NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor do Provincie Utrecht.
LIEFDE TOT DE MENSCHHEID.
EENE MÉSAILLIANCE.
No. 55.
Zaterdag 10 Augustus 1818.
47e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
DE OORLOG.
BINNENLAND.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afioaderlgke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Vrijdag.
Tijdelijk slechts Zaterdags.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephooou. 69.
ADVERT ENT1ËN:
Van 16 regels 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Dat is een van die vage ideeën,
die voor de practijk des levens
geringe waarde hebben. De warmte
van onze sympathieën moge wel
ver uitstralen, zij moet wel nood
wendig afkoelen, naarmate de
kring zich verwijdt; en als wij
bedenken wat er gedaan behoort
te worden ter verzekering van
»een menschwaardig bestaan", dan
hebben we niet eerst te onder
zoeken wat bijv. een gezinshoofd
bij de papoea's van Nieuw-Guinea
daaronder verstaat. Hij moet dat
voor zichzelf, zoo noodig in ver-
eeniging met zijn rasgenooten maar
uitmaken.
Voorloopig interesseert ons alleen
wat we zoo in ons eigen land
aanschouwen, bij menschen die
onze taal spreken, die in vele op
zichten voelen evenals wij, wier
belangen nauw met de onze zijn
verwant. We staan voor het treu
rige feit, dat er voedsel ontbreekt,
dat er geen ruimte beschikbaar
is om te leven overeenkomstig de
allereerste eischen van gezondheid
en zedelijkheid, voor tal van men
schen, die met ons zijn opgenomen
in hetzelfde bevolkingsregister. De
mensch, de koning der schepping,
heeft een waardigheid op te hou
den hij kan zijn majesteit niet
handhaven, als hij zijn bestaan
voortsleept door het slijk gelijk de
meest ignobele dieren, als hij zich
voeden moet met afval en zelfs
daarvan niet genoeg kan krijgen.
De vorstelijke waardigheid was in
vroegere tijden niet met luister
omgeven en zij behoefde dat ook
niet, want zij boezemde uit zich
zelf ontzag in maar toch er passen
geen lompen bij en zij kan niet
tronen in een krot.
En ziet eens, hoeveel van den
adel des menschelijken geslachts
er in de beschaafde Europeesche
wereld van de negentiende eeuw
verloren gaat, omdat hij zijn waar
digheid niet op kan houden! Alle
hoogere aandrift, verder reikende
dan het ve>overen van een bete
broods, moet immers wel verdwij
nen, als de zorg voor het laatste
en de bezorgdheid dat het niet
verkregen zal worden, heel den
geest in bezit neemt. De behoefte
heeft als god Janus, twee aange
zichten, het eene kloekmoedig uit
ziende langs den weg waar be
vrediging kan worden gevonden,
het andere wanhopig, met som
beren blik in het duister starende,
of ter zijde loerende langs den
weg der misdaad De behoeften
heeft krachten te voorschijn ge
roepen en tot groote overwinnin
gen geleid, die zonder haar niet
zouden behaald zijnmaar zij
heeft ook menschen beneden het
dierlijke verlaagd, de flarden van
den koningsmantel hunner waar
digheid op een mesthoop verstrooid,
de vonken van hun goddelijken
oorsprong begraven onder de asch
der verdorvenheid.
Het is een verheffende gedachte,
dat wij leven in een tijd, waarin
meer dan ooit gevoeld wordt en
begrepen hoezeer het lot van den
medemensch samenhangt met het
onze. De strijd om een mensch
waardig bestaan, alom ondernomen,
ofschoon dikwerf op weinig tac
tische wijze uitgevoerd, verschilt
in zoo verre met een gewone, dat
hij de partijen nader tot elkander
brengt, haar tot hetzelfde doel
vereenigt. Er zijn tal van hinder
palen weg te ruimen en dat moeten
wij gezamenlijk doen, tal van mis
bruiken op te heffen en ieder be
hoort daartoe bij te dragen. De
eerst belanghebbenden, dat zijn
zij, die gewoonlijk als de imin
bevoorrechten" worden aangeduid,
moeten vooral niet vergeten, dat
zij niet slechts hebben te ontvan
gen, maar bovenal te gevente
geven hun volle toewijding aan
de maatschappelijke taak hun op
gedragen. Om in hun waardigheid
te worden erkend, hebben zij hun
adelbrief te toonen en die wordt
niet dan op den weg van plichts
betrachting verkregen. Daarin be
staat in de eerste plaats het
menschwaardige van ons bestaan
en wie aan dien eisch voldoet,
verdient ook dat aan zijn billijke
eischen bevrediging wordt gegeven.
Amerika's krachtsinspanning.
In Engeland zijn thans 9 Ameri-
kaansche congresleden, die omtrent de
krachtsinspanning der Vereenigde Sta
ten het volgende hebben meegedeeld:
Het land telt thans 20 millioen mannen
van dienstplichtigen leeftijd en ieder
jaar bereiken meer dan een millioeD
dien leeftijd. Thans zijn 1millioen
Amerikaansche soldaten in Europa en
voor October om is, zullen er 2 mil
lioen zijn, terwijl er nog l'/i millioen
worden afgericht.
lederen dag vertrekkenertienduizend
naar het gevechtsfronl, zonder door de
duikbooten belemmerd te worden. Er
zijn naar verhouding minder Ameri
kaansche soldaten op den Oceaan
omgekomen dan Duitsche soldaten bij
het treinvervoer van Rusland naar het
westen. Er worden wekelijks 54 211
geweren uitgereikt en 5000 machine
geweren vervaardigd. Da dagelijksche
capaciteit der Amerikaansche fabrieken
is 700.000 granaten.
Er werden wekelijks een millioen
handgranaten van allerlei model ge
leverd. Meer dan honderd werktuigen
voor den loopgraafoorlog zijn er uit
gevonden. In het gebruik van vlammen-
spuiten en giftige en brandbare gassen
beeft Amerika groote vorderingen ge
maakt, zoodat de militaire leiders in
Duitschland berouw zullen hebben over
de invoering van zulke barbaarsche
methoden. De beschermmiddelen,
welke de Amerikaansche troepen tegen
het gas bezitten, kunnen nooit in
Duitschland nagemaakt worden, omdat
daar de benoodigde materialen niet
bestaan.
Amerika bouwt thans meer dan
25 000 vliegtuigen en er zijn thans
alleen in de Vereenigde Staten meer
dan 100.000 vliegers. De nieuwe
Amerikaansche motor, de vrijbeids-
motor, is voor zijn gewicht de krachtig
ste machine ter wereld, zoodat de
groote bombardementsmachiDes, die
dood en verderf over Duitschland zullen
zaaien, in twintig uur over den At-
lantischen Oceaan kunnen vliegen.
Als alle werven klaar zijn, kan men
per maand een millioen aan scheeps-
ruimtebouwen,datis meerdan Duitsch
land ooit in een jaar voltooid beeft.
Eén dag dubbel brood.
De Minister van Landbouw heeft
bepaald:
1. De wittebrood-, bruinbrood-,
roggebrood- en aanvullingsbroodkaar
ten voor het 62e tijdvak zullen geldig
zijn gedurende zes dagen.
2. De onder 1 bedoelde kaarten
voor het 63ste en volgende tijdvak
zullen, zoolang niet anders is bepaald,
geldig zijn voor zeven dageD.
Het Bureau voor Mededeelingen
inzake de Voedselvoorziening meldt:
Voor het 62ste tijdvak is de gel
digheidsduur der broodkaarten bepaald
op zes dagen. Dat beteekentniet.dat
voor het vervolg het broodrantsoen
zal worden verhoogd, de beschikbare
hoeveelheden broodmateriaal laten dit
niet toe. De bedoeling van dezen
maatregel is alleen bet begin der
broodkaarten-periode te stellen op
Vrijdag in plaats van, zooals tot nu
toe, op Zaterdag. Dit is gewenscht
gebleken met bet oog op de Israëlieten,
die hinder ondervonden, doordat tel
kens de nieuwe broodkaart eerst op
Zaterdag geldig werd.
De zaak komt dus hierop neer, dat
de broodkaart van het 62ste tijdvak
loopt van Zaterdagmorgen 10 Augus
tus tot en met Donderdagavond 15
Augustus en vervolgens de brood
kaarten steeds geldig zuIIsd zijn van
Vrijdagmorgen tot en met Donderdag
avond.
Overigens blijft de toestand zooals
die was.
Bemiddeling door de Nederlandsche
Regeering.
Onderstaande motie werd aange
nomen door de druk bezochte Open
bare VergadeHngen van den «Neder I.
Anti-Oorlog Raadt, gehouden te Am
sterdam, 'sGravenhage en Rotterdam
op 31 Juli 1918.
De Openbare Vergaderingen van den
«Nederlandsche Anti-Oorlog Raad« op
Woensdag 31 Juli 1918 te Amsterdam
in hel Concertgebouw, te 's Graven-
hage in den Dierentuin, te Rotterdam
in de Nutszaal,
overwegende, dat beide oorlog
voerende partijen herhaaldelijk ver
klaard hebben zelf bereid te zijn
vtedesvoorstellen van de tegenpartij
te onderzoeken, maar dat ieder van
baar blijft weigeren zelf' vredesvoor
stellen aan de tegenpartij te deen, uit
vrees, dat dit als teeken van zwakheid
zal worden uitgelegd
overtuigd, dat ieder der oorlog
voerende partijen als het hoogste
oorlogsdoel beschouwt het voorkomen
van een herhaling van dezen oorlog
en ter bereiking hiervan wenschl mede
FEUILLETO^
27)
De dood van mevrouw van Hermelo,
lag in een betrekkelijk Dabijzijnd ver
schiet. Zijn vader daarentegen, bad het
voorkomen nog geruimen tijd te zullen
leven. Toch ging hij zijne vrouw voor.
Eene groote gevatte koude, veroor
zaakte een dier ziekten der ademhalings
werktuigen, die een te kort verloop
hebben, om zich op een ungunstigen
afloop voor te kunnen bereiden. Nauwe
lijks is men van 't bestaan der ziekte
bewust of de lijder is gered of be
zoeken. Het laatste gebeurde met den
heer van Hermelo. Die omstandigheid
bleef niet zonder invloed op het ge-
voeliggestel van mevrouw van Hermelo.
Haar einde werd er door verhaast. De
grafkelder waarin het lijk van Filip's
vader was bijgezet, moest eenige weken
later, weder geopend worden om er
haar kist in te plaatsen.
Als eenige zoon, want behalve hunne
drie dochters hadden de heer en me
vrouw, van Hermelo geen andere kinde
ren, wasFilip belast metderegeliugder
ouderlijke nalatenschap. De ouders
hadden hunne jaarlijksche inkomsten
nooit geheel verteerd. Beiden hadden
vermogen aangebracht, en de handels
zaak waarvan de heer van Hermelo
de chef was, gaf dooreengenomen
ruime winsten. Het aandeel dat elk
der erfgenamen in de nalatenschap toe
kwam, was dan ook geenszins onaan
zienlijk. Veelal blijft het voor derden
geen geheim, wat een overledene ten
naaste bij nalaat. Het is dan ook
begrijpelijk, dat de weduwe Saffier en
hare dochter niet onkundig bleven,
van de groote erfenis die Filip kreeg.
Moeder had in 't belang van Saartje,
neef Abraham opgedragen, zich zoo
nauwkeurig mogelijk op de hoogte
van de bewuste nalatenschap te stellen,
waaraan Zomer niet naliet te voldoen.
De informatie dienaangaande, bracht
eene groote wijziging in bet door haar
voor Saartje vastgestelde plan te weeg.
De stand der zaken was geheel veran
derd. Ofschoon niet naar Utrecht ge
gaan zijnde, waren Saartje en hare
moeder er niet onkundig van gebleven,
dat Filip weer te Amsterdam terug
gekeerd was; maar wegens het voor
stel der scheiding, verwonderde het
haar niet, dat hij niet te Utrecht
gekomen was.
Wat het geldelijke betrof, achtte
zij deD tegen woordigen niet achter te
staan bij dien in spe (David Jameson)
terwijl nu het struikelblok de vader
uit den weg was geruimd, Filip
openlijk met Saartje als zijne vrouw,
voor den dag kon komen.
De vijf jaren die de wet bepaalt,
dat de echtelingen van tafel en bed
gescheiden geleefd moeten hebben,
alvorens tot de ontbinding van het
huwelijk te kunnen geraken, niet ten
volle verstreken zijnde, had er nog
geen aanvang met de formaliteiten
plaats gehad.
Na zekeren tijd, ontving Filip een
bezoek van Saartje's advocaat want
de weduwe had dezen de terugkomst
van Filip in 't vaderland bericht om
hem te kennen te geven, dat zijne
cliënte zich tot eene verzoening ge
neigd toonde. Inlichtingen aangaande
zijn gedrag te Buenos-Ayres, op in
directe wijze verkregen, hadden haar
tot de overtuiging gebracht, dat by
hare vergiffenis waardig was geworden.
De grieven die zij had, en die aan
leiding tot de aanvrage om scheiding
hadden gegeven was zij bereid, met
den mantel der liefde te bedekken.
Kortom, de advocaat vervulde het hem
door de weduwe opgedragen mandaat
met bekwaamheid.
Hij was welsprekend en wist Filip te
overreden de grieven, voor zoo verre
hij die van zijn kant tegen zijne vrouw
mocht hebben, in 't vergeetboek te
zetten. Rancune mocht op den duur
niet tusschen eebtgenooten in stand
blijven. Liefde was de drijfveer tot bet
huwelijk geweest, en waar dat het
geval is, verzekerde hij hem, kan het
vuur nooit door omstandigheden zoo
uitgebluscht zijn, of er bleef nog min
stens een vonk over. En één vonk was
genoeg, om de vlam weer aan te
wakkeren en hemelhoog te doen stijgen.
Filip gevoelde zich eenzaam na den
dood van zijne moeder, die hij tot op
het laatste oogenblik, steeds terzijde
was geweest, en dia hij diep betreurde.
De boop die hij in stilte bad gekoesterd,
eenmaal vrij zijnde, aan den wensch
van zijn hart te kunnen voldoen, door
zich aan Clara van Terlinden te ver
binden, had hij op moeten geven;
want gedurende zijne afwezigheid, was
zij getrouwd De tijd kan vele vetan-
deringen te weeg brengen het humeur
van Saartje had zich allicht verbeterd,
terwijl de voornaamste oorzaak van
oneenigbeid ophield te bestaan; daar
hem nu de middelen ten dienste ston
den, om hare begeerten te voldoen.
Van baar kant kwam de toenadering
het bleek dus, dat zij hem weder ge
negen was, want zij was bet ook
geweest, die de scheiding van tafelen
bed aangevraagd had. De liefde die
Clara hem ingeboezemd had, meende
hij dat hem onbillijk in zijn oordeel
aangaande Saartje gemaakt bad. In't
kort, na eenigen tijd van beraad stemde
hij er in toe, eene persoonlijke ont
moeting met zijne vrouw te Utrecht
te hebben.
Gerard Oudsteen, die inmiddels ge
promoveerd was, was naar Batavia
vertrokken, waar hij zich als advocaat
gevestigd had.
(Wordt vervolgd.)