NIEUWE
TÈT\ Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecbt.
No. 67.
Zaterdag 21 Augustus 1915.
44e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG ER ZATERDAG.
DE OORLOG.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
PRINSES THEUDESINDE.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele .Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 69.
ADVERT ENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Polen als bufferstaat.
De correspondent van de »New-York
Worldcr laat weer eens iets van zich
hooreu. Hij heeft het thans over de
Poolsche kwestie en zegt, dat als
Duitschland Oostenrijk en de Polen
huD gang kunnen gaan, binnen niet al
te langen tijd het koninkrijk Polen weer
hersteld zal zijn, nadat bet een eeuw
van de kaart verdwenen was.
In tegenstelling met de berichten uit
Petrograd, die beweren, dat de kroning
van aartshertog Karei Stephan tot
koning van Polen aanstaande zou zijn,
zegt de correspondent, dat er niet van
een eigenlijk koninkrijk onder een eigen
gekroond hoofd sprake kan zijn. Het
herstel van het oude Polen binnen zijn
vroegere grenzen is een utopie. Duitsch
land kan na al de offers, die bet zich
voor de bevrijding van Polen getroost
heeft, niet nog eens bovendien de eigen
Poolsche proviocies gaan afstaan. Het
bestaan van het nieuwe rijk zal dus te
allen tijde geheel in handen moeten
blijven van Duitschland en Oostenrijk,
die er de leiding van op zich zullen
nemen. Vermoedelijk zal het deel uit
gaan maken van het Oostenrijksche
gebied (welks lappendeken blijkbaar
nog niet bont genoeg is!) en gebruikt
worden als een bufferstaat tegen Rus
land, zegt de correspondent. Men ziet
dus, dat het met deze bevrijding der
Polen al evenmin rooskleurig gesteld
is als met die, welke de Russen hun
beloofden
Nöch in Weenen, nóch io Berlijn,
gaat de correspondent voort, gelooft
men, dat na dezen oorlog het Russische
gevaar geweken zal zijn. Een natie, die
van 62 millioen inwoners in 1842 tot
166millioen in 1912 aangroeide, welker
geboortecijfer van de laatste 15 jaren
47 millioen bedraagt tegen 12 millioen
in Duitschland zoo'n natie »komt
terugc. Men moet dus maatregelen
nemen om den toekomstigen Russischen
zondvloed te kunnen keeren. Daarbij
zijn de Polen goede vechtersbazen en
Duitschland en Oostenrijk hebben er
belang bij om goed wat kanonnen-
vleesch in Polen in voorraad te houden
meent Von Wiegand, al zegt hij het
dan ook anders.
De paus ziet het herstel van Polen
ook gaarne, daar van de 12 millioen
inwoners er 9 millioen Katholiek zijn.
Een telegram uit Genève aan de
«Daily Express« meldt, dat volgens
berichten, te Bazel uit Müncben ont
vangen, keizer Wilhelm zijn triom-
pbalen intocht in Warschau heeft uit
gesteld als gevolg van verschil van
meening tusschen Berlijn en Weenen
aangaande den toekomstigen koning
van Polen en het aan te nemen beleid
nopens de behandeling van de Poolsche
natie. De onderhandelingen tusschen de
beide hoofdsteden duren nog voort.
Het geheim van den stilstand in
het Westen.
De oorlogscorrespondent van de
Daily Chronicle heeft een langen tocht
gemaakt langs het Fransche fronten
is tot de slotsom gekomen dat de
stilstand, die langs het geheele front
heerscht, volkomen begrijpelijk is. Er
zal een dag komen, meent bij, dat de
Duitschers gebrek aan manschappen
krijgen. Het voortdurend offensief
eischt de meeste slachtoffers en hoe
langer dit in het oosten duurt, hoe
zwakker het Duitscbe leger worden
zal. Er zal dus een oogenblik komen,
dat de Duitschers genoodzaakt zullen
zijn hun front te bekorten en opdat
oogenblik wachten de staven van het
Fransche, liritsche en Italiaanschfe
leger. Dan eerst zullen zij hun slag
slaan. Wanneer dat oogenblik zal
komen kan nog niemand voorspellen.
De houding der Balkanstaten en de
gebeurtenissen aan de Dardanellen
zullen daarop ongetwijfeld grooten
invloed uitoefenen. Intusschen bereiden
de werkplaatsen in Frankrijk en
Engeland zich voor hun taak voor.
Niemand heeft aan bet begin van
den oorlog bevroed, welke reusachtige
hoeveelheden schietvoorraad noodig
zouden zijn. Thans haalt men het
verzuim in. In het algemeen kan men
zeggen, dat de Fransche soldaat be
grijpt. dat bij zijn tijd afwachten moet.
De vrije dagen, die hem thans
werden toegestaan, ieder 4 heele dagen
naar huis, hebben hem goed gedaan.
Men is bang geweest, dat de terug
keer in het eigen huis den geest zoowel
van den soldaat als die van zijn gezin
verslappen zou, maar het tegendeel
is waar. Men heeft den Franschen
soldaat en de Fransche vrouw onder
schat; men heeft verkeerd gedacht,
toen men in de meening verkeerde,
dat hij in staat was voor een korte
opwinding, maar niet voor een lang
taai vasthoudenmen heeft zich ver
gist, toen men geloofde, dat de Fran
sche vrouw niet in staat zou zijn
alleen voor langen tijd den grooten
kommer te dragen.
Het Fransche volk is van heel wat
solieder stof gemaakt, dat men het
gemeenlijk pleegt voor te stellen, be
sluit de correspondent.
Engeland» medeplichtigheid.
Dr. Lyttelton, boofdleeraar aan het
Eloncollege in Engeland, heeft in een
preek te Norfolk verklaard, dat de
Britsche hebzucht heeft bijgedragen
tot het uitbreken van den oorlog.
Vijftig jaren lang, zeide hij, heeft
Engeland getracht de midden-Euro-
peesche mogendheden buiten te sluiten.
Men behoorde de feiten eerlijk te
erkenneD. Hij wilde Duitschland geen
oogenblik verontschuldigen, maar dit
deed niets af aan Engelands mede
plichtigheid. Indien slechts één staat
in Europa volkomen naar Christelijke
beginselen bad geleefd, zou waar
schijnlijk geen andere natie den oorlog
hebben aangedurfd.
Uit Belgis.
De Amsterdamsche correspondent
van de «France de Demaiu« zegt, dat
sedert Maart negen onderzeebooten op i
de werf van Antwerpen op stapel zijn
gezet. Twee er van zijn in de vaart, drie
anderen werden door den vliegeraantal
in April vernietigd. Thans is de geheele
werf overdekt met een ijzeren dak met
zandzakken.
De Duitschers gaan door, zich Diet
erg heusch tegen de Belgen te gedragen.
Een Belgische senator, Capelle, kreeg
een muilpeer, omdat hij den Duitschen
luitenant, die in zijn buis woont, niet
groette. Uit alle huizen wordt nog steeds
het huisraad gesleeptde burgers moe
ten het zwaarste werk verrichten, op
straf van booge boeten. In Meenen
werd voor meer dan 800.000 francs aan
meubelen uit de buizen gesleept.
De gewezen burgemeester van Brus
sel, Max, wordt zeer streng in zijn
gevangenschap bewaakt. Hij mag niet
meer correspondeeren met de Belgische
staatslieden.
Ter gedachtenis van den slag bij
Haelen van 11 en 12 Augustus, werd
in Turnhout een inzameling gehouden
en bad onder leiding der Duitsche over
heden een plechtigheid plaats aan de
graven der gesneuvelde Belgen en
Duitschers.
Langs de noordgrens van Vlaanderen,
van Watervliet tot aan de Noordzee,
zijn sinds Zondag de landstormregi
menten verviervoudigd in aantal. Op
elke tweehonderd meter worden wacht
huizen getimmerd, vermoedelijk om de
desertie onder de troepen tegen te gaan.
De «Westminster Gazetten deelt
mede, dat het Engelsche fonds tot
leniging van den nood in België thans
ruim 760.000 pond bedraagt.
Het uitmoorden der Armeniërs.
Een doorgesmokkelde brief uit Con-
stantinopel, dien de Daily Mail
weergeeft, geeft een eigenaardigen kijk
op de middelen, die de Turken tegeD
de Armeniërs toepassen.
Daar alle mannen van 20—45 onder
de wapenen zijn en die vap 4560
bij de militaire transporten dienen,
zijn alleen de grijsaards en de vrou
wen en kinderen in hun woonplaatsen
achtergebleven. Ook enkelen, die zich
van den militairen dienst vrij hebben
gekocht. Al deze Armeniërs worden
onder de meest uiteenloopende voor
wendsels in de gevangenissen geworpen,
terwijl anderen naar de woestijn wor
den gezonden, waar zij wel langza
merhand van gebrek moeten omkomen.
Velen zijn met knuppelslagen afge
maakt, anderen opgehangen.
Het schijnt de bedoeling der Turk-
sche regeering te zijn, met alle moge
lijke middelen thans het Armeenscbe
ras te doen uitsterven. De schrijver
geeft getallen voor verschillende dor
pen en geeft nauwkeurig bijzonder
heden.
Turkije beeft zich onlaDgs verdedigd
tegen de aantijging van gruwelen te
plegen tegbn de Armeniërs, door te
verklaren dat de Armeniërs trachten
de militaire maatregelen van Turkije
in de war te sturen, waardoor men
genoodzaakt was ze te verwijderen
uit de streken, waar spoorlijnen of
opslagplaatseo van strategisch belaDg
waren. Er werd echter niet bij gezegd,
hoe zij verwijderd werden. Hierop
geeft de brief een eigenaardigen kijk.
Steenkolen voorziening.
De vergadering van de nijverheids
commissie, waarop nogmaals hetsteen-
kolenvraagstuk ter sprake zal komen,
zal Maandag 23 Augustus in de Rol
zaal op het Binnenhof, onder leiding
van den Minister van Landbouw, wor
den gehouden.
Het doel der vergadering is uiteen
gezet in een schrijven door den Minis
ter aan de nijveiheidscommissie ge
richt; terwijl ook de voorzitter van
de nijverheidscommissie, prof. Is. P.
De Vooys, namens het kolenbureau
een uiteenzetting van de zaak, waar
om het gaat, aan de oproeping tot
de vergadering heeft toegevoegd.
Iliatoriach romantisch verhaal.
17)
„Wel, hij is veel te trotsch. Hij denkt geheel niet aan meisjes
als ik. Zijn verlangens reiken hooger."
Haar oogen dwaalden snel af naar Theudesinde. Dodo zag het
en er kwam plotseling een levendige uitdrukking in zijn oogen.
„Bedoelt gij dat hij aan do prinses denkt?" vroeg hij haastig.
Hiltrude's lipje krulde zich spijtig.
„Ja, dat bedoel ik, maar maak u niet ongerust. Zijn verlangen
zal wel nimmer bevredigd worden. Het geslacht Brunone is
reeds machtig genoeg in do oogen van den koning en hij zal
er niet over denken Egbert tot zijn schoonzoon te nemen. En
bovendien is de prinses geheel en al niet verliefd op hem. Zij
mag hem zelfs volstrekt niet lijden."
Dodo's gelaat klaarde op.
„Stel u gerust."
„Waarom moet ik mij gerust stellen?"
„Dat weet gij wel."
„Ik, hoe dan?"
„Houd u maar zoo dom niet," zei Hiltrude, nu werkelijk bits.
Dodo genoot onuitsprekelijk.
„Wat bedoelt gij toch?" vroeg hij, zoo ernstig mogelijk.
„Hoe hebt gij den dag doorgebracht?" vroeg Hiltrude, zonder
zijn vraag te beantwoorden.
„O, ik ben den geheelen dag in gezelschap van de prinses
geweest. Zij heeft mij allerlei lieflijke plekjes van de schoone
omstreken der stad laten zien. Radboud en Ragenfried waren
in het bosch op de jacht."
Dit werd losweg gezegd, maar Dodo sloeg aandachtig Hiltrude
gade en zag maar al te goed dat zij zijn mededeeling zeer on
aangenaam vond.
„Uw kansen op Theudesinde zijn al even gering als de mijne
op Egbert Brunone," zei zij, terwijl haar gelaat door een blos
overtogen werd.
Dodo lachte.
„Ik vrees het ook."
„Maak u dan niet bespottelijk."
„Doe ik dat dan? Ik dring mijn gezelschap aan de prinses
niet op, dat weet gij ook wel," zei Dodo schijnbaar ernstig.
Hiltrude antwoordde niets. Zij moest erkennen dat Dodo de
waarheid sprak. Hij had het gezelschap van de prinses nooit
gezocht. Dat hij en Theudesinde toch met elkaar in aanraking
kwamen, was bloot toeval geweest. Tenminste dit kwam Hiltrude
zoo voor.
Beiden stonden een oogenblik zwijgend tegenover elkander.
Dodo wist eigenlijk niet recht wat hij verder zou zeggen. Hiltrude
was te lief meisje om haar nog meer te bedroeven. Zij was van
den beginne af zeer vriendelijk voor hem geweest en was blijkbaar
al van hem gaan houden. Daar zij een meegaand karakter
had, behoorde hij te zorgen dat haar genegenheid voor hem
geen dieper wortel schoot, anders zou haar dat veel verdriet
kunnen berokkenen, en dat zou toeh werkelijk jammer zijn.
Terwijl hij nog peinsde wat hij tot haar zeggen zou, werd hij
uit zijn moeilijke positie bevrijd doordat de pont den overkant
bereikt had, en allen plotseling zich in beweging stelden om
haar te verlaten. In het gewoel was hij weder naast Theudesinde
gekomen, die zich gereed maakte op te stijgen. Dodo hielp haar,
en nauwelijks zat zij in den zadel of'Radboud kwam met Dodo's
paard en zei„Rijdt gij beiden maar vast vooruit, wij komen
wel." Dodo steeg op, en zoo sloeg hij aan de zijde van Theudesinde
den weg naar Medemblik in. Toen hij eenige minuten later
omzag, bemerkte hij dat Hiltrude, Zwanehilde en Adallinde achter
hen reden maar op vrij verren afstand.