NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecbt. NV 88. Zaterdag 3 November 1317. 4Ge jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG ER ZATERDAG: MEDELEVEN OF BEMOEIEN. DE OORLOG. BINNENLAND. SCHETSEN UIT DE RECHTSZAAL Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per S maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER Bureau: Laugeatraat 37. Telephoonn. 69. AOVEHTENTIEN: Van 16 regels f 0.90; iedere regel meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsrnimte. Treuren roet de weenenden is be trekkelijk gemakkelijker dan jubelen met de blijden. Zóó»er zijn wal de meesten gevorderd op den weg der naastenliefde, dat hei leed van anderen en dan in de eerste plaats van hen, die tot de dagelijkscbe omgeving be- hooren, hen aandoet, in die mate zelfs, dat men een offer zou willen brengen om die smart af te wenden. En daarom is het den menscb goed om niet alleen te staan in de wereld. Een zelfgenoeg zame trots moge soms de een of ander de verklaring ontlokken, dat hij"geen behoefte beeft aan sympathie dat hij zijn eigen pak wel op de schouders kau dragen, in zonnige dagen valt bet niet zwaar er mede voort te wandelen. Maar laat de levenssiormen eens los breken, de in de eenzaamheid zicb verhellende eik heeft dan minder weerstandsvermogen en hij gaat eerder verloren als er geen hoornen om hem been staan, aan den voet, die de ruk winden opvangen en breken. Wij drageo elkanders lasten, niet alleen omdat we ons solidair gevoelen tegen over do wisselvalligheden en teleur stellingen in bet leven, doch ook omdat we geheel onzeker zijn, boe nabij het oogeubhk is, waarop bet ons een weldaad zal zijn, als ook onze vracht over meerdere schouders wordt verdeeld. Dwaas is alzoo een iegelijk, die durft zeggen: Ik bemoei me niet met anderen en heb maar liever, dat nie mand zich met mij bemoeit. Wie zoo spreekt, kent de beteekeuis der woor den met, of hij meent niet, wat bij beweert. Gelijk al het menscholijke onvol maakt is, staat er ook menigmaal een stempel vao onvolkomenheid op de deelneming, die wij anderen betuigen of betoonen, en van de wijze, waarop wjj in de levensomstandigheden van andereD zoeken door te dringen om de maat te bepalen van bet mede gevoel. Het is niet overbodig, er op te wijzen, dat ook hier grenzen zijn, die bet raadzaam is niet te over schrijden. Volmaakt in strijd met hetgeen we boven zeiden van bet deelen van lief en leed, is het bekende voorschrift: Wilt gij den vrede bewaren, bemoei >u dan niet met andermans zaken. Hoe f dit te rijmen, als het toch waar is, 'dat sympathie toch onbestaanbaar is zonder bekendheid, en deze niet te verkrijgen is zondor een meer dan oppervlakkige beschouwing van bet geen onzen naaste aan 't hart ligt, zonder een blik te slaan in zijn woning, te weten te komon, wat hij doet en zegt en denkt, zonder een stuk van zijn leven aan het eigen leven te verbinden En dan bemoeien, dat is zich moeite geven. In gunstigen zin het krachtigst bewijs van een levendige belangstelling, dal alle denkbeeld van onverschillig heid uitsluit. Men gevoelt het er zijn hier twee richtingen. De eene leidt bem, die baar volgt, tot de onbaatzuchtige gave van de rijkdommen zijns ge- moeds en zoo noodig van de werkeD van zijn hauden aan den eveomenscb, wiens druk men verlichten en wiens geluk men verboogen wil, de andere voort naar ii9t ongezellig oord van twist en tweedracht. Hoe vindt men nu het kruispunt, waar beide uiteen- loopen en wie bepaalt bet beginsel dat als kompas moet dienen om den goeden wpg iu te slaan? De gsbeele zuivere toewijding, zonder eenige bij gedachte; het andere een vorm van zelfzucht, die menigmaal zich tooit met het gewaad van een engel des lichts, en niettemin uit den booze is. Wie altijd zit te krabben in ander mans tuin, ligt steik in verdenking, dat bij iu eigen bof bet onkruid stil letjes laat groeien. Om de juiste maat te bepalen waariu en de wijze ie leeren keonen, waarop wij ons niet de aangelegen heden vao den medemensch hobbeo bezig te houden, is boven alles één ding noodig en dat ééne ja, elke tocbt op het terrein der zedelijke levensbeschouwing moet wel op dat zelfde punt uitloopen, 't is niet anders! dat eene is waarachtige menschen- liefde. De oorlogsdoeleinden der Entente. lil het Engelsche Lagerhuis heeft zich een nieuwe burgerlijke viijbeids- groep gevormd, die zal tracbteo daar een vredesdebat uit te lokken, waarbij men boopt van de regeering een duide lijker verklaring te verkrijgen van de voorwaarden der gealheeiden, in het bijzonder wat Elzas Lotharingen be treft. Het Huis verwacht dat de premier dit als een goede gelegenheid zal aangrijpen voor een redevoering over de oorlogsdoeleinden. De Weekly New Age zegt, betref fende den tegenwoordigen staat der oorlogsdoeleinden der geallieerden, dat men niet in waarheid kan zeggen, dat de algemeene openbare meening bet daaromtrent bepaald eens is en dit ongelukkigerwijze ook bet geval blijkt te zijn met de staatslieden der ge- allieerdeu zelf. Lloyd George kondigde een spoedige vergadering dei gealli eerden aan, maar indien men de redevoeringen beschouwen wil van onzo vermoedelijkevertegenwoordigers, zegt het blad, teneinde na te gaan, wat zij eigenlijk zeggen, is hot ver schoonbaar, indien wij in verwarring raken. Lloyd George zeide nog on langs, dat wij door moeten vecbteD. totdat de oorlogsgeest van Potsdam verpletterd is, terwijl generaal Smots verklaarde, dat het de moeite niet waard was door te gaan met vechten, totdat de keizer ten slotte onttroond was; Carson zegt, dat wij beveiligt moeten zijn voor een herhaling van den oorlog in de toekomst. Wat moeten wij ervan denken, dat na drie jaren van oorlog enkele der ODzen nog niet verder kwamen dan de eerste de beste toevallige pbrase, geuit in de eerste dagen van den oorlog, na te papa gaaien? Wij hopen, dat onze verte genwoordigen de conferentie niet zullen bijwonen in dezen Babelschen staat van zaken. Vodjes papier. Een Duitscb officier in Engelsche krijgsgevangeoscbap, zeide zich niet te kunnen verklaren, waarom Engeland, nu Amerika aan den oorlog deel neemt, de Nederlandscbe neutraliteit nog langer ontzag en zich over ons gebied geen gemakkelijke doortocbt naar den Rijn baande. In achtneming van te goeder trouw gesloten ver dragen noemde deze beer enkel zwak heid. Hij zeide voorts te verwachten, dat de Amerikanen het Engelsche offensief bij Yperen in het volgend voorjaar zullen voortzetten eo vreesde tevens, dal de Amerikanen een ge weldige luchtvloot op Duitscbland zullen loslaten. Echt Anerlkoaneeh J Om piopaganda te maken voor de oorlogsleening in de VereenigdeStaten, is de buitgemaakte Duitscbe duikboot »U.C. Boot 5" in drie deelen naar New-Yoik vervoerd, om daar ter slede in het Central-Park te wordeo ten toon gesteld. Het beeft den naam »U (you) buy a Bond" gekregen. Als de drie deelen in elkaar zjjn gezet zullen de burgemeester en audere notabelen •an New-York op het dek van de boot »Liberiy bonds" verkoopen onder een machtig plakkaat: >Dit is een voroverde duikboot. Koopt vrijbeids- leening en brengt meer duikbooten tot zinken 1" Het achterstuk van de boot is met Amerikaanscbe marine-matrozen er op, die de sterren banier zwaaiden, geëscorteerd door twee compagmeëo soldaten en een muziekkorps, gevolgd door een optocht van 4000 kinderen, van de landingsplaats naar bet Central- Park vervoerd. Bij dezen stoet sloot zich de leeningspropaganda optocht der New-Yorkschezakenmenschen aan. De winkels werden gedurende den omgang gesloten. Toen de stoet bleef steken, daar het 40 tón zware scheepsgedeelte rnet den transportwagen in de straat zakte, deden de deelnemers aan den optocht een aanval op de duikboot. Vervol gens verschenen er eenige vliegtuigen boven de boot, die bommen tusschen de menigte wierpeniedere bom be vatte een ijzeren kruis en de volgende boodschap van den Duitschen keizer: »Aan mijn vrienden in de Vereenigde StatenKoopt geen vrjjheidsleening. Ik verleen hiermede allen Amerikaau- schon burgers, die zich kunnen ver oorloven, geen oorlogsleening te koo- pen, ijzeren kruisen voor bun gene genheid en trouw aan mij.t Alleen al het achterstuk van de boot beeft de geestdrift der bezoekers tot het teeketieo van 150.000 dollars op de leening ontvlamd. Men is er ook van overtuigd, dat door het ten toonstellen van het middeu- en voor stuk, waartusscben een doorgang zal wordeD opengelateo om een kijkje in het inwendige van de duikboot moge lijk te maken, een resultaat zal wor den bereikt, dat de vroegere nalatig heid der New-Yorksche bevolking en bun achterblijven bij andere distric ten in het teekenen op de oorlogs- Itening geheel zal goed maken. Uitvoer naar Engeland. De ïVee- en Vleqscbhandel" meldt dat tegelijk met de 800 geslachte graskalveren 16.000 schapen naar Engeland gaan. Er zullen dan in totaal 25 300 schapen zijn uitgevoerd. De commissie voor uitvoer heeft opnieuw coosent aangevraagd voor een paar millioen K.G. schapenvleesch. door MaItkk Corbiau. 1 „Le Beau Ilenri." Ik heb hem gekend in zijn nadagen en het schouwspel was heel bedroe vend, Boms heel schokkend zelfs Ik heb hem ook aanschouwd in z'n «gouden tijd". Erkend moet worden dat hij een Pechvogel was van de echte soort. Z'n vader zie ik daar nog zitten aan het raam van de voorkamer in het heel-ouderwetsche, stijve huis. Ik zie nog zoo duidelijk en scherp voor mij dat smalle, bleeke gelaat met de scherpe trekken; met de schrandere, in later dagen peinzende oogen. Hij zat in het hoekje van het raam en hield een lange, blanke, Goudsche pijp tusschen de lippen. Hij zat daar grijzige wolkjes in de lucht te blazen. En ik wist hem in die dagen ziende waar hij aan dacht, de lange, magere grijsaard. Toen was «Le beau Henri" een der typen in de stad. Een der bekende figuren. Soms ontdekte men hem plot seling als middenpunt van een straat kabaai tje. Dan was hij de boel aan het «opscheppen" in een café. Hij reed met zijn «karretje" door de stad en de menschen wezen hem na «kijk 's gauw I" werd gezegd, «daar gaat Hein, je weet wel, de zoon van den gewezen slager uit de Nieuw- straatKijk 's hij heeft 'm weer om I" En meestal hadden ze gelijk. Zoolang de moeder nog leefde, was er orde geweest in het gezin van den onden Velders. Zij wist ontzag in te boezemen. Toen ze dat groote for tuintje hadden genoten, van dat Oostenrijksche lot, wist zij het beheer in handen te honden. En daarna, die renzebof met de gronden, die Yelders gekocht had, moeder Aagt kende Hendrik en hield hem «in de gaten". Vader was goedgeefsch van aard en zwak van natnnr. Maar het vrouwtje waakte zoo-lang zij maar kracht wist te houden. En Hendrik voelde een soort van schuw ontzag voor do moeder, van wie hij wist dat ze hem doorzag. Toen was moeder gestorven. En bleef Hendrik over met vader. En op zekeren dag bad hij mee-thuis- gebracht kjj ging nog op het gymnasium een vriend met jonk heer-titel. De oude Velders, al-maar zit tend in zijn hoekje aan het raam met de lange pijp tusschen de lippen en genietend van zijn rnst, was ver vreemd van zijn vroegere kennissen. Moeder Aagt had gezorgd dat het geld solied belegd was, hij den ouden kassier, die vroeger een van z'n klanten was geweest en met wien moeder menig nnrtje gepraat had Zij wist, dat zoo-lang die over «de fondsen ging" er geen gevaar dreigde. En toen Aagt voelde, dat het oogen- blik naderde, waarop zij de leidsels nit handen moest geven, had ze Vel ders laten beloven, laten zweren, dat hij nooit ofte nimmer een ander over het geld beheer zou laten voeren. En moeder Aagt had hem heel dicht bij zich laten zitten, want ze kon toen al niet meer anders dan fluisteren. En met hem gepraat over Hendrik. Hij had beloofd, gezworen Maar moeder Aagt was gestorven met een gevoel van heel-beklemmen- den angst voor wat komen zou. Want ze wist menschen van menschen te onderscheiden, en tij kende vader evep goed als haar Heintje Toen kwam een maand of wat na moeders dood de zoon thnis met zijn vriend den jonkheer. En vader was heel vereerd. In de stilte van zijn hoekje zittend op zijn fantenil en in zijn met smaak met zekere weelde ingerichte kamer, I had de oude Velders wel eens eer- zuchtige droomen doorleefd zich, al puffend aan zijn goawenaar afge vraagd, waarom bij eigenlijk niet met «de grootheid" kon omgaau. Centen had-ie er zat voor. En hij dacht aan zijn gewezen-collega Van Dam, die «koek en ei" was met een echte baron, schoon die ook diep bij hem in 't krijt stond, naar men algemeen zeiEn aan Daantje, die waarachtig schoor- steenveger was geweest en óp een goeien dag van oom uit Amerika een half millioen had geërfd. En hoe hij dienzelfden Daan toch gezien had met j een ridderorde in 't knoopsgat en zittend, in een van je fijnste cafe's I in conversatie met een bloedeigen broêr van den burgemeester .-.En aan verschillende dergelijke gevallen meer. j Hij Velders, «u gebleven wie hij was. De oude kennissen had hij ont weken, en nienwe waren er niet ge komen. Moeder Aagt, doodsbang dat zij op hun duiten loerden, had 't steeds weten te verhoeden. Hem voorgehouden het voorbeeld van Janns Tulp, van Manrik's rijk geworden barbier Toen kwam het jonkheertje. Dat met Hendrik, zijn eenigen zoon, repe teerde. En lange gesprekken had met meneer Velders. Hem schet9te zijn voorname, hoog-deftige relatiën. En op zekeren dag voorstelde, donateur te worden van hun club 't kostte maar een simpele vijf- en-twintig pop. Een futiliteit, hè Z'n oom Rengers en z'n neef Tnyll waren ook donateur». Dien middag had vader Velders een flesch port had laten halen. Zijn waDgen gloeiden. Een gevoel van on gebreidelde vrijheid overmande bem. Hij haalde 't gele lapje voor dei -lag. «Merci!" zei jonkheer! j het papiertje met zekere onverschillig «dé dain'' in zijn portefeuille stekend. En hij schonk zich zonder meneer Velders' uitnoodiging af te wachten nog eens van de kostelijke port in. Wordt vervoLyd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 1