NIEUWE yÈF Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. PRINSES THEUDESINDE. No. 70. Woensdag 1 September 1915. 44e jaargang. w&ias€i®wii«. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. DE OORLOG. Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht worden, poo berichten wij dat op al onze Naai machines nevenstaand handelsmerk moet voor komen. Men late zich onder welk voorwendsel ook geen nagemaakte Lewenstein' machine aan- praten. Yoor Amersfoort en Omstreken eenigste Agent W. KOMMER, Kroraraestraat 24, Amersfoort. De Firma A. LEWEN STE1N UTRECHT, CU OOR STRAAT 14. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door bet gebeele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent. Ingezonden stnkken in te zenden niterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Laugestraat 77. Telephoonn. 60. ADVERT ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De terugtocht der Russen. Nog steeds wordt de terugtocht van de Russische troepen naar bet Oosten voortgezet en het is van belang, dat nu ook beweging op de beide vleugels van het front blijkt te komen, het meest in het Zuiden in Galicië, waar bet front langen tijd onbeweeg lijk heelt gestaan. Het was trouwens te verwachten, dat de druk, dien de Duitsche en Oostenrijksche legers in Wolhynië uitoefenen, van invloed zou zijn op de in Galicië aan de Zlota Lipa en de Dnjestr nog standhoudende Russische legers. De Zlota Lipa is de ten Oosten van Lemberg naar het Zuiden stroomende rivier, die in de Düjestr uitloopt. De stafberichten stemmen ten aanzien van wat hier gebeurd is, in dien zin overeen, dat het Russische front doorbroken is en dat de centralen de Russen van den linkeroever van de Zlota Lipa hebben verdreven. Het middelpunt van den strijd vormde Brzezany, de aan de Zlota Lipa gelegen stad ten Zuidoos ten van Lemberg. De geheele lengte van het Russische front, dat tot wij ken werd gebracht, wordt door de Oostenrijkers als250 K.M. opgegeven; er zouden bij de hardnekkigste ge vechten meer dan 10.000 Russen als gevangenen in handen der centralen gevallen zijn. De terugtocht der Russen wordt overal aangeduid door brandeode dorpen en verwoeste plaatsen. Ver moedelijk zullen de centralen nu wel trachten de Russen geheel uit Oost- Galicië te verdrijven. Reeds trekken de centralen door Podhajce, een plaatsje, dat ten Zuidoosten van Brzezany, eenige kilometers ten Oos ten van de Zlota Lipa ligt. Meer Noordelijk, halfweg tusschen Lemberg en Tarnopol, ligt de stad Zloczow. Deze is door de Russen op hun terug tocht in brand gestoken en nu door <le centralen bezet, die thans op weg zijn naar het Oostelijker gelegen Zborow. De legers der centralen strijden hier op het veld van een der grootste veldslagen, welke bij bet begin van den oorlog teD Oosten en ten Zuid oosten van Lemberg werden geleverd. Overigens gebeurt bier juist het omgekeerde, van wat er in bet begin van den oorlog geschiedde. Toen kwamen de Russen door het dal van de Styr o.a. op Lemberg af, thans willen de centralen door hetzelfde dal naar het Noorden dringen. In het Styr-dal, in bet Zuiden van het Rus sische gebied, ligt de in de jongste stafberichten herhaaldelijk genoemde stad Luzk. En het zijn juist de aan vallen, die Duitschers en Oostenrijkers in de buurt van Luzk hebben gedaan, die de Russen in Galicië tot wijken hebben gedwongen. De Russische staf beweert, dat de vijand met het offen sief den kant van Luzk uit een om singeling beoogde van de rechterflank der nog in Galicië staande Russische legers. Ten Noorden en ten Westen van Luzk trachtten de Russen zich dan ook met kracht te weer te stellen, doch niet met blijvend succes, want Tjortsjin, dat ten Westen van Luzk ligt, is reeds in handen der centralen. Dit betreft het operatiegebied ten Zuiden van de Pripet-moerassen, die zich, naar men weet. ten Oosten van Brest Litowsk uitstrekken. Ten Noor den van dit moerasgebied, vlak ten Oosten van Brest Litowsk concen- treeren de aanvallen der centralen zich op de stad Kobrin. Zoowel vao het Westen als van het Zuiden ruk ken zij op die stad, waar de spoorweg van Brest Litowsk zich in een Noor delijken en een Zuidelijken tak ver deelt, aan. Ten noorden van den spoorweg van Brest Litowsk naar Kobrin makende centralen goede vorderingen. Bij het door de Russen in brand gestoken en ontruimde Kamieniec Litowska zijn de Russen weer uit hun stellingen geworpen. Door deze actie van de centralen in het noorden staan den Russen bij Kowel nog slechts de naar het oosten voerende wegen open. Kamieniec Litowska en het ooste lijker gelegen Sjeresjowo, dat door Oostenrijksch-Hongaarscbe troepen moet zijo bereikt, liggen ten zuiden van het oerwoud van Bjelowjesh. Aan den noordkant van bet oerwoud hebben de Duitschers de stad Narew bezet en zijn verder oostelijk tot Narewka, in het woud zelf, doorgedrongen. Vlak ten oosten van Bialystok werd Grodek bereikt. Van de oorspronkelijk aangegeven terugtocbtslinie der Russen is alleen de vesting Grodno nog Diet gevallen. De Duitschers hebben intusschen het woudgebied van Augustowo achter zich, zoodat de vesting wel gevaar zal gaan loopen. De vesting Grodno heeft trouwens den opmarsch der Duitsche legers niet tegengehouden, want het door hen bereikte Dom- browo ligt ten oosten van Grodno. Zoo ziet men dus, dat Grodno in het westen bedreigd en in het zuiden en oosten reeds afgesloten is. Ook in het noorden wordt de insluitende ring steeds nauwer. Ten zuidoosten van Kowno rukt een Duitsch leger zege vierend op, nadat de hardnekkige tegenstand der Russen gebroken is. Behalve GrodDO komt daardoor ook het ten oosten van Kowno gelegen spoorweg knooppunt Wilna in gevaar. Op den uitersten linkervleugel van de legers der centralen, ten zuiden van Riga, beweren de Duitschers ten slotte de Russen ten noordoosten van Bausk en Schönberg teruggeworpen te hebben, meer dan 2000 Russen gevangen genomen en twee kanonnen en negen machinegeweren buit ge maakt te hebben. Duitsche troepen naar het Italiaansche front. De Temps verneemt uit Zurich dat verscheidene Duitsche en Oostenrijk sche legercorpsen in de laatste dagen te Innsbrück zijn aangekomen. Op het oogenblik zijn troepencon centraties waargenomen te Ulm, Kas sei, Müoster in Westfalen en Maag denburg. Vandaar worden zij naar Rosenheim iD Beieren gedirigeerd en naar Kufstein in Tirol, betgeen schijnt te wijzen op het feit, dat Duitsche troepeo, aan het Italiaansch-Oosten- rijksche front zullen worden gebruikt. Zinken geld in België. Naar uit Brussel gemeld wordt, heeft de gouverneur-generaal wegens bet groote gebrek aan nikkelgeld een ver ordening bekend gemaakt, waarin tot aanmunting van pasmunt uit zink wordt besloten. Er zullen stukken van 5, 10 en 25 centimes vervaardigd worden. Het nieuwe geldstuk zal het beeld van een omkransten leeuw dragen en het op schrift »Belgique-België". Aan Holland! Nauw was de wereldvrede verstoord, Nauw werd alom de strijdkreet geboord, Of ernstig, bewust van het dreigend gevaar, Stond vastberaden uw leger reeds klaar. Regeering en volk, zij voelden zich ééD En leidden u veilig door stormen heen. Kloek werd besloten, van weifelen geen zier. Holland, mijn Holland, wat waart gij toen fier! Toen allerzijden de krijgsmuziek klonk En rondom u heen het oorlogsstaal blonk, Bleeft gij, te midden van haat en van nijd, Zorgen met ernst voor uw neutra liteit. Gij toondet, al viel men uw houding ook aan, Met waardigheid boven partijgeest te staan. Gij hieldt vastberaden het doel in 't vizier. Holland, mijn Holland, wat vond ik u fier! Holland, bekend om uw weldadigheid, Wat hebt gij weer tal van gezinnen verblijd Toen d'oorlogstoestand de vreugde in leed En welvaart in armoê veranderen deed. Nauw klonk in den lande een Koninklijk woord. Of aanstonds reeds waren uw wenschen verboord. Voor velen werd wéldoen een bron van pleizier. Holland, mijn Holland, wat zijt gij toch fier! Zonder bescherming, verdreven van buis, Vonden zoovelen bij u een lehuis. Bood men van elders ook bijstand u aan, Fier bleeft gij, Holland, op uzelve staan. Gij toondet de wereld, dat een landeke klein, In velerlei opzicht ook groot wel kan zijn. Een veilige schuilplaats vond menigeen bier, Holland, mijn Holland, wat hieldt gij u fier I Historisch romantisch verhaal. 20) Grimoald maakte bij deze laatste woorden een diepe buiging voor den koning. Radboud boog ook en drukte hem nogmaals warm de hand. „Grimoald, ik hoop dat gij gelukkig moogt zijn. Gij verdient het," bracht de koning er met moeite uit. De zekerheid, dat hij zonder zijn geliefde dochter verdriet te moeten aandoen, toch zijn doel bereikt hadvriendschap tusschen de beide volken te verkrijgen, deed hem zoo geweldig aan dat de stem hem bijna begaf. Met een blik van trouwe vriendschap beantwoordde Grimoald den handdruk van den dapperen vorst, dien hij had leeren hoog achten. De abt trad nu ook op Grimoald toe en schudde hem hartelijk de hand. „U zult uw trouwen vriend en leermeester wel willen veroorloven, Hoogheid," zei hij, „U geluk te wenschen met het winnen van uw bruid. Zelden heb ik gelukkiger gebeurtenis beleefd. Zij zal een zegen worden voor de beide volkeren en als God wil hun voorspoed en welvaart bevorderen. Ook uw vader, hertog Pepijn, zal zich hoogst gelukkig gevoelen. Hartelijk, hartelijk geluk gewenscht." Grimoald antwoordde eenvoudig terwijl hij den handdruk van den waardigen geestelijke beantwoordde. „Dank eerwaarde heer, dank trouwe vriend." „En hoe gaat het nn verder?" vroeg de abt. „De prinses weet toch nog niet dat gij Grimoald en niet Dodo zijt?" „Neen," hernam Grimoald, „ik ben altijd nog Dodo voor haar, maar ik leg nu binnen een paar dagen mijn vermomming af. Ik zou u willen voorstellen dat wij morgenochtend vroeg vertrekken. Wij maken dan een klein reisje door het schoone Friesland. Ik zou den Rijn wel eens een eind willen volgen en stel u dus voor naar Utrecht te gaan en dan den Rijnoever langs voorbij Alphen en Leithen naar het Huis te Britten. Dat kasteel waareen maal Agrippina, de gemalin van den edelen Germanicus, les gaf aan de kinderen der edelen van de Bataven zou ik wel eens willen zien. Wij kunnen dan meteen de heerlijke weiden en de vruchtbare velden bewonderen, die de runderen en schapen voeden welke ons de heerlijke melk en boter en kaas verschaffen waarvan wij hier zoo ruimschoots genoten hebben en de wol, die de Friesche kunstenaars in zulke fraaie kleederen weten te herscheppen. Ook van dit gedeelte van het rijk van mijn geachten aanstaanden schoonvader zou ik gaarne eenige kennis verkrijgen. Over een paar weken keer ik dan terug en kom als Grimoald van Neustrië mijn bruid opeischen. Natuurlijk moet Theudesinde onwetend blijven van de verrassing die wij haar willen bezorgen. Ik, dat wil zeggen Dodo, zal haar melden dat ik plotseling vertrekken moet maar dat ik haar hoop weer te zien." „Een kostelijk plan," zei de abt. „Ik volg u gaarne." „Ook ik juich uw plan toe," zei de koning. „Maak alleen dat gij mijn dochter, hoewel gij haar nog eenigen tijd in spanning houdt, niet te verdrietig maakt." „WeeB onbezorgd, heer hertog," antwoordde Grimoald, „ik zal zorgen dat Theudesinde den moed niet verliest en niet tot te groote droefheid vervalt." Op dit oogenblik traden Radboud en Ragenfried binnen. Een enkele blik leerde den jongen Radboud dat Dodo reeds mede- deeling van het gebeurde had gedaan. Hij ging regelrecht naar Grimoald toe en drukte hem de hand. „Geluk gewenscht aan staande broeder," zei hij. „Ik verheug mij dat mijn vriend, mijn schoonbroeder wordt. Niemand gun ik mijn zuster liever dan u." Met een verheugd gelaat beantwoordde Grimoald dien hand druk. „Wij blijven steeds vrienden Radboud. Tot den dood,"

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 1