NIEUWS IÉT Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecbt. FEUILLETON. No. 41. Zaterdag 20 Mei 1816. 45e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. DE OORLOG. Amersfoortsche Courant. AVONNEIDENTSP RIJ S Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Projectielen voor een slagschip. In de «Manchester Guardian» be schrijft een medewerker hoe een Engelsch slagschip eene lading pro jectielen voor zijne kanonnen inneemt: «Toen de grauwe ochtend even na het opkomen van de zon een weinig ophelderde was het slagschip, dat '18.000 ton mat, de haven binnen geloopen. Juist toen de pas aange treden manschappen der wacht hunne chocolade gedronken hadden, even na vijf uur dus, kwamen vier lichters, geladen met cordiet, granaten schiet katoen en andere munitie langszij van het oorlogsschip liggen. Deze lich ters, die elk tot een bepaald station behooren, zijn met matrozen bemand. De 30 cM. projectielen, die elk 850 pond wegen, worden een voor een aan boord geliescheri. De kleinere gaan bij twee of drie tegelijk naar boven er. komen met verbazingwekkende vlugheid en zekerheid op het dek terecht. Daar worden zij opgenomen door andere matiozen, die ze even vlug naar beneden dragen en weer overgeven aan anderen, die ze iri de magazijnen zetten, waar ze netjes en veilig op rekken en dergelijken ge plaatst worden. De mannen die hier mede belast zijn moeten vlug wei ken omdat er anders opstopping en tijd verlies bij het transport plaats hebben. De matrozen behandelen alle pro jectielen, gevaarlijke zoowel als on gevaarlijke even voorzichtig, maar zonder angstige voorzorgen. Op de eene plaats bergen zij de gewone granaten en de pantserdoorborende projectielen, die een 30 cM. Krupp- pantserplaat doorboren en binnen in het vijandelijk schip ontploffen. Deze projectielen zijn van een ontstekings- dop voorzien en onmiddellijk voor het gebruik gereed, maar er is een stoot gelijk aan een druk van duizenden kilo's noodig om ze tot ontploffing te brengen. Verderop langs het dek worden de cordiet-ladingen opgeheschen en aan boord gehaald. Do langwerpige vuil bruin geschilderde metalen kisten, voorzien van verschillende met verf aangebrachte merken, die de fabriek, datum van fabricage en van afgifte, grootte en nauwkeurig gewicht aan geven, worden eerst als zij naar boven komen op elkander gestapeld. Dan komen de op bloote voeten loo- pende matrozen vlug met hunne krui-1 wagens aaniijden, hrengen de kisten naar de luiken, waar zij naar de magazijnen beneden worden geheschen Op een andere plaats op dek is een andere groep matrozen bezig met het aannemen van de granaten en der- gelijken voor de lichte en de vlieg- tuig-afweerkanonnen en van de munitie voor geweren en andere lichte wapens, die weer op eene bijzondere plaats worden geborgen. Aan de andere zijde worden de lange gele lyddiet-granaten snel, naar mate zij aan dek komen, op stapels gelegd.» Het moderneSi vis pacem Baron de Rosen, een der leden van den Russischen Rijksraad, die thans in Engeland vertoeft, was dezer dagen de gast van de American Luncheon Club te Londen en zeide bij die ge legenheid in eene redevoeiing o.a. het volgende «Het eindresultaat staat reeds van te voien vast. De eenige vraag is, hoe lang het nog zal duren, hoevele millioenen van de bloem van Europa's mannen nog zullen moeten sneuvelen, voor dat resultaat zal bereikt zijn. Er rust dus op de staten die tot dusverre neutraal zijn gebleven een ernstige en geheel nieuwe verant woordelijkheid. Want het is in hunne macht, dit resultaat te verhaasten en daardoor een einde te maken aan dezen wereldramp, wanneer zij slechts vastberaden en aaneengesloten vooruit treden en zich bij de geallieerden aansluiten. In een wereldoorlog als de huidige kan er geen ware neutra liteit bestaan. Het zal, als de vrede geteekend zal zijn, noodig worden, dat er een plan gevormd worde om de beschaafde wereld te behoeden voor eene her haling van eene catastrophe zooals wij thans beleven en dit zal de vermogens van ware staatslieden niet te boven gaan. Er zou reeds veel gewonnen zijn zoo de beschaafde menschbeid, wijzer gewoiden door de wreede ervaring, die wij thans opdoen, eindelijk de waardeloosheid en het gebrek aan beleekenis van het bekende gezegde: «Zoo gij vrede wensebt, bereidt u ten oorlog voor» leerde inzien. De Paus en de aanvallen uit de lucht. De Romeinsche correspondent van «the Tablet» schrijft: «Oostenrijksche vliegers hebben on langs bommen geworpen op de stad Treviso en verschillende burgers ge dood en gewond. Kardinaal Gasparri beoft uit naam van den Heiligen Vader den volgenden brief gezonden over deze gebeurtenis aan den bisschop Mgr. Longhin «Zijne Heiligheid, die zijn stem meer dan eens verbeven heeft tegen het gebruik, dat in dezen afschuwelijken oorlog wordt gemaakt van aanvals middelen, die zoo groote schade be rokkenen aan het vreedzame en on schuldige deel der oorlogvoerende naties, betreurt het dat Zijne vaderlijke vermaningen de harten Zijner kinderen verstokt vinden en afstuiten op de overlieerschende berekeningen van dezen verschrikkelijken strijd. Zijne Heiligheid, die het bittere leed Uwer welbeminde stad en vooral de smart die het bart van haren bisschop ver vult, medegevoelt, beweent met ver driet de ongelukkige slachtoffers die op zoo tragische wijze de eeuwigheid in geslingerd werden en bidt voor hen lot God om dien vrede, dien de wereld niet kan geven en richt tevens wooiden van hoop en geruststelling tot de arme gewonden, voor wien Hij van den Hemel de genezing die zij wenschen en de kracht die slechts de Christen kan kennen te midden van de droe vigste beproevingen, afsmeekt. De verheven Pontifex roept voor de ge heele bevolking van Treviso, die Hij met bijzondere genegenheid en be langstelling gadeslaat de bijzondere hulp Gods in, opdat zij voor verder ongeluk gespaard moge blijven en zij overvloed van welvaart en vrede mogen genieten, die Je Paus haar van harte toewenscht.» Dit is de deide keer, dat Zijne Heiligheid Zijn onbeperkte afkeuring van oorlogsmethoden, die direct tegen non-combattanten gericht zijn, uit spreekt. Vlammenstrijd in Frankrijk. In de «Petit Journal« geeft een Franscbe officier eene beschrijving van een vlammengevecht in Frankrijk. Hij en zijne manschappen lagen in de loopgraven waar te nemen, boe die van den vijand door de 75 mm. kanonnen der Franscbe batterijen onder vuur genomen weiden. De granaten vielen zoo dicht bij de Fransche stellingen, dat zij dekking moesten zoeken tegen de scherven, die in het rond vlogen. Tegen bet vallen van den avond werden hand granaten uitgedeeld en toen het sig naal werd gegeven stormden de mannen over de honderd meters grond, die de beide stellingen scheid den en drongen tot in de loopgraven van den vijand door. Daar aangekomen wierpen zij hunne handgranaten en aanvankelijk werd hun aanval niet beantwoord en leken er in de loop graven slechts dooden te zijn. Plotseling openden de Duitscbers echter het geweervuur. DeFranschen wierpen nog meer handgranaten en deden toen een bajonetaanval. Zij stietten niet op weerstand tot zij de verbindiugsloopgraafbereikten en toen ontstond er een gevecht met hand granaten. «Het leek alsof twee troepjes kin deren een sneeuwballengevecbt hiel den. Terwijl deze strijd bezig was, riep een van mijne korporaals mij. Hij had een zeer belangwekkende ontdekking gedaan, waardoor het mogelijk werd de bordjes te verhangen. Hij nam mij mede naar een soort bus, die hij vóór de borstwering van de Duitsche loopgraaf had gevonden. Ik herkende het als een apparaat, dat de Duilschers gebruiken om vlam mende vloeistoflen mede te spuiten en bestudeerde het mechanisme inder haast bij het licht van een zaklantaarn. Het was zeer eenvoudig. Men behoefde slechts een pomp te bewegen en het toestel was gereed om ons te ont vangen natuurlijk. Snel droegen wij het helsche apparaat naar den mond van de loopgraaf, waarin onze kame raden streden. Sommigen van hen waren reeds gevallen en baadden in bun bloed. De duisternis kwam ons te hulp en wij stelden het toestel op zonder ge zien te worden. Een vonk, en toen welk een schouwspelSissend spoot een groene en roode vlam als een vurige slang naar voren en verspreidde zich tot een enormen waaier van vlammen, die de geheele loopgraaf vulden. Ik zal nooit die snerpende kreten en dat heescbe gegil vergeten. Het klonk als de kreten der verdoem den. Het vlammengordijn verrastte de dertig Duitschers, die dekking hadden gezocht achter een slagboom van Spaansche ruiters en van daaruit op ons schoten. Zij werden door het vlammengordijn overvallen zonder te kunnen vluchten. Zij trachtten uit hun schuilplaats te kruipen, maar hunne ledematen waren niet brandwonden overdekt, zoodat zij die niet gebrui ken konden en hunne oogen waren verblind. Na een vergeefsche poging vielen zij neer om niet weer op te Naar het Duitsch van Estella Schönberg. 28 „Voorlezen?" antwoordde de freule verstrooid, ja, toch, lees maar iets voor, ge zult wel iets geschikts vinden." Anna nam eenige tijdschriften ter hand. Zij was nog niet ver met haar lectuur gekomen, toen de oude dame haar in de rede viel. „Neen, neen, dat niethet valt mij vandaag moeielijk, mijn gedachten daarbij te bepalen. Neem liever het boek, dat daar op tafel ligt." Toen Anna het rijk versierde boek opsloeg, zag zij, dat het een kroniek van 't huis Dorsen bevatte. Eindelijk scheen de oude dame toch vermoeid, want plotseling zeide zij „Houd nu maar op, mijn kind en ga naar huis en ja, wat ik zeggen wilde dat het testament zoo blijft, als ik het gemaakt heb. Maar het is dwaasheid, er over te spreken als uw broeder doet, want ik ben goddank nog zoo goed bij krachten alleen wat slaperig, omdat de nacht zoo onrustig was." Tegelijker tijd sloten haar oogen zich, alsof zij niet langer weerstand kon bieden aan den slaap; daardoor bemerkte zij niet, dat Anna haar bescheiden vaarwel zei en heenging. Vóór deze het huis verliet, zei zij de oude dienst maagd, dat zij vertrok omdat de freule wilde slapen en verzocht haar-, na eenigen tijd eens naar de oude dame te gaan kijken. Korten tijd daarna werd de dienstmaagd reeds door haar meesteres gescheld; maar tot haar ver wondering scheen deze zelve niet precies te weten, wat zij eigenlijk wilde. „Heb ik gescheld?" vroeg zij, „nu ja, dan was het zeker, omdat ik aan mijn neef dacht. Ik had gaarne, dat hij hier was; niet omdat ik mij onwel gevoel, maar Het overige was onverstaanbaar, maar de oude dienstbode had genoeg begrepen, om te weten, dat dokter Gerstein moest komen. Eer een uur verloopen was, kwam Herman. „Is mijn tante ziek geworden?" vroeg hij op bezorgden toon. „O, neen," antwoordde de dienstmaagd. „De freule is zoo gezond als een visch in het water; zij wil zeker een uurtje met de dokter praten." Herman klopte aan de kamerdeur. Er kwam geen antwoord. Door een onbestemde vrees overvallen, wachtte hij niet langer, maar trad de kamer binnen. Daar zat de oude dame met voorovergebogen hoofd in den leunstoel. Zij scheen juist opgehouden te hebben met lezen, want een groot boek lag op haar knieën; maar als zij zat na te denken over het gelezene, dan waren haar gedachten al zeer diep, want zij keek niet op, toen de deur openging en iemand met vlugge stappen op haar toetrad.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1