NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad ^ÉiT
voor do Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
PRINSES THEUDESINDE.
No. 60.
Woensdag 28 Juli 1815.
44e jaargang.
De Firma A. LEWEN STE1N
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
DE OORLOG.
Plaatselijk Nieuws.
W&&&S<S®ïfW!H<£.
Aaügezien ons gebleken is dat er onder onzen
naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht
worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai
machines nevenstaand handelsmerk moet voor
komen. Men late zich onder welk voorwendsel
ook geen nagemaakte Lewenstem' machine aan
praten. Voor Amersfoort en Omstreken eenigste
Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort.
UTRECHT, CII OORSTRA AT 14.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 09.
AU VER1 ENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De Amerikaansche nota aan
Duitschland.
Hieronder laten wij de belangrijk
ste gedeelten volgen van de derde
Amerikaansche nota aan Duitschland,
terwijl wij terwille van den samen
hang, de minder belangrijke gedeel
ten verkort weergeven.
Na den gewonen zin ter inleiding
vangt de nota als volgt aan:
«De regeering der Vereenigde Sta
ten ziet zich tot haar leedwezen ver
plicht te verklaren, dat zij de Duitsche
nota hoogst onbevredigend acht, daar
zij niet treedt in de werkelijke ge
schillen tusschen de beide regeeringen
en geen middel aangeeft waardoor de
aanvaarde beginselen van de wet der
menschelijkheid in de ernstige aan
gelegenheid waarover het geschil loopt,
kunnen worden toegepast, doch in
tegendeel een regeling voorstelt waar
bij deze beginselen ten deele buiten
werking worden gesteld en feitelijk
ter zijde geschoven."
Wel heeft de Amerikaansche regee
ring, gaat de nota dan voort, met
voldoening gemerkt, dat de Keizerlijk
Duitsche regeering verschillende be
ginselen in verband met den duik
bootenoorlog tegen koopvaardijsche
pen, zooals ze ook door haar voor
gestaan worden, erkent, maar zij is
»ten zeerste teleurgesteld dat de
Keizerlijke Duitsche regeering zich
goeddeels ontheven acht van de ver
plichting om deze beginselen na te
komen, zelfs daar waar onzijdigen
er bij betrokken zijn op grond van
hetgeen Duitschland beschouwt als
de politiek en de praktijken der
Engelsche regeering in den huidigen
oorlog ten aanzien van den onzijdigen
handel."
De Amerikaansche regeering kan
in een gedachtenwisseling met de
Duitsche natuurlijk niet de houding
der Engelsche regeering ter sprake
brengen, trouwens de houding van
een andere regeering doet ook niets
ter zake in den Amerik.-Duitsche
gedachtenwisseling «aangaande het
geen de regeering der Vereenigde
Staten beschouwt als ernstige en niet
te rechtvaardigen schending van de
rechten van Amerikaansche burgers
door Duitsche marine-commandan
ten."
In deze quaestie hebben alleen
Amerika en Duitschland met elkaar
te maken.
In de nota wordt vervolgens het
standpunt verdedigd, dat wanneer
een oorlogvoerende mogendheid geen
vergelding kan uitoefenen jegens een
vijand, zonder het leven of den
eigendom van onzijdigen te krenken,
zij aan haar wijze van optreden een
einde moet maken.
Volharding te dien opzichte zou
een onvergeeflijke inbreuk vormen op
de souvereiniteit van den betrokken
onzijdigen staat.
De Amerikaansche regeering is niet
blind voor de verschijning van nieuwe
en onverwachte mogelijkheden in de
oorlogvoering ter zee, maar zij kan
daarom nog niet toelaten, dat de
voornaamste en fundamenteele rechten
van haar onderdanen worden aan
getast. Die berusten op onverander
lijke beginselen en niet op utiliteits-
grondende oorlogvoerende mogend
heden hebben de verplichting zich
aan die beginselen te accomodeeren.
Nu meent de nota verder, dat de
«gebeurtenissen van de laatste twee
maanden duidelijk hebben aangetoond,
dat het mogelijk en uitvoerbaar is, de
duikbooten in het z.g. oorlogsgebied
in overeenstemming met de aanvaarde
gebruiken van een wettige oorlog
voering te doen optreden. De geheele
wereld heelt met belangstelling en
stijgende voldoening gezien, dat de
commandanten van Duitsche duik
booten zulks hebben getoond. Het
blijkt derhalve mogelijk om den ge-
heelen duikboot-oorlog te onttrekken
aan de kritiek, waaraan hij heeft
blootgestaan, en de hoofdoorzaken,
waarom hij aanstoot heeft gegeven,
uit den weg te ruimen."
Op grond hiervan en van de er
kenning door de Keizerlijke Duitsche
regeering, dat er onrechtmatige daden
door hare marine zijn gepleegd, is de
regeering van de Ver. Staten over
tuigd, dat de Keizerlijke Regeering
niet zal weigeren de moedwillige daad
van den gezagvoerder, die verant
woordelijk is voor de vernietiging van
de «Lutisania", af te keuren en ver
goeding te geven voor de omgekomen
Amerikaansche burgers, voor zoover
het mogelijk is vergoeding te geven
voor de noodelooze vernietiging van
menschenlevens door die onwettige
daad."
De Amerikaansche regeering wijst
verder af «het voorstel van de Kei
zerlijke Regeering om zekere schepen
aan te wijzen, die vrij zouden zijn op
de onrechtmatig buiten de wet ge
plaatste zeeën. Als zulk een vergelijk
tot stand kwam, zou daarin opge
sloten liggen dat andere vaartuigen
aan onrechtmatige aanvallen zouden
blootstaan. Dat zou een verkorting
en mitsdien een prijsgeven zijn van
de beginselen, die de regeering der
Ver. Staten voorstaat en die in kal
mere tijden ieder volk als vanzelf
sprekend zou aanvaarden."
Zij bepleit met nadruk de hand
having van het beginsel der vrije zee,
en hoopt ook, dat de oorlogvoerenden
te dien opzichte tot een practische
oplossing mogen komen. Als gemeen
schappelijke vriend is zij ten allen
tijde bereid daaromtrent een voorstel
in overweging te geven.
Ten slotte vestigt de regeering der
Ver. Staten «de aandacht der Keizer
lijke Duitsche regeering zoo plechtig
mogelijk op de noodzakelijkheid om
de rechten der onzijdigen zoo nauw
gezet mogelijk in acht te nemen.
Dit is een kritiek geval. De vriend
schap zelf noopt de regeering der
Vereenigde Staten aan de Keizerlijke
Duitsche regeering te verwittigen,
dat bij herhaling van daden, die
inbreuk maken op de rechten van
onzijdigen, zij deze, voor het geval
zij Amerikaansche burgers betreffen,
als opzettelijk onvriendschappelijk
moet beschouwen".
Daar van regeeringswege geen
varkens meer worden beschikbaar
gesteld, hebben de varkensslagers
alhier hun prijzen met 30 cent per
Kilo verhoogd.
In verband hiermede vestigen wij
nog eens de aandacht op visch als
volksvoedsel. Bij veel grooter voedings
waarde is deze altijd nog tegen luttelen
prijs verkrijgbaar. Kleine schelvisch,
horsmakreel en schol, kosten toch
niet meer dan 1012 cent per pond,
aan huis bezorgd één cent per pond
meer.
Andermaal is hier een onder
linge brandstoffen inkoopvereeniging
opgericht onder den naam «Ons Be
lang". Eenige jaren geleden werd op
dezelfde wijze gepoogd de leden goed
koop van brandstollen te voorzien.
Na een kortstondig bestaan moest
de vereeniging toen echter worden
opgedoekt.
Naar wij vernemen, zal de
voorstelling van «Lanseloet en San-
derijn" door «Die Haghespelers", die
in den tuin van Mevrouw Taco Mes
dag zooveel succes had, herhaald
worden in het openluchttheater in
het Suzanna-park te Hilversum, op
7 en 8 Augustus a.s.
Dit theater is daartoe welwillend
en geheel belangloos ter beschikking
gesteld door Mevrouw Amy Grothe
Twiss, die reeds zeer mooie opvoe
ringen in dit theater tot stand heeft
gebracht.
Ditmaal wordt de voorstelling van
«Lanseloet ende Sanderijn" gevolgd
door het optreden van Lili Green,
die eenige dansen zal uitvoeren.
Bij de Zondag te 's Gravenhage
gehouden wedstrijden voor zwem
onderwijzers in Nederland, behaalde
de heer L. Pezie niet minder dan 4
eerste prijzen en wel in de nummers:
80 M. borstzwemmen, tijd 1 min. 8
sec.; gekleed duiken naar pop in 29
sec.; extra nummer schoolslag 20 M.;
en 200 M. borstzwemmen, tijd 3 min.
18 'Iü sec.
De heer Pezie verwierf nog een
extra prijs voor het grootst aantal
behaalde 1ste prijzen.
Van groep II eindexamen H. B. S.
in de provincie Utrecht slaagden van
de Amersfoortsche H. B. S.: L. H. Le
féhure, H. Oeij, C. Oeij en G. H.Roll.
Bioscoop-voorstelling aangeboden
door de Centrale Werkgevers
Risicobank.
Deze voorstelling, die gisteravond
in «de Arend" werd gegeven, was
druk bezocht, zoowel door werkgevers
als door werknemers. De film liet
zich in drieën verdeelen le Hoe een
ongeval ontstaat en kan voorkomen
worden, 2e het hygiënisch gedeelte
en 3e in de verhandkamer van een
tamelijk groote fabriek. Het doel van
deze film-voorstelling is bij patroons
en werklieden belangstelling op te
wekken om ongevallen te voorkomen
en het bevorderen van hygiënische
toestanden in ons land. Ter verduide-
Historisch romantisch verhaal.
10)
Hij snelde naar haar toe. Zij sprong met een kreet van geluk
op en vloog hem in de armen. Hij drukte haar aan zijn borst
en hij zwoer haar dat hij nimmer meer aan een Frankische
prinses zou denken, dat hij zelfs niet naar den Rijn zou terug-
keeren, bij haar en voor haar wilde hij leven. En zoo ge
schiedde het."
Dodo zweeg. Theudesindo, die met aandacht zijn verhaal ge
volgd had, keek hem vlak in het gelaat.
„Dat is een schoone geschiedenis," zei zij zacht „maar wat
heeft do hofmeier van Neustrië, wat heb ik er mede te maken?"
„De prinses van Oost-Anglia zond krijgers om prins Rhadigis
met geweld te halen, die beloofd had haar te zullen huwen.
Zoo zou ook Grimoald, hofmeier van Neustrië, krijgers kunnen
zenden om prinses Tudinka te halen, wiens vader ongelukkig
in den strijd de voorwaarden heeft moeten aannemen die Grimoalds
vader hem voorschreef."
Dodo zweeg en keek Theudesinde ernstig aan. De prinses
kreeg een hevige kleur en boog het hoofd.
Na een oogenblik zeide zij zacht: „Gij hebt gelijk Dodo, er
is zeer veel overeenkomst. Overeenkomst in omstandigheden.
Als Grimoald echter het voorbeeld der prinses van Anglia
mocht volgenvrees ik dat het slot der geschiedenis niet
zoo blijeindend zou zijn. Grimoald is geen speelmakker mijner
jeugd."
„Neen," zei Dodo opgeruimd. „Maar wie weetmis
schien zouden er andere redenen kunnen zijn, die hem
genade in uw oogen deden vinden, ofu zoudt de gevangene
zijndie zijn hart tot u neigde.
Theudesinde was een oogenblik in gepeins.
„Gelukkig voor de Britsohe prinses dat Rhadigis de Frankische
prinses niet lief had, anders zou de zaak een geheel ander einde
gehad hebben. Ilad hij dan do Frankische prinses zoo gemakkelijk
opgegeven, dan was hij de moeite van het winnen niet waard
geweest. Of had hij haar in schijn opgegeven, dan zou zijn
bezit voor de Britsche prinses waardeloos zijn geweest," zei
Theudesinde.
„Zoo zou het in Grimoalds plaats gelukkig voor hem zijn als
prinses Tudinka
Dodo hield plotseling op. Zonder hot te willen, zonder er bij
te denken, alleen om de vergelijking voor te zetten, waren hem
die woorden ontsnapt.
Hij keek snel de prinses aan en verbeeldde hij het zich
hij meende dat de schitterende oogen van Theudesinde een oogen
blik met buitengewone belangstelling op hem gericht waren.
Yoor hij nog tijd had hierover na te denken, werden zij opge
schrikt door de stem van prins Radboud. Deze kwam met snelle
schreden naar hen toeloopen. Onwillekeurig stonden beiden van
de bank op.
„Wel, wat zit gij daar gezellig," riep Radboud spottend zijn
zuster aanziende.
„Ik kom u storen. Ik ga met Ragenfried naar Stavoren. Wij
gaan in het Heilige Bosch jagen. Hebt gij lust ons achter op te
komen, dan kunnen wij van avond gezamenlijk terug rijden."
„Wie geldt eigenlijk uw uitnoodiging," vroeg Theudesinde,
„mij of den heer Dodo?"
„Och, u beiden," hernam Radboud losweg.
„De juffers zouden gaarne medegaan, hebben zij gezegd, doe
haar dus dat pleizier. Als gij medegaat Theudesinde is dat moge
lijk. Met ons alleen hebben zij er niets aan, het bosch is te onge
baand om voor spinrokken toegankelijk te zijn. Blijft gij bij de
juffers Dodo, of jaagt gij mede?"
„Och, gij weet, ik blijf liever bij de juffers. Ik houd wel van
jagen maar ben er toch niet zulk een hartstochtelijk liefhebber