NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Plaatselijk Nieuws.
EENE MÉSA1LL1ANCE.
No. 48.
Zaterdag 22 Juni 1918.
47e jaargang
;JfeÉ
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
VERMANINGEN.
Amersfoortsche Courant
V»
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afionderlijke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Vrndag.
Tijdelijk slechts Zaterdags.
Uitgever GJ. SLOTHOUWER
BureauLangcstraat 17. Telephoonn. 69.
ADVERTENT^:
Van 16 regels f 0.90; iedere regel meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Toen in de grijze oudheid (1200
jaren voor Christus) de stad Troye
gedurende 10 jaar door de Grieken
werd belegerd, was er binnen haar
muren niemand, die een zwaarder
zieleleed had te verduren dan de
dochter des konings, Kassandra.
Haar toch hadden de goden de
gave verleend de toekomst te voor
spellen, maar zij hadden deze gift
vergald door te beschikken, dat
niemand aan haar voorspellingen
geloof zou slaan. En zoo kwam
het uit. Telkens en telkens voor
spelde deze helderziende den treu-
rigen ondergang, den diepen val
van haar vaderstad, doch geen
harer medeburgers wilde haar ge-
looven en als een dwaze, die zotte
klap uit sloeg, werd zij uitgelachen.
Kassandra, wier naam spreek
woordelijk is geworden, staat niet
alleen.
In den regel hebben profeten,
die een godsgericht aankondigen,
geen geloof gevonden. En zoo menig
man of vrouw in onzen tijd, die
met scherpen blik treurige gevol
gen ziet aankomen en met vast
beradenheid en overtuiging die
nadering aankondigt, wordt met
spottend gelach als een dwaas
behandeld.
Aankondigingen van een treu
rige toekomst vinden vaak hij ieder
geloof, behalve juist bij diegene,
voor wier ooren zij allereerst be
stemd waren. Dat is bij degenen,
die door hun eigen gedrag hun
toekomst voor een groot deel in
hun handen hebben en bezig zijn
door slecht gedrag of loszinnige
levenswijze die toekomst te ver
nietigen.
Hoeveel liefhebbende moeders
stonden als een Kassandra tegen
over een kind, dat haar lessen in
den wind sloeg, tegenover een zoon,
die vergeten had, dat ïwie aan
God en aan zijn moeder denkt,
nooit verloren kan gaanuhoeveel
moeders hebben zulk een zoon den
afgrond voorspeld, waarin hij zich
werpen ging, de wroeging die
onherroepelijk te Iaat zou komen
en hebben geen geloof gevonden.
Hoevele ernstige mannen hebben
het aan eigen kinderen of aan de
jongelingschap, wier oor ze konden
bereiken, gepredikt, dat siedere
schuld zich eenmaal wreekte en
zijn voor dwepers of onzinnigen
versleten.
Maar zoo wanhopig als'die van
Kassandra staat de zaak dezer
ernstige vrouwen en mannen niet,
want hier is het geen onverbiddelijk
fatum, opgelegd door wi eede goden,
dat bun profetie met machteloos
heid slaat, het is slechts de zwakte,
de verdorvenheid van het men-
schenhart, dat een afkeer heeft
van deze dingen en zich met alle
macht verzet tegen wat het on
aangenaam vindt.
Met alle macht?
Maar die macht is te breken
door de kracht der liefde, welke
alles vermag.
De vermaningen, de tranen, de
gebeden van een Monica, hebben
van haar zoon wel een Augustinus,
den held der kerk, gemaakt en
dat feit uit de geschiedenis her
haalt zich in andere vormen telkens
en telkens onder onze oogen. Wie
dus voor een tijd het lijden van
Kassandra ondervindt, die gedurig
vooreen treurigeinde waarschuwde
en geen geloof vond, die wanhope
niet als zij, maar denke aan de
kracht der liefde, sdie nimmermeer
vergaatc.
Door de liefde geleerd, zoeke
hij den sleutel tot de harten der
menschen.
Als wij het zoo ver weten te
brengen, dat de menschen hun
hart voor ons openen en ons hun
vertrouwen schenken, dan eerst
wordt het mogelijk, dat onze pro
fetieën, mogen het ook sombere
zijn, tot hen ingaan en een kracht
ten goede op hen uitoefenen.
En weten wij het niet zoover
te brengen, als wij dan maar met
een goed geweten kunnen getuigen,
dat wij den sleutel tot de harten
ernstig gezocht hebben.
Maandagavond-sprak in »Amicitia»
Prof. Mr. Diepenhorst over: »De ko
mende stembusstrijd».
Na een uiteenzetting van de laatste
politieke gebeurtenissen, behandelde bij
de taak der antirevolutionairen, wat
deze partij gedaan heeft en zal doen.
De tekortkomingen van de linkerzijde
werden vervolgens in het licht gesteld.
Aan ds Staatsbemoeiing moet, zei spr.,
een einde komen. Nadat hij nog be
toogd had, dat Gereformeerde en
Hervormden behooren samen te gaan,
sloot bij zijn rede.
Ook sprak Maandagavond nog
de heer D. Wijnkoop namens de S. D. P.
in »De Keizerskroon« voor een slecbt
bezochte zaal.
Dinsdagavond sprak in »Amicitia«
namens de Vrij-Liberalen Prof Mr.
A. C. Visser van Yzendoorn, lid der
'2e Kamer, over »De politieke toe
stand».
Mr. Van Traa heette de aanwezigen
welkom en gaf het woord aan spreker.
Deze begon met te verklaren tegen
een lang program te zijn met het
oog op de moeilijke tijden. De vraag
is: Wat zijn het voor mannen, die
daar op de lijst staan, wat is hun
verleden enz. Aan die programma's
hechten we niet die groote waarde.
Hierom is de keuze van het stem
biljet een moeilijke taak. Er zijn lijs
ten, die niet hadden moeten ingediend.
Ik noem die van de politiemannen
We krijgen zoo een parlement, dal
niet voot zijn taak berekend is. Over
de lijst van de Vrijz. Dem. Bond valt
te discusseeren. Hoe staat links tegen
over die welvaartspolitiek De S.D.A.P.
wil de goede bedrijven aan den Staat
brengen. De Vrijz. Dem. vergasten
ons op heel mooie theoretische be
schouwingen. Willen van de klassen
strijd van de S. D. A.P. niets welen.
Zullen in zaken betrelïende de ex
ploitatie van de zijde van de S. D. A. P.
staan. De Unie is moeilijk te bestrij
den, omdat ze telkens een anderen
kant uitgaat. Ze noemen ze wel eens
een allegaartje. Mannen als De Kan
tor on Van Doorn zijn het nooit eens
met De Muralt. Hoe zal zich de
Econ. Bond gedragen? Ik moet het
antwoord schuldig blijven. De vraag
is: Wat hebben we in de toekomst
van Prof. Treub te verwachten?Zeld
zaam begaafd, maar zeldzaam vast
van lijn. Hij hekelde Pierson en ver
liet zelf bet professoraat voor hij iets
gedaan had. In Treub heb ik weinig
vertrouwen. Het gescharrel van de
duui tetoeslagen is niet te verdedigen.
Ik mis voldoende vastheid van lijn
om op zoo iemand te vertrouwen.
Zoo'n man moeten we niet hebben
voor de volkswelvaart. Onze ambte
naren worden te slecht betaald, er
zijn er te veel en doen maar half werk.
Hoe staan we ten opzichte van de
andere partijen. Links de socialisten.
Wat wil deze partij? De partij is
verburgeilqkt, dit is maar schijn, zegt
Troelstia. Hij betreurt bet dat ons
land te klein is voor een revolutie.
Wij hebbsn met de socialisten een
vierkant tegenover elkaar staande
levensbeschouwing.
Spreker behandelde vervolgens de
buitenlandsche politiek en gaf als zijn
indruk, dat deze in banden van Minis
ter Loudon volkomen veilig is.
Waarom ons te keeren tegen de
kerkelijke partijen? Ze vermengen
godsdienst en politiek. Van de Katho
lieken is dit volkomen begrijpelijk. De
Katholieke kerk beeft vroeger de
Staat overbeersc'at en zou dit nog
willen doen. Deze kerk is een macht
voor zijn eigen geloovigen.
Het Protestantsche geloof staat er
anders voor. Gaat ze met de Katho
lieken samen dan is het om de school.
Van links verwacht ik de sterkste de
socialisten, van rechts de Katholieken.
Aan de Katholieke meisjesschool ont
breekt veel, ook nu nog. Nog een
bezwaar heb ik tegen het overheer-
schen van de kerk over de school.
Ze verklaren te zijn vjjanden van de
neutrale school.
Spreker gelooft dat het vaderland
er behoefte aan heeft een partij te
hebben die zich op stelt de openbare
school te verdedigen.
Er was geen debat.
De heer Van Beresteyn sprak
Donderdagavond in »Amicitia« over
»De toekomst van Nederland».
De heer Verhoef opende en wees
op de groote verdiensten van den heer
Van Beresteyn en wekte op zijn stem
öp bem uit te brengen.
Spreker zeide, de Staatkundige
vraagstukken te zullen aanstippen en
begon met te herinneren aan het
kiesrechtvraagstuk en het onderwijs
vraagstuk. Hoe moet na de stemming
worden uitgerekend, wie gekozen is.
Dit werd duidelijk uitgelegd.
Dr Bos bracht op het gebied van
onderwijs bevrediging. De schoolstrijd
was vinnig en werd ten slotte een
politieke strijd, waarvan ten slotte het
kind de dupe werd. Wij Democraten
zullen in deze richting voorwaarts
schrijden. Wij hebben niet voor Art.
192 gestemd om het algemeen kies
recht te verkiijgen.
21)
Filip arbeidde gaarne en daarbij
met groot gemak. Hij liep ook het
tête-a tète met Saartje mis. De weinige
tijd dien zij echter zamen alleen waren,
liet zij inmiddels niet voorbijgaan,
zonder haar slecht humeur te toonen.
Saartje drong er steeds op aan dat
bij zijn vader, nu hij toch met hem
verzoend was, om eene toelage zou
verzoeken, maar Filip gaf bepaald te
kennen, dat niet te willen doen. Op
zettelijk had hij eene bezigheid ge
zocht en er haar de verdiensten van
geheel gegeven, maar meer kon hij
niet doen, zjjn gevoel van eigenwaarde
verbood hem, geld aan te nemen
van den vader, die zijn huwelijk niet
erkende.
Filip wist niets van de inkomsten,
die haar spaarpot haar verschafte, eo
haar goed gekleed ziende, hield hij
hare klachten dan ook voor onge
grond, minstens overdreven te zijn.
Menigen nacht bracht Filip slape
loos door, hij dacht aan den band,
waaraan hij zich willens en wetens,
tegen verbod zijner ouders en waar
schuwing van de zijde zijns neefs ge
kluisterd had. Saartje was mooi, maar
dat was ook al het gunstige dat van
haar te zeggen viel. Hij bemerkte hoe
zeer hij zich door zjjne verblinding
in haar karakter bedrogen had. Waar
om bad hij zich tot de scbakiog laten
verleiden 1 Dat Saartje hem geen liefde
meer toedroeg zoo 't al ooit het
geval was geweest leed bjj hem
geen twijfel, en wat hemzelven aan
ging, de tijd der zinsbekoring was al
lang voorbij. Haar geheele manier van
zijn, was in strijd met zijne opvatting
eener fatsoenlijke vrouw. Niet dat zij
aanleiding gaf trouweloos te zijn,
maar bare manieren waren die van
den geringen stand, waarin zij ge
boren en opgevoed was. Elke ver
maning zijnerzijds, werd slecht opge
nomen, zoodat hij het opgegeven had,
aanmerkingen op baar luidruchtigheid
in 't publiek als anderszins te maken.
Haar humeur was zoo prikkelbaar,
dat bij, zoo veel mogelijk, geen aan
leiding gaf om haar in een kwaden
luim te breDgen.
Dat het huwelijk met Filip ook van
haar kant Saartje tegenviel, weten
wij. Zij had gerekend in zijn kring
opgenomen te wordeo, terwijl niemand
van zijne bekenden haar aankeek.
Zij hield van eene vroolijkheid, zoo
als het gezelschap van de Zomers
haar aanbood, en Filip was ernstig
en weinig spraakzaam.
In den beginne was dat zoo niet
geweest, maar hij had spoedig be
merkt, dat haar verstand niet opeen
gelijken trap met het zijne stond,
zoodat er slechts weinig punten van
aanraking tot het voeren van een
onderhoud met baar waren. Hij zweeg
dan ook maar liever, dan niet be
grepen te worden.
Voor beiden was het te betreuren,
elkander ontmoet te hebben. Waren
zij niet te zamen op het bal masqué
geweest, Filip was een gehoorzame
zoon gebleven, en had eene vrouw
uit den kring waartoe hij behoorde,
kunnen vinden, terwijl Saartje als
vrouw van neef Jameson, veel ge
lukkiger had kunnen wezen,- dqn- zij
nu was, als die van den voornamen
koopmanszoon, wiens familie baai-
ontkende.
X. CLkRA.
Na zekeren tijd gbg Filip weder
in de wereld Door een toevallig op
gevangen gesprek, kwambij te weten,
door zekere Clara van Te-linden be
mind te worden. Dat stDelde zijne
ijdelbeid in booge mate, ^ant het
jonge meisje was van aanzienlijke
geboorte; zij was ouderloos en v0onde
met haar broeder. Waar hij haa- ont
moette, zocht hij haar gezelscbaj op,
en hij bad de zwakheid, niettegen
staande de ontdekking die hij vin
hare gevoelens ten zijnen opzicht,
had gedaan, haar de oogen, omtrent
zijne maatschappelijke positie niet te
openen. Hij ging voort, zich bij elke
voorkomende gelegenheid bij haar te
voegen. Zelfs kwam het zoo ver, dat
hij iu opgewondeD stemming ver-
keerende, baar op een bal op on
dubbelzinnige wijze te kennen bad
gegeven dat. zij hem liefde had inge
boezemd. Nu was hij niet zoo als
wanneer hij met Saartje alleen was.
Clara had een ontwikkeld verstand
en wist over alles met hem te spreken.
Welk een onderscheid tusschen die
twee, dacht bij. Indien hij vrij ware
geweest, hoe zou hij begeerd hebben
zich met dat meisje te vereenigen.
Eenmaal over zijue gevoeleos ge
sproken hebbende, drong hij er bij
baar op aan, dat zij bevestigen zou
wat eene onbescheidenheid hem nad
doen te weten komen. Hij was wel
sprekend en Clara beminde hem. Het
duurde dan ook niet lang of zijdeed
de gevraagde bekentenis. Ja, hij had
indruk op haar gemaakt, dat kon zij
niet loocheuen. Eers toen zijne bede
verhoord was en hij uit de bedwelming
der danszaal en hare tegenwoordig
heid zijnde, ontnuchterd huiswaarts
\eerde, erkende hij te ver te zijn ge-
g-an. Juist was dat echter, meende
hij, eene reden om de waarheid te
blrjvjn verzwjjgen, eo niet sterk ge
noeg zijnde, de magneet tegenstand
te bivien, ging bij voort, haar ge
zelschap te zoeken.
Wordt vervolgd.)