NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad NÉT voor do Provincie Utrecht. gS mymmmMmsT FEUILLETON. ,W 63. Zaterdag 5 Augustus 1916. 45e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG' DE OORLOG. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nnmmers 5 Cent. Ingezonden stnkkenin te zenden niter lijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER BureauLangestraat 77. Telephooon. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.60; iedere reg9l meer 10 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De nood der ccntralen. Uit Londen seint Reuter een uit voerig telegram over den toestand in Duitschland en Oostenrijk. Dit telegram is een overzicht van wat een welingelicht autoriteit over de centrale rijken heeft verteld. Batocki, de levensmiddelendictator, aldus de zegsman van Reuter, heeft evenmin kans gezien het volk voedsel te bezorgen als om de groeiende on tevredenheid te voorkomen. Bovendien staat de oogst er slecht bij en kan hoogstens een middelmatig gewas ver wacht wordende roggeoogst isgrooten- deels vernield. De diplomaten te Berlijn laten zich uit alle landen voedsel toe zenden, tot zelfs uit Amerika en Engeland. Mededeelingen van reizigers zijn uit den aard der zaak onbetrouwbaar, doch alle verhalen wijzen er wel op, dat er bittere nood in Duitschland beerscht. Met de pogingen in de groote hotels om den vreemdeling met uitgebreide spijs kaarten te overbluffen, is het gedaan. De «welingelichte autoriteiu haalt dan een paar getuigen aan voor zijn beweringen, dat het er met Duitschland slecht voorstaat; allereerst een Ameri- kaansch zakenman, met een Duitsche vrouw gehuwd, wiens gezin door onder voeding lijdt en die zijn zaak in Duitsch land er maar aan geeft, omdat hij er van overtuigd is, dat het land financieel en moreel bankroet.is en dit nog jaren zal blijven. Vervolgens een toonaangevend on zijdig bankier, die een jaar geleden nog alles van Duitschland verwachtte, doch thans verklaart, dat het land het hoog stens nog een jaar zou kunnen uit houden. Ten slotte een buitenlandsch koopman, die in een der beste hotels te Hamburg, waar hij maandenlang had gewoond, bijna geen boter, melk of suiker meer krijgen kon en dien men voor een kip 27 mark (f 16.20) en voor een magere gans 40 mark (f 24, durfde vragen. De aardappeloogst, aldus gaat het Reutertelegram verder, is mislukt. De aardappelen zijn alleen geschikt voor veevoer. De brieven, die op krijgsgevangenen gevonden of onderschept worden, wor den met den dag mistroostiger. aEiken morgen bij 't opstaan pakt de ongerust heid om 't dagelijksch brood ons aan,® luidt hel hier, aden heelen dag moeten wij loopeu om wat eten en drinken,® klinkt het daar. aEngeland weet wel, wat het doet,® heet het in den eenen brief, aduurt het nog drie maanden zoo voort, dan is het met ons gedaan,® in den anderen. Dat de rantsoenen aan het front verminderd zijn, weten we nog niet zeker, maar er zijn onweer legbare aanduidingen in die richting. De soldaten in de voorste linie krijgen behoorlijk eten en worden goed gevoed, maar de troepen in reserve moeten het soms dagen zonder vet of vleesch stellen. Zeepnood heerscht er ook. De on tevredenheid vooral in de steden en tegen de oorlogswinstmakers neemt hand over hand toe. De stemming onder het volk baart dan ook groote ongerustheid aan de regeering. In tal van steden zijn ernstige op stootjes voorgevallen, zooals te Berlijn, Charlottenburg, Brunswijk, Maagden burg, Keulen, Coblenz, Aken, Duisburg. Bresiau, Kiel, Dresden, Leipzig, Chem nitz, München, Neurenberg, Essen, Dusseldorf. Militairen moesten er de orde herstellen. In sommige gevallen moest worden gebruik gemaakt van de machinegeweren. Revolutie ziet de zegsman van Reuter echter nog niet in Duitschland, zoolang het Duitsche volk zijn geloof in de overwinning behoudt. Toch maken de feiten van het oorlogsterrein indruk. Iu Oostenrijk Hongarije is het niet beter gesteld. Vooral de Hongaren zijn verbitterd. In het HoDgaarsche parle ment worden verwoede aanvallen op de Oostenrijksche legerleiding gedaan. Ook in de Donaumonarchie staat de oogst er slecht voor. In Hongarije zou meo den oogst op 20 pCt. minder dan dien van verleden jaar, den suiker- bietenoogst nog niet op de helft van dien van 1915 schatten. Een paar getallen omtrent Oosten rijk mogen dit overzicht besluiten. In October 1914 verschafte Weenen gratis voedsel in zijn gaarkeukens aan 10450 armen, in Mei 1916 aan 54000. In Mei kostte het kalfsvleesch te Weenen 12 kronen (f 6.—) per K.G., varkensvleesch f 12.spek f5.50. De Russen vrije doortocht door Roemenië? Naar één richting beginnen de be richten uit Roemenië te wijzenniet een actief optreden van het Roemeen- sche leger zal het ingrijpen van Roe menië in deD oorlog zijn, doch een passief blijven als een Russisch leger bij Tulcea de grens overtrekt en door de Dobroedsja Bulgarije binnenvalt. Wel mobiliseert Roemenië, zoo meldt een blad uit Boekarest, doch alleen om zijn grenzen te verdedigen. Bratianu heeft zich in beslisten zin uitgelaten: van 1 tot 15 Aug. worden de Roe menen onder de wapenen geroepen. Tegelijk met den Russischen inval zal Sarraii uit Saloniki beginneo en zal Roemenië een proclamatie uitvaardi gen, waarin wordt verklaard, dat het tegenover niemand een aanvallende houding wenscht aan te nemen, dat bet echter de Russen, die de door voering van de bepalingen van het Boekarester verdrag van 1913 met de wapens iD de hand doorzetten, niet tegen kan houden, daar het met zijn betrekkelijk zwakke militaire krachten zich Diet tegen een groote mogend heid kan verzetten. Een geslaagde aanval. Een gewond Fransch officier deelde een correspondent van het »Pelit Journal® de volgende bijzonderheden mede over de inneming van de dorpen Frise en Dampierre en vanhetbosch van Mériaucourt als een bewijs van de wakkerheid der Fransche soldaten en van den uitstekenden geest welke onder hen heerscht. »Om zich een juist denkbeeld te kunnen vormen omtrent het gevecht ten zuiden van de Somme, moet men zich indenken in de toestand vóór het gevecht en dan er na. Het plateau, dat het voornaamste operatieterrein was, is met prikkeldraad afgezet en doorkruist van loopgraven. Bij Eclusier nemen wij de uitgegraven paden, die ons voeren naar de voorste linie van onze loopgraven, slechts 40 meter van de Duitschers verwijderd. Die paden, in de rots uitgehouwen, verschaffen ons een goede schuilplaats. Io het bosch van «La Vache®, wordt onze verbindingsloopgraaf voortdurend be zocht, want van daar uit zullen wij den eersten Juli vertrekken. Reeds gedurende dagen werd de lucht ver scheurd door het springen van ODze bommen, dieonze vijanden decimeerden. Na een hevig vuur op de Duitsche loopgraven, is het uur van den aanval gekomen. Sinds 5 uur 's morgens staat m'n compagnie tot hetgevechtopgesteld. De mannen wachten zwijgend op het teeken om de loopgraaf te verlaten en tot den aanval over te gaan. Eindelijk is het oogenblik daar. Ik storm vooruit onder de kreet: «Valt aan, kinderen!® Te midden van kogels en bommen trekken wij op de Duitsche linie aan. De armen gaan omhoog: «Kameraden®. Maar wij zijn niet meer tegen te houden en vervolgen onzen weg. Voor het eerst word ik buiten gevecht gesteld. Zonder mij trekken mijn manschappen voort. Ondanks mijn pogen ken ik ni^ verder en ben genoodzaakt achter te blijven, woedend en verdrietig, en te wachten, tot het vuren wat bedaart, en ik de eerste verbaDdplaats bereiken kan. Het wordt kalmer en ik sleep mij naar een loopgraaf, waar een hospitaal soldaat mij verbindt. Ik lijd minder door mijn wond dan door mijn ge dwongen stilzitten. De Duitschers werpen bommen, gevuld met traan- verwekkende gassen, maar te laat. Onze troepen hebben reeds hun derde linie aangevallen. Ik lig hier nu onbeweeglijk in dit hospitaal, maar het is mijn vurigste verlangen zoo snel mogelijk te genezen en.mij opnieuw bij mijn dappere sol daten te voegen.® De cörrespoDdent voegt hierbij, dat deze dappere officier eervol vermeld is om zijn schitterend gedrag. Engelschen en Franschen maken nieuwe vorderingen aan de Somme. Bij Verdun brengen de Franschen den Duitschers gevoelige slagen toe. Na een krachtig voorbereidend vuur, dat den Duitschers een beslissenden aanval deed verwachten, hebben Engel schen en Franschen tusschen Ancre en Somme Woensdag weer op tal van plaatsen aangevallen. De Duitsche staf beweert, dat het Duitsche afsperrings- vuur een algemeene aanval voorkwam, maar dat het toch hier en daar tot zware gevechten kwam. Dat klopt met wat de Engelschen en Franschen ons melden. Gaan we het front van noord naar zuid langs, dan krijgen we eerst den sector tusschen Tbiepval en Po- zières. De Duitschers spreken vanaan weerskanten van den weg van Albert naar Bapaume, wat hetzelfde is. De Engelsche artillerie heeft hier een ver sterkt punt der Duitschers met zware kanonnen beschoten. De bezetting van 't punt vluchtte over het open terrein en werd daar door 't Engelsche veld geschut onder vuur genomen. Op de aansluitende frontgedeelten was het geschut ook ijverig in de weer. Ten noorden van Bazentiu Ie Petit wonnen de Engelschen door een handgranaat- aanval terrein. Den geheelen oacht van Woensdag op Donderdag was het geschutvuur geen oogenblik van de lucht. Vier sterke Duitsche afdeelingen trachtten onder dekking van dat vuur het Delvillebosch, bij Longueval, te 49 Naar het Duitsch van Estella Schënberg. „Speel vandaag nog iets voor me op uw viool," verzocht Anna haar vriend met zwakke stem. „Ge weet, daarbij wordt het me altijd zoo licht om 't hart." Gehoorzaam greep Karei Muller naar zijn viool kist, die hij bij een vorig bezoek mee uit de stad had gebrachten trachtte hij de melodieën te spelen, die zij het liefste had. Zeker had de kleine, mismaakte kunstenaar nooit te voren zoo meesleepend, zoo meesterlijk gespeeld als in die oogenbükken! Anna had de oogen wijd opengeslagenhaar blik werd steeds helderder, een lachje speelde om haar mond en over haar bleeke trekken breidde zich een uitdrukking van vrede en vreugde uit. Zoo vond Herman Anna, toen hij na een poosje haar kamer binnen trad. Met eenige verwondering had hij buiten de tonen vernomen en als een soort ge ruststelling ging het hem door den geest, dat het zoo erg niet kon wezen met Anna, als men er aan kon denken, in huis, in haar kamer muziek te maken. Toen hij nu het vertrek binnentrad, had niemand hem gezien, want Kareis zuster had even te voren de kamer verlaten en Karei zelf stond met den rug naar de deur gekeerd, Zoo was hij tot dicht bij het zieke meisje gekomen, zonder dat iemand hem had opgemerkt. Was de muziek er niet geweest, dan had hij kunnen denken, dat Anna sliep, zoo stil lag zij. Plotseling voer een schrik door zijn leden hij boog zich haastig over haar heen. „Anna, lieve Anna!" kwam het onwillekeurig over zijn lippen. Haar oogen, die zich de laatste minuten half ge sloten hadden, openden zich bij die klank nog een maal; klaarblijkelijk wist zij, wat zij zag, herkende zij, wie zich over haar heenboog. Een zwakke kreet kwam uit haar mond daarna viel haar hoofd zijwaarts op het kussen. De muziek verstomde, toen Herman Anna's naam uitsprak en onmiddellijk stond Karei naast den jon gen arts, met angstigen blik dan dezen, dan het bleeke gelaat vóór zich aanstarend. „Het is voorbij," sprak Herman zacht. Karei zeide niets, maar sloeg de handen voor z'n gelaat en een schreien, zoo troosteloos, dat het den hoorder door de ziel ging, vervulde het kleine vertrek. Stil trad Herman aan het venster en staarde in droevige gedachten naar buiten. Na een wijle naderde hij den treurenden vriend, legde hemdehandop den schouder en zeide deelnemend: „Wij waren beide vrienden van de doode, zij zal niet vergeten worden." „Zij was mij het liefste op de wereld! snikte de kleine klerk.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1