NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. No. 64. Zaterdag 11 Augustus 1917. 46e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG: DE OORLOG. SCHETSEN UIT DE RECHTSZAAL ■gJ. Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 1. Franco per poat door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. Ingezonden stukkenin te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 77. Teiephoonu. 09. ADVERT ENTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent. Qroote letters en vignetten naar plaatsruimte. Rusland'» Jeanne d'Arc. Een te Petrograd woonachtige Engelsche dame geeft in de »Daily Telegraphs de volgende beschrijving van de beroemde Russische vrouw, Marie Bockhareva, aanvoerster van het Russische vrouwen-bataillon, die onlangs voor de vierde maal gewond is aan het front bij Wilna. De vrouw die Frankrijk gered heeft, was Jeanne d'Arc een boeren meisje. Marie Bochkareva, een arme emigrante uit de Siberische steppen, is haar moderne weerga. De grootste manifestatie, die in Rusland sedert de dagen van de revolutie gezien is, bad plaats op 3 Juli, toen deze vrouw van het land, gedragen op de armen van een matroos en van een soldaat, be dekt met linten en bestrooid met bloemen, en gevolgd door haar dapper bataillon, door de straten van Petro grad werd geleid, met muziek en gejuich. De menigte stond langs de straten geschaard en juichte haar toe, zooals alleen de Tsaar vroeger werd gevierd. Marie Bockkareva, heeft baren strijdersaard geërfd van haren vader, die den geheelen Turksoben oorlog heeft medegemaakt en als een invalide terugkwam. Haar moeder was een arbeidzame viouw, met vijf kinderen, van wie Marie of Jasjka, zooals de soldaten haar noemen de oudste was. Zij moest uit wasschen en uit koken gaan om haar gezin te voeden en te kleedeo. Toen Jasjka vijf jaar oud was moest zij als kindermeisje bij een kleintje van drie jaar gaan dienen. Dit schijnt haar geen kwaad te hebben gedaan. Sier lijk maar stuik gebouwd, mët breede schouders en een gezonde tint, is zij sterk genoeg om 200 pond met gemak te tillen Zij beeft nooit geweten wat angst is. Toen zij zestien jaar was grepen hare ouders de eerste gelegenheid de beste aan om haar uit te huwelijken. Zij had den man nooil gezien, maar gelukkigerwijze gingen zij op den duur eel van elkander houden en waren zij zeer gelukkig. Eerst dienden zij beiiien in een winkel en dank zij hunne volharding en spaarzaamheid konden zij later zelf een winkeltje openen. Maar juist toen dit zaakje begon goed te gaan, brak de oorlog uit; en hij was een van de eersten die opgeroepen werd. Zij was erop gesteld otn bem als soldaat te vergezelleo, maar bij smeekte haar achter te blijven en te werken voor hare ouders, die zij onder hielden. Zij was altijd voor ieder waagstuk te vinden en slechts met grooten weer zin bleef zij achter, otn aan den wensch van haren man te voldoen. De tijd ging voorbij eu na langen tijd kreeg zij bericht, dat bij op 28 Mei 1915 in het gevecht gevallen was. Dadelijk ging zij naar hare ouders en zeide: alk heb besloten naar het front te gaan en óf ge zult hooren dat ik gesneuveld ben, óf ik zal met roem en eer bedekt terugkeeren. Ik vertrouw in God.t En geene overreding kon haar van haar plan afhouden. Twee jaren lang heeft zij in de loopgraven geleefd en gestreden als een man. Zii is drie malen gewond, aan een arm, een been en den rug. De laatste kogel bad de ruggegraat getroffen,'zoodat zij zich twee maanden lang niet bewegen kon. In do gevechten bij het Narotsj- meer gebeurde het eenmaal, dat alle officieren gedood waieu. De mannen waren bang en gingen op den giond liggen, bevreesd om aan te vallen Toen stond zij op en snelde vooruit en liep de mannen toe, baar te volgen. Allen gehoorzaamden het bevelende loopgraaf werd veroverd. Zij heeft tweemaal de St. George-medaille en tweemaal het Kruis van St. George gekregen voor heldhaftige daden. Na twee jaren werd zij op wettige wijze opgenomen in bet 28-te Polozk-regi ment. Ongeveer een maand geleden beeft zij verlof gekiegeo om tijdelijk naar huis terug te keeren. Zij werd om baren moed aan Kereuski voorgesteld en toen hij het verhaal barer lotge vallen had aangehoord vroeg hij welke helooning zij zou wenschen. Dadelijk antwoordde zij: »Ik wil een vrijwilli gers bataillon van vrouwen vormen, dat de mannen zal voorgaan als zjj niet vanzelf willen gaan.* Kerenski keurde dit plan goed en met goedvinden van den opperbevel hebber werd bet bataillon gevormd. Dagelijks kwamen zich vrijwilligersters aanmelden en nog altijd bieden vrouwen zicb aan. Marie Bochkareva is tol aanvoerster benoemd van dit bataillon, dat als kenteeken een doodshoofd met gekruiste beenderen draagt, terwijl bet een rood-zwarte banier voert, sym bolen van bloed en dood. Zij bebben het bijzondere verzoek gericht tot generaal Broessilof, om naar een ge vaarlijke plaats te worden gezonden, waar naar zijne meening een moreele invloed bet meest noodig is. Bochkareva is bij elk hater onder geschikten bemind. In dienst is zij zeer nauwkeurig en gestreng, maar in rust tijd aller kameraad. Zrj maakt geen onderscheiding tusscben de maatschap pelijke standen. In baar bataillon vindt men meisjes van boogo beschaving, meisjes uit den middenstand, maar ook die uit haar eigen klasse. Er zijn verscheidene getrouwde vrouwen bij maar alleen kiriderloozen worden aan genomen. Marie Bochkareva heeft zoo weinig opvoeding genoten dat zij nauwelijks haren naam kan schrijven en spellend lezen moet. Haar adjndaute, Skridlove is een beschaafd meisje, dochter van een admiraal, en spreekt vier talen. Op 6 Juli vertrok bet bataillon naar bet front. Het marcheerde door de voornaamste straten, begeleid door een muziekkorps van de marine, en duizenden toeschouwers, rnoest vrou wen, juichten het toe toen het voorbij trok. De dapperejjonge soldaten werden met bloemen bestrooid en zelfs bare bajonrielten waren daarmede geheel omwonden.t Hoe men leeft in de bevrijde streken. Een correspondent van het »Pelit Jour nal" vertelt van een rois,die hij maakte door de bevrijde Frausche gebieden functioneeren der kruidenierswinkels mogelijk maakt, voor welke het eerste fonds is geleverd door de Kamer van Koophandel van St. Quentin. Volgens het uitstekende systeem, aangeprezen door den heer Lecelher, prefect van de Aisne, wordt dus die levensmidde len-voorziening uitgevoerd door de bandelaars, wier initiatief men facilr- teiten verleent, ti rwijl men tegelijker- Men weet. zoo schrijft hij; dat hettijd een wettige contróle op hun urt- Ministerie van Binnenlandsche Zaken oefent. Alleen de slachterijen vallen in de bevrijde streken een zeker aan tal sous—préfets beeft aangesteld die, onder de contróle van den prefect van het departement en van den specialen dienst, bestuurd op de Place Bouvau, door den beer Bluzet, belast zijn met het toezicht op de recon structie der bevrijde streken. De heer Luchaire is speciaal belast in bel departemeut van de Aisne, om bet Noordelijk deel van het canton Vic- sur Aisne te administreeren, evenals de cantons coucy en Chauny. De heer Dupin, waarover straks, is belast met de cantons Vermand en Saint-Simon, in het arondissement Saint-Quentin. Er kan van den heer Luchaire worden gezegd, dat hij zich met hart en ziel aan zijn taak gegeven heeft. Hij heeft nooit een meer interessante gehad, ver klaarde bij aan den correspondent. Deze taak bestaat uitsluitend in het, in samen werking met de militaire autoriteiten, verzekeren van de levens middelen-voorziening der burgelijke bevolking die deze verwoeste zóne weer begint te bevolken. De heer Luchaire heeft de gemeenten, die hij administreert, in 4 groepen verdeeld. In iederen groep Werkt een brood bakkerij. Het meel wordt gezonden door de prefectuur, in vracht auto's, het leger levert de bakkers, een militair rijtuig brengt bet brood in de ver schillende gemeenten van den groep. Dit rijtuig wordt ter beschikking ge steld van de burgemeesters en dient ook om de verschillende voedings middelen te vervoeren, hetgeen, het buiten dit systeem. Het is inderdaad begrijpelijk dat men, met denactueelen rudirneutairen staat van zaken-de op richting van gemeentelijke slachterijen niet tegemoet kan zien. Het zijn dus do militaire slachterijen die gratis vleesch leveren, tweemaal per week. Dank zij deze verstandige maatre gelen is de voeding der bevolking bijna normaal. Maar hiermede houden de bemoeïngen vau den heer Luchaire Dog niet op, zij streven er ook naar om orde ie brengen in de giften, die zoowel door de openbare autoiiteiten als door particulieren geschonken worden Zoo zijn 80000 kilo aardap pelen gratis verdeeld, hetgeen op 50 kilo per hoofd neerkomt en 20000 kilo snijboonen. Verder hebben 1500 kippen en konijnen gediend om de kippen en konijnenhokken te bevolken. Tien melkgevende koeien zijn vanFransch, Amerikaanscb, en Etigelsch geld ge kocht, en aan de bevolking gegeven otn met de reconstrueermg van den veestapel te begiflnen. De aflossing eu de rust. Een luitenant der infanterie heeft aan de Humanité artikelen gezonden, die een denkoeeld geven van de menig vuldige maierieele verbetei ingen van de levensomstandigheden van den Franscben soldaat aan het front. Hier wordt een gedeelte weergegeven, dat een schets geeft van een aflossing der legimeDten na dagen van zware be proevingen. Om 5 uur is het bevel aangekomen: »Het bataljon zal worden door MaItre Cobbbau. Duur „leergeld". 2) Over .plannen voor de toekomst" hadden zij 't nooit. Er werd zelfs niet op gezinspeeld. Zij begreep wel, dat er voorloopig toch niets van komen kon. Hij verdiende met zijn agentuurtjes en zoo nauwelijks genoeg om z'n «pen sion* te betalen hoe zuinig en ingetogen brave Pieter ook leefde. En zelfs al hadden zij er botje bij botje leggend kunnen komen, dan j zou 't toch niet gekund bebben om moeder. Zoolang die er was, kon aan trouwen niet gedacht worden. Totdat Gerrit, de ongetrouwde broer van de f2.50 per week, nit den hoek kwam. Op een avond tegen Klaartje zei «Zeg, dat geloop met dien blikken- domenee begint mij te vervelen. Je bent wel geen jonge meid meer, Klaar, maar toch lachen de menscben er om. Dat moet nit zijn. Wat wil die vent eigenlijk?" Zij was nit het veld geslagen. Ver zekerde slechts, dat Stevens «een fat soenlijk, solied menscb" was. «Dat kan wel" zei broêr «maar daar schiet ik Diet mee op. Als-ie met je trouwen wil, dan dient-ie 't fatsoenlijk aan de familie duidelijk te maken. Alsook, waarvan jelui en moeder be hoorlijk zouden moeten leven. En anders is dat geloop nit. Snap-je dat?« Hoeder doodsbang, dat Gerrit zijn «subsidie" zou staken gaf bem dadelijk gelijk. Klaartje beloofde, ern stig met Pieter Stevens te zullen praten. En het gevolg was, dat Pieter nn de advertentiën ijverig ging lezen, eiken avond. En solliciteerde naar alle denkbare betrekkingen. Zonder eenig succes. Hij had z'n twee sigaren per dag al prijsgegeven rookte thuis heel zuinig een pijpje en verder niet om de postzegels te kunnen bekostigen. Een paar maal bad hij antwoord ge kregen. Maar ten slotte kreeg hij toch nul op bet rekest. Eindelijk scheen de kans te keeren. Hij kreeg een brief, waarin men bem meldde, dat hij Pieter Adolf Ste vens Lzn., voor de officie van hoofd agent eener maatschappij die allerlei groote toekomstplannen bad. En men «wachtte hem". Klaartje fleurde ervan op. De nieuwe betrekking zou al dadelijk achthon derd gulden geven. Met «tantièmes". En als Pieter aan zijn verwachtingen beantwoordde, dan bestond er alle kans op «snelle promotie". Zou hij misschien vast aan het «Centraal kantoor" verbonden worden. Dedirectie moest «nog even informeeren", Direc teur rechtzinnig, deftig en plechtig- doend man ging niet graag over «een nachtijs". Wenschte te weten, «met wien hij te doen had". Maar had hij eenmaal zijn mannetje gevonden, dan was hij ook voorstander om zulk een krachtig te steunen. Dan «liet hij hem niet los". Pieter had voor moeder van Klaartje een zak met hopjes mee gebracht, waar zij zoo dol op was. Hij had een bezoek gebracht bij broer Gerrit, en de ontvangst was minder nijdig geweest dan Klaartje gevreesd had. In de bedeesde, bescheiden-goedige oogen van ouwe-vrijster leefde iets van blijden trots Zij hadden haar uitgelachen over de «eeuwige vrijage". Wie weet, of bij haar nog niet het spreekwoord van «wie 't laatst lacht, lacht 't best« zou worden bewaarheid En moeder 't eene hopje na 't andere bezuigend en belurkend was vriendelijker voor Pieter, den sollici- tant, dan Klaartje zich kon herinneren, dat ooit het geval was geweeBt i «Asjeblieft, meneerzei Pieter Stevens, zich over het glimmende kam- garen van zijn Zondagsche jas strijkend, toen de directeur hem verklaard had, dat «de ingewonnen informatiën niet onbevredigend waren", en «men besloten had hem «provisioneel" in dienst der onderneming te stellen." De directeur zat in zijn kantoor stoel. Hij paste de toppen der vier vingers van elke hand tegen elkaar en liet de duimen haasje-over spelen. De pendule liet zwaar-gewichtige knars- tikken hooren. Er was spanning van stilte. Pieter j zat hem, door zijn brilleglazen, eer biedig-afwachtend, aan te kijken. «En," zei directeur, eensklaps zijn wenkbrauwen zéér hoog optrekkend en Pieter heel scherp streng aanziend «en de borgstelling, is dat in orde?» i Stevens verschoot van kleur. Be- greep niet. «Uborgstelling?" «U wilt bjj ons in dienst treden," zei directeur, verontwaardigd, ver gramd, verbaasd, «en u kent niet eens onze voorwaarden I »P PardonIkU zei" De zweetdroppels braken arme Pieter uit. Met driftige gebaren haalde directeur papieren voor den dag. Wierp die voor Pieter neer. »U hebt te zorgen» zei hij, en het vriendelijke van zijn toon was nu heelemaal weg, «dat uiterlijk drie dagen vóór uw in dienst treden een cautie van vijfhonderd gulden te onzen kantore is gedepoueerd. Gaat dat niet, dan wordt onmiddellijk de op u vol gende sollicitant aangesteld. Er zijn niet minder dan véértig naar de be trekking, die u ambiëert. Kort en goed, hebt u de cautie, ja of neen?" Directeur keek op z'n horloge, scheen te ontstellen over den verpraten tijd. Strekte de hand naar electrische schei- knopje nit. Pieter was wit van angst. Wist niet wat te zeggen. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 1