NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad JÉT
voor do Provincie Utrecht. ||j§
Nu. 55.
Woensdag 11 Juli 1817.
46e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
DE OORLOG.
BINNENLAND.
Plaatselijk Nieuws.
j'J iliiirr I.,
Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden f 1.
Franco per post door het geheels Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken iu te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 69.
AD VERTENTIRN:
Van 16 regels 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Een tweede kindermoord van
Betlehem.
Een paar weken geleden, toen wij
over de grens kwamen, stond het er
in Duitscbland reeds treurig voor met
de levensmiddelen en in 't bijzonder
de kinderen ondergingen de gevolgen
d6r scbaarschte, zegt de redactie van
L)er Kampf. Geen moeder, die baar
kind zelf nog voeden kon, alle kinder
voedingsmiddelen als melk, havermeel
e.d. ontbraken, een rantsoen brood
van 100 gram per dag was den armen
kleinen beneden de zes jaar toege
meten. Is 't wonder, dat de kleine
roodwangige Duitscber niet meer te
vinden is en slechts bleeke kinderen
met holle wangen de straat bevolken
Het vroolijke lachen is verstomd, ze
hebben geen lust meer in spelen en
schertsen. De klacht «Moeder, ik heb
zoo'n hongerligt in hun mond be
storven. Men kan zich voorstellen,
hoe het onderwijs in de school ouder
deze toestanden lijdt. De onderwijzers
en de school artsen zien dat natuur
lijk zeer goed io, maar een valsch
soort vaderlandsliefde snoert hun den
mond. Duitscbland moet immers vol
houden, tot Wilhelm II den vijanden
den vrede zal kunnen voorschrijven?
En nog slechter is het in die
weinige weken, sinds dien verloopen,
geworden. Wie een indruk wil krijgen
van de tragedie, die zich over de
grens afspeelt, die heeft zich slechts
naar de Hollandsche grensplaatsen
te begeven. Lees slechts een brief,
die de redactie uit Kerkrade ontving:
«Leer lijden zonder te klagen, dat
is de spreuk, die thans in het groote
vaderland in practijk wordt gebracht.
Het ellendige leven, dat men in Duit
scbland leiden moet, is niet meer te
verdragen. r
Wat de Duitschers ons vertellen is
niet te gelooven. Levensmiddelen zijn
zelfs voor geld en goede woorden niet
meer te krijgen. Hoe treurig ziet het
er op 't oogenblik niet met de Duitscbe
kinderen in Kerkrade uit. Den geheelen
dag zwerven 250 a 300 kinderen door
ODze gemeente heen, klein en groot,
van buis tot buis, van deur tot deur
gaan ze. Men heeft ze, zooals dat iD
den winkel gaat, niet meer te vragen:
Kind, wat moet je hebben? Aan hun
kleertjes ziet men, dat ze uit het groote
vaderland komen. Hoe hongerig de
kinderen zijn, is niet te beschrijven.
Treurig vragen ze: »Hebt u niet een
boterham voor me? We hebben thuis
niet te eten.c Geelt men ze wat eten,
dan vallen ze er op aan als leeuwen.
Van heinde en ver, tot zelfs uit de
keizerstad Aken, komen ze barrevoets
naar neutraal Holland toe. Het is dik
wijls reeds gebeurd dat ze met levens
gevaar de grens over kwamen. Maar
toch drijft de hooger ze altijd weer
over de grenzeo. De moeders kuDoen
den kinderen de belft van den tijd
niets te eten geven. Het wordt in de
scholen den kinderen groen en geel
voor oogen vau den honger.»
En zoo gaat het niet alleen in
Kerkrade doch ook in Schaesberg,
Nieuwenhagen, Eugelsboven. Men kan
daarnaar den toestand over de grens
beoordeelen. Wat tegenwoordig daar
gebeurt, is een kindermoord van Beth
lehem van groote afmetingen
De gesloten xee.
Wij gelooven dat de toestaud voor
onze scheepvaart wel nooit zoo ernstig
is geweest als op dit oogenblik. De
toestand van onze scheepvaartdat
wil zeggen de vooruitzichten voor de
proviandeering van oos land, voor de
voorziening vao ons land met die zaken,
die voor de instandhouding van ons
leven en vooral ook ons economisch
leven noodzakelijk zijn.
Het Engelsche besluit, volgens het
welk de vrije vaargeul binnen de
Engelsche gevaarlijke zóne wordt ge
trokken, blijkt allerminst op een mis
verstand te berusten. Het is een oor
logsmaatregel, op gronden berustend
die overeenkomen met die, welke de
Duitschers er toe leidden een gevaar
lijke zóne te proclameeren, waarop
elk vreedzaam neutraal schip «zonder
meer" vernietigd wordt. En Engeland
wil er geen verandering in brengen.
Voor het gevoel van vele Neder
landers staan Engeland en Duitscbland
niet gelijk.
Immers bij den ODbeperkten duik
bootoorlog hebben wij ons goedmoedig
neergelegd.
Het recht van Duitscbland om buiten
die vaargeul onze schepen te vernie
tigen, onze zeelieden te vermoorden is
de facto ofiicieele protesten daar
gelaten erkend.
Als een schip buiten de vaargeul
vernietigd wordt, zegt menig Neder
lander reeds: «ja, dat is in orde, hot
schip was buiten de vaargeul, wel
jammer voor den armen matroos, die
in de lucht geblazen is, maar dat komt
van het varen buiten de geul."
Maar wij moeten een dergelijk, op
niet juiste gronden gebaseerd gevoel,
buiten beschouwing laten. Het feit,
dat Duitscbland bet eerst zicb in drie
kwart of zeven achtsten van de Noord
zee bet recht heeft aangematigd oorlog
tegen onze handelsschepen te voeren,
mag niet tengevolge hebben, dat
Duitschland boven Engeland de voor
keur heeft in het toepassen van dat
onrecht.
Het is niets minder erg van Enge
land dan van Duitschland, dat het
tban3 een kwart vau de Noordzee tot
jachtveld verklaart, in welk kwart juist
het door Duitschland vrijgelaten lapje
begrepen is. Wanneer wij uu verbete
riDg in den toestand wenschen, is het
niet verstandig uitsluitend den eenen
rechtsverkracbter daarover aan te
spreken en den anderen rechtsver-
krachter zijn euveldaden te vergeven,
omdat hij reeds gewoonte-misdadiger
is! Billijkheidshalve moeten wij erop
wijzen, dat ook in Engeland's gevaar
lijke zóne de schepen niet aan de
misdadige behandeling door bellige-
rente oorlogsschepen blootstaan als in
de Duitscbe. Een plotselinge torpe
deering met verder aan bun lot over
laten van de schipbreukelingen, is in
de Engelscbe zóne ten gevolge van
Engelsche oorlogschepen niet te ver
wachten. Maar «mijnen zullen in de
Engelscbe zóne in de eerste dagen
nog niet gelegd worden", zegt het
oflicieele communiqué. Dus later wel.
Daaruit blijkt echter reeds, dat het
gevaar iu de Engelsche zóne het
mijnengevaar niet minder ver
schrikkelijk is dan dat van de duik-
booten.
De Regeering kan den toestand
moeilijk laten zooals hij is
Aan de beide belligerenten zal wel
verklaard moeten worden, dat zij hun
bepalingen dienen te wijzigen.
Kan onze regeering de beide belli
gerenten niet laten wetenom zoo
min mogelijk last van de oorlogvoe
rende partijen te hebben, zullen onze
handelsschepen een geul bevaren recht
midden door de Noordzee door ons
aan te wijzen; in die strook zullen
onze oorlogsschepen de mijnen oprui
men, de schepen beschermen en elke
vijandelijke daad met kracht van wape
nen verhinderen?
Wij wachten in elk geval met span
ning af wat de Regeering doen zal,
Aldus bet Handelsblad.
Een verstandig woord.
Aan bet slot der Maandagavond te
Enschedé gehouden Raadsvergadering
hield de voorzitter, burgemeester
Bergsma, de volgende rede:
In verband met de beweging, die in
Amsterdam en iu andere steden tot
ernstige onlusten aanleiding gaf en ook
hier onrust verwekte, acht ik hetge-
wenscbt nogmaals er op te wijzen, dat
Nederland voor zijn voedsej- en brand
stoffen-voorziening afhankelijk is van
het buitenland, dat dit buitenland het
in de macht heeft ons al of niet levens
middelen en brandstollen te doen toe
komen of te onthouden. De Noord-
Amerikaansche republiek is nu ook
met Duitscbland in oorlog gegaan. Met
de uiterste moeite kon onze Regeeriug
nog gedaan krijgen, dat uil Amerika
de allernoodzakelijkste hoeveelheid
broodkoren voor menscben voedsel, maïs
voor veevoeder, doch indirect ook voor
menschenvoedsel bestemd, wordt uit
gevoerd naar Nederland.
Katoen voor onze kleeding, vet voor
onze arbeiders en rijst ter aanvulling
van ons onvoldoend broodvoedsel. pe
troleum voor verlichting; benzine, die
onmisbaar is om fietsbanden te kunneD
maken, dus om fietsen, die voor'80 pCt.
door arbeiders bereden worden, te
kunnen gebruiken; ijzer voor ODze
werktuigen en honderden andere arti
kelen meer, moeten van over de zee
komen. Allerlei waren voor bet leven
onzer bevolking onontbeerlijk, kunnen
wij alleen uit bet buitenland ontvangen.
Zout b.v. komt uit Duitschland en
Portugalsteenkool wordt in ons land
gevonden tot een hoeveelheid, die nog
niet voor één provincie voldoende is.
Wij moeten dus om in hel leven te
kunnen blijven, allerlei koopwaar uit
bet buitenland ontvangen en wij kun
nen die waar alleen krijgen, als wij
daartegenover een gedeelte teruggeven
van betgeen iD ons eigen land wordt
voortgebracht.
Wjj moeten dus, om zolf in 't leven
te blijven, goederen uit ons land laten
nitgaan. Die goederen zijn in de eerste
plaats die, waarvan in ons land meer
groeit of meer wordt voortgebracht
dan wijzelf bepaald noodig hebben.
Maar daar kan bet nu belaas niet bij
blijven.
Evenzeer als Duitschland ons steen
kool levert, niettegenstaande in Berlijn
brandstofnood beerscht, evenzeer moe
ten wij om die steenkool te krijgen,
aardappelen uitvoeren, ofschoon wij
die zelf noodig hebben.
Wij kunnen evenwel zonder aard
appelen wel eenige weken leven.
Wij kunnen echter zonder brandstof
geen week leven, niet alleen omdat
die brandstoffen voor verwarming in
den winter noodig zijn en voor bet
gaande houden van onze industrie,
die toch ook kleeren en levensmidde
len moet gereed maken, maar ook
omdat voor den aanvoer en de ver-
deeling der levensmiddelen over ons
land steenkool noodig is.
Wanneer de ketels van de meel
fabriek niet gestookt kunnen worden,
dan kan de bakker hier geen brood
bakken.
Wanneer de reiniging-inrichting
voor erwten en boonen geen steen
kool beeft, kunnen ons geen eetbare
peulvruchten gestuurd worden.
Wanneer de visschersschepen geen
steenkool hebben, kunnen wjj in onze
viscbkraampjes niets te koop aan
bieden.
Wanneer de vrachtschepen geen
steenkool hebben, kunnen zij geen
graan en geen meel voor ons halen
en bovendien indien de locomotieven
op den spoorweg niet gestookt kunnen
worden, is het onmogelijk de klee-
dingsstoffen en de voedingsmiddelen
aan te vooren, die wij behoeven.
Onze Regeering moet den uitvoer
toelaten.
Er zijn nog andere redenen voor,
docb de bovengenoemde alleen zijn
voldoende om den uitvoer noodzake
lijk te maken.
Nu zijn er menscben, die dit niet
begrijpen en er zijn er ook, die dit
wèl begrijpen.
De eersten moeten zooveel mogelijk
ingelicht worden, vooral omdat de
tweede groep, de menschen die bet
wèl begrijpen, docb doen alsof zij 't
niet begrijpen, de andere voor hun
doeleinden gebruiken.
Die doeleinden zijn van allerlei aard.
Er zijn er die van revolutie heil
verwachten.
Gesteld, dat er revolutie kwam en
Domela Nieuwenhuis, Lausink en
aDderen hadden de macht in handen,
zouden zij hier steenkool uit den grond
kunnen stampen?
Men zegt: er is geld genoeg.
Maar wat heeft men aan geld, als
men er niets voor koopen kan?
Men kan de pakhuizen in Amsterdam
plunderen, doch daar krijgen de En-
schedesche en aDdere niet Amster-
damsche arbeiders de schade van,
want de plunderaars krijgen veel, ze
vertrappen nog veel meer en voor een
ander blijft niets over!
Wie nu de voorraden verdeelt, heeft
de volgende maand niets en d»o zou
de revolutie zich tegen de eigen lei
ders keeren.
Er zijn er ook, die ons in den
oorlog willen sleepen.
Wie nu deo dreigenden toon leest
van de Eugelsche dagbladen omdat in
Rotterdam en Amsterdam aardappelen,
die Engeland gekocht bad, gestolen zijn.
begiijpt aan welke gevaren dergelijke
handelingen ons land blootstellen.
Ik zeg: gevaren, want voordeel kan
een meedoen aan den oorlog ons met
geven.
Voor al aan de arbeidersgezinnen niet.
Voedsel komt er zeker niet meer in
het land, al was het alleen omdat in
de oorlogvoerende landen reeds gebrek
heeischt.
Er zijn nu stakingen geproclameerd,
stakiDgen van gemeentearbeiders, die
brandstoffen voor de medearbeiders
moeten maken aan de gasfabrieken;
stakingen van reinigingswerklieden,
wier arbeid onreinheid en besmetting
buiten de gezinnen der arbeiders moet
houdenstakingen van waterleidings-
arbeiders, werklieden wier aibeid aan
do medearbeiders het aller-aller nood
zakelijkste levensmiddel, n.l. water,
moet toevoeren, stakingen van trans
portarbeiders, zonder wier werk geen
aardappolen en geen stuk brood den
arbeider bereiken kan.
En al die stakingen heeten bedoeld
te zijn om te protesteereu tegen
Regeeringsmaatregelen, welke inder
daad de éénig mogelijke zijn om juist
voor onze werkliedenbevolking het
leven nog draaglijk te maken. Levens
middelen in het land brengen, kuunen
zij zeker niet.
Ik wijs op deze dingen, omdat ook
bier stemmen opgaan tot het plegen
van handelingen als die te Amsterdam.
Daartegen wil ik waarschuwen met al
den ernst die in mij is. Deze waar
schuwing is voor uw vergadering niet
Doodig, doch ik hoop dat zij naar
buiten kliDken zal, dat men daar be-
giijpen zal, dat zij belangeloos gegeven
wordt, naar beste weten, uitsluitend
met het oog op bet welzijn van de
gansche bevolking. Nieuwe Ct.
Bij het toelatingsexamen voor
het Gymnasium zijn geslaagd voor de
le klasse:
R. Bijleveld.G. J. Callenbach Nijkerk,
D. A. H. Couvée, H. B. van E-^son,
Veenendaal, A. J. van Genderen,
(voorw.) D. Gerritsen, G. H. van de
Griendt, M. C. Grondhout, J. F. Heu-
velink, 11. J. van Isselmuideri. P. H.
Kemper, J. G, Kooiman, M. K. Krm-
singa, P. J. J. Lamour, Y. Middelburg,
E. van Oordt, Nijkerk, A. C. Palm,
A. J. Ruys, K. J. H. Slagmolen, I E.
Uyldert, A. Th. C. Verhoef, B. C.
Visser, Tu. Weevers, F. A. J. van
Weezei Eirens, L. van der Werf!, de
Bilt, (als toeboorderes Afgewezen 1.
Voor de 3e klasse: H. L L. vau
Hoogenhuyze.
Voor de 4e. klasse. M. A. Heuveliuk
en S. Maten.
Bij de overgangs-examens aan
het Gymnasium alhier zijn bevorderd:
Van de le tot de 2e klasse: J. W. Bast,
N. M. H. vau der Burg, L. W. Doude