NIEUWE
*ÊF Nieuws- en Advertentieblad *|jr
voor de Provincie Utrecht. H|
Oorlog ei Vredestewepg.
FEUILLETON.
No. 62.
Woensdag 2 Augustus 1816.
45e jaargang.
De Firma A. LEWENSTEIN
UTRECHT, CIIOORSTRAAT 14.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG:
AaDgezien ons gebleken is dat er onder onzen
naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht
worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai
machines nevenstaand handelsmerk moet voor
komen. Men late zich onder welk voorwendsel
ook geen nagemaakte Lewenstein' machine aan
praten. Voor Amersfoort en Omstreken eenigste
Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 60.
ADVERT ENTIËN:
Van 16 regels 0.60; iedere regel meer 10 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Twee jaren woedt thans de oorlog
en eenig teeken van het einde is nog
immer niet te zien. Een menscben-
slachting is nu reeds eenige weken aan
den gang, die alle vorige episoden uit
dezen oorlog in vreeselijkbeid en bloedig
heid schijnt te overtreffen. En alsof hel
tegenwoordige nog niet erg genoeg
ware, gaan thans reeds in oorlogstijd
de oorlogvoerende Regeeringen zich
voorbereiden voor den tijd van den
vrede, niet om dan een beter samen
leven der volkeren te waarborgen, maar
om, wanneer officieel de vrede gesloten
zal zijn, elkander op economisch terrein
nog te blijven bestrijden, om op dezen
militairen strijd onmiddellijk een eco-
nomischen oorlog te doen volgen, die
dan onvermijdelijk op een nieuwe
menscbenslachting zal uitloopen.
Troosteloosisde toestand, troosteloos
schijnen de vooruitzichten. En tocb,
ondanks dit alles, geven de ijveraars
voor een duurzamen vrede den moed
niet op. Vooral in deze dagen, nu de
gebeele wereld den tweejarigen duur
van den oorlog gedenkt, wordt in alle
onzijdige landen de aandacht gevraagd
voor vredesgedachten, wordt een ieder
opgewekt zich aan te sluiten bij de
vredesbeweging, die de vredesgedachten
zal helpen verwezenlijken.
Wat wil de Vredesbeweging? En
heeft zij eenig recht zich thans weder
zoo luide te doen hooren, nu twee jaren
verloopen zijn en ondanks alle paci
fistische pogingen het einde van den
oorlog nog steeds even ver schijnt als
altijd?
Toen de N.A.O.R. in October 1914
werd opgericht, maakte niemand zich
de illusie, dat door deze Nederlandsche
vredesorganisatie eenige invloed op den
gang van den oorlog zou kunnen worden
uitgeoefend. Het werd door een ieder
van zelf sprekend geacht, dat de mili
taire gebeurtenissen hun loop zouden
houden, dat de kanonnen niet tot stil
zwijgen zouden kunnen worden ge
bracht door eenige, zij het ook eenige
duizenden, vredelievende Nederlanders.
Juist de verschillende traïve pogingen,
om door «Petities aan de strijdende
Mogendbedenrr den strijd te beëindigen,
waren voor een deel mede de oorzaak
geweest van de oprichting van den
N.A O.R., die wilde voorkomen dat de
belangstelling in het vredeswerk zou
verbruikt worden aan allerlei van den
aanvang af tot vruchteloosheid ge
doemde pogingen en dat die belang
stelling dood zou zijn. wanneer het
oogenblik zou komen, waarop het van
de sterkte der vredeskrachten wellicht
zou afhangen, of uil dezen verschrikke-
lijken tijd althans een beter, een nieuw
Europa zou geboren worden.
Dat oogenblik zou aanbreken
daarvoor was ieder bet eens bjj
den aanvang der vredesonderhande
lingen, op dat oogenblik moesten alle
krachten gericht zijn, voor dat oogen
blik moest reeds toen overeenstemming
gezocht worden tusschen de tegen
standers van den oorlog, onverschillig
van welke politieke richting of gods
dienstige overtuiging.
Houdt meD zich dit doel goed voor
oogen en vraagt men zich af, wat in
deze richting bereikt is, m. a. w. houdt
men het oog gericht op de toekomst,
dan mag het antwoord bevredigend
zijn. Want dan mogen wij met zekere
voldoening verklaren, dat niet alleen
in Nederland de vereeniging van overi
gens politieke tegenstanders volkomen
is tot stand gekomen op den grond
slag van een gemeenschappelijk vre-
desprogramma, maar dat een zoodanige
organisatie ook in het buitenland is
nagevolgd. Uit den «Nederlandsche
Anti-Oorlog Raadn, die gebleven is
het Nederlandsche centrale lichaam
ter bevordering van een duurzamen
vrede, is voortgekomen de internatio
nale «Centrale Organisatie voor een
Duurzamen Vrede« (gesticht te 's Gra-
venhage door de belangrijke Inter
nationale Bijeenkomst van 7—10 April
1915, en tevens aldaar gevestigd).
De vertegenwoordigers en aanhan
gers dezer waarlijk Centrale Organisatie
nu, met baar vertakkingen in bijna
alle landen der wereld, hebben allen
aanvaard éénzelfde programma, be
pleiten allen éénzelfde groep van
internationale hervormingen: het zoo
genaamde Haagsche «Minimum-Pro
gramman, dat vastgesteld is op boven
genoemde internationale bijeenkomst
en dat een samenvatting geeft van de
internationale hervormingen, die min
stens moeten tot stand komen, wilde
duurzaamheid van den toekomstigen
vrede eenigszins gewaarborgd zijn.
Het is bekend, dat in Nederland
meer dan 30000 medestanders en ruim
1100 vereenigingen zich bij den N. A.
O. R. hebben aangesloten.
Niet minder echter dan in Neder
land heeft in Noorwegen en Zweden
het minimun-programma duizenden
aanhangers gekregen.
In Noorwegen hebben niet minder
dan 378 gemeenteraden officiéél bun
instemming met het minimum-pro
gramma verklaard en ruim 900 ver
eenigingen hebben zich bij hetNoor-
sche Comité aangesloten.
In Zweden heeft het Zweedsche
Comité, waarin evenals in Noorwegen
en Nederland alle richtingen vertegen
woordigd zijn en waarvan de oud-
Minister Baron Adelsward voorzitter
is, ruim 1000 vereenigiDgen tot aan
sluiting weten te bewegen en van niet
minder dan 106000 Zweden instem-
mingsbewijzen ontvangen.
In Deneraarken heeft de bestaande
vredesvereeniging zich bij de Centrale
Organisatie aangesloten, terwijl ver
schillende personen, die buiten de
Deenscbe vredesbeweging zich bielden,
voorts het lidmaatschap van deD Inter
nationalen Raad hebben aanvaard.
In Zwitserland is het voorbeeld vao
Nederland, Noorwegen en Zweden ge
volgd en een nieuwe vereeniging ge
sticht. In deze Zwitserscbe organisatie
zijn de drie nationaliteiten van Zwit
serland Duitsche, Franscbe en
Italiaansche alle talrijk vertegen
woordigd.
In Spanje, Brazilië en de Vereenigde
Staten van Noord-Ameiika bestaan
eveneens centrale comité's, die vol
komen in samenwerking met de an
dere nationale comité's werkzaam zijn.
Wat de andere onzijdige staten be
treft, zijn ook in Griekenland en Roe
menië vertegenwoordigers gewonnen.
In Zuid- en Midden-Amerika beeft
de Centrale organisatie baar vertegen
woordigers (bebalve in Brazilië, waar
een nationale groep reeds gevormd
is) in Argentinië, Columbia, Costa
Rica, Ecuador, Guatalama, Haïti, Mexico,
Nicaragua, Urugay en Venezuela.
Het is te voorzien, wat geantwoord
zal worden op deze beschouwingen
omtrent de vredesbeweging in de
grooteodeels militair-zwakke, kleine
staten. Men zal zeggen, dat de be
weging eerst iets zou beteekenen, in
dien ook in de oorlogvoerende landen
personen van invloed zich erbij aan
sloten, indien bovendien ook daar het
volk zich met onze beginselen eens
verklaarde.
Nu zou het dwaasheid zijn te be
weren, dat inderdaad dit doei bereikt
is. Helaas is de stemming nog geheel
anders. Maar men beoordeele de stem
ming die Da den oorlog in die landeD
heerschen zal, niet naar de door twee
jaar van ellende en rouw verbitterde,
die thans daar heerschende is. Niemand
kan weten, hoe later de stemming
worden zal. Maar dit is een bemoe
digende gedachte, dat, wanneer de
kentering komt, dat ook daar dan
mannen en vrouwen gereed staan, om
aan den vredeswil leiding te geven en
dat dezen het samen reeds eens zijn
over de hervormingen die noodzakelijk
zijn: bet minimum-programma. Hier
bestaaf geen rassenstrijd, geen tegen
stelling tusschen «civilisation< en «Kul-
tura. Ten aanzien van de internationale
hervormingen, die een duurzamen vrede
mogelijk moeten maken, bestaat een
stemmigheid tusschen allen die paci
fistisch denken.
Van deze eenstemmigheid tusschen
da voorstanders van een rechtvaar
digen, duurzamen vrede, niet gegrond
op wapengeweld, maar op de goede
gezindheid der volkeren zelf, legt de
samenstelling van de Internationalen
Raad der Centrale Organisatie voor
een Duurzamen Vrede getuigenis af.
Het is ondoenlijk alle namen te noe
men van de meor dan 70 personen
uit de oorlogvoerende landen, die lid
van den Internationalen Raad zijn
geworden. Doch de vermelding dat tot
ben o.a. behooren de professoren
Lammasch (Oostenrijk), Schicking
(Duitschland), Deschamps (België),
Hobson, (Engeland), de parlements
leden Travelyan (Engeland), Bern
stein (Duitschland), Gamille Huys-
mans (België), Mgr. Giesswein (Hon
garije), Suleiman Bastany Edendi
(Turkije), Daoief (Bulgarije), de schrij
vers Fried (Oostenr.), Quidde (Duitsch
land), Otlet (België), Guil Beaux
(Frankrijk), Rignano (Italië), Lowes
Dickinson (Engeland), de feministen
Mrs. Cadbury (Engeland), Mme Gen-
noni (Italië), Frau Ninna Cauer
(Duitschland), F rau Ziparnowsky (Hon
garije), zal wel voldoende zijn voor de
overtuiging dat in alle oorlogvoerende
landen mannen en vrouwen van ver
dienste gereed staan, om in inter
nationale eensgezindheid den volkeren
den weg te wijzen naar een vrede,
die, voor zooveel meDschelijke orga
nisatie dit vermag, een belofte van
duurzaamheid in zich draagt, of de
48 Naar het Duitsch van Estella Schönbcrg.
Thans zag zij Herman op het huis toetreden, hoorde
zij zijn voetstappen op de trap en stond zij op den
drempel, nog vóór hij de deur had bereikt.
„Herman, zeg het maar, er is een ongeluk ge
beurd riep zij hem tegemoet.
„Neen, lieve moeder," antwoordde hij rustig, „het
is gelukkig verhoed!"
In korte woorden vertelde hij haar, wat er was
voorgevallen, dat Oscar hem in de boot, die hem
naar een zieke zou brengen, wilde vergezellen, dat
hij het gewaagd had, zonder hulp van den veerman
zelf te roeien en dat zij deze onvoorzichtigheid met
een nat bad hadden moeten betalen. Dat was
alles, zeide hij. Alleen moest zij niet schrikken,
wanneer zij Oscar door het ongeval meer aangegrepen
zag dan hem.
Toch was de beangstigde moeder niet gerust.
Er moest een geheim zijn, bij het voorgevallene,
dat de eigenlijke oorzaak was dat wist, dat
voelde zij
Maar elk verder vragen, elk verder navorschen
werd op den achtergrond geschoven, toen zij haar
zoon weerzag, dien zij onder Hermans geleide op
zijn voorloopige legerstee opzocht, en toen het haal
bij den aanblik van dat doodsbleeke gezicht duidelijk
werd, dat hier de dood op een haarbreed zijn offer
had gemist.
Herman ontkende niet, dat de grootste voorzichtig
heid moest in acht gegomen worden bij de verpleging
van den patiënt, maar hij troostte zich en zijn
pleegmoeder met de gedachte aan Oscars sterke
natuur.
Op de bezorgde vraag van mevrouw Walburg
naar zijn eigen gezondheidstoestand verklaarde hij,
alleen behoefte te hebben aan rust. En daarmee
verliet hij haar voor 't oogenblik.
Toen Herman in zijn woninig aankwam werd
hem gezegd, dat omstreeks een uur geleden een man
naar hem had gevraagd, die reeds vroeger hier was
geweest, en die nu de boodschap voor den dokter
op een vel papier had geschreven.
Herman had aan de beschrijving dadelijk Karei
Muller herkend en met het voorgevoel, iets slechts
omtrent Anna te vernemen, ging hij haastig in zijn
kamer, waar werkelijk het briefje op tafel lag. De
weinige regels bevatten het dringende verzoek,
onmiddellijk bij de zieke te komen.
Anna had door een ongelukkig toeval van het
ongeval gehoord, dat den dokter was overkomen
en ofschoon hijzelf nu wel de boodschap kon mee
brengen, dat deze gelukkig gered was, vreesde hij
toch, dat daarmee de uitwerking van de eerste
tijding niet kon worden goed gemaakt.
Herman dacht er niet meer aan, rust te nemen;
zonder bedenken begaf hij zich op weg.