NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Alweer wat nieuws
EENE MÉSAILLIANCE
No. 14.
Zaterdag 16 Februari 1818.
47e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG:
DE OORLOG.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nnmmers 5 Cent.
Ingezonden stnkkeninte zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER-
Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. AO.
ADVEH1 ENT1ËN:
Van 16 regels f 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
(Ingezonden).
Ik beloofde in mijn vorig stuk
je den lezers wat meer te vertel
len van het nieuw-opgericlite D e -
mocratisch Verbond, dat
zooals ik reeds zeide, voortgespo
ten is uit de actie, vanaf Febru
ari 1917 gevoerd tegen de toen
malige aanhangige Grond wetsvoor
stellen. Vanaf het oogenblik, dat
die voorstellen in 2de lezing door
de Eerste Kamer waren aangeno
men en de nieuwe Grondwet
dus alleen nog maar te wachten
had op de plechtige afkondiging
om aan de voeten van het Neder-
landsche volk te worden neerge
legd had de actie van die
groep natuurlijk niet het minste
recht van bestaan meer. Men had
elkaar echter in die korte spanne
tijds van krachtig samenwerken
gevonden, men was zich zijn kracht
eenigermate bewust geworden,
en wat zeer zeker velen onzer
tot het besef bracht dat de met
zooveel succes gewerkt hebbende
A. T. A G. moest worden gecon
verteerd, dat waren de verkiezin
gen van Juni 1917.
Wat ont/.ettend groot, hoe bui
ten verwachting verrassend was
het aantal stemmen in de ver
schillende districten, waar A T. A.
G.-candidaten gesteld waren, op
dezen uitgebracht. We stonden er
eigenlijk zelf ietwat verbluft van.
Was de ontevredenheid onder de
kiezers dan zóó groot Waren er
zóóveel, dat die er het hunne toe
wilden bijdragen de laat-zitten-
wat-zit-politiek der heeren te ver
ijdelen Want op de groote trom
was er doordeA.T.A.G. candidaten
waarlijk niet geslagen. Daartoe
ontbrak hun tijd, kracht en geld.
Zeker, geen enkele candidaat be
haalde de meerderheid de in ver
kiezingsstrijd zooveel beter ge
schoolde partijen klopten hun
mannetjes stevig op waar ze
van hun kant natuurlijk groot ge
lijk in hadden en de A. T. A. G.-
candidaten legden het allen in de
verschillende districten, waar ze
gesteld werden, af. Maar er viel
ontzettend veel te leeren uit dien
verkiezingsuitslag, zoowel voor de
partijen als voor de Atagisten. In
dien de verkiezingen in 1917 reeds
zouden hebben plaatsgehad onder
het stelsel der evenredige verte
genwoordiging, da zou er meni
ge zetel door een Atagist. bezet
zijn geworden. Niet alleen de Ata-
gisten ook andere groepen, die
evenmin nalieten candidaten te
stellen, kantten zich hevig tegen
de Grondwetsvoorstellen, doch de
eersten onderscheidden zich zeer
bijzonder van de laatsten in d i t
opzicht, dat ze geenszins een
permanenten Kamerzetel
wensehten, doch enkel en alleen
wilden dienen als olk van het
Nederlandsche kiezersvolk, voor
zoover dit de Grondwet verwor
pen wenschte te zien. Zoodra ze
zich van die opdracht gekweten
hadden, zouden ze hun mandaat
opnieuw ter beschikking van de
kiezers stellen. Het behoeft zeker
geen betoog, dat de kans om Ata-
gisten in de Kamer te krijgen mede
zeer vergroot zou zijn, indien de
verkiezingen in 1917 reeds onder
stemplicht zouden hebben plaats
gehad.
Thans bleven heel wat kiezers,
die van dat politiek gedoe niets
moesten hebben, thuis. Zooals ik
zei: de Atagisten meenden uit de
onderv indingen hij de verkiezingen
in 1917 opgedaan de conclusie te
moeten putten de organisatie in
stand te doen blijven, zij het dan
ook dat deze met een meer posi
tief program voor den dag zou
moeten treden.
En zóó ontstond het Demo
cratisch Verbond, dat na
tuurlijk, kan dit iemand verwon
deren in het eerste punt op
zijn programma verklaart op een
nieuwe Grondwet te willen aan
sturen. Zoodra de omstandigheden
daartoe gunstig zijn, zullen dus
eventueele door het Democratisch
Verbond afgevaardigde Kamerle
den voorstellen tot grondwetswijzi
ging moeten indienen. Aansturen-
op een nieuwe Grondwet zoodra
de tijdsomstandigheden dit toela
ten, het is dat logische en con
sequente uitvloeisel van de een
maal zoo krachtig ageerende A.
T. A. G. Het Democratisch
Verbond had dit pogrampunt
als eerste en voornaamste te aan
vaarden als erfenis van de A T.
A. G die tevergeefs helaas zoo
heftig front maakte tegen die
grondwetsvoorstellen.
Eerlijk bovenal 1
En daarom moet ieder, die zich
hij het Dem, Verbond wenscht
aan te sluiten, goed en duidelijk
i inzien, dat deze organisatie on-
I omwonden te kennen te geven
heeft de thans vigeerende Gron-
wet de Grondwet-Cort v. d. Lin
den achten wij een slecht en voor
de Ned. natie schadelijk stuk
werk en we willen dus aansturen
op een andere, betere. Het zou te
dwaas zijn om alleen te loopen
van het Dem. Verbond te verlan
gen, dat het in 't vooruitzicht
stelt, in de eerstvolgende vierja
rige wetgevende periode, die eer
ste en voornaamste programpunt
te realiseeren.
Terecht zei minister Treub op
de constitueerende vergadering
van den Economischen Bond
•10 Dec. 1.1. dat het dwaas zou zijn
te denken in de eerste jaren 'n
nieuwe Grondwet ontworpen te
krij/en.
Maar al weten de leiders van
het Dem. Verbond, dat we
aan die Grontwet nog heel wat
jaren zullen vastzitten, ze kunnen
toch zoo eerlijk zijn te erkennen
we slikken haar dus, force
majeure natuurlijk maar méér
dan slikken is het ook niet en
we komen er ruiterlijk voor uit
dat we deze Grondwet niet willen,
om dat het Ned. volk haar
niet wilde, en dat we, zoo
gauw de tijd daartoe gunstig is,
zullen trachten een hetere, i n
waarheid stoelende op den
volkswil, tot stand te brengen.
Dat inmiddels het Dem. Verbond
niet met de handen in den schoot
gaat zitten, doch in afwachting
van die nieuwe Grondwet vast
aan het werk gaat, om binnen de
gi enzen der vigeerende verbete
ringen aan te brengen langs de
wetgevende lijn, ligt dunkt me
voor de hand.
De leiders van het Dem. Ver
hond zullen wel weinig voelen
voor Don Quichotterie.
J. S. R. BaerveldtHaver.
Het uur der volken.
Pierre Renaudel, de bekende socia
listische afgevaardigde, schrijft in de
,,Humanite" De jongste gebeurtenis
sen in Oostenrijk en Duitschland wij
zen, volgens de door Albert Thomas
te Boideaux gebezigde uiidrukking,
er op, dat het uur der volken nadert.
Het zou voorbarig zijn om eenvoudig
uit de jongste berichten de gevolg
trekking te maken, dat er revolutie
in Duitschland is. Wij nemen zonder
twijfel slechts de vóór-verscbijnselen
waar. Doch wie kan voorspellen, wel
ke veranderingen er kunnen plaats
hebben in het gemoed der massa
tengevolge van de voortzetting van
een oorlog, waarin geen militair suc
ces den vrede nader schijnt te breog-
gen tengevolge van de ontberingen
en het voedselgebrek de dubbelzin
nige handigheden van de regeermg,
die nooit beeft willen duidelijk maken,
wat zij van den oorlog en wat van
den vrede verwachtte tengevolge ook
van de nauwelijks benekte weigering
van een democratiseer ing, die toch
de eenige waarborg is voor een open
en duidelijke politiek bij de interna
tionale verhoudingen.
Aan de volken moet gezegd wor
den, dat de vrede inderdaad in hun
hun handen berust. Men moet aan
aan de volken, die zich moeilegeven
om hun democratie te veroveren, zeg
gen dat wij bun die taak niet on
mogelijk maken. Wat kunnen de vol
ken van Duitschland en van Oosten
rijk vreezee Du, dat bun politieke
revolutie de vernietiging van hun
land door vreemde legers vergemak
kelijkt. Men moet ze zeggen, niet
alleen in negatieven vorm, dat wij
weigeren in onderhandeling te treden
met de Hohenzollerns, maar ook in
positieven vorm, dat wij bereid zijn
morgen aan den op de door Wilson
aangegeven grondslagen onderhande
lingen te openen met de democratische
machten van Duitschland, als zij er
in mochten slagen de leiding te be
machtigen.
Bij de beweging, diezicb in Duitsch
land meer en meer begint af te tee
kenen, vraagt de arbeidersklasse be
halve het algemeen kiesrecht, ook liet
FETTILLETOIT.
Wij weten reeds, dat Saartje een
mooi meisje was, en het genoegen dat
zij smaakte en een levendige uitdruk
king aan haar gelaat gaf, droeg bij,
haar een beminnelijk voorkomen te
geven.
Op haar verzoek geleidde bij haar
de danszaal uit naar een klein ver
trek, waar gelegenheid was, een der
gelijk accident te doen herstellen
waartoe eene oppasster haar hare
diensten bood. Toen moest echter om
de band weder aan te hechten het
masker afgedaan en haar gezicht nog
maals ontbloot worden. Nu kon Filip
niet langer verzwijgen, hoe lieftallig
hij haar vondeen verklaring die
hem voorkwam haar niet te misha
gen. Althans toonde zij zich niet ver
stoord, toen hij haar voorkomen prees,
en zich gelukkig betuigde, haar cava
lier te mogen zijn.
In dat vertrek bevond zich een
klok, die juist twee slagen deed weer
klinken. Dat geluid verschrikte Saar
tje zoodanig, dat zij het masker in
den steek liet, en zonder afscheid te
nemen, de deur haastig uitliep. De
handschoen die zij uitgetrokken had,
liet zij vallen. Filip bukte zich om
hem op te rapen. Inmiddels was zij
tusschen de gemaskerden, die in den
gang heen en weder wandelden, ver
dwenen. Door dezen werd hij ook
belet, haar te vervolgen en in te
halen. Zijne pogingen om haar terug
te vinden bleven vruchteloos. Nu was
het genoegen voor hem gedaan. Er
bleef hem niets over tot troost, dan
de herinnering aan het schoone meis
je, en het bezit van den handschoen,
dien zij verloren had. Deze inwendig
den stempel dragende van een Lon-
densch fabrikant, bevestigde hem in
zijne meening, door het gemak waar
mede zij zich van de door hem ge
bezigde taal bediend had veroorzaakt,
dat zij een engelsch meisje was, hoe
wel hij erkennen moest, dat zij niet
aan 't blonde, blauwoogig type be
antwoordde, dat men zich ten onznet
gewoon is van de dochteren Albion's
te vormen.
Zoo als wij reeds vermeld hebben,
waren de neven intiem genoeg, om
elkander hunne hartsgeheimen toe te
vertrouwen. Gerard bleef dan ook
niet onkundig van Filips avontuur.
Zoodra zij te huis kwamen, werd, zoo
als te verwachten was, de handschoen
te voorschijn gebracht, en daar die
bijzonder klein was, noemde Gerard
de domino Assehepoetster de tweede,"
zoowel omdat zij eensklaps, bij het
slaan van de klok verdwenen was, als
dat dit met achterlating, in handen
van den prince- charmant (Filip) van
haar kleinen handschoen was geweest
Nu was wel is waar, in 't verhaal
van "Moeder de Gans" middernacht
Vhenre fatale en het achtergelaten
voorwerp een muiltje maar, zeide
Gerardnon bis in idemgelijksoorti
ge voorvallen, zijn niet in alle bijzon
derheden gelijkvormig.
Wij hebben «Assehepoetster" ver
laten, op het oogenblik waarop zij de
ontdekking deed, dat het reeds twee
uur was. Wij willen de nieuwsgierig
heid van den lezer aangaande hetgeen
er verder met haar voorviel, niet
langer op de proef stellen. Zij was
zeer ontsteldvoornemens om twaalf
uur thuis te komen, had het genoe
gen dat zij smaakte, haar den tijd
geheel doen vergeten. Zonder zich
een oogenblik te bedenken, bad zij,
zooals wij reeds vermeld hebben, het
vertrek waar zij met Filip was, niet
alleen verlaten, maar was ook dade
lijk de buitendeur uitgegaan. Daar
op dat nachtelijk uur niemand meer
op straat was, en de studenten er
nog niet aan dachten, huiswaarts te
keeren, of zelfs het feestlokaal te ver
laten, leed zij, niettegenstaande den
domino dien zij aan had, geen aan
stoot op hare wandeling. Zij spoedde
zich snel voort, haar hart klopte he
vig, niet alleen van de haast die zij
maakte om thuis te komen, maar
vooral van angst, dat hare moeder
inmiddels ontdekt zou hebben, dat
zij niet op hare kamer en zelfs niet
in huis was.
Het uitgaan had zonder stoornis
plaats gehad, en wat het bal zelf be
trof, had het genoegen dat zij ge
smaakt had, hare verwachting, hoe
hoog ook gespannen, verre overtrof
fen. Zij had dan ook aan geen terug-
keeren gedacht, voor dat het slaan
van de klok er haar aan herinnerd
had. Het speet haar zeer, dat het reeds
zoo laat was en zij vreesde nu het
ergstewant, als zij om twaalf uur
thuis was geweest, was zij er zeker
van dat moeder dan nog in den win
kel zou zitten. Zij had zich dan onk
geen oogenblik bedacht, en had zoo
wel het masker, dat zij van Roosje
te leen had, in Men steek gelaten,
maar ook deze zelve, niets van haar
vertrek gezegd. Zelfs had zij zich den
tijd niet gegund, den handschoen op
te rapen, die zij wel bemerkt had, te
hebben laten vallen.
Reeds was de weduwe, na den win
kel gesloten te hebben, en in ronde
cijfers, de winst van den avond bere
kend te hebben, naar boven gegaan.
Het was al laat geworden eer zij
daarmede klaar was. Er bestond alle
reden te vermoeden, dat Saartje al
lang ingeslapen was. Ze deed baar
kamerdeur open, maar daar Saartje
geen hoorbaar teeken van leven gaf,
bevestigde dit die onderstelling. Toch
trad zij een paar schreden de kamer
in. Zij wilde Saartje een nachtkus
geven. Zij weerhield zich echter aan
die begeerte toe te geven, uit vrees,
haar, als zij de bedgordijnen opende,
jdoor het licht van den blaker, dien