere tafel, verderop in de zaal. Een honderdtal nieuwsgierige, belangstellende blikken volgden hem. Een oude vrouw, wier opzichtig toilet aan een be- driegelijke jeugdigheid deed denken, verzocht hem in 't Fransch een vijf-francsstuk, dat ze hem aanbood, voor haar te willen opzetten. Hij nam het geldstuk aan en gaf haar een oogen- blik later een papiertje van honderd francs er voor in de plaats. Snel greep ze er naar en met zenuwachtige haast strompelde ze terug naar haar eigen tafel. Aan de tweede tafel scheen een groote mate van spanning en opgewondenheid te heerschen. In de rijen der spelenden zat op den voorgrond een vrouw, in zwart zijden, gedécolleteerd avondtoilet en met een grooten rooden Rubens-hoed op. Ze leek een jaar of acht-en-twintig, had donkere oogen en ver toonde eenigszins het Joodsche type. 't Was een mooie Juno-figuur, van een schoonheid die meer verblindend was, dan aantrekkelijk. Op die vrouw was de algemeene aan dacht gevestigd. De menschen vertelden elkaar dat ze dien dag een honderdzestigduizend francs in de speelzaal had gewonnen." »U hadt gelijk," fluisterde Prins Aribert den heer Racksole in, "dat is de Berlijn6che dame." "WaarachtigI Heeft ze u gezien? Zou ze u herkennen?" »Ze zou me waarschijnlijk wel herkennen, maar ze heeft nog niet opgekeken." "Blijf dan achter haar staan. Ik ben van plan haar een beetje aan 't werk te zetten." Door middel van uiterst handige, diplomatisch uitgevoerde bewegingen, slaagde Racksole er in een zitplaats te veroveren tegenover de dame met den rooden hoed. De roep omtrent zijn succes aan de vorige tafel was hem gevolgd en de om standers beschouwden hem als een gerontineerd en ervaren speler. Bij den eersten omdraai zette de dame duizend francs op dubbel nul; Racksole zette honderd francs op nummer negentien en duizend op de oneven nummers. Negentien won. Racksole ontving vier duizend vier honderd francs. Negen maal achtereen zette Racksole in op nummer negentien en de oneven cijfers; negenmaal zette de dame in op dubbel nul. Negenmaal achtereen was Racksole de winnende en de dame de verliezende partij. De andere spelers trokken, toen ze merkten dat de zaak zich tot een duel was gaan bepalen, zich grootendeels terug en bleven staan toekijken. Prins Aribert veranderde geen seconde van houding achter den grooten rooden hoed. Zoo bleef het spel voortgaan. Yan tijd tot tijd verloor Racksole een kleinigheid, maar zoo goed als voortdurend was hij de winnende partij. Zooals een der toe schouwers, die om de tafel heenstonden, opmerkte"hij kon geen kwaad doen." Toen het middernacht sloeg, had de dame nog maar een duizend francs over. Toen kreeg ze een winnende bui gedurende een half uur, maar te één uur waren haar geldmiddelen heelenal uitgeput. Van de honderd zestig duizend francs, die ze, naar men zeide, in 't begin van den avond had bezeten, had Racksole er ongeveer negentig duizend in zijn zak en de bank had het overige. Blijkbaar was die afloop voor de dame met den rooden hoed verre van aangenaam. Ze sprong op, stampte met den voet en snelde de zaal uit. Racksole en de Prins volgden haar op behoorlijken afstand. n't Zou niet kwaad zijn ons eens te overtuigen waar ze heen gaat," zei Racksole. Buiten, onder 't schijnsel van de groote booglampen, konden ze elke beweging van de Junofiguur met den rooden hoed volgen. Ze wenkte een huurrijtuig en reed haastig weg. Racksole en de Prins stapten in een open rijtuig en volgden. Ze hadden echter nog geen halve mijl afgelegd, toen Prins Aribert het rijtuig op eens deed stilhouden, aan Racksole verzocht uit te stappen, met den koetsier afrekende en dezen wegzond. «Ik geloof stellig dat ik weet waar ze heengaat," zei hij tot verklaring, »en 't zal dus beter zijn dat we te voet volgen." "Bedoelt u dat ze naar dat geheimzinnige huis zou gaan van van nacht?" zei Racksole. //Juist, dat bedoel ik. We zullen dus, zooals men dat noemt, twee vliegen in éen klap kunnen slaan." De veronderstelling van Prins Aribert bleek juist te zijn. Het rijtuig van de dame hield stil voor het huis waarin Nelly Racksole en juffrouw Spencer den vorigen avond haar onder houd hadden gehad en de dame verdween in het gebouw, juist toen de beide mannen om den hoek van de straat te voorschijn kwamen. In plaats vanf. door te gaan, voerde de

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 2