NIEUWE *Êt Nieuws- en Advertentieblad NÉT voor de Provincie Utrecht. No. too Zaterdag 15 December 1917. 46e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG: BINNENLAND. SCHETSEN HIT DE RECHTSZAAL Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vriidag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 09. AD VERTENTIEN: Van 16 regels 0.90 j iedere regel meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. H. M. de Koningin heeft, be tredende een verzoek van het hoofd bestuur der vereeniging De Noder- landscht Padvinders, besloten de uniform te erkennen, alsmede de onderscbeidingsteekenen goed te keu ren van de padvinders dier vereeniging. Een conflict tusschen do Brandstof- fen-commissiee in «ne land «n de Rgkskolendistributie. Er is een wonderljjk gedoe aan den gaDg, uitgelokt door het Rijks bureau voor de kolendistributie in Den Haag. Kort vertelt komt hot hierop neer: de Duitsche steenkolen zijn thans heel duur, nl. f 53 per ton, ook de En- gelsche nl. f45 per ton. terwijl de Limburgsche kolefr gemiddeld f '18 per ton kosten. Duitsche en Engelsche kolen zijn hoofdzakelijk voor de industrie noodig, de Limburgsche goeddeels voor huis brand en om nu de industrie aan goedkoope steenkolen te helpen, heeft de Rijkskolendisinbutie bepaald, dat de prijs der Limburgsche kolen van f 18 per ton zal worden verhoogd lot f58 per ton. De huisbrandkolen zullen ruim driemaal zoo duur zijn. En dit niet alleen, er moet over alle reeds sinds Mei geleverde Lim burgsche kolen door de plaatselijke Brandstofleocommissies een navorde ring geschieden. Kreeg de Rijkskolendistributie haar zin, dan zouden voor alle sinds Mei geleverde kolen voor huisbrand, boven 1,0 mud, van elk mud van f 4 80 tot f 6.30 moeten worden nabetaald. Heeft iemand bijv. voor centrale verwarming 200 mud gietcokes gehad, dan moet hij nu 190 Xf 6.30 bijbetalen voor de misschien reeds voor een deel ver stookte kolen. Weigert de betrokkene en dat kan bij natuurlijk doen dan zal hem zoolang de kolendistributie bestaat. geen enkel mud kolen en geen stukje turf meer worden geleverd De plaatselijke commissies zijn no, te recht, tegen dit bedenksel uit Den Haag in bezwaar gekomen. Zij voor zien een zoo ontzaglijken adininistia- tieveo rompslomp ter uitvoering van dit op zichzelf buitengewoon wille keurig systeem, dat contróle on mogelijk is. Ed eigenlijk de geheele uitvoering. Deze Haagsche regeliüg blijkt ont worpen, zonder dat een der plaatse lijke brandstoffencommissies is ge raadpleegd en de voornaamste com missies hebben thans geweigerd deze rigorouse regeling uit te voeren. Wil het Rijksbureau geen kolen meer aan hen leveren, dan draagt zij de voile verant woordelijkheid. Het zonderlingste is nog, dat, met de voorgestelde verhoogingen alleen, het Rijksbureau er niet denkt te komen. Er zullen menschoo weigeren te be talen en anderen zullen geen kolen meer koopen, omdat zij die te duur vinden. Welnu, om dit te compen- seeren zal, krijgt bet Rijksbureau zijn zin, uit de Staatskas 18 millioen gulden worden bijgelegd. Men staat paf bij zulk een politiek Een eenvoudige oplossing ligt voor hen, die niet bij bet Rijkskolendistri- butiebureau betrokken zijn, toch voor de hand. Of men befte een belasting van f25 per ton op de opbrengst der Holland- sche mijnen, waardoor het bedrag van f 75.000.000, dat, naar wij vernemen, noodig is, ver kregen werd. Dit zou rechtvaardig wezen, geen rompslomp veroorzaken, bovendien wettelijk zijn en er was gelegenheid aan de gemeenten uit de f 75.000.060 gelden toe te staan voor een toeslag op de kolen ten bate der minvermogenden. Of men levere de Duitsche en Engel sche kolen tegen den vollen prijs. Welk J onrecht zou er gepleegd worden, als men de industrie voor baar grond- stoffen betalen liet, wat nu eenmaal de prijs is? Waartoe is deze toeslag noodig uit de zakken der huisvaders? Het geheele systeem van bijbetaling is bovendien gebaseerd op een grooten import van Duitscbe en Engelsche kolen. Wat nu als die stokt? Dan moeten de prijzen der buisbrandkolen natuurlijk dadelijk omlaag. En als er een groote invoer is. wat uiterst wen- schelijk moet worden geacht? Dan moeten even natuurlijk de prijzen der huisbrandkolen omhoog! Want het prijsverschil moet aanstonds worden bijgepast. Een systeem, dat bovendien het summum van onrechtvaardigheid bereikt, door voor reeds geleverde en verbruikte waren nabetaling te eiscben, onder bedreiging van niet meer leveren, in slee van een bepaalden datum af, voor de toekomst, de verbooging te doen ingaan, is zóó verwerpelijk, dat het verzet der plaatselijke commissies er tegen ons een daad toeschijnt, die de sympathie der geheele burgerij verdient. Distributie van rundvieesch. De Regeering heeft eenigen tijd geleden in principe besloten over te gaan tot distributie van rundvieesch. Een regeling is thans bij het Ministerie van Landbouw in bewerkiDg. Uit den aard der zaak zijn daaraan veel moei lijkbeden verbonden. Binnen niet al te I langen tijd kan de regeling tegemoet I worden gezien. De Schiedamsche branderijen stopgezet. Het Rgksgraanbureau heeft aan de vertegenwoordigers der branderij- industrie te Schiedam medegedeeld, dat bun deze week voor het laatst granen ter beschikking worden ge steld. Het gevolg van dezen maatregel zal zijn, dat de geheele Schiedamsche alcohol-industrie zal worden stop gezet en bonderden die daarmee tot nu toe hun brood verdienen, werkloos zullen worden Als oorzaak van dezen maatregel vermoedt men naast bet graangebrek en de actie der drankbestrijders, het streven naar concentratie der bedrijven ook in deze industrie, waardoor tevens aan brandstof sterk gespaard zou kunnen worden. De Delfsche Gist- en Spiritusfabriek en de spiritusfabriek te Bergen-op- Zoom, de beide grootpróducenten van alcobol en gist, die melasse als grond stof gebruiken, zouden dan in de be hoefte van het geheele land moeten voorzien. Aflossing der onder de wapenen zijnde lichtingen. De Minister van Oorlog zegt in zijn Memorie van Antwoord op de Oorlogs- begrooting o.a. Nog altijd staat de Regeering op het standpunt, dat het leger in zoo- danigen toestand van gereedheid moet worden gehouden, dat bet in staat is terstond tegen een schending onzer neutraliteit of plotseling intredend ge vaar met voldoende macht op te treden. De politieke omstandigheden en de militaire toestand om ons heen, kunnen allerminst aanleiding geven om thans van dit standpunt maar eenigszins af te wijken. De Regeering is in beperking der sterkte zoover gegaan als zij maar eenigszins kon. De bezettingen der stellingeD zijn voor geen verdei e inkrimping vatbaar. Van de landstormjaarklassen beeft de Regeering alleen nog de jaarklassen 1907 en 1906 te harer beschikking, docb zij meent deze niet voor aflos sing te moeten doen opkomen. Daarom is bet wetsontwerp tot herkeuring der afgekeurdett ingediend. Wordt dit wetsontwerp spoedig tot wet verbeven, dan zal het 3e ge deelte van de militielichting 1918 in of althans dichter bij den gewonen tijd van inlijving worden opgeroepen. Mogelijk zal in Juli a.s. een aanvang gemaakt wordeu met de inlijving van de lichting 1919. Wat da aflossing betreft, de Minister heeft bijzondere aandacht gewijd aan de oudere landstormplichtigen en meent hun eenigen voorrang van vertrek te moeten geven. Groot mag dit echter niet zijn, wijl anders de jongeren te veel in het nadeel komen. Achtereenvolgens zullen vertrekken militielichting 1911 (bij gedeelten) en de landstormjaarklassen 1915, 1914 en 1913. Eerst als deze groepen zijn vertrpkken, zal bevoordeeling der an dere landstormjaarklassen, te beginnen met 1912, kunnen geschieden. Voor de bereden korpsen geldt in hoofd zaak hetzelfde. De lichting 1912 dezer korpsen zal nog tot April 1918 onder de wapenen moeten blijven. Ook de najaarsploeg 1914 der vesting artillerie kan thans nog niet worden gemist. Deze zal eerst kunnen vertrekken zoodra de najaarsploeg 1917 de depóts zal hebben verlaten, d.i. 20 Februari 1918. Algemeene dienstplicht. Naar het oordeel van den Minister van Oorlog zal de algemeene dienst plicht de grondslag van de toekomstige legerorganisatie moeten zijn, omdat dan eerst de mogelijkheid zal bestaan om de geheele volkskracbt voor de verdediging des lands voor te bereiden. De maatregelen, ten aanzien van de lichting 1918 genomen, praejudi- ceeren ten deze niet, aangezien zij een incidenteel karakter dragen. De Minister is overtuigd, dat het defensie- vraagstuk in vollen omvang onder de oogen moet worden gezien en bij bad reeds bet plan gevormd de besturtee- ring van dit vraagstuk aan een of meer speciale commissies op'te dragen. Luchtsehip neergekomen. Donderdagochtend 6.40 uur is te door MaItee Corbeau. 2 't Geheim. Die had bijgewoond haar huwelijk met den jongen violist, die toen niet genoeg verdiende om de huur te be talen van het kamertje waar bij woonde. Om van eten niet eens te spreken Jetje wist 't wel, hoe Hanna hem toen gegeven had zoowat de helft van wat zij verdiende, terwijl ze nog haar oude moeder tot d'r laat had. Maar Cor schilderde haar een heerlijke toe komst; een blijde, zonnige, mooie, als hij beroemd zou zijn geworden. Dan kwam de Goudstroom. Zou Hanneken terugkrijgen, met honderdduizend per cent rente, wat zij nu voor Cor deed nMalle jongen, die je toch bent!" zei Hanna, "als ik jou maar krijg, hè En jij mij P Dan hebben wij allebei genoeg 1" Zij waren getrouwd, toen haar moe der gestorven was. En de roem bleef nog uit. Zij verdiende wel viermaal meer dan Cor, maar ze steunde hem heerlijk. Sprak hem moed in. Zei, dat het uur slaan zou, waarop hij «ze allemaal zou uitlachen", die hem nu nog overtroffen. En Hanna zat halve nachten te werken, want van zijn ver diensten konden ze er niet komen, zeker niet toen de kleine Jo geboren was. En haar voorspelling werd bewaar heid. Hij zou aan een concert deelnemen. Ze had 't allerlaatste van haar spaar bankboekje uitgegeven om hem aan een «smoking», zij 't dan tweedehands, te helpen. En Hanna had tot laat in den middag nog zitten werken aan het pronkstuk. Hij was opgetogen Den dag na het concert kwam hij binnengevlogen. Een krant in z'n hand. 't Zweet gutste hem van het hoofd. Zijn oogen schitterden. «Lees datl Lees dat!» riep hij uit, Hanna de krant toewerpend. 't Was prachtig. Boren verwachting. Hij werd vergeleken met een van je allereersten I «Ik hèn er! Ik bèn er!» riep Cor uit. En hij woelde door z'n verwarde haren. En hij had geen oor om te luisteren naar de zachte woorden, die Hanna hem toefluisterde. Hij zag niet, dat er tranen van geluk over haar wangen stroomden. Telkens greep hij weer naar de krant met de pracht- recensie. En toen zij een opmerking waagde, werd hij ongeduldig. Duwde hij haar terug. j «Och, daar snap jij toch niks van!» zei de door glorieroes bevangen virtu oos. Zij ging stillekens zitten op haar I plaatsje bij de anders op dien tijd steeds 1 snorrende naaimachine. Ze durfde hem j niet storen. Maar zijn ruwe uitval had haar geschokt. En zonder dat Cor 't zag, er op lette, drupten de tranen op de stof, die zij nu eigenlijk had moeten zitten verwerken. Maar die zij nu niet durfde aanraken, bang dat zij hem storen zou in z'n overpeinzing. Jetje, haar oude vriendin, kende het verder verloop ook zeer wel. Van de treurige historie. Hoe Hanna vele uren, lange nachten, alleen had gezeten. Vruch teloos wachtend op haar man. Maar die was nu opgenomen in «het artistieke leven» van de groote stad. Soms kwam hij thuis, tegen den ochtend, na een druk feest. En er kwam nooit een woord van verwijt over haar lippen. Hanna zorgde, dat z'n kleeren er den volgenden dag weer keurigjes uitzagen. Een# was 't gebeurd, dat er een vreemd, naar patschouli riekend briefje uit een zak was gevallen. Hanna had gelezen j wat er op stond voordat zij zelve recht besef had van wat zij deed. Lang had ze daarna zitten peinzen, met doodsbleek gelaat en koortsig starende oogen. Maar tegen Cor had ze er niets van gezegd. Alleen Jet, de oude vriendin, wist! hoè diep de smart was, die nu in Hanna j d'r ziel schreide. En Jetje wist nog meer. 't Was haar ook duidelijk, dat Hanna zich te min, te klein, te on beduidend vond voor den beroemd wordenden virtuoos, die al invitaties had gekregen voor soirées bij »je aller eersten». Jetje wist ook best, dat de glorie van Cor niet volkomen evenredig was aan het cijfer van z'n inkomsten. En hoe Hanna bleef ploeteren, soms tot in den nacht. Maar dat mocht geen sterveling weten. Niemand En als er iemand uit de «hoogere muziekwereld» kwam om Cor te spreken, dan wist Hanna hoe 't haar plicht was om weg te gaan. Naar de keuken of het zijkamertje. Want Cor schaamde zich voor zijn burgerlijke, onartistieke, van muziek heelemaal geen benul heb bende vrouw. Jetje wist, dat zij zich aan dat alles onderwierp, 't Kon immers niet anders. En als zij in Hanna wilde wakker roepen eenig besef van de vernedering, die zij had te ondergaan, dan begreep Jet al heel spoedig dat 't vruchteloos was. De kracht van haar liefde voor Cor was altijd grooter Zelfs toen dat verschrikkelijke ge beurde. Van de scheiding. Geen officieele. Maar zij gingen toch van elkaar. En Cor woonde nu samen met de zeer muzikale, al niet zoo heel jonge dame, die hem zoo innig en zoo vurig be wonderde. Hij had ontdekt, dat de kleine Jo zijn artistieke bloed in de aderen had. En dat voor haar toekomst, die schitterend kon worden, onver mijdelijk was een artistieke omgeving. En weer onderwierp Hanna zich. Tot Jet's grenzelooze verontwaardiging. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 1