NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad fjÈf
voor de Provincie Utrecht. j§§
I
No. 78.
Zaterdag 29 September 1917.
46e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG!
DE OORLOG.
SCHETSEN UIT DE RECHTSZAAL
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlij k e Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER
Bureau: Laugestmat 77. Telephoonn. 60.
ADV
Van 16 regels
Groote letters en
ERTENTIËN:
0.90; iedere reg9l meer 15 Cent.
vignetten naar plaatsruimte.
Aan het front YperenBlenin.
De oorlogs-correspondent van de
«Daily Chronicles bij de Engelscbe
troepen in Frankrijk en België, Philip
Gibs geeft in zijn blad eene beschrij
ving van de gevechten der laatste
dagen op bet front Yperen-Menin. Hij
zegt o.a.
«Door toepassing van verschillende
methoden, door de lessen te trekken
uit het lijden der mannen bij de vroe
gere aanvallen, zijn de verliezen bij
den laatsten aanval niel zoo bijzonder
kostbaar geweest en bebben wij ter
rein kuunen vasthouden, dat de vijand
met al zijn kracht en slimheid trachtte
vast te houden.
Hij is inderdaad zeer slim te werk
gegaan, en gebruikte groote reserves
aan manschappen en artillerie om onze
aanvalslinies te verpletteren. Op den
31sten Juli hadden wij voor het eerst
te kampen mei zijn nieuw en volkomen
uitgewerkt verdedigingsstelsel en heb
ben wij ondervonden boe krachtig
dat is.
De vijand had het oude loopgraven-
systeem, dat wij met artillerie ineen
konden trommelen, opgegeven en eene
eerste linie samengesteld die geen
aaneengesloten geheel vormde, doch
uit een groot aantal uit beton ge
bouwde blokhuizen bestond, die zoo
danig waren geplaatst dat zij elkander
door enfileervuur beschermden en zoo
krachtig gebouwd, dat ze alleen door
een directen trefler uit een zwaar
kanon konden worden vernield. En
zulk een treffer is niet gemakkelijk
te plaatsen op een zoo kleio doel als
deze beton-huisjes uitmaken, welke
minstens 1020 en hoogstens 50—60
man garnizoen bebben, ai naar de
grootte.
Deze kleine garnizoenen bestaan
grootendeels uit de bedieningsman
schappen voor machinegeweren en uit
gezochte manschappen voor het voor
posten werk Zij konden de aanvallende
bataillons groote schade toebrengen,
zoodat de eerste geledoren die door
deze rijen fortjes konden heenbreken
zwak en uitgeput waren. Achter deze
linie lagen dan de «Stosstruppan* in
reserve, die eveneeDS in het bijzonder
waren opgeleid voor den tegenaanval
en die dan in groote getalo afgezonden
werden tegen onze door de gevechten
en verliezen gedunde aanvalstroepen.
Deze blokhuizen bleken geweldige
dingen te zijn moeilijk te kraken
noten, zooals de soldaten zeiden die
er het eerst kennis mede maakten.
»Beck-buis« en »Borry-hoeve» be-
hooren tot de Iersche geschiedenis.
»\Vorst-hoeve» en «Winnipeg*, het
«Bremen reduiu en «Gallipolir*, de
«Iberische* eo de «Delvat-hoeven zijn
stellingen waarbij vele hardnekkige
kleine veldslagen onder leiding van
jonge onderofficieren of sergeanten
werden geleverd op den laatsten dag
van Juli en vele dagen sedertdien.
De Eogelschen en de Schotten beb
ben achtereen volgens plaatsen als »Filz
Clarencohoeve*. «Northampton hoeve*
en de «Black-Waich-hoek« iti de ver
schrikkelijke streek van luverness-
Kreupelboscb en Glencorse bosch aan
gevallen en verdedigd.
Maar vandaag is de «harde nooU
gekraakt door een geheel nieuw aau-
valssysteem dat zeer zorgvuldig is uit
gewerkt en tot dusverre veel succes
heeft gehad.
Ik zou gaarne al de bijzonderheden
vertellen van de toebereidselen welke
dit succes bebben mogelijk gemaakt
en de methoden door welke de blok
huizen tenminste een groot deel van
hun scbrikwekkeodbeid bebben ver
loren, maar ik mag dat nog oiet doen
en bet is thans voldoende dat er goede
resultaten zijn bereikt.
In één opzicht was het gisteren
weer precies zooals altijd. Nadat het
verscheidene dagen mooi weer was
geweest, werd bet gisterenavond weer
ongunstig en gisterenavond moeten
velen onzer mannen woedend naar de
lucht gekeken en gebromd hebben
«We treden het weer It
Om half elf begon het zwaar te
regenen nadat bet al den geheelen
nacht gemotregend had. Het was af
schuwelijk te denken aau den grond
in de boscbstreek, die reeds vol met
water gevulde kuilen en modderpoelen
was en steeds meer in een moeras
veranderde, naarmate de tijd naderde
waarop onze mannen uit den modder
zouden opstaan en het spervuur over
dat terrein zouden volgen.
Do vliegers konden zelfs op een
zestig meter boven den grond Diet
waarnemen vanwaar het vuur der
vijandelijke artillerie kwam. Zij konden
slechts den rook zien die boven hel
slagveld hing en gisten maar waar
de Duilsche batterijen opgesteld waren.
Later, toen de troepen reeds wat
vorderingen hadden gemaakt, werd
bet weder wat beter; hier en daar
zag men blauwe plekken in de lucht
eu viel een zonnestraal door de mist
heen.
De lucht boven het saillant levorde
een merkwaardigen aanblik op, zoo
merkwaardig als ik nog nooit sedert
bet begin van deh oorlog heb gezien
Zij was vol zwarte vlekjes, die mug
gen geleken; maar iedere mug was
een Engelsche vliegmachine die boven
de vijandelijke stellingen bing. De
vijand trachtte de lucht van beo te
zuiveren en zijo afweergeschut vuurde
woest zoodat men overal de witte
wolkballen zag van de ontploffende
kartetsen.
Meer riaar achter hingen ODze waar
nemingsballons, als sneeuwvlokken
in een wijden balven cirkel achter
het gevechtsfont.
Onze zware artillerie vuurde onop
houdelijk met doffe geweldige hamer
slagen, gevolgd door het schrille ge
fluit der vliegende granaten die bet
spervuur Toor onze optrekkende
troepen vormden en de blok-huizen
tot doel hadden gekozen, tegelijk
stalen muren vormend tusschen den
vijand en onze aanvalstroepen.
Niet ver van ons af lagen de ver
nielde bosschen van het vroegere
slagveld, zooals dat »an Wytschaete-
hoogte en Messines, met de Daakte
galgeboomen, alles vervaagd door de
mist.
Overal droeg het gevecht ongeveer
betzelfde karakter, met enkele plaat
selijke verschillen. De grond was niet
zoo slecht als men gevreesd had, maar
toch erg geDoeg, glibberig en vol
modderkuilen na den regen.c
De Actie van Frankrgk.
De Duitsche tijken hebben kort
geleden al bun propagandamiddelen
aangewend om Frankrijk te betichten,
om ooware inlichtingen te verspreiden
over den staat zijner hulpbronnen
en het moreel zijner legers, en om
het voor te stellen als neerslachtig
en uitgeput.
De Fransche soldaten hebben op
dergelijke beschuldigingen geantwoord
zooais bet paste: door overwinningen.
Gedurende twee maanden hebben zij
de meest woedende aanvallen op den
Cbemin des Dames gebroken, zij
hebben weerstand geboden aan de
bombardementen eener geduchte artil
lerie, aan de verstikkende gassen, en
de stralen brandende vloeistoffen,
en aan den schok der fameuze
«Stosstruppen". Zjj hebben de Duit-
scbe divisies aanzienlijke verliezen
berokkend. Fn ten slotte hebben zij
alle observatie-posten behouden, die
zij eertijds aan den vijand hadden
ontrukt en die hij beweerde te her
overen. De slag houdt op aan de
Aisue om nog verschrikkelijker uit
te barsten in Vlaanderen. Hier is
't het initiatief der Geallieerden, dat
de reusachtige artillerie-duels en deD
samenstoot der tegenstrijdige massa's
doet losbarsten. De Fianschen nemen
doel aan deri aanval, en men kent,
door de Engelsche communiqués, het
bewonderenswaardige élan hunner
troepen, od tot welk een terugwijken
zy den vijand dwongen.
Maar ziehier hoe bij Verdun alweer
de Franschen, met enkel hun eigen
krachten, den reusachtigen veldslag
hervatten die gedurende de gebeele
lente en den geheelen zomer van
1916 zóó en zóóveel Duitsche divisies
vernietigde! Mot onweerstaanbaren
aandrang veroveren zij, den 20en
Augustus, over een front van 18K.M.
de meest versterkte linies van den
vijand. Zij maken 5000 gevangenen.
En sedert dien houdt de overwinning
niet op, zicb te ontwikkelen.
De Duitschers, aldus verslagen op
het Westelijk front, worden prompt
tegengehouden op hot oostelijk front
door bet Roemeensche leger. Einde
1910 bestond dit leger niet meer.
In wanorde gebracht door den terug
tocht uit Boekarest, geduud door be
smettelijke ziekten, telde bet slechts
verminderde getalsterkten en in 't ge
heel geen materiaal meer, noch
wapenen, Doch kanonnen,noch munitie.
Het bad zelfs geen uniformen meer,
zelfs geen levensmiddelen I Hoe komt
bet, dat dit leger eenige maanden
later het machtige offensief breekt,
dat het 't geheele operatie-leger van
maarschalk von Mackensen dwingt
tot stampvoeten en onbewegelijkheid.
Dit komt omdat, in dien tusschen-
tijd, Frankrijk de troepen van koning
Karei gereorganiseerd heeft, omdat
het aan den moed der Roemeniërs
het middel heeft gegeven om te over
winnen.
Het Italiaansche leger herneemt
den loop van zijn aanvallen aan de
Isotizo, bet behaalt merkwaardige suc
cessen op de Oostenrijkers: Fransche
batterijen zijn daarbij tegenwoordig en
nemen op hun beste wijze deel aan
de vernietiging van den vijand.
In Macedonië worden een Duitsch
Ieg6r en twee Bulgaarsche legers
vastgehouden; zij hebben onlangs
geen deel kunnen nemen aan bet
groote Oostenrijksch Duitsche offen
sief tegeu de Russen. Wie weerhoudt
ze aldus? Een internationaal korps,
gevormd door Fransche, Engelsche,
Italiaansche, Servische, en andere
contingenten, en waarvan de opper-
door MaItbe Cobbeaü.
6) Het offer.
«Over een poosje kan ik haar in een
gesticht krijgen. De stumpert!»
Fietje luisterde. Begreep niet de
beteekenis der woorden, die moeder
sprak. Maar toch was 't, of er intuïtief
iets in semi-idiootje opleefde, dat haar
vaag en onduidelijk iets deed
snappen van wat moeder tegen oom over
haar had gezegd. En Manus vertrouwde
't zaakje maar half.
Hij was opgestaan z'n heen was
weer nagenoeg beter en naar het
meisje gewaggeld. Marie volgde hem
met van angst ijskoude handen, tril
lend op d'r beenen.
Toen ging de dronkaard vlak bij
het idiootje staan. Haar de rook nit
z'n pijp vlak in het gezicht blazend.
Het meisje hoestte krampachtig. Maar
oom grinnikte er om. Hij zag nu duide
lijk, hoe ze hem haar gele, puntige
tanden liet zien en ook, hoe 't flik
kerde van doodelijken haat in
haar oogen. Marie stond vlak naast
hem, gereed om het kind te be
schermen als 't moest.
«Wat een kreng!» mompelde hij.
Maar z'n enkel begon te steken. En
hij moest gaan zitten. Toen [stopte
Marie nadat zij hem geholpen had
Pietje gauw in bed.
Vulde Manus z'n glas. Verzon een
of ander schandaal-historietje nit de
buurt. Luisterde naar zijn verhalen
met onuitputtelijk geduld glimlachend,
hem vleiend, hem altijd gelijk gevend.
De goorste moppen, die hij vertelde,
leak vindend. Gedoogend dat hij haar
uitschold voor uil, stomkop, nog
idioter dan d'r kind, omdat ze niet
beter gepast had op het zaakje, dat
Marie wa> ontnomen. Aanhooren in
nederige lijdzaamheid dat Manus
haar voorrekende, hoeveel ze hem nu
al gekost had. 't Op zijn order op
schrijvend. Beloovend dat zij alles zou
«aanzuiveren». Nooit met een woord
reppend over haar dag en nacht voor
hem ploeteren. Alles duldend, dragend,
ter wille van het stompzinnige kind,
dat ze anders «voor de armenmoest
laten grootbrengen.
En als hij over-verzadigd van
sterke-drank begon te snurken, te
ronken, dan nam zij voorzichtig de
steenen tabakspijp uit z'n mond. Schoof
de glazen en de flesch op zij. Zorgde
dat hij niet bij licht of vuur kon
komen. Legde een kussen tegen z'n
rug en z'n beenen op een stoel.
Dan zat Marie te wachten in de
halfdonkere kamer. Zij durfde niet
naar het vertrekje gaan, waar zij en
Pietje sliepen.
De nacht begon te vallen en 't werd
ijskoud. Hij ronkte al heviger. En
boven hoorde zij 't snurken van aam
borstig idiootje. In haar slapen klopte
't en haar oogleden waren loodzwaar.
Zoo, in de stilte en de kon, zat de
wednwe Diephuis, gedreven, beheerscht
door den angst voor straat-armoe en
bedeelingsschande, uren achtereen te
wachten, totdat ze Manna naar z'n
bed zou kunnen helpen.
In de stilte liepen er wel tranen
over de wangen van het al-bejaarde
vrouwtje. Maar ze zorgde er voor,
dat ze niet snikte. Want dat zou
Manus kunnen wekken
Als de roes wat minder werd. En
ddn was 't zaak er voor te zorgen,
dat er niets was, hem nijdig makend....
Op een middag-tijd, dat Manus, die
weer aan het werk was gegaan, haast
nooit thnis kwam, zat Marie aan de
tafel, met een oud doosje voor zich.
Er lagen wat portretten voor. En een
paar armzalige «preciosa», ongeveer
waardelooze souvenirs van haar moe
der en van Karei, haar gestorven man.
't Was vandaag vier jaren geleden,
dat Karei gestorven was. En Marie
zat een paar oude portretten te be
kijken. Een er van stelde haar en
Karei voor op hun trouwdag, hij
met gepommadeerd haar, een gehuurd
«statie-pak», witte das, zij met haar
beste japon aan, de gouden ketting
van moeder-zaliger, die al-lang via
«oome Jan» verdwenen was, om den
hals. Ze hadden 't laten maken toen
zij van het stadhuis en kerk kwamen,
vóór de bruilofspartij. Zij, Marie,
was er op voorgesteld, hom een
arm gevend. In de linkerhand hield
zij kerkboek en zakdoek.
Dan was er een portretje van Pietje,
toen die een halfjaar was. En moeder
keek naar het abnormaal groot ach
terhoofd, waarvan dokter toen al ge
zegd had, dat-ie 't leelijk vond
Er waren nog meer oude portretten
in de doos. En Marie tuurde er met
weemoed naar.
Plotseling hoorde zij stappen. Manus
kwam de kamer in, Vóórdat zij tijd
had, de doos te sluiten en weg te
bergen.
Bij 't snel willen dichtmaken raakte
een zilveren kettinkje, waaraan dood-
oud versleten, verguld medaillon, tns-
6ohen rand en deksel. Manus zag 't
glinsteren. Hij was tikje-aangeschoten.
De ergste, gevaarlijkste stemming
waarin men hem kon treffen
«Nou zie ik 't!« riep de kerel uit
met woede-vuur in de oogen, «nou
zie ik 'tl.... Dat vreet hier mijn
boel op en houdt stiekum goud en
zilver achterbaks.»
Zij, Marie, was vaalbleek geworden.
De doos ontglipte haar bijna. Maar
ze hield 'm nog vast.
«Hier dat ding!» schreeuwde Manus,
die eeu uitbrander van den baas en
boete had opgeloopen, dien ochtend,
«hier dat ding! Denk jij, armoed-
zaaidster, dat ik me langer beduvelen
laat!? Hier zeg ik je!»
Ze trachtte de doos met de laatste
oude herinneringen te verdedigen.
Wordt vervolgd.)