HIEUW! "iÈf Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. GESCHIEDENIS EENER MOEDER. No. 66. Woensdag 16 Augustus 1916. 45e jaargang WA&SSCKCfWnift. De Firma A. LEWENSTEIN UTRECHT, CHOORSTRAAT 14. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG: BINNENLAND. Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai machines nevenstaand handelsmerk moet voor komen. tyeh late zich onder welk voorwendsel ook geen nagemaakte Lewenstein' machine aan praten. Yoor Amersfoort en Omstreken eenigste Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.j Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. Ing ezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 69. AD VERTENTIËN: Van 16 regels 0.60; iedere regel meer 10 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Dreigende wolkeu. Het N. v. d. D. wjjst op de drei gende wolken, die boven ons land hangen. De onbezorgde menigte op straat merkt daar niets van, en wie zijn krant leest, denkt er meestal niet verder over na. Wie echter wel eens wat meer te weten komt, dan hij ruchtbaar mag maken zegt het blad beseft dat er sedert twee jaar nauwelijks een tijdstip geweest is waariu zóó veel gevergd werd van het beleid, bet doorzicht, de voort varendheid en de wijsheid der Regeering, ten aanzien onzer buitenlandsche betrekkingen als"juist op dit oogenblik. Het Amsterdamsche orgaan vestigt dan de aandacht op het opbrengen van onze visschersvloot. Er is echter meer, en er is vooral de terugslag van Engeland's maatregelen tegenover ons, in Europa's centrum. Zoo vernam «De Tijd» «uit betrouwbare bron» datindien door neutrale staten ook Nederland, deze blokkade-politiek maar steeds lijdzaam wordt verdragen, op den duur door de middon-Euro- peesche rijken niet zou kunnen worden berust in een aldus ondraaglijk geoor- deelden toestand».... Ziedaar dan de toon, die een maand of drie geleden ook tegen Zwitserland is aangeslagen. Nu zal men zeggen, dat dit «de spuigaten uitloopt». Daar gelaten nog, wat we ten slotte met middelen van geweld tegen Engeland zouden ver mogen, bet staat waarlijk onzen ooste lijken buurman wel fraai, onze (ge dwongen) lankmoedigheid jegens een der ooilogvoerende partijen lot een reden van dreigement temaken! We hebben naar zijn kant ook zoo al eens een protest gestuurd, nietwaar, dat zelden iets anders dan een papieren effect gehad heeft Is bet nog noodig namen te noemen? Intusscben, zulk een dreigement is er, en 't wordt zeker niet voor het laatst gehoord. Eén ding hopen we nu vóór alles; dat onze mannen in Den Haag die de meegaandheid misschien wel eens wat ver drijven zich door zulk een ongepast sabel- gerinkel niet laten intimideeren. De Duitschers hebben voorshands wat anders te doen dan bun gepant serde vuist in ónze richting te schudden en boven dien, als 't er op aankomt, zijn wij nog niet heeiemaal voor de poes, geon «quantité négligeable» het buitenland mag dat nooit vergeten. Grene-incident. Zaterdagavond viel te Putte (N.-Br.) een grensincident voor dat ernstige gevolgen had kunnen hebben. Een Duitsch schildwacht aan de grens verzocht een meisje van 8 jaar een wittebrood in Hollandscb Putte voor hem te halen, waaraan het meisje gevolg gaf. Even voor het passeeren der grens op baar terugtocht nam een zich daar bevindende soldaat-kommies het brood van het meisje in beslag. De Duitsche schildwacht greep naar het kind om het nog over de barrière te halen, tengevolge waarvan een scher mutseling ontstond lusscben beide soldaten. De Duitscher bedreigde daarbij den kommies met zijn bajonet. Van dit voorval maakte de kommies mel ding aan den aldaar kommandeerenden officier K. v. B. Deze verzocht een onderhoud met den sergeant-majoor, waaraan onmiddelijk gevolg gegeven werd. Hierbij geraakte de Duitsche schildwacht zoodanig in toorn, dat hij zijn geweer met de bajonet in de richting van den Nederlandschen offi cier stiet. Deze sprong achterwaarts en trok zijn revolver, waarop de schild wacht zijn geweer op hem aanlegde en driemaal den haan overhaalde, echter zonder dat het schot viel. De sergeant-majoor stelde alles in het werk om den schildwacht, een landstormer van ruim 40 jaar, die pas van het front was teruggekeerd, tot bedaren te brengen. Eindelijk gelukte het hem den man de boeien aan te doen met behulp van inmiddels toe geschoten Duitsche soldaten. Eenige getuigen waren tegenwoor dig bij dit voorval, dat voor den Ned. officier gelukkig goed is afgeloopen. Een nieuwe politieke club. Het Dagblad v. Noord Brabant deelt mede, dat bij het stellen van een candidaat in het district Ooster hout voor hel eerst optreedt de club »Ons politiek recht». Enkele maanden geleden is te Utrecht deze club gesticht. Zij bestaat hoofd zakelijk uit vrijgestelden der werk lieden-organisatie. Deze organisaties mogen zich ais zoodanig niet met de politiek bemoeien, doch hebben in de politiek, dat wil in dezen zeggen in de Tweede Kamer, groote belangen. Dus hebben zij buiten bun sociale vereenigingen een politieke club ge sticht, welke in katholieke districten candidaten zal stellen voor de Tweede Kamer. De candidatuur van Rijzewijk mag worden beschouwd als voortgekomen uit »Ons politiek Recht«. Het volgend jaar bij de periodieke verkiezingen zal men deze club wel overal in den lande zien optreden. Oosterhout heeft de primeur. Accgns op het bier! Door den Bond van Noderlandscbe Brouwerijen is naar aanleiding van de voorstellen tot wijziging der wet tot heffing van accijns op bier een adres verzonden aan den Minister van Finan ciën. Betoogd wordt daarin, dat het on juist is, dat indien het bierverbruik in Nederland zal afnemen, dit voor de Nederlandsche industrie voor een groot gedeelte zal worden gecompen seerd door een verminderden invoer van buitenlaudsch bier. Aangedrongen wordt op bet doen ijken der bierglazen, teneinde te be letten, dat door prijsverhooging van het bier met 25 pCt. de glazen kleiner worden gemaakt en daardoor het verbruik vermindert. De geheimzinnige aardschokken! Het Eind. Dagbl. verneemt, dat de aardschok, in een groot deel van ons land in den nacht van 29 op 30 Juli gevoeld, zou moeten toegeschreven worden aan het beproeven van twee 42 c M. kanonnen in het kamp te Beverlo (België.) Beperking van teelt. (officieel) Het ligt in het voornemen van den Minister van Landbouw, zoodra het ontwerp-Distributiewet, wot zal zijn geworden, te bevorderen, dat een algemeene maatregel van bestuur wordt uitgevaardigd, waarbij wordt bepaald, dat alle verbouw van bruineen gele mos terd, kanariezaad, vlas, suikerbieten en zaaiuien door voornoemden Minister kan worden verboden, beperkt of niet dan voorwaardelijk worden toegestaan. Het ligt verder in de bedoeling de teelt dezer gewassen, zoo noodig, te beperken tot den omvang, welken zij gemiddeld in 1913, 1914 en 1915, had. Smokkelende dame. Niettegenstaande het reizend publiek zeer goed bekend is of bekend kan zijn dat de uitvoer van verschillende artikele uit ons land, ook al moeten deze voor eigen gebruik dienen, zonder consent verboden is, tracht toch menig een dit verbod te ontduiken. Zondag morgen hield wederom de douarie in den D-trein te Oldenzaal een dame aan, die met twee kinderen op reis, een groote hoeveelheid verschillende goederen zooals boter, chocolade, thee enz., waarvan de uitvoer zonder con sent verboden is, over de grens wilde smokkelen. Een der kinderen der reizigster lag op een kussen op de coupébank te slapen. De douane ambtenaar verzocht de dame het kind even op te tillen, waartegen de reizig ster bezwaar maakte, doch de douane ambtenaar hield voet hij stuk. Onder het kussen vond men een groot stuk spek. De reizigster werd bekourd, de goe deren werden in beslag genomen, terwijl zij met haar kinderen boven dien de aansluiting op den trein van Bentbeim miste. Door den kommandant van het Leger des Heils in Nederland is be sloten om voor de verschillende afdee- lingen van liet Leger in Nederland een jaarlijkschen dag vast te stellen, waarop de leden aangemoedigd zullen worden om aan hunne moeders een bijzonder blijk van achting te betoonen. Die dag, tMoederdage genoemd, zal voor de eerste maal gehouden worden op Zondag 3 September a s. Wij nieenen dat het gronddenkbeeld van dit besluit ook bij velen buiten het Leger instemming zal vinden en nemen daarom gaarne de korte uiteenzetting daarvan over. Waarom loch zouden wij geen natio nalen moederdag kunnen hebben? Er bestaat geen tnensch, die in ons leven geheel dezelfde plaats kan in nemen als onze moeder. Vrouw, zuster en dochter hebben elk haar eigen plaats van diepe en waarachtige genegenheid in onze harten, maar moeder schijnt daar een hoekje te hebben, dat haar alleen toekomt. Ik veronderstel, dat dit komt. omdat zij ons het langst gekend heeft. Zij was het, die ons den eersten kus gaf, die het eerste woord van liefde tot ons sprak, zelfs voordat wij het konden verslaan, en zij is het, die ons geheele leven lang voor ons was onze burcht en onze toevlucht. door JOHANNA STEKETEE. 1) Voor mijne Kinderen. Kinderen, ik heb zoo dikwijls gepeinsd over een rustig uur, waarin ik je zou kunnen vertellen de lange, droeve geschiedenis van een vrouw, die heel veel heeft geleden en veel heeft lief gehad, van een moeder, wier innigste streven is geweest een goede moeder te zijn. Nu weot ik, dat het uur nooit meer komen kan. Mijn ziekte is ongeneeslijk; het spreken is me verboden. Nog eenige weken, wellicht nog eenige maanden langer, ik voel me zoo zwak, kan 't niet duren dan zal do dood mij van jullie scheiden. En wnt ik had willen vertellen in dat rustige avond-uur, wanneer de geluiden van den dag zwegen en geen stoornis kon binnen treden, dat moet ik nu in de weinige goede uren, dio ik nog heb, toevertrouwen aan het papier. Wanneer je dit leest, zal ik gestorven zijn. Geen stem zal kunnen verklaren, wat je duister schijnt. Geen stem zal verdedigen, waar mijn bekentenis je schuldig voorkomt. Daarom wil ik alles langzaam, duidelijk, uitvoerig vertellen, getrouwelijk, zooals ik had willen spreken in die avondstond', welke nooit is aangebroken. Deze nalatenschap geef ik over aan uw hoogBte liefde, die ze zal aannemen ik vertrouw in wijding en vergeving. Het is Januari. Den twintigsten Mei, zoo ik dien dag nog beleef, word ik veertig jaar. Het schijnt me een heole leeftijd toe en aan den anderen kant, wanneer, zooals nu, ik tracht te overzien het vele, dat ik gedurende die jaren heb doorleefd, als ik er aan denk, dat ik nu reeds sta op den grens van 't vol gend leven, dan is het toch nog maar een kort bestaan. Hoe ver moet ik niet teruggaan van uit dezen dag, om je een helderen blik over mijn leven te geven? Ik sprak jullie wel eens over mijn jeugd, kinderen. Over dat tijdperk kan ik dus kort zijn. Over mijn vroeg huwelijk, over den tijd daarna, zwTeeg ik altijd, ook wanneer je er mij naar vroegt. Er zijn levensdingen, waarvan de herinnering te pijnlijk is, om ze maar zoo naar willekeur te kunnen ophalen. Het is vreemd van uit deze sobere sanatorium-kamer, omringd door den doodschen wintertuin, onder de grauwte van den neveligen, al zoovelo dagen zonloozen hemel, terug te keeren naar het land van de zon, mijn bloeiend Insulinde, het land van mijn jeugd liefde. Ik zit hier dikwijls te bibberen, zooals jullie weet. Ons, long lijdenden, wordt slechts zoo'n lage temperatuur gegund. In kou bevangen, zal mijn herinnering teruggaan naar de tropen, zoodat een eeuwige warmte zal doorstralen mijn ziel. Jullie weten 't, Helene, Elise, en vooral Magda, die nu al twee en twintig is, mij haast onbegrijpelijk, hoe ik vroeg ik was nog geen twee jaar een stiefmoeder kreeg. En wel was dit de stiefmoeder der traditiehardvochtig, boos, valsch, heersch- zuchtig, zóó, dat zij ook mijn vader onder haar invloed kreeg en langzamerhand vervormde naar haar aard. Ik was beter af geweest, kinderen, -wanneer ik op den zwarten dag, toen ik, onbewust als arme baby van vijf maand, mijn moeder verloor, mijn beide ouders had verloren. Naast de kleine broertjes en zusjes, die volgden tot zeven in getal, was ik de gesmade, met recht de Asschepoester. Hoe dik wijls ben ik hun kring ontvlucht, schreiend, vol opgekropt ver driet, naar een stil plekje op hot groote kerkhof van Batavia, dicht bij den landweg, waar ik wist, dat rustte, de eenige, die me ooit had liefgehad O, het stille verdriet, 't geweldigo heimwee van een kind is zoo ontzettend. Daarvan altijd behouden hebbend oen pijnlijke plek in mijn herinnering, heeft mijn innigste streven er zich voortdurend op gericht, jullie daarvoor te bewaren. Of ik daarin ben geslaagd, weet ik niet. Eerst je latere, trouwe zelfbekentenissen zullen 't kunnen be wijzen. Vluchtend naar dat stillo kerkhofplekje het was mij ver boden had ik het gevoel, alsof mijn moeder -mij hooren kon en zien. En 't was nooit zonder troost, vernieuwd geduld en opwekking, om do vele beproevingen te blijven dragen, dat ik er vandaan ging. Het waren mijn bedegangen. Zooals een vrome zijn God zoekt in de kerk, zoo zocht ik daar mijn God. En ik vond er in milden overvloed liefde en vroomheid, be rusting en schoonheid: geluk voor mijn ziel. Wordt vervolyd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1