NIEUWE
IÉT Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Mannen en Vrouwen van Merlanfl!
FEUILLETON.
No. 38.
Woensdag 12 Mei 1315.
44e jaargang
De Firma A. LEWENSTEIN
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
DE OORLOG.
DE SCHOONE BATAAFSCHE
Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen
naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht
worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai
machines nevenstaand handelsmerk moet voor
komen. Men late zich onder welk voorwendsel
ook geen nagemaakte Lewenstein' machine aan
praten. Voor Amersfoort en Omstreken eenigste
Agent W. KOMMER, Kromraestraat 24, Amersfoort.
UTRECHT, CHOORSTRAAT 14.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele .Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 69.
ADVER1ENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Nederland en de oorlog.
Oorlog, o! verschnkk'lijl; teeken
Van des menschen felsten baat,
Als slechts wraak en woede spreken,
't Mensch-zijn ganscb ten ondergaat.
Hoeveel tranen deedt gij vloeien,
Hoeveel pijn en zielesmart
Deedt gij nit uw heerschzucbt groeien,
Strooidet gij in 't mensch'lijk hart:
Hoeveel diepbedroefd' ellende
Spreiddet gij op aarde rond,
Bracht g'aan hem, die u niet kende,
Uw beteek'nis niet verstond,
Wie! Wie was dat wreede monster,
Dat besteeg het oorlogspaard?
Wie! Wie was dat wreede monster,
Dat zijn klauwen greep naar 't
zwaard
En 't met wreed'lijk welbehagen
In des jnng'litigs boezemt stiet?
Zeg mij! Wie! wie durfde het wagen,
Wie toch zaaide dat verdriet?
Was bet Satan, die zijn klauwen
Uitstak naar het moordend lood?
Ed bij 't donker morgengrauwen
Zich verlustigd' in den dood?
Mannen, broeders! staakt het strijden,
Staakt dat wreed en bloedig spel.
Vermeerder niet het bitter lijden.
Maakt niet d'aarde tot een hel.
Hoort de vrouwen weenend klagen
Om haar dierb'ren aan het front,
En zich angstig schreiend vragen:
Zou hij dood zijn of gewond?
Worgt het monster, dat ontaardde,
Wreed'lijk doodde paard en man.
Is er dan op heel de aarde
Niemand, die bet stuiten kan?
Holland I Liefste plek óp aarde,
Holland, dierbaar vad'renpand,
Teelt gij bloemen in uw gaarde,
Er klink' een juichtoon langs uw
strand,
Van de toppen uwer duinen
Klinke over 't wereldrond
Uit reusachtige bazuinen
Er heersebt vrede op mijn grond!
Zij, die d'oorlog bitter griefde,
Sidd'rend vluchten voor diens hand,
Vinden in Holland naastenliefde
En een tweede vaderland
Maar als eens de tijd mocht komen,
Dat men Hollands vteê benijdt
En de vijand op zijn zoomen
Tartend dwingend tot den strijd,
Neerlands vrijheid komt belagen,
Laat ons dan vereend van zin
Zegevierend hem verjagen
Voor ons aller Koningin
Laat u dan niet strafl'loos hoonen.
Holland met Oranje één
Zal zijn ouden moed weer toonen.
Maar eerst dan, ja dan alleen.
P. M.
(INGEZONDEN.)
Op de Internationale Bijeenkomst,
welke van 710 April 1915 te's-Gra-
venhage op initiatief van den «Neder-
landsche Anti-Oorlog Raadn heeft
plaats gevonden, waren 30 mannen
en vrouwen van beteekenis, van uiteen-
loopende politieke en godsdienstige
richtingen, personen van wetenschap
en van parlementaire ervaring, be
proefde, jarenlange vredespropagan-
disten en personen, die in het bijzonder
door dezen oorlog geworden zijn tot
overtuigde strijders ten gunste van
een toekomstigen duurzamen vrede,
aanwezig. Zij behoorden tot tien ver
schillende landenAmerika, België,
Duitscbland, Engeland, Hongarije, Ne
derland, Noorwegen, Oostenrijk, Zwe
den en Zwitserland. Bovendien waren
telegrammen en brieven van instem
ming ingekomen van personen uit
Denemarken, Frankrijk, Italië en Spanje.
Op deze Internationale Bijeenkomst
werd eenstemmig een gemeenschap
pelijk Minimum-Programma vastge
steld, dat de beginselen bevat, naar
welker verwezenlijking bij het eindigen
van dezen oorlog moet worden ge
streefd een Manifest, door deze Bijeen
komst uitgevaardigd, wijst er voorts
op, hoe het niet naleven dezer begin
selen van invloed was op het uitbreken
van dezen oorlog, en beoogt, hoe het
ieders plicht en ieders belang is mede
te strijden, opdat de toekomstige vrede
op den grondslag dezer beginselen
gesloten worde en aldus een duurzame
vrede zij. Thans zullen dus iu alle
landen dezelfde beginselen worden
gepropageerd, zal overal eeozelfde be
roep op de openbare meening worden
gedaan.
Tot dit doel is in het leven geroepen
een «CentraleOrganisatie voor
een Duurzamen Vredea, die
allen zal vereenigen, die door gezamen
lijke krachtsinspanning willen bereiken,
dat bij het sluiten van den vrede
zoodanige beginselen zullen worden
gehuldigd en zoodanige internationale
hervormingen zullen tot stand komen,
dat het toekomstige vredesverdrag
niet de kiem tot nieuwe oorlogen zal
in zich dragen.
De «Nederlandsche Anti-Oorlog
Raadtc gelooft dankbaar te mogen zijn,
dat deze internationale concentratie
van krachten thans bereikt is. Indien
ooit een internationale samenwerking
van menschen, die de kans op vol
gende oorlogen zooveel mogelijk willen
verminderen, iets groots zal kunnen
tot stand brengen, dan is thans de
gelegenheid hiertoe geopend door de
stichting dezer internationale Centrale
Organisatie, die personen vereenigt,
welke tot dusverre vreemd tegenover
elkander stonden. Wellicht ook zal
deze internationale eensgezindheid van
mannen en vrouwen van beteekenis
niet nalaten een gunstigen invloed te
oefenen ook op den duur van dezen
oorlog. Indien daardoor de vrede slechts
één dag werd bespoedigd, zouden
duizenden menschenlevens en millioe-
nen guldens worden bespaard, zou
onze arbeid reeds een zegen voor de
menschheid zijn geweest.
VOLK VAN NEDERLAND!
De zoo verantwoordelijke taak, om
leiding te geven aan deze «Centrale
Organisatie voor een Duur
zamen V reden is toevertrouwd aan
het Bestuur van den «Nederlandsche
Anti-Oorlog Raadc, versterkt met
eenige personen uit het buitenland, die
met ons zullen vormen het Uitvoerend
Comité. De goede uitvoering dezer taak
zal alléén mogelijk zijn, als de «Neder-
landsche Anti-Oorlog Raadi zal mogen
blijven genieten den zedelijken, maar
niet minder ook den fmanciëelen steun
van het Nederlandsche Volk.
Reeds hebben zich ruim 17.000
Nederlanders persoonlijk als mede
standers aangegeven. Maar groot blijft
nog het aantal van hen, die zich daarvan
onthouden hebben, veelal omdat zij
niet gelooven, dat een Nederlandsche
Vereeniging eenigën invloed, hoe klein
ook, op den loop der wereldgebeurte
nissen zou kunnen hebben. Dit bezwaar
kan thans niet meer gelden. De «Neder
landsche Anti-Oorlog Raad« met volle
behoud van zijn Nederlandsch karakter,
is thans tevens geworden het olïiciëele
middelpunt der internationalebeweging
voor een duurzamen vrede.
Juist om deze internationale taak
goed te kunnen volvoeren, waartoe o a.
noodig zal zijn een voortdurend per
soonlijk overleg met onze buitenland-
scheledeD van het Uitvoerend Comité,
is véél geld noodig. Een ieder zal dit
begrjjpen.
Dankbaar voor de reeds ontvangen
bijdragen, veroorlooft het Bestuur van
den «Nederlandsche Anti-Oorlog Raadn
zich daarom een beroep op nieuwen
fmanciëelen steun te doen. Wij wenden
ons in de eerste plaats tot hen, die tot
dusverre nalatig bleven het hunne bij
te dragen ter bevordering van datgene,
wal zjj toch óók willenhet tot stand
komen van een duurzamen vrede. Mogen
duizenden hunner zich thans, ten bate
van ons internationaal werk, als mede
standers aanmelden, hun gaven ons
doen toekomen.
Maar wij doen ook een beroep op
ben, die ons reeds hun vertrouwen
schonken en die, doordat zij mede
stander werden, reeds bijdroegen tot
dit aanvankelijk door den «Nederland
sche Anti-Oorlog Raad« bereikte nuttig
gevolg. De dank zij bet Nederlandsch
initiatief tot stand gekomen «Centrale
Organisatie voor een Duurzame Vrede«
is een eerste, bescheiden stap op den
weg, die door gezamenlijke krachts
inspanning tot den gewenschten vrede
zal kunnen leiden. Helpt ons door
nieuwe gaven dezen slap door steeds
verdergaande te laten volgen
Het Bestuur vaD den «Nederlandsche
Anti-Oorlog Raad"
Mr. H. C. Dresselhuys, Voorzitter.
J H. Schaper, Onder- Voorzitter.
Prof. Dr. D. van Embden.
Mr. Dr. D. A. P. N. Koolen.
Mr. V. H. Rutgers.
Mevr. W. Asser—Thorbecke, Pen-
ningmeesleres.
Jhr. Mr. Dr. B de Jong van Beek
en Donk, Secretaris.
Theresiastraat 51, 's Gravenhage.
Wat zeg je daar wel van?
Het rapport van den ooggetuige bij
het Engelsche hoofdkwartier aangaan
de de jongste krijgsoperaties rondom
Yperen, verhaalt o.a. hoe een Pruisisch
oflicier, die krijgsgevangen was ge
maakt, terwijl hij naar de achterhoede
werd gebracht, zag hoe eenige Engel
sche soldaten, door gas vergiftigd,
zich in doodsstuipen op den grond
kromden snakkend naar adem.
De Pruis stond stil, barstte in lachen
uit en vroeg, wijzend op de in ster
vensnood i ondkruipende ongelukkigen
Historisch romantisch verhaal.
24)
Hij zwaaide zijn geducht zwaard en Briganticus die een framee van
een zijner krijgers gegrepen had, wachtte Brinio af. Brinio's
zwaard bliksemde driemaal om de punt van de framee, maar
met een behendige beweging trok Briganticus zijn wapen op
zijde en op het volgende oogenblik trof de framee met volle
kracht Brinio voor op do borst. Een ijzeren plaat van zijn borst
harnas werd los gestooten, maar tegelijk gleed ook de punt van
het wapen uit en Brinio op zijde buigende, greep met de linker
hand naar de framee, terwijl het zwaard in zijn rechterhand
met geweldige kracht tusschen schouder en hoofd op het harnas
van Briganticus neerdaalde. Een oogenblik scheen het dat de
Blag Briganticus weinig letsel had toegebracht, kaarsrecht bleef
hij in den zadel zitten, maar even daarna barstte plotseling een
groote stroom bloed tusschen zijn harnas uit. Briganticus wan
kelde in den zadel, sloeg de handen in de hoogte en zonder
een kreet te uiten, gleed hij van zijn paard en viel met een
hevigen smak op den grond. Brinio, die na het toebrengen van
den slag zijn paard gewend had, draaide weer om teneinde
opnieuw een houw toe te brengen. Hij zag zijn tegenstander
vallen. Met moeite hield hij zijn paard in dat hevig steigerende
op de achterpooten ging staan.
Een woest gebrul steeg op bij Briganticus' volgelingen, toen
zij hun bevelhebber zagen vallen. Allen stormden naar de plaats
waar hij lag, links en rechts neerslaande wat hun in den weg
kwam. De Kaninefaten drongen op om Brinio te hulp te komen
en in een oogenblik was het een onbeschrijfelijke verwarring.
Een warklomp van steigerende paarden, strijdende en schreeuwende
mannen, flikkerende en kletterende zwaarden.
Uit dien klomp ontwikkelde zich eindelijk Brinio, die te
midden van een twaalftal getrouwen van de kampplaats trachtte
te komen. De Batavieren van Briganticus poogden hem tegen
te houden en tevens te overmeesteren. Brinio en zijn Kanine
faten raakten zoodanig in de knel, dat slechts een spoedige
vlucht redding kon brengen. Links en rechts om zich heen
slaande, gelukte het Brinio den weg te bereiken welke naar
Grinnes liep. Slechts een zestal der zijnen was onmiddellijk
achter hem. Een veertigtal Batavieren van Briganticus deed
vergeefs moeite hem in te halen.
Op dat oogenblik werd Briganticus binnen de sterkte gedra
gen. Arme jongeling. Hij was dood, van een bezwijming kon
geen sprake zijn. De slag van Brinio's zwaard had hem het
hoofd bijna geheel van den romp gehouwen. Zijn bleek gelaat
sprak nog van groote mannelijke schoonheid. Daar lag hij en
nevens hem stonden zijn mannen, die met hem in Britannië
duizenden gevaren getart hadden en hem hadden leeren ver
eeren en liefhebben. Sertonix, zijn onderbevelhebber, weende
als een kindhij verweet zich dat hij Briganticus alleen buiten
de sterkte had laten gaan en niet aan zijn zijde was gebleven.
Maar den doode was geen nieuw leven in te blazen, het geslacht
Civilis telde een lid minder.
En Civilis stond nog steeds buiten op den rivieroever. De kansen
op de overwinning waren echter geheel verdwenen. Van Grinnes
en Batavodurum snelden steeds nieuwe troepen aan. De Friezen
waren blijkbaar niet opgewassen tegen de ruiterbende welke
uit Arenacum was komen aanrennen. Het tijdstip voor den af
tocht was gekomen. Civilis had alleen te zorgen, dat die aftocht
niet in een wilde vlucht ontaardde.
Wordt vervolgd.)