NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad *|jr
voor de Provincie Utrecht. |H
Gemeenteraad.
FEUILLETON.
No. 102.
Woensdag 22 December 1015.
44e jaargang.
De FirmaA. LEWENSTEIN
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
KAMER VAN KOOPHANDEL.
BREDERODE DE EDELSTE.
¥&Al§€lf¥ïïï^.
Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen
naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht
worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai
machines nevenstaand handelsmerk moet voor
komen. Men late zich onder welk voorwendsel
ook geen nagemaakte Lewenstein' machine aan
praten. Voor Amersfoort en Omstreken eenigste
Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort.
UTRECHT, CIIÖOKSTKAAT 14.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele .Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER
Rureau: Langestrnat 77. Telephoonn. 69.
ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
In verband met de ophanden
Kerstdagen zal het eerstvolgend
nummer dezer courant a.s. Vrij
dagmiddag verschijnen.
Zaterdagavond vergaderde rle Kamer
van Koophandel en Fabrieken ten
stadhuize onder voorzitterschap van
den heer J. Ger. Kleber. De heeren
Meursing en Van Vollenhoven waren
afwezig.
Na opening werden de notulen van
13 Nor. gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen zijn, behalve de gewone
periodieken, jaarverslagen, enz.
1. Bericht van verhindering van den
heer Van Vollenhoven
2. Missive van B. en W. met
goedgekeurde begrooting 1916. Aan
genomen voor kennisgeving.
3 Missive van den Consul-Generaal
van Frankrijk te Rotterdam meldende,
dat te Lyon een jaarmarkt zal worden
gehouden. Als voren.
4 Een verzoek om toezending der
jaarverslagen enz. van den Keizerl
Russischen handelsattaché. Aan den
secretaris ter beoordeeling.
5. Van de Kamer te Alkmaar een
verzoek om een adres aan den Minis
ter van Oorlog te steunen.
In het adres wordt den Minister
verzocht maatregelen te trefien om
te voorkomen, dat vele gemobiliseerden
ten onder gaan, omdat zij bun zaken
niet kunnen waarnemen. Aangenomen
te steunen
6. Het jaarverslag omtrent de pro
vincie Utiecht. Bij den secretaris ter
lezing.
7. Jaarverslag vaD de Nederlandsche
Handelshoogeschool te Rotterdam
Als 6.
8. Een verzoek vaD den heer Mel-
chior om de aandacht van den Direc
teur-Generaal te vestigen op de lang
zame bediening bij het intercommu
naal verkeer. Besloten aan te houden.
9. Verkiezing voorzitter en plaats
vervangend voorzitter. Gekozen werd
de heei J. Ger. Kleber tot voorzitter
en de heer H. Meursing tot onder
voorzitter.
Rondvraag. De heer Van Haselen
bracht de eiermarkt ter sprake. De
loestand is nog slecht en onhoudbaar.
De voorzitter stelde voor deze zaak
nog eens onderling te bespreken eo
dan dadelijk na nieuwjaar te verga
deren.
De heer Eysink wees op de markt-
commissie en vroeg of geen nood
maatregelen kondeo worden genomen.
De heer Hamers wilde, dat de
marktcommissie zich met B. en W.
in verbinding stelde.
De heeren Van Haselen en Van
Vollenhoven, die deze commissie vor
men, zullen deze taak volvoeren.
Verder wees de heer Van Haselen
nog op den treurigen toestand van
het Smalle Pad.
De weg is daar thans onbegaanbaar.
De toestand aan de halte Kleine
Koppel is werkelijk schreiend. De
wachtlokalen zijn te klein en vreeselijk
koud en de verlichting is er zeer slecht.
Aangenomen werd zich nogmaals te
wenden tot de N. C S.
Dan werd nog aangenomen een
voorstel van den heer Van Haselen
om B. en W. te verzoeken op het
Smallepad des avonds alle lantaarns
te laten branden. Alleen de heer Eysink
was hiertegen
Ten slotte deelde de secretaris mede,
dat de begrooting dnor de gemeente
is goedgekeurd, en dat voor hem een
verhoogd salaris is vastgesteld. Hjj
dankte den voorzitter voor zijn per
soonlijke bemoeiingen in deze.
Hierna werd de vergadering gesloten.
Onmiddellijk na het openen der
raadsvergadering en alvorens tot be
handeling der agenda over te gaan,
werd door den voorzitter burgemeester
graaf Van Randwijck ter kennis van
de raadsleden gebracht dat bun mede
lid en wethouder de beer H. W. »an
Esveld den dag mocht herdenken
waarbij hij voor 25 jaar tot raadslid
werd gekozen en bracht spr den
jubilaris, die als geboren en gelogen
Amersfoorter zijn geboorteplaats niet
enkel liefhad maar zulks ook toonde
door zijn werken in liet belang der
gemeente, warme hulde. Hij sprak
daarbij den wensch uit, dat het den
beer Van Esveld nog lange jaren ge
geven mocht worden in het belang
der gemeente werkzaam te kunnen
zijn.
De heer Van Esveld zijn dank be
tuigende voor de woorden van waar
deering van den Voorzitter en voor
de blijken van instemming der raads
leden, wees op de vooruitgang van
Amersfoort in het 25-jarig tijdvak,
waarin hij zijn krachten aan de ge
meente had mogen wijden, maar vooral
op het reusachtig vele dat gedurende
de laatste 3 jaien, tijdens bet bestuur
van onzen tegenwoordigen burge
meester, had plaats gegrepen, als daar
zijn: de keuringsdienst, de levering
van electriciteit, de gemoderniseerde
brandweer en bovenal het grondbe
drijf. Hij eindigde met den wensch
dat Amersfoort in de toekomst in
dezelfde male mocht vooruitgaan en
steeds groeien en bloeien moge.
Na goedkeuring van de notulen der
vergadering van 8 December volgde
daarop de mededeeling der navolgende
ingekomen stukken
Brief van den Minister van Binnen-
landsche Zaken d.d. 14 December 1915
No. 18900, Afd. O, ter mededeeling,
dat het Raadsbesluit d.d. 30 November
1915 houdende wijziging van de ver
ordening tot regeling der jaarwedden
van het personeel, verbonden aan het
Gymnasium en de Hoogere Burger
school wordt goedgekeurd. (Vooi
kennisgeving aangenomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht d.d. 6 December 1915, 3e Afd.
No. 3114/2269, waarbij wordt goed
gekeurd het Raadsbesluit d.d. 19 Oc
tober 1915 No. 4521 tot het overnemen
van verschillende perceelen aan den
Ouden Soestervreg. (Voor kennisgeving
aangenomen)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 6 December 1915
3e Afd. No. 3208/22b6 waarbij wordt
goedgekeurd bet Raadsbesluit dd. 28
September 1915 No. 408i tot aankoop
van eenige perceelen boscbgrond in
de gemeente Soest. (Voor kennisgeving
aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 13 December 1915
3e Afd. No. 3247/2300, waarbij worden
goedgekeurd het 3e en 4e suppletoir
kohier der inkomstenbelasting dienst
jaar 1915, vastgesteld bij Raadsbesluit
van 30 November 1915. (Voor ken
nisgeving aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd 13 December 1915
3e Afd. No. 3250/2300, waarbij wordt
goedgekeurd het kohier der school
gelden voor de Burgeravondschool
cursus 1915/1916. vastgesteld bij
Raadsbesluit van 30 November 1915.
(Voor kennisgeving aangenomen.)
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht dd. 13 December 1915
3e Afd. No. 3249/2300, waarbij wordt
goedgekeurd het 3e suppletoir kohier
der Hondenbelasting dienst 1915, vast
gesteld bij Raadsbesluit van 30 No
vember 1915. (Voor kennisgeving aan
genomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten
vaD Utrecht dd. 13 December 1915
3e Afd. No. 3113/2320, waarbij goed
keuring wordt onthouden aan het
Raadsbesluit dd. 28 September 1915
tot overneming van het geheele restee-
rende risico van gedeeltelijk door h«t
Rijk gedekte credieten. (Voor kennis
geving aangenomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Uirechl d.d. 13 December 1915, 3e
Afd. No. 3263/2322, waarbij wordt
goedgekeurd het Raadsbesluit d.d 30
November 1915 tot onderhandsche ver
huring van Gemeenteeigendommeii.
(Voor kennisgeving aangenomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht d.d. 13 December 1915, 3«
Afd. No. 3240/2319, waarbij wordt
goedgekeurd het Raadsbesluit van 30
November 1915 tol ruiling van grond
met G. van Nes te Amerfoort. (Voor
kennisgeving aangenomen).
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utiecht d.d. 13 December 1915, 3e
Afd. No. 3239/2318, waarhij wordt
goedgekeurd het Raadsbesluit van 30
November 1915 tot wijziging van het
Raadsbesluit van 27 Juli i. v. betref
fende onderhandsche verhuring van
een stuk heidegrond aan drn Staat
der Nederlanden. (Voor kennisgeving
aangenomen).
Adies van de heeren P. en Mr. R. P.
van der Maik en Jhr. S. M. van Reigers
berg Versluijs d.d. 18 December 1915,
houdende verzoek eeriige hoornen aan
de Koninginnelaan te doen rooien.
(Naar R. en W. om advies)
Adres van den Algemeenen Nedor-
landschen Opzichters- en Teekenaars-
bond d.d. 20 December 1915, houdende
verzoek de salarissen van de npz.ichters
en teekenaars in dienst der Gemeente
zoo spoedig mogelijk met ten minste
15 pCt. te verhoogen. (Naar B. en W.
om advies).
Procesverbaal van de opneming van
kas en boeken van den Ontvanger d d.
20 December 1915 (Voor kennisgeving
aangenomen).
Historisch romantisch verhaal.
24)
Een korte lach van Diederik was het slot op deze mededeeling.
„Gij hebt gelijk heer graaf dat gij u niet in uw rechten laat
verkorten. Het bosch Wasda behoort u ongetwijfeld en gij die
dijken doet aanleggen om de rivieren binnen haar oevers te
houden, hebt dus recht eenige vergoeding te oischen van de
vissehers die heerlijke zalm, elft en andere visch uit de Merwede
halen en van de schippers die met rijkgeladen schepen die rivier
op- en afvaren. Wat Adelbold betreft, hij zoekt natuurlijk slechts
naar een voorwendsel. De glans van uw huis is hem reeds lang
niet een splinter maar een balk in het oog geweest."
„Ik dank u hoogwaarde abt, het verheugt mij ten zeerste dat
gij mijn inzichten billijkt. Mijn streven is vooral mijn zuidelijk
gelegen gebied in bloei en ontwikkeling te doen doen toenemen
en daardoor den samenhang met de vijf Zeeuwsche eilandèn te
bevorderen. Mijn gebied moet zich uitstrekken van het Vlie tot
de Schelde en moet een aaneengesloten geheel zijn."
„Gelukkig dat de Friezen u niet zooveel hoofdbrekens kosten
als aan uw vader," hernam Wonobold.
„Neen, dan zou ik al die plannen natuurlijk moeten opgeven,
want dan zou het noordelijk gedeelte van mijn gebied de aandacht
eischen, die ik thans aan het zuidelijk wil schenken. Niettemin
verkeer ik toch in eenige moeilijkheid. Ik wil de eerste tijden
liefst te Leithen en Delft verblijf houden en nu zou ik gaarne
iemand hebben die mij hier kon vertegenwoordigen. Othilde, mijn
gemalin, houdt niet van staatszaken, zooals gij weet. Mijn zonen
Diederik en Floris zijn nog te jong. Gij zijt een goed vriend
van mij en hebt een scherp inzicht, maar uw hooge jaren zouden
u toch weerhouden om als ik het u vroeg een dergelijke plaats
te aanvaarden."
„O, ja," hernam Wonobold. „Gravin Othilde is voor zulk een
taak minder geschikt, uw zonen zijn te jong en ik ben te oud."
„Daarom denk ik in den laatsten tijd gedurig aan een persoon
die bekwaam en wakker genoeg is als mijn plaatsvervanger in
Kennemerland op te treden en die daarbij onbaatzuchtig en be
langeloos is, zoodat hij van de hooge stelling die hij zon innemen
geen misbruik zou maken. Gij begrijpt wien ik bedoel, niet waar?"
„Wel, nu gij heer graaf, er aan toevoegtzoo onbaatzuchtig en
belangeloos, nu veronderstel ik dat gij van iemand «preekt dien
gij het graafschap ontzegd hebt, van uw broeder Sicco."
Diederik knikte toestemmend.
„Ja, waarde abt, ik denk gedurig aan Sicco. Wij hebben toch
in den grond weinig reden zoo van elkander verwijderd te blijven.
Ik mocht hem vroeger zoo gaarne lijden en ik weet dat hij ook
zeer op mij gesteld was. Ik zou, als hij maar eenige toenadering
toonde, mij gaarne met hem verzoenen. Hij is toch een broeder
zooals er weinige zijn. Hoe menigmaal zien wij niet dat een
jongere broeder den ouderen op zijde tracht te zetten, dat hij zich
afgeeft met allerlei kuiperijen. Van Sicco is nimmer zoo iets te
verwachten. Men kan op hem vertrouwen als op een rots. Hij weet
niet wat eigenbelang en baatzucht is. Ik heb vernomen dat hij
met onzen oom den keizer in onmin is geraakt. Dat hij even
berooid het keizerlijk hof heeft verlaten als hij er aangekomen
is, dat hij later naar Vlaanderen is gegaan maar toen hij ontdekte
dat de graaf ons geheele stamhuis een slecht hart toedroeg ook
daar weder het stof van zijn voetzolen heeft geschud en dat hij
verder is gaan dolen. Ik weet, helaasniet waar hij nu vertoeft
anders zou ik een bode naar hem toezenden en hem vriend
schappelijke aanbiedingen laten doen.
Wordt tertolgd.)