NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Gemeenteraad.
FEUILLETON.
DE SCHOONE BATAAFSCHE
IS O. 26.
Woensdag 31 Maart 1915.
44e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 09.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/« Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
In de gisteravond onder praesidium
van den buigemeester Mr. J. C. Graaf
van Randwyck gehouden openbare ver
gadering van den Gemeenteraad ont
brak geen der leden.
Na goedkeuring van de notulen der
vergadering van den 24 Februari 1.1.
werd op voorstel van den voorzitter
besloteu om, alvorens tot de mede-
deeling der ingekomen stukken over te
gaan, de nieuwgekozen raadsleden te
installeer?!). De heeien J. A Rant. J.
Hofland en H. J de Kempenaer door
den secretaris binnengeleid legden
daarop in handen van den voorzitter
de bij de wet voor geschreven eeden af
en werden door hem gelukgewenscht
met hunne benoeming, terwijl mede
nog een woord van waardeering werd
gewijd aan bet afgetreden raadslid de
heei J. C. Rolandus Hagedoorn.
Nariat de nieuwe leden de ben aan
gewezen zetels hadden ingenomen las
de secretaris de navolgende lijst van
ingekomen stukken voor;
Oproeping van den Raad van State,
d.d. 25 Februari 1915, No. 32 om te
verschijnen in de Afdeelingsvergade-
ring, waarin verslag zal worden uit
gebracht iD zake van bet beroep tegen
het besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht van 28 September 1914,
3e Afd. No 2237/1837, waarbij goed
keuring werd onthouden aan het
Raadsbesluit van 1 September 1914,
No. 465 betreffende het bouwen in
een bepaalde wijk der Gemeente
Amersfoort. (Voor kennisgeving aan
genomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht, dd. 8 Maart 1915, 3e
Afdeeling No. 318/448 waarbij wordt
goedgekeurd bet Raadsbesluit, dd. 27
October 1914 No. 5391 aangevuld bij
Raadsbesluit van 26 Januari 1915
No. 46, tot onderbandsche verhuring
van gemeenteeigendommen. (Voor
kennisgeving aangenomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht, dd. 8 Maart 1915 3e
Afdeeling No. 488/443 waarbij wordt
goedgekeurd het Raadsbesluit dd. 23
Februari 1915 No. 100 waarbij Bur
gemeester en Wethouders worden ge
machtigd over te gaan tot onder-
handsche aanbesteding van werken
voor de gasfabriek enz. (Voor kennis
geving aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht, dd. 15 Maart 1915 3e
Afdeeling No. 537/498 waarbij wordt
goedgekeurd hei Raadsbesluit dd 26
Januari 1915 No. 41 gewijzigd bij
Raadsbesluit van 24 Februari 1915
No 99 tot wijziging der veiordenrng,
waarbij terzake van bepaalde ont
vangsten der gemeente wordt afge
weken van art. 113 der Gemeente-
wel. (Voor kennisgeving aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 22 Maart 1915 3e
Afdeeling, No. 480/535 waarbij wordt
goedgekeurd hei Raadsbesluit dd. 23
Februari 1915 No. 85 tot het in ge
bruik geven van grond voor het per
ceel Muurhuizen No. 82 aan E. v. d.
Wart. (Voor kennisgeving aangeno
men.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht d.d. 15 Februari 1915
3e Afdeeling No. 226/304 waarbij
wordt goedgekeurd het Raadsbesluit
dd. 26 Januari 1915 No. 45 strek
kende tot bet aangaan eener lijdelijke
geldleening, tot een bedrag van hoog
stens f 400000, rentende ten hoogste
6Vi pCt. (Voor kennisgeving aange
nomen.
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 15 Februari 19)5,
3e Afdeeling No. 226/304 waarbij
wordt verdaagd de goedkeuring op de
Raadsbesluiten dd. 26 Januari 1915
tot wijziging der begrooting dienst
1915. (Voor kennisgeving aangeno
men.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 15 Februari 1915,
3e Afdeeling No. 226/304 waarbij
wordt goedgekeurd bet raadsbesluit
dd. 26 Januari 1915 No. 42 tot wijzi
ging der begrooting dienst 1914. (Voor
kennisgeving aangenomen.)
Brief van Gedeputeerde Staten van
Utrecht dd. 22 Februari 1915, 3e
Afdeeling No. 351/358, waarbij wordt
medegedeeld ingevolge opdracht van
den Minister van Binnenlandsche
Zaken krachtens machtiging van de
Koningin van 4 November 1914, No.
29, dat bij Zijne Excellentie bezwaar
bestaat om gevolg te geven aan het
denkbeeld, neergelegd in bet tot Hare
Majesteit de Koningin gerichte adres
i.z. wijziging der Gemeentewet voor
helling van opcenten op de hoofdsom
der bplasting, bedoeld bij letter c van
art. 240 dier wet. (Voor kennisgeving
aangenomen.)
Verzoek van den heer H. de Jong Jr.
dd. 4 Maart 1915 om ontslag als lid
van de Commissie van Toezicht op
bet Middelbaar onderwijs wegens ver
trek uit de gemeente. Te behandelen
bij het desbetieflend punt der Agenda.
Brief van bet Bestuur van de Af
deeling Amersfoort, van den Natio-
nalen Bond van Handels-en Kantoor
bedienden sMercuiius* dd. 22 Maart
1915, waarbij dank wordt betuigd
voor bet besluit dd. 26 Februari 1915
waarbij in gebruik wordt gegeven een
schoollokaal voor cursussen in han
delsonderwijs. (Voor kennisgeving aan
genomen.)
Brief van het College van Curatoren
van het Gymnasium te Amersfoort, dd.
6 Maart 1915 waarbij voorstellen wor
den gedaan i. z. de salarisregeling van
de leeraren aan het Gymnasium. (Naar
B. en W. om advies).
Adres van het Amersfoortsche Drank-
weercomilé, dd. 9 Maart 1915, hou
dende verzoek le aan Hare Majesteit
de Koningin te willen verzoeken een
besluit te oemeo, waarbij het maximum
aantal vergunningen in deze gemeente
voor de eerstvolgende 5 jaar wordt
bepaald op 61
2e eene verordening te willen vast
stellen waarbij eischen worden gesteld,
waaraan localiteilen moeten voldoen,
om voor eene door Burgemeester en
Wethouders te verleenen tapvergun-
ning of een verlof tot verkoop van
alcobolhoudenden drank, anderen dan
sterken drank in aanmerking te kunnen
komen
3e te willen overwegen het vast
stellen eener verordening waarbij wij
ken worden aangewezen, waarin door
Burgemeester en Wethouders ver
gunningen niet verleend mogen wor
den. (Naar B. en W. om advies.)
Brief van Burgemeester en Wet
houders dd. 25 Maart 1915 Afdeeling i
No. 777 waarbij mededeeling wordt
gedaan van splitsing van de le en
3e klasse van school B en van de 7e
klasse van school C, terwijl wordt
voorgesteld te besluiten aan school C
nog een vaste leerkracht aan te stellen.
Voordracht voor de benoeming van
een Regentes voor het Burger Wees
huis, dd. 21 Maart 1915. (Burgemeester
en Wethouders stellen voor in de
volgende vergadering de benoeming
te doen.
Tot onderwijzeres in de handwerken
aan de Openbare Lagere School E werd
benoemd mejuffrouw R. A. van den
Hooven.
Tot onderwijzer aan de Openbare
Lagere School B werd benoemd de
heer T. E. Ritsma te Wormerveer,
nadat de voorzitter op een desbetref
fende vraag van den heer Hofland,
dezen in geheime vergadering bad
medegedeeld, om welke redenen de
heerTubriek, tegen het advies van den
Schoolopziener in, als nummer twee op
de voordracht was geplaatst.
Tot lid der Commissie van Toezicht
op het Middelbaar Onderwijs werd
benoemd de beer J. Visser, Directeur
van het Rijksopvoedingsgesticht.
Op voorstel van Burgemeester en
Wethouders werd een crediet beschik
baar gesteld voor de commissie beiast
met bet instellen van een onderzoek
omtrent de te nemen maatregelen voor
het duurzaam voorzien in de huisvesting
van verschillende inrichtingen van
onderwijs.
De beer Hofland wenschte de namen
dier commissieleden te kennen en te
wéten of de wenscb tot benoeming
dezer commissie van den Raad is uit
gegaan.
De voorzitter deelde mede dat het
college van Burgemeester en Wet
houders tot bet instellen dier com
missie had besloten en deze was
saamgesteld uit de hoofden der ver
schillende inrichtingen van onderwijs,
een lid van bet curatorium van het
Gymnasium en een lid der commissie
vau Toezicht op het Middelbaar en
Lager Ouderwijs.
Een voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verbooging van hel
subsidie van de Vereeniging >Han-
delsscbool voor Amersfoort en omstre
ken* met ingang van 1 Januari 1916,
en lot verbuur van het schoolgebouw
met inventaris en speelplaats aan de
Koestraat tot 31 December 1916,
werd zonder discussie of hoofdelijke
stomming aangenomen.
Besloten werd tot het wegnemen
van grond uit het plantsoen voor de
Walikersteeg en de Agathastraat ten
behoeve van een aan te leggen weg
langs de beek naar de Liendertsche
weg voor Volkshuisvesting II.
Op voorstel van Burgemeester en
Wethouders zal een stukje grond
gelegen achter het perceel Koninginne-
laan No. 10 aan den heer Mr. R. P.
van der Mark in buur worden afgestaan.
Goedgevonden werd om het gym
nastieklokaal van school F. aan de
afdeeling Amersfoort van den Vrij-
willigen landstorm tot bet houden
van oefeningen in gebruik te geven.
Een voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verkoop van 1180
M* bouwterrein gelegen in de Daam
Fockemalaan aan den heer M. de Haan
te Baarn, werd door B. en W. aan
gehouden.
Goedgekeurd werd den verkoop vao
1100 M1. bouwlerrein aan de Anna
Paulownalaan aan den beer J. Valkboif
tegen f2 per M1. en van 1125 MJ. aan
de Barchman Wuytierslaan aan den
beer Dr. A. 11. F. Craanen tegen f2.50
per M
Historisch romantisch verhaal.
12)
Nu Coelius, mijn tijd tot tcrugkeeren naar Grinnes is aan
gebroken. Die Bructer heeft ons leelijk in ons gesprek gestoord,
maar toch spijt het mij niet, dat ik hem hier ontmoet heb. Gij
weet nog wel wat ik u omtrent Claudia gezegd heb, gij zult
mijn boodschap wel overbrengen en ik vertrouw er vast op dat
gij mij vriendschappelijk gezind blijft en dat gij, waar gij kunt,
of waar het noodig is, zoo een of andere omstandigheid soms
een schaduw mocht werpen op hare genegenheid voor mij, steeds
mijn voorspraak zult zijn."
„Gij kunt op mij rekenen, edele Petilius," zei Coelius, „ik
begrijp dat Claudia u liefheeft en dat is reeds voldoende, des te
meer nu ook gij mij zoo veel vriendschap betoont."
„Kom aan, dat is dan afgesproken," antwoordde Petilius,
Coelius de hand reikende, welke dezen warm drukte.
De twee mannen gingen nu naar hun paarden, stegen op en
reden naar den grooten weg. Hier moesten zij scheiden. Beiden
maakten een wuivende beweging met de hand als groet en
Petilius sloeg rechts af naar Grinnes terwijl Coelius linksaf naar
Batavodurum reed.
Toen Coelius de groote iepenlaan naar de hoeve opreed, zag
hij reeds den grooten mandenwagen bij het hoofdgebouw staan.
Deze wagen was van witte teenen gevlochten en had geheel het
voorkomen van een ouderwetsche wieg. De wielen er onder
waren klein, maar met brecde banden. Die breede banden maak
ten dat de wagen geschikt was zoowel op kleigrond als op mulle
zandwegen te rijden. Door de kleine wielen waren de zitplaatsen
laag bij den grond cn ving dus het voertuig weinig wind, wat
een groot voordeel was als langs de oevers der rivieren gereden
werd waar de wind dikwijls verbazend spoken kon. Zoodra Coelius
den wagen zag, herinnerde hij zich Claudia's schrijven aan
Petilius en hij begreep tevens dat Civilis er geen gras over liet
groeien, maar zijn zuster onmiddellijk naar Sorana zou zenden.
Coelius twijfelde niet of Petilius' vermoeden dat hij haar begeleiden
moest, zou uitkomen.
Coelius gaf zijn paard aan een hoorige en trad de hoeve
binnen waar hij in het voorvertrek Civilis aantrof, die voor een
venster naar den Rijn stond te kijken. Toen Coelius binnentrad,
I
keerde hij zich snel om en vroeg: „Wel, hebt gij den Romein
ontmoet en Claudia's boodschap overgebracht?"
„Ja, alles is in orde."
„Wat zei hij welP"
„Hij vond het blijkbaar niet prettig, maar hij scheen te be
grijpen, dat er niet veel aan te doen was."
„Het is wel een flinke kerel, jammer dat hij een Romein is."
„Kent gij hem ook?" vroeg Coelius verrast.
„Ja een weinig," hernam Civilis, die begreep, dat hij zich
versproken had.
„Waar hebt gij hem dan ontmoet?" vroeg Coelius.
„Oh, dat is een lange geschiedenis," hernam Civilis, „welke ik
u later wel eens zal vertellen. Voor het oogenblik heb ik u een
verzoek te doen. Ik zend Claudia naar Sorana. Zij dient echter
onder do hoede van een vertrouwd man te gaan. Gij komt pas
uit Rome terug en gij zoudt misschien na die reis wel een beetje
rust willen hebben, maar toch zoudt gij mij een groot genoegen
doen als gij Claudia naar Brinio's hoeve wildet brengen. Het is
waar, het is een vermoeiende reis, maar als gij daar eenmaal
zijt, hebt gij een gemakkelijk en rustig leventje. Sorana is nogal
op u gesteld en zal wel maken dat gij het goed hebt. Gij blijft
natuurlijk daar zoolang tot ik oordeel, dat Claudia weer kan
terugkeeren. Mag ik op je rekenen P Claudia vertrouwt vast, dat