NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. No. 61. Zaterdag 31 Juli 1915. 44e jaargang. FEUILLETON. PRINSES THEUDESINDE. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. LOF DER LAFHEID. Plaatselijk Nieuws. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langeatraat 77. Telepboonu. 09. ADVER1 ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7% Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. „Is het Jan Salie, die hier spreekt?" Toen ons Adres aan de Tweede Kamer verscheen, waarin op onver wijlde weerbaarmaking van de ge heele natie werd aangedrongen, op grond, dat de veiligheid en waardig heid van deD Staat dit eischten, ook met het oog op de komende vredes onderhandelingen toen heeft het niet ontbroken aan smalende vragen en opmerkingen van zekere zijde: waartoe dan toch dit «sabelgekletteru zou moeten dienen op een oogenbhk, dat de oorlogvoerende partijen de wapens gingen neerleggen. Verlang den die twee-en-twintig verfoeilijke kapitalisten en imperialisten soms, dat Nederland mee ging dingen om een brokje van den buita Was het hun soms te doen om een stukje van den Congo, of van het Hemelsche Rijk? Natuurlijk waren deze vragen niet ernstig gemeend, wij willen althans zoo beleefd zijn, den vragers zooveel intelligentie wel toe te kennen. Maar toch heeft het lang geduurd, eer de ware beteekenis tot ben doordrong van het gevaar, waarop ons Adres slechts zinspeeldeeer zij begrepen, dat het bij den aanstaanden vrede wel eens kon gaan, niet om ons deelnemen aan eenigen »buit«, doch om zelf voor goeden buil te worden verklaard. Dat dit gevaar volstrekt niet denkbeeldig is, wordt thans zeker wel vrij algemeen ingezien. Minder algemeen blijkt helaas het besef, dat een zelfbewust en vrijheidlievend volk slechts één antwoord op zulk een bedreiging kan geven: namelijk zich zonder verwijl en met alle macht op zijn verweer toe te leggen. Drie maanden geleden, op Paasch- zondag te Arnhem, hield de leider der partij, die zich zoo gaarne op werpt tot verdedigster, o.a. van «bet zelfbeschikkingsrecht der natiëni, een gloedvolle rede, die wel verdient, aan de vergetelheid te worden ont rukt. «Wij hebben,a zoo sprak hij, «van niemand één woord gehoord van kiitiek jegens de Belgen, die tegen een overmachtigen vijand hun land verdedigd hebben, en dat is geen wonder, want wij begrijpen dat, en wij allen, ongetwijfeld zullen wel staan op dit standpunt, dat België tot het laatste stukje grond toe hersteld zal moeten worden als vóór den oorlog, en wij brengen hulde aan ben die daarvoor bun beste krachten geven. «Maar wanneer men dat voor de Belgen natuurlijk vindt en toejuicht, dan moet men dat toch, als hel noodig is, ook mi7istens willen voor ons eigen landlm Deze woorden werden met luid applaus begroet. Op Zondag 26 Juni te Utrecht, sprak diezelfde leider voor een groote bijeenkomst van zijn volgelingen. Ook ditmaal sprak bij met veel gloed eo hartstocht doch de strekking zijner woorden was cenigszins anders: «Men zegt: als Duitschland over wint, zal het den Scbelderaond en daarbij een stuk van Zeeuwscb-Vlaan- deren annexeerenals de Entente overwint, zou België den Scheldemond krijgen. Men dreigt met verlies van onze koloniën, en zegtNederland moet daartegenover zoo sterk mogelijk zijn<r. De spreker waarschuwde er tegen, op zulke redeneeringen in te gaan. «Als, zoo vervolgde hij, bij de vredes onderhandelingen blijkt, dat Neder land in het belang van een duurzamen vrede iets zal moeten oileren, als de groote mogendheden bet daarover eens zijn, is het waanzin en misdaad, daartegen in te gaan met geweld. De handhaving onzer neutraliteit be- teekent: wij verzetten ons tegen een gewelddadige inbreuk op onze rechts orde maar als de duurzame vrede van Nederland een offer eischt, dan zijn wij daartoe verplicht en bereid. Ook deze woorden werden met gejuich begroet. Er was niemand die lloot; nie mand die vroeg hoe bet dan stond met het zelfbeschikkingsrecht» van die brokjes Nederland, die despreker met zoo majestueus gebaar op het altaar van den «duurzamen* vrede offerde; niemand ook die opmerkte, dat dit edelmoedige aanbod misschien wel wat voorbarig was. nis het, aldus besloot de spreker, Jan Salie die hier spreekt Wij willen ons bloed en ons leven geven voor een zaak die ons volk omhoog brengt. Maar de grootheid van het Neder- landsche volk is niet, dat het zich op sleeptouw laat nemen, maar dat het nuchter blijft, een geestelijken dijk staat om onze grenzen, dat het een stukje grond vrijhoudt van den broedermoord, waar straks de vrede kan worden gevestigdeen vrede zoo als wij socialisten dien willen. «Vrede is het laatste woord, dat moet uitgaan van deze meeting; laat bet machtig klinken over Europa en de geheele wereld Langdurig en geestdriftig applausj. Was het, zal ook de lezer misschieo vragen was het Jan Salie, die zoo sprak Neeo, het was niet Jan Salie, doch de heer Troelstra, dezelfde heer Troel stra, die op Paaschzondag, hulde bren gende aan den moed der Belgen, man haftig verklaarde dat België tot het laatste stukje grond hersteld zou moe ten worden, en dat hij natuurlijk even zoo pal zou staan voor het goed recht van eigen land. Dat was toen de vrede «zooals zij socialisten dien wilden." Thans, nu het gevaar zooveel nader is gekomen, schijnt dien dapperen de moed een weinig in de schoenen te zijn gezonken. Thans spreken zij met voorgewenden afschuw van «broeder moord;" thans prediken zij zalvend den vrede tot eiken prijs ook als die prijs mocht zijn een offer, niet alleen van land en landgenooten, doch een offer van onze eer en van ons zelfrespect. En du is de paitij, die voorgeeft de groote massa van hetNederlandsche volk te vertegenwoordigen! Waarlijk er behoort moed toe, zooiets te dur ven beweren. Laten zij, die in bun laflen angst gereed staan om een stuk vao onzen grond weg te schenkbn, moed schep pen uit het woord van de Vroedschap van Amsterdam in 1672 toen een partij in de Staten-Generaal aandrong op vrede, desnoods met opoffering van Maastricht, Staats-Brabant en een deel van Staats-Vlaanderen «dat de burgers van Amsterdam zich liever op hunne wallen zouden laten in stuk ken kappen, om met die glorie na bunnen dood te triumfeeren, dan aan te nemen een dienstbaarheid, welke zij nooit voorheen gekend hadden." (ing) In de Lutherscbe kerk alhier zal Zondagochtend voorgaan ds. J. L. F. de Meijere Joh. Cz., uit Haarlemin de Doopgezinde kerk, ds. J. W. van Slui- venberg, uit Westzaan. In de Remonstrantscbe kerk wordt geen godsdienstoefening gehouden. Het plaatselijk Nuts-departe- ment houdt aanstaanden Maandag avond een ledenvergadering o.a. ter voorziening in een bestuursvacature, ontstaan door bet tusschentijds be danken (wegens mobilisatie) door den heer A. F. Sutherland. Van groep III eindexamen H. B. S. in de provincie Utrecht zijn geslaagd de volgende leerlingen van de Amers foortsche H. B. S.A. Horsman, R. W. J. Jentink, Ca. Ma. Kolff, W. Ch. A. Kroes en A. Fa. de Vries. De levering van het goedkoope Regeeringsbrood voor de Gemeenten Hoogland en Leusden, zal óok ge schieden door bet hier ingerichte Broodkaarten-bureau, Appelmarkt 11. Tot heden hebben 4271 huisgezinnen een broodkaart aangevraagd. Voorde vervaardiging van bet ongebuilde tarwebrood te Amersfoort werd ge durende Juli 75000 K.G. ongebuild tarwemeel door de Regeering geleverd; voor Augustus is voor Amersfoort, Leusden en Hoogland samen 100.000 K.G. meel aangevraagd. Nog altijd trachten enkele bakkers misbruik te maken door brood af te leveren zonder broodkaart (aan Bel gen door houders vau een brood kaart bij een anderen bakker een tweede broodkaart op hun naam op te dringen, door onjuiste aanteekening van de hoeveelheid afgeleverd brood, enz. Werden reeds 2 bakkers op grond van Art. 9 der regeling tot verkrijg baarstelling van goedkoop ongebuild tarwebrood voor een maand geschrapt, de derde, die door de ambtenaren van den Keuringsdienst op een overtreding wordt betrapt, zal waarschijnlijk voor den gebeelen duur der verstrek king van Regeeringsbrood worden uit gesloten. De algemeene vergadering van de A. N. W. B. zal Zaterdag 21 Augustus a.s. op het kasteel Door- werth bij Oosterbeek gehouden worden. Uit alle windstreken worden club- tochten daarheen georganiseerd. Van Amersfoort uit zal onder leiding van den plaatselijken consul gereden wor den over Asschat, Lunteren, de Drie sprong, Ede, Bennekom, KejjenbergeH Heelsum, welke route nader wordt omschreven in het door den A. N. W. B. pas uitgegeven werkje «Rijwieltoch- len over rustige wegen." Historisch romantisch verhaal. Weer kwam Adallinde voorbij snuiven. Met een bevallige, dartele handbeweging groette zij de prinses en Dodo. „Welk een schoon meisje," zei Dodo, „als ik haar zie, denk ik aan de slavenmarkt te Rome en paus Gregorius." „Hoe zoo?" „U moot weten dat de Paus twee eeuwen geleden eens op de slavenmarkt te Rome eenige slavinnen zag met zulke schoone, vriendelijke gelaatstrekken, dat hij wilde weten uit welk land zij kwamen. Hij vernam toen dat het Angelen waren, die in Brittanje woonden, doch slechts sedert kort nog. De Angelen waren namelijk met de Saksen uit het land der Germanen naar Brittanje overgestoken. De Paus vernam dat dit volk nog niet het Christendom had aangenomen. Hij kocht de Angelen, die op de slavenmarkt waren en zond ze naar hun land terug. Kort daarna zond hij echter eenige geestelijken, die in Brittanje aan gekomen, daar het Christendom predikten en buitengewoon ge lukkig slaagden. Binnen eenige jaren waren de koninkrijken der Angelen en Saksen tot het Christendom bekeerd. Als ik dit meisje zie, stel ik mij voor dat de slavinnen, die de opmerkzaam heid van den Paus trokken, er zoo uitgezien hebben." „Dat is zeer wel mogelijk," zei Theudesinde. „De Angelen zijn ook Friezen en toen de Angelen met de Saksen naar Brit tanje overstaken, waren er tal van Friezen uit onze streken en Batavieren onder. Werkelijk zien vele meisjes in de konink rijken Northumberland, Mercia, Deira en Oost-Anglia er zoo uit als Adallinde. Ik ben menigmaal in BrittaDje geweest. Wij hebben familieleden op de troonen der Octarchie. Nog geen drie weken geleden was ik in York, waar ik bijna vier maanden met Adallinde vertoefd hebt. Met een vloot van meer dan twintig schepen, waarvan de meeste met het oog op de zee- roovers, bewapend, gingen wij uit Stavoren naar York. Wij werden door de koninklijke familie, door koning Alfred en en koningin Ermechilde hartelijk ontvangen. Hun taal verschilt weinig van de onze; zij hebben lang niet zooveel vreemde woorden voor ons als gij Franken." „En zij zijn toch evenals wij Christenen." „O ja, en dat was ik niet, maar Adallinde wel." Dodo hield verbaasd zijn paard in. „Een Christin?" vroeg hij. „Ja, zooals er hier enkele zijn. Haar ouders werden een tiental jaren geleden tot het Christendom gebracht door den bisschop van York, Wilfried, die ons land bezocht op eon reis naar Metz en Rome en die bijna een jaar aan het hof van mijn grootvader Adgil heeft vertoefd. Mijn grootvader heeft den bisschop toen tegen een Frankisch hofmeier beschermd." „Die geschiedenis is mij bekend," zei Dodo. „Iedereen aan het Neustrische hof kent de schoone rol die uwe grootvader toen gespeeld heeft, prinses." „O, dat hij den bisschop niet aan den hofmeier Ebroin uit leverde. Daarvoor behoefde Wilfried geen vrees te hebben, zeker bij geen vorst ter wereld kon hij veiliger zijn dan bij Adgil. Nauwelijks was Wilfried te Medemblik, of er kwam een bood schap van den Frankischen hofmeier waarbij deze koning Adgil een schepel gouden ringen bood als hij den bisschop wilde over leveren. Het lot van Wilfried zou in dat geval vreeselijk zijn geweest, want de Frankische hofmeiers, die toen aan het bewind waren, deinsden voor geen daden van gruwelijke wreedheid terug. En Ebroin meendo heel wat af te rekenen te hebben met Wilfried. Dat Dagobert, de leerling van Wilfried, plotseling uit Brittanje naar Metz kwam en den troon van Austrasië besteeg, sloeg alle heerschzucbtige plannen van Ebroin betreffende Austrasië den bodem in. Toen Ebroin dus vernam dat Wilfried in het naburige Friesland vertoefde, meende hij deze gelegenheid te schoon om

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 1