BINNENLAND.
RAADSSTUK.
keleü, dan zullen wij ook daar spoe
dig overwinnen, en er komt vrede.
Wordt er Daar verlangd?
Of er naar verlangd wordt? De
geest van het volk is geheel veran
derd. Iedereen zegt: «Was het maar
gedaan." Dat hoort men den ganschen
dag. Ik heb soldaten hooren zeggeD
«Wij hangen ons liever op dan nog eeD
winter-veldtocht in Rusland mee te
maken."
Het loopt onder de militairen ook
niet altijd zonder opstootjes af. Onlangs
nog hadden in eeD garnizoensstad ern
stige relletjes plaats, die met moeite
zijn bedwongen. Alle soldaten zijn toen
gefouilleerd om te zien of ze soms
opruiende geschriften bij zich droegen.
Het wordt trouwens overal en met
alles strenger.
Ook aan de grens?
Er komt geen sDipper papier
meer over de grens. Vanmorgen moest
ik een oude krant afstaan, waarin ik
een paar boorden had zitten, en een
enveloppe, waar m'n pas in zat, werd
ook achtergehouden. Niets mag men
ingepakt meenemen. Geen spoorboekje
bleef in m'n bezit. Aan één van m'n
medereizigers werd waarom weet
ik niet gevraagd naar de namen
van bepaalde familieleden in Holland,
en toen hij zicb één dier namen niet
dadelijk herinnerde, noemde de Duit-
sche ambtenaar dien naam!
En de levensmiddelen?
Wat dat betreft: er wordt dezen
winter heel wat ellende verwacht, als
de oorlog nog niet afgeloopeD is. De
prijzen stijgen voortdurend. Vleesch
is ontzaglijk duur. Rijst, meel, kle
dingstukken, vooral ook ondergoed en
schoenen, alles kost geweldig veel. Wij
gebruikten thuis met de kinderen veel
maïzena. Het is niet meer te krijgen.
Dagen achtereen konden wij bij ons
in de streek geen suiker bekomen. Het
komt herhaaldelijk voor, dat menschen,
die niet al te ver van de grens wonen
en een pas bezitten, met oude klee-
ding stukken aan naar Holland trek
ken, daar nieuwe koopen en aantrek
ken, de oude weggooien en aldus nieuw-
gekleed terugkeeren, om de hooge
Duitsche prijzen te ontgaan.
Is het juist, dat op al het huis
houdelijk koper beslag is gelegd?
Ja. Wij hebben ambtenaren thuis
gehad, die alles hebben opgeschreven,
wat we aan koper bezitten, van den
grooten gas-kraan af tot de roeden
van loopers en gordijnen toe, alsmede
kleinere voorwerpen van dagelijksch
gebruik. Op bet eerste sein moeten
wij alles inleveren, de vergoeding die
wij er voor krijgen, beteekent niet
veel. Ook nikkelen voorwerpen zijn
opgeschreven.
De voorspelling van kolonel Harisson
De Amerikaansche kolonel Harrison
heeft een reeks voorspellingen betref
fende den oorlog gedaan, daarbij onder
meer aankondigende, dat deze in de
komende maand December geëindigd
zou zijn. Het merkwaardige is, dat de
kolonel voor elke maand een pro
gramma voorspeld heeft, dat wal Juli
aangaat vrijwel uitgekomen is. Dit
programma luidde:
Op het westelijk front geen ver
andering. De leiding der krijgsverrich
tingen is in handen der Franscben.
Op het Italiaanscbe front: de linie
wordt uitgebreid en neemt een dubbel
aantal tegenstanders in beslag. Op
't Russich front: groot Duitsch offen
sief in de richting van Warschau. De
Russen trekken in Polen terug. Aziatisch
front: zeer langzame vooruitgang aan
de Dardanellen, in Armenië (richting
der Zwarte Zee) eD in Mesopotamië.
Medewerking der Italianen aan de
Dardanellen.
Dit komt alles uit, behalve de mede
werking der Italianen. Echter schijnt
ze toch aanstaande.
Beschouwen wij thans de voorspel
lingen voor de maand Augustus: Op
het westelijk front geen verandering.
De verspilling van munitie neemt sterk
toe. De Engelsche linie wordt ver
sterkt en uitgebreid. Op hetltaliaan-
sche front vallen Triëst eD lstrié (Pola)
in handen der Italianen. Op het Rus
sische front neemt het Duitscbe oflen-
sief een einde door gebrek aan man
schappen. De Serviërs doen plaatselijke
aanvallen. De vereeniging der Balkan-
staten wordt georganiseerd. Roemenië
oeemt deel aan den strijd. Op het
Aziatische front neemt Bulgarije deel
aan den strijd.
Zou deze voorspelling ook uitko
men?
Grcnstooneeltjes I
De strenge toepassing der voor
schriften omtrent de spionnage door
de Duitschers, leidt dikwijls tot aaD-
doeulijke tooneeltjes.
Zoo kwam aan het grensstation te
Hassum dezer dagen een R.K. geeste
lijke een geleerde die 8 talen
vloeiend spreekt om naar Neder
land te reizen.
De man bad een dik manuscript bij
zicb, de vrucht van zijn jarenlange
studie, maar mocht bet niet mee
nemen. Per post verzenden mocht hij
het ook niet, want het was in een
vreemde taal geschreven. Hem werd
de keus gelaten, óf met zijo manus
cript in Duitscbland terug te keereo,
óf het te vernietigen. Geen van beide
kon bij echter doen, bij moest naar
Nederland, doch ook was het hem
onmogelijk zijn werk, waaraan hij jaren
lang met al zijn kunnen en denken
had gewerkt, te vernietigen, waarop
dit.... door een der aanwezigegen
darmes geschiedde.
De priester brak in tranen uit en
diep neerslachtig zette hij zijn reis
voort.
Soms ook gebeurd het, dat menschen
brieven, die ze als een reliquie be
waarden, een laatste schrijven van een
dierbaren overledene, van een ge
sneuvelden echtgenoot of vader, moeien
afstaan en voor buu oogen zien ver
branden. Smeekingen en tranen kunnen
Diet bateD.
Anderen kunnen zich maar niet
goedschiks aan de bepaling, dat ze al
hun schrifturen moeten achter laten,
onderwerpen. Ze stuiven op, beroepen
zich op hooge militaire-of burgerlijke
autoriteiten in binnen- of buitenland,
doch alles stuit af op de ijzige kalmte,
waarmede de greosambtenaren als
waren zij automaten, zoodat ten slotte
iedereen eindigt, met zich er aan te
onderwerpen.
Zijn de brieven of drukwerkeu in
de Nederlandsche of de Duitsche taal
gesteld, dan wordt gelegeuhetd ge-
geveD, ze per post te verzenden
anders moeten ze vernietigd worden
of de reizigers moeten ermede in
Duitscbland blijven.
Dure tijden I
De heer Teenstra, lid der Tweede
Kamer, heeft de volgende schriftelijke
vraag bij die Kamer ingezonden
Is de Regeering bereid mede te
deelen, welke maatregelen zij ten
aanzien van de lager bezoldigde Rijks
ambtenaren denkt te nemen, ten
einde de nadoelen, uit stijging van
prijzen voor eerste levensbehoeften
voortvloeiende, afdoende te vermin
deren?
De Minister van Binnenl. Zaken,
tijdelijk voorzitter van deD Raad van
Ministers, zond daarop volgend ant
woord in:
Afgezien van de maatregelen reeds
door den Minister van Landbouw ge
nomen en nog te nemen, zal bij de
Staatsbegrooting voor 1916 blijken,
wat in het belang van de lagere
ambtenaren, in verband ook met de
prijsstijging van de eerste levensmid
delen, kan worden gedaan.
Wat de Belgische vluchtelingen
ons kosten.
Ondanks het vele, dat van elders
werd gedaan, bleken de uitgaven voor
de Nederlandsche Schatkist ver van
gering. Als uitgaven in eens, die min
of meer als kapitaaluitgaven zijn te
beschouwen, komen in de eerste plaats
in aanmerking de bouw- en inrich
tingskosten van de drie groote vlucht
oorden. Voor zooveel thaos bekend,
beliepeD die voor het vluchtoord te
Nunspeet f411,500, voor dat te Ede
f 785,430 en voor dat te Eden
f 429,770.
De exploitatiekosten van de vlucht
oorden loopen nog al uiteen, maar
waar de totale kosten nergens wijzen
op een al te ruim gebruik van 's Lands
geldmiddelen, wordt den Regeerings-
commissarissen zooveel mogelijk de
vrije baud gelaten, voor Nunspeet
f 0,25s per volwassene en f 0,16' per
kind, voor Ede f 0,27 en f 0,18, voor
Uden f 0,30 en f 0,20, voor Gouda
f 0.24 en f 0,18.
De kosteD voor onderhoud bij'par-
ticulieren bedragen f 0,35 per vol
wassene en f 0.20 per kind. Wanneer
men het getal der aldus ondersteun
den thans stelt op pl. m. 68.000,
wordt dagelijks nog een bedrag van
f 20.400 gevorderd. Daarnaast staan
de kosten voor de z.g. Pauvres hon-
teux, aan wie f 0,70 per persoon en
per dag mag worden ten koste ge
legd. Het getal is te stellen op pl. m.
1700 en de uitgaven deswege op
pl. m. f 850 per dag. Bovendien wor
den te hunnen behoeve nog sommige
uitgaven bestreden uit het Deensche
fonds.
Voorts werd aan kleeding thans
pl. m. f 475,000 en aan extra-treinen
en vrije reisgelegenheid uitgegeven
f 113.000, waarbij in aanmerking is
te nemen, dat, vóór 1 Januari, toen
zoovele extra-treinen liepen, de maat
schappijen geen declaratiën inzonden,
omdat de Staat aan de aandeelhou
ders een uitkeering van 4 pCt. ge
waarborgd had.
In totaal kan gezegd worden, dat
de vluchtelingenzorg tot dusver aan
de Schatkist heeft gekost een uitgaaf
van ruim 7' millioen gulden!
Stijgende viechomzct
In Juli werd in de Rijksvischbal te
IJmuideu ondanks het opleggen van
een deel der vloot, rond f 450.000
meer omgezet dan in Juli 1914.
Van 1 Januari tot 1 Augustus be
droeg de omzet ruim 6.2 millioen
gulden, welk cijfer 4 jaar geleden
nog niet eens in een geheel jaar behaald
werd.
Sluiting Groote Nachtegaalsteeg enz.
Den 20 October 1913 bereikte ons
een schrijven, gedagteekend 17 October
t.v. No. 1638, van den Eerstaanwezend
Ingenieur alhier, waarbij mededeeling
werd gedaan van het voornemen, een
aanvang te maken met de voorgenomen
uitbreiding van het kazernement voor
bereden wapens in verband met het
voornemen om het geheele eskadron
ordonnansen weder naar hier over te
brengen. Er werd daarbij op gewezen,
dat toen reeds bet bezwaar werd onder
vonden, dat de Groote Nachtegaalsteeg
en bet voetpad langs de Beek openbare
wegen zijn; het voortdurend verkeer
door militair personeel en paarden, dat
tusschen het terrein van de stallen en
de kazerne plaats vindt, maakt, dat hier
als het ware een militair kampement is
ontstaan, waarin het vrije verkeer slechts
noode kan worden toegelaten. Ook voor
den inwendigen dienst werd ditbezwaar
gevoeld en de vrees werd geuit, dat dit
zal toenemen,wanneer de voorgenomen
uitbreiding tot stand zal zijn gekomen.
Een blik op bijgaande kaart zal een
en ander duidelijk maken.
Door aankoop is de Staat der Neder
landen eigenaar geworden van het
geel gekleurde terrein; de lichtgeel
gekleurde terreinen waren reeds zijn
eigendom. Het voornemen bestaat, op
het nieuw aangekochte terrein ver
schillende dienstgebouwen te vestigen.
De verbinding tusschen de bestaande
kazerne, de nieuw te stichten gebou-
W6D en de stallen zal dus, bij behoud
van den bestaanden toestand, worden
onderbroken door de publieke wegen:
de Groote Nachtegaalsteeg en het voet
pad langs de Beek.
Ten einde te geraken tot een vrij
kazernement, werd onze medewerking
ingeroepen om te komen tot onttrek
king aan hel openbaar verkeer van
bedoelde wegen en daarna den grond
over te dragen aan den Staat der
Nederlanden.
Hetoverwegen van deze uitnoodiging
deed ons de vraag stellenzijn de
voordeelen, die de voorgenomen ver
meerdering van garnizoen voor de
Gemeente zou geven, van dien aard,
dat zij rechtvaardigen de afsluiting van
de Groote Nachtegaalsteeg en het dien
tengevolge brengen van olfers voor een
nieuwen verkeersweg, te maken tus
schen den Hoevelakenschen straatweg
en den Heiligenbergerweg? Want reeds
aanstondsstond onze meening vast, dat
de sluiting Diet mogelijk zal zijn zonder
dat een andere verbindingsweg daar
voor in de plaats treedt.
Bedoelde vraag dan meenen wij be
vestigend te mogen beantwoorden.
Al geeft de bestaande verbinding
tusschen den Hoevelakenschenstraat-
weg en den Heiligenbergerweg ook geen
aanleiding tol klachten, bet zal wel
algemeen worden toegestemd, dat zij
niet zeer gunstig is. Of zij op den duur,
bij een toenemend verkeer nog vol-
doeude zal zijn, mag met grond worden
betwijfeld.
De bestaande verbinding door een
andere te doen vervangen, komt ons
dus bepaald wenschelijk voor.
Omtrent het karakter, hetwelk ge
geven zal moeten worden aan hot nieuw
te vormen kwartier teekenen wij nog
het volgende aan.
De aanwezigheid aan den Hoeve-
lakenschenstraatweg van den Proeftuin,
en de merkbare toeneming van belang
stelling in den tuinbouw maakt het
meer en meer wenschelijk, gelegenheid
te openen, die cultuur in toepassing te
brengen. Naar bet oordeel van des
kundigen is de bodemgesteldheid tus
schen den Hoevelakenschenweg eD
Heiligenbergerweg van dien aard, dat
de grond voor dat doel uitmuntend
geschikt moet worden geacht.
Bij het overwegen van de plannen
voor een nieuwen verbindingsweg,
heeft ons College gemeend met ge
noemde omstandigheden ernstig reke
ning te moeten houden en het is na
nauwgezette overweging tot de con
clusie gekomen, dat deze gelegenheid
niet onbenut mag worden gelaten om
te trachten een nieuwe bron van wel
vaart voor de Gemeente te verkrijgen.
Een eerste stap in deze richting kan
worden ondernomen dooreen verkeers
weg aan te leggen midden door de
landen, gelegen tusschen beide, meer
genoemde wegendaardoor zal dan de
gelegenheid worden geopend, aari dezen
weg woningen te bouwen en grond
beschikbaar te stellen voor tuinbouw.
Toen deze gedachte tot rijpheid was
gekomen, hebben wij getracht, de voor
dat doel benoodigde gronden iD handen
te krijgen en dank zij de medewerking,
die wij van de eigenaren mochten
ondervinden, die blijkbaar ook hebben
begrepen welk groot belang door de
Gemeente bier te behartigen valt, is het
mogelijk geworden, de hand te leggen
op een complex eigendommen,diedaar-
voor geschikt moeten worden geacht.
De bedoelde gronden behooren thaos
toe aan de Pieter Dirkmanfundatie, de
stichting «Armen de Potbi en de
»Hoefhamerstichting«, en zijn bij het
kadaster bekend, in sectie A en sectie
B der Gemeente Amersfoort, en in
groene kleur aangegeven op bijgaande
teekening.
De Pieter Dirkmanfundatie is bereid,
haar terrein, groot pl.m. 3 5 H.A.,te
verkoopen voor f12 000; de «Armen
de Poth« baar terrein, groot pl.m. 3.8
H.A., tegen f 3500 de H.A., terwijl met
de »Hoefbamersticbting« de onder
handelingen nog niet zijn beëindigd,
wijl de juiste richting van den weg en
de daarvoor benoodigde hoeveelheid
grond nog niet zijn vastgesteld.
Zij is bereid, den voor straataanleg
benoodigden grond te verkoopen voor
f 0.50 per M'.
In verkoop van een gedeelte der
hoeve Weltevreden», van de «Hoef-
hamerstichtingt, waardoor de gronden
ter weerszijden van den weg aan de
Gemeente zouden komen, kunnen
Regenten niet treden, daar de exploi
tatie van het overblijvende deel dan
te moeilijk wordt, terwijl aankoop van
de hoeve in haar geheel bet aan te
wenden bedrag dermate zou verhoo-
gen, dat wij deze oplossing niet de
meest wenschelijke zouden vinden.
Het is ons aanvankelijk voornemen,
u voor te stellen de breedte van den
aan te leggen weg te bepalen op
18 Meter, en deze een aanvang te
doen nemen aan den Hoevelakenschen
weg en gaande iD rechte lijn onge
veer tot aan de Beek, om vandaar
met een buiging uit te komen onge
veer bij bet buitengoed «Randenbroek!
aan deD Heiligenbergerweg.
Het ligt in het voornemen van
genoemd Departement, zoo spoedig
mogelijk, in ieder geval nog vóór den
aanstaanden winter, over te gaan tot
aanbesteding van een groot deel van
het werk, waarvoor f 450.000 is uit
getrokken.
Dit belang, met het oog op be
strijding der werkloosheid, klemt te
meer door de bereidverklaring van
het Departement om in het bestek
eene bepaling op te nemen, dat in
de eerste plaats Amersfoortsche werk
lieden in dienst zullen worden genomen.
De gevoerde onderhandelingen heb
ben er toe geleid, dat op de volgende
den zonneschijn. De vijvers weerspiegelden het blauw des hemels
en de breede overhangende takken der eiken.
Theudesinde liep het bloemtapijt af en eenige passen door het
dikke gras wadende, duizenden bloemen vertrappende, stonden
beiden aan den kant van een der vijvers. Onder den bedwelmenden
invloed van den geur van meidoorns en seringen, de warmte van
de steeds krachtiger wordende zon, ging Theudesinde plotseling
zitten. Dodo nam naast haar plaats.
Vóór hen het oude kasteel met zijn romantische omgeving,
achter hen de golvende met bloemen bezaaide vlakte naar den
hoogen weg, rechts het groote geheimzinnige woud. Badende in
den geur van meidorens, seringen, vergeet-mij-nietjes, madeliefjes
en margrieten onder een zachte koesterende zonnewarmte zaten
zij daar.
Wat kwam er plotseling over Theudesinde. Was zij nog niet
geheel hersteld van haar ontroering veroorzaakt door de opmer
king omtrent graaf Everard?
Wat overkwam haar, dat zij zulk een weelderig, van genot
trillend oogenblik beleefde, nu zij van die heerlijke omgeving
genietende het oog sloeg op den jongen knappen man die naast
haar zat? Haar oog op hem gericht, kreeg zulk een innige tin
teling dat Dodo stil bij zich zeiven fluisterde: „Pas op."
„Dodo," fluisterde zij.
„Prinses," antwoordde Dodo.
„Wanneer denkt gij.... te vertrekken?"
„Het is nog niet vastgesteld. Het bevel kan ieder oogenblik komen."
„Hoopt gij dat het spoedig zal zijn?"
„Oh, neen, ik vind het hier heerlijk."
„Verlangt gij niet naar Parijs, Soissons, Orleans?"
„Waarom zou ik? Mij wacht daar geen bruid of vrouw."
„Hebt gij daar nooit een lief meisje gezien?"
„Oh, vele."
„Hebt gij geen van haar bemind?"
„Geen van haar."
„Spreekt gij de waarheid?" fluisterde Theudesinde.
„Waarom zou ik u een onwaarheid zeggen?"
„Hoe kwam dat dan. Gij zijt heelemaal geen jonkman om
niet aan meisjes te denken en anders ik zie het aan Hiltrude,
denken zij wel aan u."
Een grappige flikkering kwam in Dodo's oog.
„Zoo ziet u het aan Hiltrude," zei hij met een glimlach.
Theudesinde bloosde. Zij zag het niet aan Hiltrude, maar zij
voelde het bij zichzelve. Waarom klopte dat weerbarstige hart
zoo, dat zij vreesde dat hij het hoorde, waarom bewoog zich haar
boezem fel op en neder.
„Ik heb het te druk gehad," merkte Dodo langzaam op, den
kop van een paardebloem aftrekkende en daaraan al zijn aandacht
wijdende. „Ik was te veel in den oorlog en dan staatszaken."
„Staatszaken, staatszaken!" riep Theudesinde vroolijk verwon
derd uit.
Dodo begreep dat hij zich had versproken; de vroolijke ver
wondering van Theudesinde bewees hem evenwel dat hij zich
nog niet had verraden.
„Ja, boodschappen en zendingen voor mijn meester Grimoald,"
zei hij met gemaakten ernst.
Het was een grappig gezicht voor hem te zien hoe Theudesinde's
gelaat bij het noemen van den naam Grimoald plotseling betrok.
„Houdt gij van uw meester?" vroeg zij, na een wijle.
„Zoo, zoo. Ik ben verplicht zijn belangen te bevorderen."
„Zoudt gij dat in alle gevallen doen?"
„Zoolang ik in zijn dienst ben, zeker."
„Maar als uw belangen nu eens in strijd waren met dien van
den hertog?"
„Dat is niet wel mogelijk."
„Maar als zij eens in strijd waren, wat zoudt gij dan doen?"
„Mij naar de zijne schikken."
„Ja, maar ik bedoel niet in kleine zaken, maar bij groote aan
gelegenheden."
Wordt vervolgd.)