NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. No. 25. Zaterdag 25 Maart 18IC. 45e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Een interessante wedstrijd voor onze lezeressen. HET NIEUWE MODEBLAD belangrijke prijsvraag prachtige Singer-Trapnaaimacbine 75 cents per drie maanden DE OORLOG. BINNENLAND. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door bet gebeele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlgk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Laugestraat 77. Telephoonn. 00. ADVERT ENTlEN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Het zeer zeker bij al onze lezeressen welbekende modetijdschrift gaat in de maand April a.s. een inder daad zeer uit schrijven, door middel waarvan de geabonneorden op dit blad het bewijs kunnen leveren van haar goede smaak voor de nieuwste mode. Als hoofdprijs is aan deze prijsvraag verbonden een ter waarde van honderd gulden en verder 100 diverse andere prijzen, allepractische damesartikelen, aangekocht in het bekende .Magazijn de Byenkorf" te Amsterdam. Wij wekken al onze abonné's van Het Nieuwe Modeblad op, de bewijzen van haar goede smaak te geven door aan de betreffende prijsvraag mee te doen. Wie onzer lezeressen nog niet op II e t Nieuwe Modeblad mocht geabon neerd zijn, verzuime niet zich TIIANS aanstonds als abonné voor dit bij uit stek practische en zeer goedkoope Mode tijdschrift op te geven aan het bureau van ons blad, alwaar bet tegen slechts franco per post 85 cents, verkrijgbaar is gestold. Overtuigd als wij ons houden van de goede smaak van de lezeressen van onze courant, twijfelen wij niet, of indien zij als abonné van Het Nieuwe Mode- blad algemeen aan deze prijsvraag meedoen, zal menige prijs aan haar worden uitgereikt, ja, durven wij zelfs verwachten, dat de hoofdprijs aan een onzer abonné's zal ten goede komen. Aan een wedstrijd van goede smaak, gelijk Het Nieuwe Modeblad bin nenkort uitschrijft, kunnen zeer zeker ONZE lezeressen inet succes meedoen. DE UITGEVERS. Tegenstanders die aan elkaar gewaagd zijn. De correspondent van de Vossische Zeilung op het Westelijk ooilogs- tooneel seint over de gevechten bij Verdun. De oorlog van Verdun is geen roen- schenwerk meer: hij is de hel. En slechts zij, die den hemel in het hart hebben, kunnen hem verdragen. Nie mand kan stormloopen over velden met prikkeldraad, door hindernissen, voetangels en wolfskuilen, tegen snel vuurkanonnen en machinegeweren. Aan den stormenden troep moet de dood voorafgaan: dood, verschrikking en verwoesting. Met de verdedigingsmiddelen nam ook de macht der vernietiging toe. Zoo kreeg de oorlog zijn tegenwoor- lige gedaante. Dat is geen oorlog meer, geen worstelen en strijden van menschen, van ontketende krachten der elemen ten. Deze oorlog is het eerste en het laatste. Hij kent de primitieve wapenen van den grijzen voortijd: vuist en tanden, en laat met de geraffineerde strijdmiddelen der moderne techniek de schrikbeelden van toekomstige oor logen voorzien, in welke het schieten misschien verouderd zal zijn en gas vlammen en electrische stroom zijn plaats geheel en al zullen hebben in genomen. Het is geen minderwaardige tegen stander, dien wij voor ons hebben: aan manschappen en materiaal met uitzondering van de grootste kalibers, de 42 c.M. niet zwakker lan wij. Geen middel van moderne geraffi neerde oorlogstechniek is den Fran- schen vreemd. Geen middel en geen tegenmiddel. Zoo wegen tenslotte alle verfijningen der techniek wederzijds tegen elkaar op en eindelijk staat weder man tegen man. De vleeschscliaarschte Volgens Duitsche couranten zullen binnenkort in alle restaurants van Duitsch land vereenvoudiging in de spijskaarten worden ingevoerd. Nog slechts twee soortee vieesch zullen voortaan voor de gasten te verkrijgen zijn. Een nieuwe uitlegging voor het torpedceren der „Tubantia". Volgens de Times wordt te Londen een belangwekkende theorie verkon digd, die steeds meer geloof vindt en die pleit voor de lezing, dat bet stoomschip «Tubantia» door een Duitsche duikboot is getorpedeerd. Men neemt aan, dat de »Tubantiat een aanzienlijke hoeveelheid Ameri- kaansche fondsen van Duitsche be zitters, aan boord had, die bestemd waren ten bate van het Duitsche crediet, hetzij te New-York of in Zuid-Amerika verkocht te worden. Het is bekend, dat de Britsche vloot orders heeft, alle fondsen van Duit- schen eigendom, die voor dit doel worden uitgevoerd, als contrabande te beschouwen. De eenig mogelijke wijze voor Duitscbland, om nog credieten over zee te openen, was, booten, die effecten vervoerden, tot zinken te bren gen, in welk geval het mogelijk zou wezen aan de overzijde van den Oceaan duplicaten uitgegeven te krijgen. Hoe meer deze theorie wordt over wogen, hoe waarschijnlijker zij wordt. Zij geeft een duidelijk motief aan, terwijl geen enkel ander aannemelijk is gebleken. Duitsche sohepen in onzen haven. Zoowel door het «Hbl.c als door het »N. v. d. D.« woidt de aandacht der Regeering gevestigd op de in Neder- landscbe havens liggende Duitsche schepen. Zij wenschen geen formeele inbeslagneming, als in Portugal is geschied, ofschoon ook zulk een han deling rechtens zeer goed verdedigd zou kunnen worden. Wij staan immers veel sterker dan Portugal, dat om zoo te zeggen geen hinder van den oorlog beeft gehad, terwijl de zijdelingsche lasten voor Nederland ontzaglijk zijn en de toestand thans, wegens een ruzie tusschen onze buren, voor ons ondragelijk begint te wordenof wij over laadruimte kunnen blijven be schikken is reeds voor de voeding onzer bevolking rechtstreeks een le venskwestie. Welnu, zoo is de rede neering van het Nieuws, de Staat is in geval van oorlogsgevaar gerech tigd, om over den privaten eigendom zijner burgers te beschikken tegen betaling van vergoeding volgens be paalde regelen, en waarom zou hem dan dit recht niet toekomen ten aan zien van goederen, toebehoorende aan vreemdelingen, die zich aan zijn juris dictie onderworpen hebben Het zou ook niet logisch zijn dat wel de paai den en auto's van Neder- landsche onderdanen gerequisitioneerd mogen worden, maar niet de weike- loos in onze havens liggende schepen van vreemdelingen. Dat geldt in 't algemeen van alle goederen, maar wel in 't bijzonder van schepen. Nu liggen erwel is waar niet veel Duitsche en Oosteorijksche bodems te Rotterdam, Amsterdam, Vlissingen enz., maar des te meer te Sabang en in andere Oost-Indische havens. Op deze laatste zou zulk een maatregel evenzeer toepasselijk zijn, en we zien niet in dat de Duitsche regeeriog er een onvriendschappelijke daad in zou kunnen zien, waar zij zelve 't met de vriendschappelijke ver houding tot ons land vereenigbaar acht dat een duikbooten- en mijnenoorlog, welke reeds blijkens de ervaring tot «vergissing* aanleiding gaf, ons land berooft van zijn onmisbare verbindin gen over zee. In een hoofdartikel, getiteld: «Nederland en de oorlog« schrijft de Londensche «Globe»: «Wat is Holland van plan te doen?» Het blad acht het waarschijnlijk, dat Holland zal trachten de neutrale staten te vereenigen onder leiding der Ver- eenigde Staten, om krachtig te pro testeeren tegen het torpedeeren van neutrale schepen, en vervolgt aldus: Als de neutralen zich op deze basis wilden vereenigen en bet aan Duitsch- land duidelijk maken, dat zij bereid zijn dit protest te steunen op meer energieke wijze dan met diplomatieke nota's, dan zou Duitschland gedwongen worden, terug te keeren tot beschaafder metboden van zeeoorlog. Hel zou ons natuurlijk zeer te stade komen, als Holland in zijn verbittering den oorlog verklaarde, maar wij betwijfelen, of het den Hollanders te stade komen zou en hun handelwijze wordt voorzeker bestuurd en terecht door koele overweging van hun eigen belangeD. H. M. de Koningin is voornemens Maandag 27 Maart een niet-ofiicieel bezoek te brengen aan de provincie en de gemeente Utrecht. H. M. de Koningin zal Maandag middag een bezoek brengen aan IJsel- stein en ten stadhuize door bet college van Burgemeester en Wethouders ont vangen worden. H. M. weuscht Zich met eenige industrieelen te onder houden. Vervolgens zal een bezoek gebracht worden aan de gerestaureerde Hervormde Kerk. De Levensverzekeringmaatschappi j «Utrecht» te Utrecht, heeftop de vrij willige oorlogsleening van f 125.000.000 ingeschreven voor f 1 000.000. De Regeering wil voorloopig nog 5 000.000 nieuwe guldens laten slaan en, zoonoodig, daarna nog een zelfde hoeveelheid. De goudvoorraad van de Nederl. Bank is in de afgeloopen week op nieuw met f 7.7900 000 geslegen en bedraagt thans f 509.460 000. Wij zijn dus aardig opweg naar Naar het Duitsch van Estclla SchOnbcrg. 12 Hij begroette zijn vriend als een welkomen gast. „Goed, dat ik je tref," waren zijn eerste woorden, „ik heb weer allerlei documenten te verzorgen en daar je veel verstand hebt van den inhoud en den stijl van die soort dingen, kun je mij met je raad van dienst zijn." Het was den kleinen notarisklerk niets nieuws, dat Philip gaarne gebruik maakte van de kennis, die hij zich als eerste bediende van zijn patroon, verworven had en hem daarom bij zijn bezoeken zoo in beslag nam, dat het hem zelden mogelijk was nog een gesprek met Anna voort te zetten, zoodra haar broeder in de kamer was gekomen. Philip had dien avond zeer veel inlichtingen te vragen, zoodat het eindelijk ongemerkt zoo laat was geworden, dat Karei Muller opstond, om zijn vrienden vaarwel te zeggen. Maar bij de deur gekomen, riep deze verschrikt uit terwijl hij angstig in zijn zakken tastte: „Daar heb ik toch werkelijk mijn huissleutel ver geten Hoe kom ik nu in huisBij mijn patroon is alles ook zeker reeds ter ruste en daarbij is een van de kinderen ziek!" „Maar dat is heel eenvoudigriep Anna uit, „ge blijft vannacht hier, nietwaar Philip?" Het viel eenig9zins te betwijfelen, of de toege- sprokene erg gesticht was door het aanbod van zijn zuster, maar Karei zelf riep onmiddellijk uit: „Ja, ja, dat is een uitstekend ideeHoud mij maar hier, PhilipOp twee stoelen kunnen wij in je kamer voor die paar uren wel een slaapplaats inrichten!" „Neen, dit zou onzin wezen!" riep Philip snel, „als je dezen nacht hier wilt blijven, kun je het bed op het zolderkamertje gebruiken." „Maar Philip, daar is het erg koud," meende Anna. „Het is beter, om zooals Karei zei, hier beneden een veldbed op te slaan." Philip keek zijn zuster ontstemd aan. „Ik kan niet slapen als er iemand in mijn nabij heid is," zei hij een weinig ruw. Zonder boos te worden riep de kleine klerk lachend uit: „Ik weet het wel, Philip, je hebt de aardige ge woonte, om te praten in je slaap. Ik zal het nooit vergeten, hoe wij eens met ons drieën, met onzen vriend Smit, die nu dood is, samen een voetreisje maakten en wij in een herberg, waar wij aan kwamen, een kamer met ons allen moesten deelen, en hoe je midden in je slaap ons op alles antwoordde, wat we van je wilden weten. En al word ik honderd jaar, het verblufte gezicht, dat je den volgenden morgen zette, toen wij je alles haarfijn wisten te vertellen, zal ik nooit vergeten."

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1