NIEUWE IÉT Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utreebt. ||p ttY81I8&aA»sir FEUILLETON. No. 64. 'Woensdag 9 Augustus 1916. 45e jaargang WA&ais«avw-4it«. De Firma 4- LEWENSTEIN UTRECI1T, Cll OORSTRAAT 14. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG! DE OORLOG. Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen ^anm zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai machines nevenstaand handelsmerk moet voor komen. Men late zich onder welk voorwendsel ook geen nagemaakte Lewenstein' machine aan praten. Voor Amersfoort en Omstreken eenigste Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. In gezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langeetraat 11. Telephoonn. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.60; iedere reg9l meer 10 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Het Delvillebosch. Philip Gibbs beschrijft in de «Daily Chronicle» den verscbrikkelijken strijd om het Delvillebosch: «Onze mannen trekken het Delville bosch niet door in een der prachtige stormaanvallen, die kunstenaars vol verbeeldingskracht soms teekenen en die ook wel eens, maar niet dikwijls voorkomen. Zij trokken op in ver spreide groepjes, wel voeling met elkan der houdend, maar in verspreide orde en voortkruipend,struikelend en tastend zoo goed zij konden, over een terrein, waar geen duidelijk zichtbaar pad te vinden is. Daar waren geen twee meters grond, zender granaattrechter. Omgevallen boomen en kreupelhout vormden er een verwarde massa. Oude door gra- naatvuur vernielde verschansingen en ondiepe loopgraven, daar gegraven door mannen die bun eigen graf maakten, vormden ook overal hindernissen. Onze soldaten konden, beladen als zij waren met hunne volle gevechts uitrusting, met bommen aan ritsen om het lichaam heen geslagen en met de bajonet op bet geweer, geen vluggen stormloop door dit helscbe bosch uit voeren. Dit bosch was vier raaien door vier achtereenvolgende golven Engelsche troepen genomen. En vier malen had den golven Duitsche troepen het her nomen. Het hevigste vuur der weder- zijdsche artillerieën was hierop gericht geweest, zoodat onze Engelsche jongens optrokken door een groot kerkhof vol onbegraven lijken. De afschuwelijkheid van deze plaats heeft in den geest van velen, die anders door het schouwspel dat de slagvelden opleveren niet meer getroffen worden, diepe sporen achtergelaten. Ik merk soms dat sommigen van hen, bij het hooren van den naam van het Del villebosch, ineenkrimpen en anderen meest officieren lachen met een vreemd, onaangenaam geluid, den lach van mannen, die de kloof van ironie kennen, die er ligt tusschen de goede dingen in dit leven en al deze belsche afgrijselijkheden. Toen onze mannen optrokken zagen zij met verbazing mannen tusscben de gebroken boomen wegloopen en bemerkteQ ook tot hunne verwonde ring witte vodjes boven sommige granaattrechters wapperen. Die witte vodjes, meestal aan takken vastge maakt, dansten op en neer en heen en weer alsof het signalen waren. Het was de witte vlag der overgave, opgestoken door Duitsche soldaten, die daar in die gaten neergehurkt zaten. Uit één werd de RoodeKruis- vlag heftig heen en weer gezwaaid. Onze mannen trokken met geveld geweer vooruit en riepen: »Komt eruit, jullie daar!» en uit iederen trechter kwam een Duitsche soldaat, met de handen in de hoogte en allen riepen «Pity», welk woord zij geleerd schijnen te hebben ora in geval van nood te gebruiken. «Sommigen waren zoo klein en jong,» vertelde mij een soldaat die daar gestreden heeft, adat hunne uniformen hun veel te groot waren en dat hunne tuniek hun tot de knieën reikte.» Zij waren buitengewoon jong en klein, want al de gevangenen, die ik sedert bet begin van ons offensief heb gezien, waren lange, flinke mannen in den besten leeftijd voor den soldaat. Maar het is mogelijk dat onze sol daten daar tegenover de klasse 1916 stooden. Toen de Eogelschen hen met ge velde bajonet naderden en deden alsof zij hen wilden neersteken, vielen zij op de knieën en riepen om genade, die hun ook geschonken werd, ofschoon onze soldaten woest waren, want de Duitschers schoten toen juist een groot aantal gas-granaten af.« Luxe-Gevangenen. In het Japansche supplement van de «Times» vinden wij verschillende bijzonderheden omtrent de behande ling der Duitsche gevangenen in Japan. «De Japanner,» zegt de-schrijver van het artikel, «kan zich bet begrip «krijgsgevangene» niet voorstellen. Volgens hunne opvatting van krijgs manseer en ridderschap is bij een man, die dood moest zijn of die dood moest willen zijn, liever dan te leven en bet daglicht, de oogen der kameraden en van andere menschen te aan schouwen. Dat zoo iemand leeft be- teekent, dat hij de trouwjegens zich zelf en de g6beeie wereld gebroken heeft. Oudere officieren en burgers be treuren het, dat de jonge Japanners nu voor de tweede maal krijgsgevan genen zien, die ongewond, niet inva lide en toch zonder schaamte, naar Japan gebracht worden om daar be waakt en gevoed te worden. Hunne opleiding en tradities, alle Japansche opvattingen hieromtrent, zijn immers zoo geheel anders dan de Europeescbe." De 4666 Duitschers, die te Tsing- Tau gevangen zijn genomen, zijn op verschillende plaatsen onder dak ge bracht. Daar de voeding volgens het Japansche regime voor deze Europe anen ongeschikt bleek, heeft de regee ring er voor gezorgd, dat de gevan genen bet voedsel kregen, waaraan zij gewend zijn. De eerste gevangenen, die bij de voorpost-gevechten werden gemaakt, klaagden na een kort verblijf in Japan »Zij bebaudelen ons zeer goed. Maar wat geven ze ons een massa thee In: De aankomst der gevangenen trof de Japanners niet zoozeer, als die der Russen in 1904—'05. Het is nu al iets bekends en deze Duitschers zijn niet zoo vreemd en angstwekkend, zoo schilderachtig en belangwekkend, zoo wild en ruig en reusachtig, dragen niet zoo vreemde schoenen en mutsen als de Kozakken met hunne blauwe en purperen klee- ren, hunne hooge laarzen en woeste boesbies. De Duitsche burgers, die vóór den oorlog in Japan woonden, bleven in hunne woningen, werden evengoed behandeld en genoten volkomen vrij heid. Niemand viel hen lastig, niemand smeet hen met steenen, geen uithang bord werd Deergehaald en de Duitsche professoren, leeraren en priesters bleven hun werk dpen als gewoonlijk. Een zekere professor, tevens reservist aan de Keizerlijke Universiteit, vertrok op 1 Augustus 1914, gehoor gevend aan den oproep zijner regeeriDg, naar Europa, na vooraf een jaar verlof ge vraagd te hebben. Gedurende dat ge heele jaar betaalde de Japansche re geering aan zijne vrouw zijn hono rarium uit. Op Kerstmis 1914 stelde een Ja panner, die in Duitschland had ge woond, de regeeriog voor, den Duitschen gevangenen kerstboomen te verstrek ken. Dit werd dan ook gedaan en 50 denneboompjes werden naar de ver schillende kampen gezonden met dui- zende kaarsjes en papier voor de versiering der boomen. In 1915 ge schiedde hetzelfde. De verjaardag van den Duitschen Keizer werd eveneens met grooten luister gevierd, waarbij de Japansche autoriteiten ai het benoodigde ver schaften. Bij bezoeken van den Amerikaanschen ambassadeur aan de gevangenkampen bleek dat de gevangenen geen enkele reden tot klagen hadden, behalve dat zij te weinig gelegenheid tot lichaams beweging kregen. Toen mochten de gevangenen onder geleide lange wan delingen ondernemen, maar Iobd som migen biervan misbruik maakten om te ontvluchten, moest er weder een einde gemaakt worden aaD de behan deling der gevangenen als gasten. Varia. Naar uit Havre wordt gemeld wei gert de burgemeester van Brussel be slist, de boete, aan de Belgische hoofdstad opgeiegd wegens de be toogingen op bet Belgische nationale feest, te betalen. Zij bedraagt 1 250.000. francs. In het Engelsche Lagerhuis kwam dezer dagen de mogelijkheid ter sprake, weerwraak op de Duitschers te nemen voor de zeppelin-aanvallen op Engeland. Majoor Baird verklaarde toen: Ik wil niet zeggen, dat de tijd niet zal komen, waarop de Duitschers in hun eigen land onaangenaam verrast zullen wordeo, maar 'tzou niet ver standig zijn daarover thans meer te zeggen. De Geallieerden hebben van het begin van den oorlog af de hand ge legd op 319 Duitsche koopvaardij schepen: Engeland op 444 Italië 59, Frankrijk 12, Rusland 30, Portugal 74. Portugal heeft een aantal dezer schepen aan Engeland afgestaan. Lord Wimborne is herbenoemd tot onderkoning van Ierland. Op 1 September zal in Duitschland een opneming plaats bebben van alle voorraden levensmiddelen zoowel in zaken als in de gewone huishoudens. Volgens Oostenrijksche berichten is nabij het eiland Lissa een Italiaansch luchtschip brandend in zee gevallen. Van de bemanning is geen spoor ge vonden. Men verwacht heden de beslissing van Portugal inzake het actief deel nemen van dat land aan den oorlog. De Italiaansche regeering heeft nu ook handeldrijven met de Duitschers verboden en alle met Duitschland be- 50 Naar het Duitsch van Estella Schönberg. „Kende gij het arme kind van haar jeugd af?" vroeg Herman. Karei Muller schudde het hoofd. „Neen, eerst sedert een paar jaren, sedert zij vol wassen is en zoo geworden was, als gij haar ook gekend hebt, dokter. Nooit is iemand voor mij zoo goed en lief geweest, en het had wel anders met met mij kunnen loopen, als ik had vergeten, wie ik ben. Maar ik zei tot mezelve. „Neem je in acht, Karei, wees geen gek! Zooals een ander man een meisje liefheeft, moog je niet liefhebben dat zou krankzinnigheid zijn!" En zoo beschouwde ik haar dus half als mijn zuster en half als mijn kind, wat tesamen wel evenveel zal uit maken, denk ik!" Hij had de woorden niet samenhangend, maar steeds door snikken onderbroken, geuit, terwijl hij voortdurend het haar en de handen der doode streelde. En ofschoon het spreken hem moeite kostte, scheen het hem toch tot bedaren te brengen, dat hij zoo openhartig over zijn verhouding tot de overledene kon spreken. Diep ontroerd luisterde Herman naar hem. Het duurde een geruimen tijd, eer hij zich ver wijderde, en toen hij eindelijk weg was, had Karei Muller het gevoel, als of niemand buiten hemzelven zooveel recht had op den aanblik der doode als dokter van Gerstein. Het was reeds avond geworden, toen Herman den voet weer op den oever zette en zijn eerste gang was naar het huis zijner bloedverwanten. Mevrouw Walburg trad hem schreiend tegemoet. „Oscar is heel ziek hij ijlt!" zeide zij. „De huisdokter wil, dat hij niet gestoord wordt. Es heb Yirginie ook gesproken zij ging niet verder, plotseling viel zij hem om den hals. „O, Herman, nu is alles mij duidelijk ook uit Oscars -woorden zeg mij alleen, dat je mij kunt vergeven!" „Moeder!" sprak hij bewogen, het was slechts een koortsachtige droom. Als die voorbij is, zullen wij elkaar weer als broeders ontmoeten." Hij kuste de snikkende vrouw en sprak haar liefde vol toe; daarna ging hij heen, want hij voelde, dat nu ook zijn eigen krachten uitgeput waren. Drie dagen later vond de teraarde bestelling van het jonge meisje plaats, dat op het eiland gestorven was. Achter de baar liepen Karei Muller en Herman van Gerstein. En toen de kist, die door Virginie's hand met een krans was versierd, in de groeve neer gelaten was, stonden beide mannen lang zwijgend naast elkander. Daarna reikten zij elkander nog eenmaal de hand als in een zwijgende overeenkomst. Na dien dag volgden weken vol zorg en span ning.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1