NIEUWE
"NÉT Nieuws- en Advertentieblad ^ÉT
voor de Provincie Utrecht. ||p
No. 85.
Zaterdag 23 October 1915.
FEUILLETON.
BREDERODE DE EDELSTE.
44e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Ambachtsschool aan den Lensflerwef.
BINNENLAND.
Amersfoortsche Csurant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden met Zondagsblad 1.16;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 69.
ADVER1 ENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het nieuwe gebouw der Ambachtsschool
aan den Leusderweg alhier, kan ge
splitst worden in: le hoofdgebouw,
2e smederijgebouw, 3e conciërge
woning met schaftlokaal.
Hoofdgebouw.
Het hoofdgebouw, dat in platte
grond een |_J vorm vertoont, staat
met het vóoilront naar den Leusder
weg. Het is zóódanig ontworpen, dat
door eenvoudige verlenging der beide
zijvleugels tot aan het afzonderlijk
staande smederijgebouw, 6 nieuwe,
groote werkzalen kunnen verkregen
worden; welke uitbreiding met bet
oog op een latere vermeerdering van
leervakken, of de eventueele stichting
eener M. T. S. van groot belang is.
Door de hoofddeur binnentredend,
passeert men links de kamer van den
concierge, lecbts een wachtkamertje
en komt men door een tochtdeur in
de groote, ruime bal, waarop natuur
lijk óok de breede hoofdtrap uitkomt.
Van uit de hal loopen ruime gan
gen naar rechts en links, die dan
weer ombuigen naar de vleugels.
Naast de hoofdtrap zijn aan beide
zijden de garderobes voor de leerlingen
geprojecteerd.
Langs de gangen zijn de verschil
lende localiteiten gegroepeerd. Zoo
vindt men rechts de schilderswerk
plaats met aan de overzijde van den
gang, eene met 't oog op het stof
afzonderlijk gehouden lakkamer. Met
de schilderswinkel is een kleine kel
der in verbinding gebracht, die dient
voor berging van scbildersmaterialen,
als olie, terpentijn, vernis, enz.
In den Zuid-vleugel treft men een
timmerwerkplaats aan, met annex een
houtbergplaats, welke laatste, voor
bet gemakkelijk inbrengen van het
hout met de binnenplaats in directe
verbinding kan worden gebracht.
Links van de hal bevindt zich het
magazijn voor vervaardigde werk
stukken daarnaast in contact met
de meubelmakerij een magazijn
voor afgewerkte meubels. De meubel
makerij, in den Noordelijken vleugel
gehuisvest, heeft, evenals de timmer
werkplaats een fliDke bergplaats voor
hout. De kamer voor het onder
wijzend personeel is gelegen aan de
binnenplaats, naast de garderobe voor
de leerlingen. De noodige W. C's. enz.
ontbreken niet en zijn in de nabijheid
der verschillende werkzalen ontwor
pen. Alle zijn in directe verbinding
met de buitenlucht gebracht, terwijl
zij dooreen voorportaal van de gangen
of lokalen zijn gescheiden. Alle W. C's.
en urinoirs zijn van waterspoeling
voorzien.
De hoofdtrap, waarvan 2 deelen tot
op 't bordes voeren, terwijl eèn breed
gedeelte van daar tot de verdieping
leidt, is in de hartlijn van het hoofd
gebouw ontworpen en voert als vanzelf
naar de kamer, waar de zetel van
het Bestuur der School is. Met
de plaatsing van de bestuurskamer
in bet hart van bet hoofdgebouw is
symbolisch uitgedrukt de beteekenis
van dit college voor de Ambachts
school. Staande met het gezicht
naar de Bestuurskamer toe, vindt men
rechts daarvan de directeurskamer
met aangrenzende vertrekken voor
administratie en magazijn, links een
vakteekenzaal voor meubelmakers.
Op deze verdieping bevinden zich ver
der in het Noordelijk gedeelte een
handteekenzaal met kamer voor gips
en andere modellenin het Zuidelijk
gedeelte timmerwerkplaats 2, even als
beneden, voorzien van boutbergplaats.
Naast de trap zijn 2 theoriezalen aan
gebracht, eèn voor V. L. onderwijs,
eèn voor andere theoretische lessen.
Zooals op de beganegrond verdieping
zijn ook hier de uoodige toiletten aan
gebracht. De geheele bovenste ver
dieping, welke men verder de trap
opgaande bereikt, is ingericht voor
Vakteekenonderwijs, met daarbij 2
theoriezalen. De 4 ruime teekenzalen,
met bijbehoorende kamers voor berging
van teekenmodellen, worden oök voor
hel onderwijs aan 'den Avondteeken-
cursus gebruikt en ten deele voor de
Burgeravondschool. Het eène theo
rielokaal, waarvan hiervoor sprake is,
is voor Natuurkunde- en soortgelijk
onderwijs bestemdhet audere voor
Wiskunde, Ned. taal enz.
In alle lokaliteiten, welke voor het
onderwijs gebruikt worden, zijn flinke
gootsteenen met waterleidingkrauen
aangebracht. De gangvloeren en
die der W. C's. zijn z.g. terrasso-vloeren;
die der lokalen zijn houtenvloeren op
gewapend beton (systeem, holle vloer
d'Havé). De geboorigheid in het ge
bouw is door toepassing dezer holle
vloeren tot een minimum beperkt.
Alle muren zijn eenvoudig gepleisterd
en boven de lambris geel-wit gesausd
de lambrizeering zelf is blauw-grijs
van toon. Het hoofdgebouw wordt
geheel centraal verwarmd door lage-
druk stoomverwarming. De biervoor
benoodigde stoomketels zijn in den
verwarmingskelder geplaatst, welke
zich onder de bal bevindt. Hier
vindt men ook de transformatoren
kamer van waaruit de kabels voor
verlichting en kracht door bet gebouw
zijn gebracht. De verlichting vindt
electriscb plaats. Thans is de installatie
daarvoor nog grootendeels provisio
neel aangelegd, om echter gaandeweg
ook door de leerlingen der electio-
tecbniscbe afdeeling definitief aan
gebracht te worden. Op elke ver
verdieping bevindt zich een brand
kraan. Het interieur en de inven
taris der verschillende zalen is vanzelf
sprekend nog lang niet compleet en
af; daar de hiervoor benoodigde werk
zaamheden door de leerlingen zélf
zullen worden verricht.
Het smederijgebouw.
Dit bevindt zich, zooals gezegd
afzonderlijk geplaatst op het achter
gedeelte van het terrein. Wanneer
later de vleugels worden verlengd,
vormen do daarin ontworpen gangen
de verbinding met het hoofdgebouw.
Tot hei afzonderlijk plaatsen der
afdeelingen voor de metaalbewerking
hebben de volgende overwegingen
geleid: a. om 't geluid, dal door het
werken op de aambeelden en bij de
bankschroef en door de beweging der
verschillende werktuigen wordt ver
oorzaakt, zooveel mogelijk tot dit
gebouw te beperken; b. om, door dit
gebouw éen verdieping hoog te maken
en daarbij scbeddaken toe te passen,
de verlichting tot in alle boeken van
de werkplaatsen afdoende te doen zijn.
In het midden van het smederij
gebouw bevindt zicb de machinekamer,
waar geplaatst zijn of zullen worden
de gasmotor, voor het aandrijven der
werktuigen indemachinebankwerkerij;
de electromotor voor bet beweiksiel-
ligen der aanblazing van de vuren en
de afzuiging van rook, en een verti
cale kleine stoommachine, voor de
monstratieve doeleinden.
De machinekamer staat in verbin
ding met het daarachtergelegen ketel
buis, waaraan weer de kolenbergplaats
grenst.
Links en rechts van de machine
kamer bevinden zich de ijzerberg
plaatsen. Het smederijgebouw bevat
4 werkplaatsen, een voor machine
bankwerkers, een voor electrotecb-
nische bankwerkers; en twee voor
smeden. Bij alle werkplaatsen is een
wascblokaal met garderobe en de noo
dige W C's enz. Aan de smederijen
grenzen twee bergplaatsen voorsmeed-
kolen.
De conciërgewoning met schaftlo
kaal is terzijde van het hoofdgebouw
geplaatst. De leerlingen van buiten
vinden in het schaftlokaal gelegenheid,
in de middaguren over te blijven. Een
rijwielbergplaats, welke door de leer
lingen zelf vervaardigd wordt, zal tus-
schen het hoofdgebouw en deconcierge-
woning verrijzen.
Bij bet ontwerpen der school is naar
den grootst mogelijken eenvoud ge
streefd en heeft de bedoeling voorge
zeten, langzamerhand met de eigen
leerlingen, een en ander meer aan te
kleeden en waar noodig en mogelijk
te versieren.
De plannen zijn ontworpen door den
directeur der school, onder de auspi
ciën van een uit het Bestuur benoemde
technische Commissie, waarin de voor
zitter, de heer Kam, een werkzaam
aandeel nam.
Aannemer van den bouw was de
heer Van Kalleveen, thans te Leiden,
terwijl als dagelijksch opzichter fun
geerde de heer A. G. Hens.
Aannemer der gewapend-betonwer
ken was de firma H. Vriens te Breda;
die der Centrale verwarming de firma
Wolter Dros alhier.
Kon. Natiouaal Steuncomité.
Naar wij vernemen, zijn door tus-
schenkomst van de Javasche Bank op
nieuw uit Indië f 100.000 overgemaakt
aan bel Koninkl. Nationaal Steunco
mité.
Onze bronzen pasmunt.
Bij het passeeren van de grens te
Nieuweschaos is het verboden, zelfs
de kleinste hoeveelheid Nederlandsche
bronzen pasmunt mee te nemen. De
Nederlandsche grenswacht ziet daarop
zorgvuldig toe. Bij reizigeis wordt de
bronzen pasmunt tegen zilveren of
nikkelen munt omgewisseld.
's Avonds na 6 uur is daar het
passeeren der Duitsclie grens verboden.
Leeuw. Ct.
In verschillende plaatsen van
ons land verdient menigeen thans een
aardig centje met het zoeken van eikels.
Iu Gaasierland wordt door de opkoo-
pers 5 cent per K.G. betaald. Een
arbeider, die er 's morgens met zijn
beide jongens op uitging had 's avonds
f 10 verdiend. In Oudemirdum zijn de
Belgische geïnterneerden druk bezig
met het zoeken naar eikels.
ilUtoriech romantisch verhaal.
7)
Tetburga gaf geen antwoord op die vraag, maar verzocht
haar even. naar den gekwetste te gaan en hem te zeggen dat
haar meesteres vergeten had hem de aardbeien aan te bieden,
dat het echter haar groot genoegen zou doen als hij er eens
van wilde proeven.
Glimlachend keerde Arlinde zich om en begaf zich naar de
trap om haar boodschap over te brongen.
Toen Sicco haar zag binnenkomen, begreep hij wat zij wilde
zeggeD. Hij hoorde haar boodschap aan en toen zij hem het
schaaltje toereikte, verzocht hij haar vriendelijk vooral haar
meesteres te willen bedanken en begon de achoone vruchten te
eten. Hij kon niet nalaten tengevolge van een prettige gedachte,
die bij hem oprees te glimlachen. Arliude zag dien glimlach en
sloop geheimzinnig lachende weg.
ONDER DE LINDE.
Er waren een paar dagen verloopen en wij vinden Sicco en
Tetburga in den tuin achter Ludigmans hoeve. De tuin leunde
aan de westzijde tegen het duin. Met eenig rasterwerk was er
een scheiding tusschen duin en tuin aangebracht. De aanhoudende
zandstuiving had dat noodzakelijk gemaakt. De tuin was reeds
veel kleiner dan hij vroeger was geweest door dat afloopen van
het duin en Ludigman begreep zeer goed, dat er eenmaal een
tijd zou komen, dat de tuin geheel onder het duinzand zou zijn
bedolven. Dit was een van de redenen waarom hij weinig meer
op had met de hoeve en dagelijks uitzag of hij er niet een
goeden kooper voor kon vinden.
Vlak tegen het duin aan stonden een paar bijzonder krachtige
eiken, die echter onder den drang van het zand ook reeds naar
de oostzijde begonnen over te hellen. In het midden van den
tuin stond een prachtige lindeboom en daaronder zaten nu Sicco
en Tetburga. Tetburga was bezig met haar borduurwerk. Zij
keek nu en dan op en wierp een blik op Sicco, of op een paar
veulens, die in een omheining allerlei grappige, dartelijko spron
gen maakten. Sicco lag achterover in een grooten eikenhouten
stoel. Kussens waren in zijn rug en een groot wolfsvel lag
onder zijn voeten. Hij zag zeer bleek. Zijn kwetsuren waren
geheel hersteld, maar toch voelde hij zich zeer zwak. Broeder
Anselmus had hem verteld, dat dit alles een gevolg was van
de overspanning, zoowel lichamelijk als geestelijk op het oogen-
blik van de schipbreuk. Sicco deed niets dan naar het gezang
van een vogel luisteren, die zich zoo nu en dan op de takken
der linde neerzette, en naar de grillige schaduwen te kijken,
die de bladeren van den boom op den grond afteekenden.
Het was heerlijk zomerweder. Wel was het warm, maar daar
Sicco en Tetburga geheel in de schaduw van de linde zaten,
hadden zij van die warmte weinig last.
Sicco wierp zoo nu en dan tersluiks een blik op het lieve,
zachte gelaat van Tetburga. Zij had hem aan het praten ge
bracht en hij had haar verteld van zijn oom keizer Hendrik,
zijn moei Kunegunda, van den trotschen graaf van Vlaanderen,
Boudewijn met den Baard, en van diens gemalin, Sieco's nicht.
Tetburga had de ooren gespitst, toen hij over keizerin Kune
gunda en over de gravin van Vlaanderen sprak, want het
gerucht liep, dat Sicco het hof gemaakt had aan zijn bekoorlijke
moei, die weinig ouder was dan hij, en ook werd verteld, dat
de gravin van Vlaanderen hem menig bewijs van genegenheid
had gegeven, maar Sicco had heel kalm over beide vrouwen
gesproken en Tetburga had bij zich zelve de opmerking gemaakt,
dat de geruchten, zooais bijna altijd het geval was, ook ditmaal
wel zeer overdreven zouden zijn. Sicco had belangstellend naar