NIEUWE
*Èf Nieuws- en Advertentieblad
voor do Provincie Utrecht. f|j§
No. 72
Zaterdag 8 September 1817.
46e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG!
WAAROM DE VREDE NIET KOMT.
BINNENLAND.
Plaatselijk Nieuws.
M
n
M
M
H
M
|f
n
n
n
n
(J
H
n
n
w
H
M
M
lt
n
H
n
|f
n
u
n
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stnkken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. SO.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Slot.
«Laat de lezer zich eens de vol
gende vragen stellen:
Weet bij wat de Geallieerden willen
doen met Centraal Afrika?
Ieder menscb met gezond verstand
ziet in dat zoolang dat aan grondstoflen
zoo rijke gebied verdeeld blijft tusscben
een aantal concurreerende Europeescbe
imperialismen, van welke elk zijne
«bezittingen» ten eigen bate en ten
nadeele van anderen exploiteert, er
geen duurzame vrede in de wereld kan
heerschen. Er kan Slechts een duur
zame vrede komen zoodra het tropische
en subtropische Afrika een vrij terrein
wordt voor de handelsoperaties van
iedereen zonder onderscheid van na
tionaliteit en het dus geen terrein meer
is om welks bezit de Europeescbe
naties stiijdeD. Dit is slechts mogelijk
onder een internationale regeering,
waaraan iedere bij het land belang
hebbende regeering een aandeel kan
hebben overeenkomstig den omvang
van haar vroeger bezit. Er is geen
bijzondere wijsheid noodig om dit in
rjjke groepje imperialisten willen blijk
baar het Ottomaansche rijk verdeelen
in een aantal protectoraten of «invloed
sferen», waarvan öf de Duitscbers öf
de Engelscben (al naar de zijde tot
welke zij behooren), uitgesloten moeten
worden. Op dien basis zal de oorlog
tot den dood toe voortgezet worden.
Noch Duitschland, nóch Frankrijk,
Engeland, Italië of Rusland kunnen
bestaan zoo hunDe bandel of onder
nemingsgeest van dit uiterst belangrijke
gebied worden uitgesloten. Er is daar
dus geen andere keuze mogelijk dan,
wil men den wereldvrMie duurzaam
beveiligen, dan die gebieden zich onder
een internationaal bestuur laten ont
wikkelen. Het is een moeilijke taak
zulk een bestuur te organiseoren. Maar
toch moet bet beproefd worden, omdat
er geen ander middel is om tot vrede
te komen. Zoodra dit begrip duidelijk
geformuleerd is, za! een tweede krachtig
motief tot voortzetting van den strijd
voor Duitschland opgeheven zijn.
De derde groote quaeslie waarom
trent slechts onzekerheid beerscht, is
de zgn. »ooilog na den oorlog», bet
denkbeeld van de blijvende econo-
te zieo. Ieder schooljongen kan het'mische alliantie, welke het herstel van
begrijpen. Iedereen behalve een door
overspanning afgestompte staatsman
kan bet begrijpen. Hoe moeilijk bet
ook moge vallen om bet in de praktijk
uit te werken, toch moet dit geschieden.
De voor de hand liggende oplossing
van bet vraagstuk der teruggave van
Duitscblands koloniën is, dat bet die
niet terugkrijgt, ntaar ze ook niet
verliest; Duitschland moet zijn deel
hebben in de regeering van midden-
Alt ika. Op deze wijze kan men bet
beletten politiek kwaad te doen in
Afrika zonder vernedering of econo
misch nadeel. En zoo maar ook
alleen zoo kunnen wij verlammen
de macht tot kwaad doen en geschillen
veroorzaken die aan de niet-Duitsche
imperialismen eigen is.
Maar is de lezer er zeker van, dat
deze gezonde oplossing van het Afri-
kaanscbe vraagstuk de goedkeuring
van de geallieerde regeeiingen zal
wegdragen? Ga eens na, boe de zaak
van «de andere zijde» wordt beschouwd.
De Duitsche regeering verzekert het
Duitsche volk, dat de Geallieerden
Duitschland den toevoer van grond
stoffen uit Afrika wil afsnijden. Dit
zou bijna de vernietiging van Duitsch-
lands economisch leven beteekenen.
Dit beteekent iets dat nog veel meer
de levensbelangen van de massa van
bet Duitscbe volk betreft, dan eeltige
vraag omtrent België en Elzas-Lotha-
ringen. En bet is een der machtigste
motieven waarom bet Duitscbe volk
den ootlog voortzet.
Gesteld dat sberstel» gegeven wordt
in Europa, zal Duitschland dan een
Duitscblands economisch leven onmo
gelijk moet maken. Hierop legt de
Duitscbe regeering bij hare pogingen
om het Duitscbe volk tot volhouden
te bewegen, den grootsten nadruk. De
bedreiging met den «Oorlog na den
oorlog» ontneemt den redelijken Duit-
scber het laatste motief om zijne
regeering tot vrede te dwingen. Uit
gesloten van den handel, niet in staat
om voedsel of grondstoffen te koopen,
zou Duitschland even slecht af zijn bjj
vrede als in den oorlog. De Duitscher
zal dus volkomen terecht zeggen, dat
hij dan zich evengoed kan doodvechten
als doodhongeren. Dit beteekent voor
bem veel meer dan Polen of België
of Elzas Lotharingen.
Ooze staatslieden miskennen ons
verstand zoo zij die questies vóór de
werkelijke grondvraagstukken stellen.
Maar zooals de groote massa des volks,
in Duitschland evengoed als in Engeland
of Frankrijk volkomen duidelijk weet,
is onbeperkte bandel voordeelig voor
iedereen behalve voor een paar rijke
avonturiers, terwijl beperkte handel
de menscbheid enorm nadeel berok
kent om enkele particulieren schatrijk
te maken of een imperialistische clique
voordeelen te bezorgen. Er moet een
einde komen aan deze economische
strategie, aan dat samenzweren van
regeeringen tegen bet welzijn van
hunne naburen. In dit opzicht beeft
Duitschland wel bet meest gezondigd
maar welke van de oorlogvoerende
naties mag den eersten steen werpen.
Ook bier loopt de eenige duurzame
weg tot den vrede over het inter
zij het imperialisme in Duitschland?
Waarom handhaven zij wat al deze
dingen betreft een dreigende dubbel
zinnigheid tegenover Duitschland?
Zij laten zoodoende Duitschland geen
andere keuze dan een vertwijfelings-
oorlog. Zij onderstreepen en zetten
kracht bij aan de bewering van bet
Duitsche imperialisme dat deze ootlog
een strijd is om het bestaan. Zij drijven
het Duitscbe volk tot eenheid. Zij ver
lengen den oorlog.»
i ..-o -
billijk aandeel krijgen in het bestuur! nationalisme, over een internationale
en den bandel van Centraal Afrika?
Waarom wordt hierop niet duidelijk
geantwoord
Een tweede quaestie is: wat zal er
met bet Ottomaansche rijk gebeuren.
Welke zijn in duidelijke taal gezegd
onze plannen daaromtrent? De toe
stand daar kan niet blijven zooals h\j
was. De Duitscbe imperialisten en ons
eigen kleine luidruchtige maar invloed-
contróle op verdragen en transport
tarieven.
Tenzij de geallieerde staatslieden de
consequenties hunner eigene verkla
ringen niet begrijpen, moeten zij dat
inzien. Maar waarom zeggen zij het
niet duidelijk? Waarom schreeuwen
zij het niet zoo compact en zoo luid
uit dat geheel Duitschland bet kan
hooren en begtypeD? Waarom steunen
Geen graan uit Amerika.
In verband met bet bericht, dat
Amerika de onderhandelingen over
graanuitvoer naar ons land heeft af
gebroken, deelt de Times-correspon-
dent te New-York nog mede, dat het
departement voor den uitvoer heelt
besloten een strenge politiek te volgen
ten opzichte van de noordelijke neu
tralen, die in de gelegenheid zijn de
moeilijkheden, welke Duitschland on
dervindt door de blokkade der ge
allieerden, te verlichteif. Hij heeft bun
doen weten dat ze geen tarwe van
Amerika kunuea verwachten vóór 1
December.
Na dien datum zijn verschepingen
alleen geoorloofd, wanneer een over
tuigend bewijs wordt geleverd, ten
eerste, dat de voorraad werkelijk
noodig is voor bet eigen volk, eo ten
tweede, dat er geen deel -van wordt
gebruikt, direct ofindireci,om Duitsch
land te helpen.
Het departement wenscht de over
eenkomst niet meer te erkennen tus-
schen het Belgisch Reliefcomité en
den Nederlandschen Minister orn 30
van de 100 Nederlandscbe schepen,
die in de haven te New-York geankerd
liggen, vrij te geven, op voorwaarde,
dat bet grootste deel van de lading
naar België zou gaan. Als reden voor
dien maatregel geven deskundigen
op, dat Nederland voldoende tarwe en
ander graan beeft om de bevolking
tot 1 Dec. te onderhouden, en dat
het de voorraden, welke het nu uit
de Ver. Staten zou krjjgen, ten voor-
deele van de centrale mogendheden
zou gebruiken.
De houding van het departement
werd slechts vastgesteld, nadat duide
lijk gebleken was, dat Duitschland
etenswaren bereikten uit Nederland
en Scandinavië, welke voldoende zijn,
om in de behoeften van het geheele
Duitsche leger aan bet westelijk front
te voorzien. Er zijn b.v. op neutrale
scbepeD ladingen maïs gevonden, welke
door de lange aanhouding zoo bedor
ven zijn, dat ze niet meer geschikt
zijn voor menschelijk gebruik, ofschoon
ze nog heel geschikt ziju voor vee
voeder.
Het departement besloot te voor
komen, dat groote hoeveelheden vee
voeder naar Nederland gaan, daar het
vernomen beeft, dat de veestapel daar
veel grooter is dan voor de bevolking
in normale tijden noodig is. Het vee
wordt dus gebruikt, om Duitschland
van levensmiddelen te voorzien.
Aan Nederland is te kennen gege
ven, dat geen lijnkoeken, op welk
schip in de New-Yorksche haven ze
ook geladen zijn, kunnen worden uit
gevoerd.
Het departement overweegt nu de
wenschelijkbeid te beschikken over de
ladingen van de 150 schepen, toebe-
boorende aan neutralen, die in Ame-
rikaanscbe bavens liggen.
De brandgtoffennood.
De heer Van Emden, directeur van
de sMergelgroene" te Amsterdam,
welke maatschappij in Limburg mer-
gelwerken exploiteert deelt mede, dat
de technische adviseur der maat
schappij, de heer De Boer, er in ge
slaagd is. uit mergel en enkele andere
stoffen een briketsoort te fabriceereo,
die groote waarde beeft als brandstof.
Het warmtegevend vermogen zou on
geveer 6000 coloriën bedragen en dus
boven die van gewone bruinkoolbri
ketten staan.
De heer Van Eraden hoopt in staat
te zijn, binnen niet al te langen lijd
5000 ton briketten per week te fabri-
ceeren.
Ons dagclijkseh brood.
Id de samenstelling van ons dage-
lijksch brood (bet zoogenaamde witte
brood) is een verandering gekomen.
Het bestaat nu uit 80 pCt. bloem,
gemalen uit 70 pCt tarwe en 30 pCt
gerst (in plaats van rogge) 10 pCt
Amerikaansch meel en 10 pCt aard
appelmeel.
De grauwe kleur van het «witte"
brood wordt veroorzaakt door bet feit,
dat uitdegrondstof nu 80 pCt «bloem"
wordt gemalen in plaats van 65 pCt,
zooals in normale tijden zoodat een
deel van de zemelen eveoeens in bet
bloem komt.
De in de raadsvergadering van
j.i. Dinsdag vastgestelde verordening
tot hefling van schoolgeld voor bpt
genot van openbaar lager onderwijs
aan de scholen A, B. C en D in de
Gemeente Amersfoort luidt als volgt:
Artikel 1. Ter tegemoetkomiog in
de kosten van bet openbaar lager
onderwijs aan de scholen A, B, C en
D in de Gemeente Amersfoort wordt
een schoolgeld gebeven.
Art. 2. Het schoolgeld is verschul
digd door de ouders of voogden der
leerlingenindien die ouders of voogdeD
niet in de Gemeente hoofdverblijf heb
ben, door de vetzorgers der leerlingen.
Voor de toepassing dezer verorde
ning zijQ de leerlingen, wier ouders of
voogden niet in de Gemeente hoofd
verblijf hebben, verplicht een verzorger
aan te wyzen, die de in lid 1 genoemde
verplichting op zich neemt en in de
GemeeDte hoofdverblijf heeft.
Art. 3. Het schoolgeld wordt be
rekend:
a. voor de leerlingen, die bun werke
lijk verblijf in de Gemeente hebben en
wier ouders beiden of een van beiden
in de Gemeente hoofdverblijf hebben,
naar bet zuiver inkomen van die ouders
volgens het kohier der plaatselijke
directe belasting van bet voorgaande
belastingjaar voor de leerlingen, die in
Januari ter school gaan, en van het
loopende jaar voor ben, die later zijn
toegelaten; zijn de ou.lers bij bet ter
school komen van die leerlingen nog
niet in de plaatselijke directe belasting
aangeslagen, dan bepalen Burgemeester
en Wethouders bet inkomen, waarnaar
bet schoolgeld zal wordeo berekend,
behoudens nadere verrekening na aan
slag;
b. voor de leerlingen, die bun werke
lijk verblijf in de Gemeente hebbeD en
wier ouders overleden zijn, naar hun
eigen inkomen, berekend op de wijze
als onder a is vermeld
c. voor alle andete leerlingen naar
het maximum van het bij deze ver
ordening voor de school, welke zij
bezoeken vastgestelde bedrag tenzij
in eene gemeenschappelijke regeling
krachtens het laatste lid van artikel
16 der Wet tot regeling van bet Lager
onderwijs anders is bepaald.
Voor de toepassing van artikel 4
onder 3e, 2e kolom, en artikel 5 geldt
de toestand van 1 Januari van bet
belastingjaar of, indien in deD loop
van het belastingjaar voor het eerst
plaatsing wordt verzocht, de toestand
van bet oogenblik, waarop de school
voor het eerst wordt bozocbt.
Art. 4. Behalve voor onvermogenden,
voor wie geeo schoolgeld is verschul
digd, en waartoe de leerlingen worden
geacht te behooren, indien hunne ouders
en zoo deze zijn overleden de leer
lingen zelf een lager inkomen heb
ben, dan tot grondslag strekt voor de
berekening vao bet schoolgeld, dan
ƒ601.bedraagt het schoolgeld per
jaar:
1. voor de leerjaren 16 van school
A en voorschool B bij een inkomen van:
f 601800
/12—
per leerling.
801—,, 1000
14—
1001—,, 1200
16—
1201—,, 1100
18—
II
1401—,, 1600
20—
1601—,, 1800
22—
1801—,, 2000
24—
2001—,, 2100
26—
2101—,, 2900
27—
2201—,, 2300
28—
2301—,, 2400
29—
li
2401—,, 2500
30—
2501—,, 2600
31—
9601—,, 2700
32—
2701—,, 2800
33—
II
2801—,, 2900
34—
2901—,, 3000
35—
3001—,, 3100
36—
3101—,, 3200
37—
3201—,, 3300
38—
3301—,, 3400
39—
40—
ii
3401 en hooger
I.
2. voor de leerjaren 7—10 van school
A, bij een inkomen van:
f
601—/
800
f
28—
801—,,
1000
30—
1001-,,
1200
32—
1201-,,
1400
II
34—
1401-,,
1600
>1
36—
1601—,,
1800
38—
1801—,,
2000
40
2001-,,
2100
42—
2101—,,
2200
II
44—
2301—,,
2300
46—
2301—,,
2400
48—
2401—,,
2500
50—
2501-,,
2600
52—
2601-,,
2700
54—
2701—,,
2800
56—
2801—,,
2900
58—
2901—,,
3000
60—
3001—,,
3100
62—
3101—,.
3200
64—
ii
3201—,,
3300
66—
3301—,,
3400
II
68.
•1
3401 en
hooger
II
70.