Gemeenteraad.
dat ook velen, die door onwetend-
beid of verkeerde inlichting, niet de
juiste verklaring van loondienst bij de
aanvrage hebben overgelegd, zijn af
gewezen, wier latere aanvrage, waarbij
was gevoegd een bewijs van loondienst,
zooals door de Wet wordt geëischt,
door het Bestuur der Rijksverzekerings
bank zonder nadere behandeling werd
afgewezen
dat laatstelijk door de Rijksverzeke
ringsbank van velen, aan wie op 3
December 1913 en later, de Ouderdoms
rente van f2.per week werd toe
gekend, van dat bedrag fl.werd
gekort, omdat zij van andere publiek
rechterlijke lichamen een pensioentje
genieten
dat zelfs een weduwe, ons bekend,
aan wie als voormalig werkvrouw de
f2.rente werd toegekend, van dezen
maatregel de dupe is, omdat zij een
(klein) weduwepensioen geniet, terwijl
weer andere vrouwen, wier mannen
gepensionneerde werklieden zijn, de
volle rente blijven genieten;
dat door de zeer willekeurige resul
taten van den eisch van artikel 369,
dat tusscben het 60stc en 70s'ejaar 156
weken loondienst moeten worden aan
nemelijk gemaakt, zeer velen van de
Ouderdomsrente blijven verstoken.
Daar de tijdsomstandigheden voor
Uwe Excellentie wel zeer moeilijk zijn,
wil het Hoofdbestuur U gaarne hulde
brengen, voor wat U in 's lands belang
hebt verricht;
maar het neemt toch de vrijheid er
bij Uwe Excellentie op aan te dringen
dat het door Uwe Excellentie in
gediende Wetsontwerp spoedig Wet
worde en daarbij niet worden uit
geschakeld de velen, die na hun 65s'e
jaar werden bedeeld;
dat in afwachting daarvan de artikelen
369 —370 zoo ruim en mild mogelijk
worden toegepast, waardoor ook moge
lijk wordt, dat nieuwe aanvragen om
Ouderdomsrente door de Rijksverzeke
ringsbank in behandeling worden ge
nomen, en waardoor niet de eenmaal
toegekende rente worde teruggebracht
tot de helft, als het andere pensioenen
betreft zelfs tot een minimum bedrag,
't Welk doende,
De Bond voor StaaUpensionneering
D. A. van Krevelen, Voorzitter.
A. Voorbrood, Secretaris.
Arnhem, Juni 1915.
Vergadering van den Raad der Ge
meente Amersfoort Dinsdag 29 Juni
19i5.
Voorzitter: de Burgemeester.
Afwezig de heeren Kroes en Jorissen.
De notulen van de vorige vergadering
werden goedgekeurd, zooals ze ter
visie van de leden hadden gelegen.
Ingekomen zijn de volgende stukken:
Beschik king van Gedeputeerde Staten
van Utrecht d.d. 7 Juni 1915 3e Afd.
No. 1047, waarbij wordt toegewezen
bet beioep van L. A. H. L. Wüst te
Amersfoort tegen het Raadsbesluit d.d.
26 Januari 1915, houdende een af
wijzende beschikking op zijn bezwaar
schrift tegen zijnen aanslag in de
Gemeen lelijke Inkomstenbelasting over
het jaar 1914. (Voor kennisgeving aan
genomen).
Beschikking van GedeputeerdeStaien
van Utrecht d.d. 7 Juni 1915 3e Afd.
No. 1048, waarbij ongegrond wordt
verklaard bet beroep van L. J. Hemels
te Amersfoort tegen het Raadsbesluit
d.d. 26 Januari 1915, inhoudende als
voorgaand. (Voor kennisgeving aan
genomen).
Gelijkluidende beschikking d.d. 7
Juni 3e Afd. No. 1046, in zake het
beroep van H. G. Dijk, Wed. van J. C.
Leinweber te Amersfoort, als voor
gaand. Voor kennisgeving aangenomen.
Gelijkluidende beschikking d.d. 7
Juni 1915 3e Afd. No. 1045 in zake
het beroep van Mr. A. Stheeman te
Amersfoort, als voorgaand. (Voor ken
nisgeving aangenomen).
Brief van Gedeputeerde Staten van
Utrecht d.d. 31 Mei 1915 3e Afd. No.
1357/1001, waarbij wordt toegezonden
een uittreksel uit het Koninklijk Besluit
van den 14 Mei 1915 No. 18 tot goed
keuring van de helling van rechten
voor het gebruik van den openbaren
weg enz., in verband met de wijziging
der Invorderingsverordening bij Raads
besluit d.d. 15 December 1914. (Voor
kennisgeving aangenomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht d.d. 7 Juni 1915, 3e Afd. No.
1316/1064, waarbij voor zooveel
noodig wordt goedgekeurd het
Raadsbesluit van 4 Mei 1915 tot wijzi
ging der Bouwverordening. (Voor
kennisgeving aangenomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht d.d. 14 Juni 1915 3e Afd. No.
1478/1134, waarbij wordt goedgekeurd
de voordracht op het fonds van on
voorziene uitgaven van de begrooting
der inkomsten en uitgaven voor het
dienstjaar 1914, vastgesteld bij Raads
besluit van 1 Juni 1915 No. 2202.
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 14 Juni 1915 3e Afd.
No. 1478/1134, waarbij wordt goed
gekeurd het Raadsbesluit van 1 Juni
1915 No. 2201 tot wijziging der be
grooting dienstjaar 1914. (Voor ken
nisgeving aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 14 Juni 1915 3e Afd.
No. 1470/1115, waarbij wordt goed
gekeurd het Raadsbesluit dd. 1 Juni
1915 No. 2281 tot verkoop van een
perceel grond aan Jhr. S. M. van
Reijgersberg Versluijs te Amersfoort.
(Voor kennisgeving aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 14 Juni 1915 3e Afd.
No. 1480/1088, waarbij wordt goed
gekeurd het 2e gedeelte van het pri
mitief kohier der inkomstenbelasting
dienstjaar 1915, vastgesteld bij Raads
besluit van 1 Juni 1915. (Voor ken
nisgeving aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 14 Juni 1915 3e Afd.
No. 1479/1088, waarbij wordt goed
gekeurd bet le suppletoir kohier der
hondenbelasting dienstjaar 1915, vast
gesteld bij Raadsbesluit van 1 Juni
1915. (Voor kennisgeving aange
nomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd 14 Juni 19153e Afd.
No. 1491/1088, waarbij wordt goed
gekeurd het primitief kohier der straat
belasting, dienstjaar 1915, vastgesteld
bij Raadsbesluit van 1 Juni 1915.
(Voor kennisgeving aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 14 Juni 1915 le Afd.
No. 243/279, waarbij wordt verdaagd
de beslissing op het Raadsbesluit van
4 Mei 1915 i.z. het verstrekken van
een voorschot aan de stichting Volks
huisvesting II. (Voor kennisgeving
aangenomen.)
Brief van Gedeputeerde Staten van
Utrecht dd. 14 Juni 1915 3e Afd.
No. 1451/1131 waarbij wordt mede
gedeeld de ontvangst van het afschrift
der »Verordening houdende verbod
van voederen van vee met rogge of
roggebrood». (Voor kennisgeving aan
genomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 28 Juni 1915 3e Afd.
No. 1664/1186. waarbij wordt goed
gekeurd bet Raadsbesluit van 15
December 1914 tot wijziging van de
begrooting dienstjaar 1914. (Voor
kennisgeving aangenomen.)
Brief van A. C. Koppejan, dd. 28
Juni 1915, waarbij deze zijnen dank
betuigt voor het vertrouwen in hem
gesteld bij zijne benoeming tot Direc
teur der Gemeentebedrijven. (Voor
kennisgeving aangenomen.)
Brief van de Reclamecommissie
waarbij wordt aangeboden het boek
aAmersfoort als woonplaatso:. Openlijk
brengt de voorzitter dank aan de
Reclamecommissie, nl. aan de heeren
Pool, v. d. Meiden, v. Haselen, ter Maat
en Veenstra, voor de samenstelling
van dit boek. De commissie heefteer
van haar werk, evenals de drukker
uitgever, die zijn best heeft gedaan.
Het is een boek, dat niet zoo maar
kan worden weggezet en ongetwijfeld
vrucht zal dragen voor onze Gemeente.
Een woord van warmen dank, hulde
en waardeering is hier op zijn plaats.
(Voor kennisgeving aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 28 Juni 1915,3e Afd.
No. 1663/1193, waarbij wordt goed
gekeurd het Raadsbesluit dd. 24 Juni
1915 tot het aangaan eener geld-
leening groot f500.000, welke leening
is gegund aan de firma Patijn en
v. Noppen en de Uniebank te Amster
dam tegen den koers van 97,511%.
(Voor kennisgeving aangenomen.)
Aan de orde punt 2 van de agenda:
Voorstellen van Burgemeester en
Wethouders inzake:
a. verlaging van het maximum aantal
vergunningen voor den verkoop van
sterken drank in het klein,
b. het aanwijzen van bepaalde wijken,
waar geene vergunningen tot den ver
koop van sterken drank in bet klein
mogen worden verleend,
c. het vaststellen eener verordening,
houdende eischen, waaraan eene loka
liteit moet voldoen om in aanmerking
te komen voor eene vergunning tot den
verkoop van sterken drank in het klein
voor gebruik ter plaatse van verkoop
of een verlof lot deo verkoop van
alcoholhoudenden, anderen dan sterken
drank, zulks naar aanleiding van een
drietal ingekomen adressen.
De heer Gerritsen dankt B. en W.
voor dit uitnemende voorstel. Tevens
wijst hij er op, dat bier zooveel zonder
vergunning verkocht wordt.
De heer Hoflaod sluit zich bier bij
aan en zegt, dat B. en W. zich op
een mooi standpunt hebben geplaatst.
Hij was blij verrast, toen hij die toe
lichting ontving.
De Voorzitter stelt deze woorden op
hoogen prijs en zegt, dat er een stuk
cultuur-arbeid is verricht. Het adres
is hem onbekend. Aangenomen.
3. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot vaststelling van eene
nieuwe verordening betreffende het
gemeentelijk grondbedrijf.
De heer Hofland spreekt uitvoerig
over de woorden waarde, boekwaarde,
en verkoopwaarde en wil deze termen
hier en daar wijzigen.
De heer Van Achterbergh vindt dit
onnoodig.
De Voorzitter vindt het zeer onge-
wenschl deze verordening in de af-
deelingen te behandelen, gelijk de
heer Hofland had voorgesteld. Het is
een voorstel van zeereenvoudigen aard.
Bij de begrooting komt dit weer
aan de orde. Aangenomen.
4. Afwijzend advies van Burgemeester
en Wethouders op het adres van be
woners van den Parallelweg houdende
verzoek maatregelen tot verbetering
van dien weg te nemen.
De heer Leinweber heeft het request
nagegaan en zegt bet is geteekend
door alle bewoners van die straat,
zelfs door den Pastoor en den Kapelaan,
wel een bewijs, dat ze de bestrating
van belang achten. Nu worden veel
keien in het rosarium geworpen. De
Uirechtscheweg is wel verbeterd, om
dat hier autoriteiten wouen en aan
dezen weg niet.
De heer v. Achterbergh zegt, dat
de commissie van fabricage gemeend
heeft nu niet op verbetering in te
gaan, omdat er nog slechtere wegen
zijn, die voorgaan. En dan komt deze
weg aan de beurt. De Uirechtscheweg
is verbeterd op grond van gevaar.
Aangenomen.
5. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om over te gaan tot sloo-
pen van de z.g. Hofstede »Vleutbergen«
aan de Barcbman Wuijtierslaan.
6. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging van het pro
fiel van de aan te leggen Vondellaan
7. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan J. van Keulen,
aannemer van de verbetering van den
Utrechtschenweg, een rentevergoeding
te betalen voor bet te laat untvangen
van hem toekomende gelden als gevolg
van omstandigheden buiten zijn schuld.
8. Voorstel vaD Burgemeester en
Wethouders in zake verbetering van
den Bisschopsweg en omgeving.
Punt 5, 6, 7 en 8 wordt zonder dis
cussie of hoofdelijke stemming aan
genomen.
9. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging van het be
sluit inzake verkoop van een strook
grond aan de stichting nVolkshuis-
vesting II<r en in verband hiermede tot
wijziging van het besluit waarbij aan
diestichtingeen voorschot voor woning
bouw is verleend.
De heer Hofland betoogt, dat de
Gemeente de woningbouw moet ter
band nemen. Aangenomen.
10. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot aankoop van de per-
ceelen St. Agathaslraat 22, Waliker-
steeg 1, 3, 5 en 15, Bolderstraat 16 en
18 en Bolderstraat 20 tot en met 32 in
het belang van de volkshuisvesting
11. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders inzake onbewoonbaarver-
klaring van de woningen Coninckslraat
97, 99, 101 en 103, 87, 89/93,91 en 95,
toebehoorende aan E de Neeling.
12. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om met den heer W. H.
Meursing, Directeur der machinale
broodfabriek eene overeenkomst aan
te gaan voor het verrichten der onder
zoekingen door den Keuringsdienst van
de grondstoffen, benoodigd voor de
bereiding van brood en bakwaren en
om machtiging te verleenen voor het
vervolg contracten als bedoeld af te
sluiten.
Punt 10, 11 en 12 aangenomen.
13. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot aanvulling der ver
ordening, regelende de voorwaarden
vooi deleveringvanelectrischen stroom.
De heer Holland zegt: Ik heb alle
verordeningen nagezocht, doch kan
ze niet vinden. De heeren Eysink en
Van Achterbergh zeggen bun meening.
De wethouder van openbare werken
leest art. 15 voor. De bezwaren zijn
te ondervangen. Hiervoor is dit artikel
gemaakt. Boete is om herhaalde han
delingen te voorkomen. De heer Eysink
meent, het is geen boete, maar alleen
vergoeding van aangebrachte schade.
Aangenomen.
14. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot het verstrekken van
een crediet voor den aankoop van
kabels voor het electriciteitsbedrijf.
15. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om dit jaar de kermis of
jaarmarkt niet te houden.
16. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verkoop van pl.m. 1100
M'. bouwterrein tegen fl.75 per M>.
aan G. van Hoogevest q.q.
17. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging dei Gemeente-
begrootingen dienst 1914 en 1915.
Punt 14, 15, 16 en 17 zonder dis
cussie of hoofdelijke stemming aan
genomen.
18. Vaststelling staten oninbare pos
ten der Plaatselijke Inkomstenbelasting
diensten 1912, 1913 en 1914 en der
Straatbelasting dienst 1914.
De heer Leinweber zegt ontdekt te
hebbeD, dat bet twee Oost Indische
ambtenaren en twee officieren betreft.
Deze heeren hadden hun belasting wel
kunnen betalen. Als de ontvanger tijdig
keunis bad gekregen van hun vertrek,
dan bad hij ze kunnen aanschrijven.
Aangehouden.
19. Vaststelling van besluiten tot het
verleenen van afschrijving van Inkom
stenbelasting wegens vertrek of over
lijden, diensten 1914 en 1915.
20. Vaststelling van de suppletoire
kohieren van de schoolgeldbelasting
dienst 1914/1915.
21. Vaststelling van het 3e gedeelte
van het primitief kohier der Inkom
stenbelasting dienst 1915.
Punt 19, 20 en 21 aangenomen
zonder hoofdelijke stemming.
De voorzitter deelt mede, dat de
leening is gesloten voor f 100.000.
De beer Holland bad gaarne geboord,
waaraan het geld besteed is.
Na overleg tusschen Burgemeester
en Wethouders zal op deze vraag ge
antwoord worden.
De heer Vels-Hein doeteenige mede-
deelingen. In de loods van de Gas
fabriek is 2000 ton cokes in voorraad,
d. i. voor 214 maand. We ontvangen
maar 60 pCt. Op 1 Oct. wordt de
watergasfabriek geopend, dat geeft
besparing. Op de vergadering van
gasdirecteuren is de vraag besproken:
»Wat moeten we doen om kolen te
krijgen?" Noodig is een reserve te
vormen, en hieraan deel te nemen is
noodzakelijk. Hiertoe vragen B. en W.
machtiging van den Raad, ons bedrijf
is dan verzekerd tot half Maart.
Om de machines te drijven hebben
we voldoende olie. De electriciteit heeft
een kalm en normaal verloop.
De heer Van Achterbergh wijst op
het rekest van de agenten van politie.
B. en W. zullen met preadvies komen.
Tusscben de heer de Kempenaer
en wethouder Van Esveld ontstaat
een vriendschappelijk discours over
wegbreedte.
B. en W. zullen dit eens overwegen.
De heer Hofland is met bet gegeven
antwoord van wethouder Vels-Hein
niet tevreden. Hij wenscht goedkoop
cokes, door de gemeente verstrekt,
evenals de regeering goedkoop brood
verschaft. Het offer van den Wethouder
kost geen cent.
Nadat de broodprijzen door den
laatsten spreker weer ter sprake zijn
gebracht, sluit de voorzitter de ver
gadering.
„Juist. Grimoald, of wel, Dodo, opperstalmeester van den hof
meier van Neustrië."
Een ondeugende flikkering tintelde in zijn bruine oogen en
Radboud zag hem met belangstelling aan.
Tengevolge van dat onderzoek helderde zijn gelaat zeker ook
op, want de twee jongelieden drukten elkander hartelijk de hand
als twee oude vrienden.
Zij hadden onmiddellijk begrepen dat zij wel met elkander
zouden opschieten.
Grimoald stelde nu den mederuiter aan Radboud voor als
Ragenfried, bevelhebber van zijn lijfwacht. Ook Radboud en
Ragenfried namen malkaar nauwkeurig op en het onderzoek
eindigde blijkbaar tot wederzijdsch genoegen want een krachtige
handdruk werd nogmaals gewisseld.
Nu kwam de abt aanrijden en Grimoald stelde den abt en
Radboud aan elkander voor.
„De abt van Nivelles", zei Grimoald, „is een eerwaardig en
trouw vriend van onze familie, en ons geslacht heeft zich steeds
in zijn welwillende genegenheid mogen verheugen. Den stichter
van ons geslacht, Pepijn van Landen, is in zijn abdij een laatste
rustplaats geschonken. De abten van Nivelles zijn de getrouwe
bewakers van zijn graf. Sedert meer dan een eeuw is er een
innige band tusschen die abten en het geslacht der hofmeiers."
De abt, die een schrander en vriendelijk gelaat had, knikte
welwillend bij deze woorden en zei dat hij verheugd was, den
zoon van den hertog van Friesland te ontmoeten en dat hij
hoopte den hertog in goeden welstand te mogen aantreffen.
Radboud antwoordde dat zijn vader met verlangen hun komst
afwachtte en reeds eenigszins ongerust was daar zij zoo lang
wegbleven.
Grimoald merkte op, dat het schoone weder en het fraaie
landschap, dat zij doorgetrokken waren hen genoopt had niet
zoo hard te rijden, als zij plan hadden gehad te doen.
„"Wij hebben onderweg uw schoone weiden bewonderd en do
fraaie dieren die er in grazen," zei hij, „wij hebben noch in
Champagne, noch in Brabant zoo iets gezien. Het is blijkbaar
een vruchtbaar land, uw Friesland. Verder zuidelijk en in de
Betuwe zagen wij tal van schoone akkers welke met tal van ge
wassen prijkten."
„O, zeker," antwoordde Radboud. „Ons Friesland bestaat
eigenlijk slechts uit twee gedeelten, te weten: water en zeer
vruchtbaar land. En vooral de streken welke u op uw weg van
Nijmegen tot hier doorgetrokken zijt, munten uit door vruchtbare
landerijen of schoone weiden."
Radboud deed nu het voorstel door te rijden en Grimoald
zette onmiddellijk zijn paard in beweging en reed met hem vooruit.
De abt volgde met Ragenfried en daarachter plaatsten zich de
Friesche ruiters terwijl de Frankische krijgslieden den stoet sloten.
„En ik word dus verwacht?" vroeg Grimoald.
„Ja men is zeer verlangend u te zien," antwoordde Radboud.
„Uw vader of.... uw zuster?" vroeg hij lachend.
„Mijn vader. Mijn zuster is stellig niet verlangend u te ont
moeten."
„Zij is toch niet in het geheim?" vroeg Grimoald snel.
„Oh, neen, zij vermoedt niets. Zij ziet u alleen minder graag
komen omdat zij vreest dat op uw komst die van den hofmeier
van Neustrië zal volgen."
Grimoald lachte.
„Hoe vindt gij het planP"
„O, alleraardigst," hernam Radboud.
„Dus ik ben voor haar Dodo, neef en stalmeester van den
hofmeier van Neustrië."
„Juist," hernam Radboud.
„En uw vader zou gaarne zien, dat er een middel gevonden
werd om met mijn vader in vriendschap te leven."
„Hij zou niets liever willen."
Wordt vervolgd.)