Gemeenteraad.
lijking werden eenige cijfers gegeven
betrekking hebbende op 1913. In dit
jaar kwamen in ons land voor 87000
ongevallen dus nog 7000 meer dan
het aantal inwoners van Haarlem
bedraagt. Hieronder waren er -20000
van geringe beteekenis, 56000 onge
lukken hadden een invaliditeit van
minder dan 6 weken ten gevolge,
4500 een langer dan 6 weken, 800 blij
vende invaliditeit en 300 hadden den
dood tengevolge. Alles bij elkaar was
het gevolg, alsof 37000 menschen een
heel jaar niet konden werken door
een ongeluk. Voor Duitschland is dit
getal meer dan 10-maal zoo groot.
Dit ter inleiding. De films werden
afgedraaid en we zagen hoe onge
lukken ontstaan door den slinger van
een lier en het middel om dit te
voorkomen, door een vlakbank, drijf
riem, voor persen in de metaalindu
strie en de schoenfabrieken met haar
automatische beveiliging.
Het tweede gedeelte van de film
verplaatste ons in een slijperij, een
zagerij en een bijtserij. Hier worden
metalen aan de werking van sterke
zuren onderworpen Hierdoor ontwik
kelen zich gevaarlijke gassen voor de
gezondheid. In de hygiënisch inge
richte werkplaatsen worden deze ver
dreven zonder schade te veroorzaken.
De maatschappij »De Schelde" in
Vlissingen kan met eere genoemd
worden, in zoover hier alles gedaan
wordt om de werklieden voor onge
vallen te behoeden. Wie belang stelt
in het meegedeelde kan dit zien in
het veiligheidsmuseum te Amsterdam,
achter het Rijksmuseum, waar ieder
kosteloos vrijen toegang heeft.
De Bank beloond hen, die iets ter
beveiliging uitvinden.
Tot slot zagen we het groot be
drijf van den heer van Vollenhoven
alhier.
In de gisterenavood onder pi aesidium
van den burgemeester, Mr. J. C. Graat
van Raodwijck, gehouden Raadsver
gadering waren de heeren Eysink,
Houbaer en Jorissen niet aanwezig.
Eerstgenoemde met kennisgeving. Na
goedkeuring van de notulen der ver
gadering op 29 Juni 1.1. las de secre
taris de navolgende lijst van ingekomen
stukken voor:
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht d.d. 5 Juli 1915 3e Afd. No.
2857/1272, waarbij wordt vastgesteld
de rekening der inkomsten en uitgaven
der gemeente Amersfoort over het
dienstjaar '1913. (Voor kennisgeving
aangenomen)
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht d.d. 5 Juli 1915 3e Afd. No.
1737/1241, waarbij wordt goedgekeurd
het 3e gedeelte van het primitief kohier
tot heffing der Inkomstenbelasting
dienstjaar 1915. (Voor kennisgeving
aangenomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht d.d. 5 Juli 1915 3e Afd. No.
1555/1266, waarbij wordt goedgekeurd
het Raadsbesluit d.d. 1 Juni 1915, No.
227, tot wijziging der Verordening op
het beheer der Gemeentebedrijven te
Amersfoort. (Voor kennisgeving aan
genomen
Besluil van Gedeputeerde Staten van
Utrecht dd. 12 Juli 1915 3e Afd. No
1735/1296. waarbij wordt goedgekeurd
het Raadsbesluit van 29 Juni 1915 No
270, tot verkoop van een perceel bouw
terrein aan G. van Hoogevestq.q (Voor
kennisgeving aangenomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 12 Juli 19153e Afd.
No. 1748/1287, waarbij wordt goed
gekeurd het Raadsbesluit van 29 Juni
1915 en de kermis of jaarmarkt voor
1915 niet te houden. (Voor kennis-
nisgeving aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 12 Juli 1915, 3e Afd.
No 1736/1280, waarbij worden goed
gekeurd de 2e suppleloire kohieren
tot heffing van schoolgelden, dienst
jaar 1915. (Voor kennisgeving aan
genomen.)
Brief van Gedeputeerde Staten van
Utrecht dd. 19 Juli 1915, 3e Afd.
No. 1755/1350, waarbij wordt toege
zonden afschrift van het K. B. van
24 Juni 1915 No. 47, dat ongegrond
verklaart het beroep ingesteld tegen
het besluit van genoemd College dd
28 September 1914, 3e Afd. No. 1837
hetwelk goedkeuring onthoudt aan de
dVerordening regelende het bebouwen
van bepaald aangewezen gronden in
de gemeente Amersfoort, vastgesteld
1 September 1914. (Voor kennisgeving
aangenomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht d.d. 19 Juli 1915, 3e Afd. No.
1764/1339, waarbij wordt goedgekeurd
het Raadsbesluit van 29 Juni 1914 tot
vaststelling eener verordening naar
aanleiding van artikel 114bis der Ge
meentewet, betreffende het gemeente
lijk grondbedrijf. (Voor kennisgeving
aangenomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht d.d. 19 Juli 1915 le Afd. No.
326/345, waarbij wordt verdaagd de
beslissing op het Raadsbesluit van 29
Juni 1915 tot aankoop van eenige per-
cpelen aan de Bolder-, St. Agatha- en
Wolkerstraat. (Voor kennisgeving aan
genomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht d.d. 21 Juni 1915 3e Afd. No.
538/1171waarbij worden goedgekeurd
de Raadsbesluiten van 23 Februari 1915
tot wijziging van de begrooting der
inkomstenen uitgaven,dienstjaar 1914.
(Voor kennisgeving aangenomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht d.d. 21 Juni 1915 3e Afd. No
1049, waarbij wordt toegewezen het
beroep door G. van Nes te Amersfoort
ingesteld tegen bet Raadsbesluit van
26Januari 1915dat afwijzend beschikte
op zijn bezwaarschrift tegen zijnen aan
slag in de inkomstenbelasting, dienst
jaar 1914. (Voor kennisgeving aan
genomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 28 Juni 1915 le
Afd. No. 279/306, waarbij wordt ver
daagd de beslissing op het Raadsbe
sluit van 1 Juni 1915 tot het bouwen
van 6 arbeiderswoningen aan de Flier-
beekstraat, en goedgekeurd het Raads
besluit van denzelfden datum tot
het bouwen van 3 arbeiderswoningen
Achter de Kamp. (Voor kennisgeving
aangenomen.)
Brief van Burgemeester en Wet
houders van Amersfoort dd. 20 Juli
1915 Afd. I No. 1868/1463, inzake
verbetering van den Utrechtscheweg.
(Voor kennisgeving aangenomen
Proces Verbaal van de opneming
van kas en boeken van den Gemeente-
Ontvanger dd. 19. Juli 1915. (Voor
kennisgeving aangenomen.)
Adres van bet Amersfoortsch Drank-
weer-Comité dd. 6 Juli 1915, tot
dankbetuiging voor de gunstige be
schikking op zijn request van 9 Mrt. jl.
(Voor kennisgeving.)
Adres van de R. K. Bouwvereeniging
»St. Bonifaciusrr d.d. 15 Juli 1915
waarbij een voorschot van f67.000.—
wordt aangevraagd, als bijdrage in de
stichtingskosten van 44 arbeiders
woningen. (Aan B. en W. om advies).
Adres van de Amersfoortsche Be
sturenbond, ingekomen 27 Juli 1915,
houdende verzoek een zekere hoeveel
heid cokes beschikbaar te stellen tegen
eenen prijs als geldende vóór de mobi
lisatie. (Aan B. en W. om advies).
Adres van D. Zoetmulder, ingekomen
13 Juli 1915, met verzoek 3 boomen,
staande bij het perceel Lange Beek
straat No. 29, te doen rooien en van
twee andere boomen aldaar de over
hangende takken te doen snoeien. (Aan
B. en W. om advies).
Met algemeene stemmen werd daarop
mejullrouw A. Kok benoemd tottijdelijk
buitengewoon leerares in de gymnastiek
aan de Hoogere Burgerschool voorden
cursus 1915—1916.
Tot lid der commissie van Toezicht
op het Lager Onderwijs (vacature J. F.
Lankamp) werd benoemd de heer Joh.
van Dijk.
Tot lid van het Burgerlijk Arm
bestuur werd' benoemd Mr. Dr. H.
T. A. Verhoef, nadat op voorstel van
den heer Hofland, die in een breed
sprakig betoog de wenschelijkheid
uitsprak om ook menschen uit den
kring der werklieden in dergelijke
betrekkingen te benoemen, Jacob Over-
eem en Herman Hulst op de voor
dracht waren geplaatst.
Aan mej M. A. H Radersma werd,
op haar verzoek verlof verleend als
onderwijzeres in de nuttige handwer
ken aau school D.
Aan den heer B. G. Hulberstad
werd, mede op zijn vei zoek, eervol
ontslag verleend als leeraar in de
Nederl. taal en letterkunde aan de
Hoogere Burgerschool.
Voorts werden zooder discussie of
hoofdelijke stemming voorstellen van
Burgemeester en Wethouders aange
nomen tot vaststelling van rooilijnen
langs de Kleine Haag en voor de
bouwterreinen geprojecteerd op de
Noord- en Zuidhelling van den berg.
Een voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot definitieve oplichting
van een gemeente-arbeidsbeurs werd
aangenomen en een reglement daar
voor waarop door den heer Hofland
een aantal amendementen waren in
gediend, die echter geen van allen
genade mochten vinden in de oogen
zijner mederaadsleden zonder hoof
delijke stemming vastgesteld, om op
1 Januari 1916 in werking te treden
Bij de daarop aan de orde komende
Vooi stellen van Burgemeester en
Wethouders tot vaststelling van de
balans, winst- en verliesrekening
der gasfabriek en de waterleiding,
van de balans van het Electriciteits-
bedrijf en bet verslag van het grond
bedrijf, alles over 1914, trachtte de
heer Hofland aan te toonen, dat de
kleine gas ver brui kers ongeveer 14-maal
teveel betalen, omdat de balans dei-
gasfabriek niet deugd. Punt voor punt
werd het door hem aangevoerde door
den Wethouder der gemeentbedrijven,
den heer VelsHeyn weerlegd en ten
slotte de verschillende balansen z. b.
st. vastgesteld zooals zij door Burge
meester en Wethouders waren inge
diend.
Het voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot aanvulling der ver
ordening betreffende de straatpolitie
door opname van een bepaling hou
dende verbod van berijden van de
brug tegenover de Van Asch van
Wijckstraat werd zonder discussie of
hoofdelijke stemming aangenomen.
Op dezelfde stilzwijgende wijze
hechtte de Raad zijn goedkeuring aan
de voorstellen van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging der ver
ordening, houdende bepalingen inzake
het gewicht van roggebrood, vastge
steld in de Raadsvergadering van
1 Juni 1915.
Tot verhooging van het bedrag uit
getrokken op de begrooting dienst 1915
voor het verrichten van schilderswerk
aan school B.
Tot het leggen van een rioleering in
de aan te leggen wegen op de Zuid
helling van den Berg.
Tot verkoop van een perceel bouw
terrein aan de Huygenslaan groot
1200 M1 voor den prijs van f 1.75 per
M» aan J. Hovens Greve.
De heeren Kroes, Tromp van Holst
en Hofland werden daarop door den
voorzitter in commissie aangewezen tot
het onderzoek van de geloofsbrieven
der herbenoemde raadsleden de heeren
S. J. van Duinen, R. G. Rijkens, J. W.
Jorissen, M. R.N. Oosterveen, A. C. R. O
Leinweber, J. A. Rant en N. Veis lleyn.
Bij monde van den heer Kroes ver
klaar de decom missie alle geloofsbrieven
in orde te hebben bevonden, waarop tot
toelating der heeren werd besloten.
Een verzoek om tijdelijk verlof door
den gemeentesecretaris werd conform
het voorstel van Burgemeester en Wet
houders ingewilligd.
Ook een voorstel van Burgemeester
en Wethouders tol wijziging van de
noodregeling voor de werkeloozen-
verzekering werd zonder discussie of
hoofdelijke stemming aangenomen.
Op bet adres van agenten van politie
over uitbetaling van vrijgekomen jaar
wedde werd conform het advies van
Burgemeester en Wet houders afwijzend
beschikt, niettegenstaande de heer Hof
land het billijke trachtte aan te toonen,
dat door vertrek, als anderzins vrij
gekomen bedragen aan hen die daar
door lijdelijk meerdere dienst moesten
verrichten, werd uitgekeerd.
Een Voorstel van het Raadslid J.
Holland inzake bet verstrekken van
cokes voor verminderden prijs, werd
conform hun voorstel aan het college
van Burgemeester en Wethouders ge
zonden om advies.
De heer Hofland bepleitte nog de
urgentie van zijn voorstel, doch het
hielp hem niet.
De gemeentebegrooting dienst 1915
werd conform het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders gewijzigd.
Een Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging der ge
meente-begrooting dienst 1915, werd
op voorstel van den heer Oosterveeo,
die, ofschoon in principe sterk voor
vervroegde winkelsluiting, wees op de
tengevolge der mobilisatie ingetreden
bijzondere omstandigheden, tol later
aangehouden.
Achtereenvolgens werden daarop
vastgesteld het primitief kohier der
inkomstenbelasting dienst 1915, het
le suppletoir kohier der inkomsten
belasting dienst 1915 en het forensen
kohier der inkomstenbelasting over
hetzelfde jaar.
Op reclames inzake de inkomsten
belasting werd conform het advies
van Burgemeester en Wethouders be
schikt.
Goedgekeurd werd het voorstel van
bet Dag. Best. tot verhuring van een
terrein op de Leusderheide voor vlie-
gerwaar nemingen.
Besloten werd tot verbetering van
den Bisschopsweg en omgeving.
Voorts werden Burgemeester en
Wethouders gemachtigd tot het tijde
lijk aanstellen van schilderspersoneel
bij openbare werken.
Ook een vooistel van Burgemeester
en Wethouders tot aankoop van aan
de douairière Steenberghe geb. Bosch
van Drakestein behoorende perceelen
grond voor een totaal bedrag van
f 65000.vond geen bestrijding en
werd z. b.st. aangenomen.
Naar aanleiding van het ongegrond
verklaren door den Hoogen Raad van
het door de gemeente ingestelde be
roep tegen het besluit van Gedeput.
Staten van Utrecht, waarbij goed
keuring werd onthouden aan de op
1 September 1914 vastgestelde ver
ordening regelende het bebouwen van
bepaald aangewezen gronden in de
gemeente Amersfoort, werd besloten
de redactie dier verordening te wijzigen
als volgt:
Artikel 1. De hieronder omschre
ven terreinen en op de bij dit besluit
behoorende teekening aangeduid door
eene groene kleur, zijn bestemd voor
bebouwing met woonhuizen.
Die terreinen zijn
a. dat begrensd door Berkenweg
Regen tesselaan Prinses Julianalaan
Utrechtscheweg
b. dat begrensd door Lange Berg
straatArnhemscheweg't Laantje
Utrechtscheweg
c. dat begrensd door Utrechtsche
wegSoester weg—Korte Bergstraat
WilbelminastraatVerlengde Wilhel-
minastraatSpoorbaan Nijmegen
Resteren
d. dat begrensd door Utrechtsche
wegSoesterweghet voetpad loo-
pende vanaf de Brouwerstraat naar
de Van Persijnstraatvan Van Per-
sijnstraat en Wijerstraat.
Art. 2. De terreinen in art. 1 ge
noemd mogen slechts bebouwd wor
den met woonhuizen die bij eerie
bebouwde oppervlakte van minstens
60 M2 drie of meer woonvertrekken
op den beganen grond bevatten en
verder drie of meer woonvertrekken
op tenminste één verdieping van welke
vertrekken de hoogte over de geheele
oppervlakte ten minste 2.70 M. be
draagt en ten slotte eene zolderver
dieping, doorgaande over bet geheele
woonhuis.
De heer Kroes wees eerst nog op de
bezwarende bepaling van het maken
eener dooiloopende zolderverdieping,
maar trok, na door den voorzitter ge
wezen te zijn op de bevoegdheid van
bet Dag. Bestuur om in verschillende
gevallen vrijstelling daarvan te kunnen
verleenen,zijn desbetreffend voorstel in.
Aan Burgemeester en Wethouders
werd voorts een blanco crediet verleend
tot het ontvangen van het alhier te
houden Ned Landhuishoudkundig Con
gres en van nog een congres, dat niet
nader werd aangeduid.
Besloten werd te accepteeren een
door de weduwe Van Eybergen aan
geboden strookje grond aan de Lange
Beekstraat, hoek Beekesteinschelaan
ter afzondering van het terrein.
De Wethouder van Onderwijs vroeg
daarop machtiging van het Dag. Best.
tot bet zoo noodig splitsen van klassen
aan verschillende scholen en ter be
noeming van het daardoor eventueel
benoodigde personeel. De Raad ver
leende die machtiging, evenals die tot
het maken van een houten lokaal ter
voorziening in bet gebrek aan ruimte
aan de Middelbare Handelsschool,
waarna de voorzitter klokslag 11 uur
de openbare vergadering sloot, na de
raadsleden verzocht te hebben nog een
oogenblik in comité-generaal bijeen te
blijven.
van als gij en Ragenfried."
„Komt gij dan met mijn zuster?"
Er kwam een wolk over Theudesinde's gelaat.
Dodo zag het. Hij boog diep voor haar en zeide: „Zoudt u
mij willen vergunnen in uw gezelschap de reis naar Stavoren
te doen?"
De beleefde toon waarop dat werd gezegd, liet geen weigering
toe. Hoewel Theudesinde boos was op Radboud wilde zij toch
Dodo daar niet onder laten lijden. Zij keek hem vriendelijk aan
en zeide: „Het zal mij zeer aangenaam zijn als gij ons wilt ver
gezellen. U neemt echter heel wat op u om als geleider van
vier vrouwen te willen optreden."
„Ik zal het maar wagen," hernam Dodo vroolijk.
„Komt dan," riep Radboud en hij snelde weg.
Dodo en de prinses wandelden langzaam naar het kasteel.
DE KIT KAAR STAVOREN.
Hoe heerlijk scheen de zon toen Theudesinde en Dodo hun
paarden stapvoets de helling af lieten loopen die van Medemblik
naar de vlakte leidde, welke zich uitstrekte tot dichtbij Stavoren.
Er was weinig geboomte en dat er was, was zeer laag, alleen
naar het Zuiden vertoonde zich bosch met eenigszins rijzige
boomen. In dat boschrijke gedeelte, ongeveer halfweg tusschen
j Stavoren en Medemblik, lag dan ook de groote tempel van Stavo
daar door een der vroegere. Friesche koningen opgericht. Het
vlakke land was zeer vruchtbaar en over een groote uitgestrekt-
t heid van weiden en lage velden zag men groote hoeven verspreid,
f uit welker schouwen de rook hier en daar opkronkelde en zich
afteekende tegen den blauwen hemel. Zelden had Dodo zulk een
schoonen dag beleefd. De zachte zomerwarmte getemperd door
hot koeltje dat uit het Noordoosten kwam aanruischen, de lieve
prinses naast hem, haar zoo blank gelaat getint door een klein
frisch blosje, de drie juffers, die op haar paarden vroolijk schert
send, dicht achter hen reden, dat alles maakte dat Dodo in
zeer opgewekte, vroolijke stemming verkeerde. Adallinde wier
paardje nogal vurig was, verbrak zoo nu en dan de rij waarop
zij met Zwanehilde en Hiltrude reed en kwam dan in galop
Theudesinde en Dodo voorbijrennen, waarbij zij met het weelderige,
loshangende zeer blonde haar een allerbevalligste verschijning
vormde. Een paar keer had Dodo het meisje met zulke onver
holen blikken van bewondering gadegeslagen dat Theudesinde
het opmerkte.
„Gij verbaast er u zeker evenmin over als ik dat mijn broeder
haar het liefste schepsel ter wereld vindt."
Dodo knikte glimlachend. „Ik begreep reeds dat hij haar be
minde. Die liefde zal wel wederkeerig zijn."
„O, ja," hernam Theudesinde. „Zij houden zeer veel van
elkander en zullen binnen een paar jaar wel huwen."
„Vindt de hertog het goed. Zij is toch minder in stand."
„Zij is van zeer aanzienlijke Bataafsche familie en heeft vorste
lijke bloedverwanten in Brittanje. Ook in de Betuwe liggen nog
groote landstreken die aan familieleden van haar behooren. Graaf
Evorard van Eist, die sedert jaren een vriend en bondgenoot van
mijn vader is en die in den jongsten krijg zoo ongelukkig bij
Dorestadt tegen Pepijn van Herstal streed, is haar oom."
„Ik meende reeds opgemerkt te hebben dat zij geen Friezin was."
„Neen, zij is eigenlijk zooals ik u zeide een Bataafsche. Haar
voorouders streden met Caesar en Augustus en de vijf eeuwen
van het verder bestaan van het Romeinsche rijk dienden zij bij
de lijfwachten van bijna alle opvolgende keizers. Sedert de Ro
meinen een drietal eeuwen geleden de Betuwe moesten ontruimen,
zijn de Friezen meer naar het Zuiden gedrongen en heeft het
rijk van de Friesche koningen zich uitgebreid tot de monden
van do Schelde en tot de Maas. De Bataven gingen in de Friezen
op en verloren hun naam. Zij zijn nu ook Friezen, hoewel er
altijd dit onderscheid blijft, dat zij zich meer bijzonder met den
landbouw en wij ons mot de veeteelt bezig houden."
Wordt vervolgd.)