NIEUWE TÈt Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht, jK No. 66. Zaterdag 26 Oetober 1918. 47e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG; WILLEN. DE OORLOG. BINNENLAND. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. Ingezonden stnkken in te zenden uiterlijk Vrijdag. Tijdelijk slechts Zaterdags. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 00. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent. Qroote letters en vignetten naar plaatsruimte. Een ondervinding, die dagelijks wordt op gedaan is, dat men, om in de wereld vooruit te komen, een of meer goede kansen moet hebben. Er zijn bekwame en vlij tige menschen, die niet slagen. Menigeen ziet zich door anderen voorbij gesneld, niet om dat deze oneerlijke middelen hebben gebe zigd tot bereiking van hun doel, ook niet wegens de meerdere ga ven, hun toebedeeld, maar een voudig door zekere niet te bere kenen en niet te voorziene om standigheden, die den eerste, hoe zeer hij zijn best doet, steeds op den achtergrond doet blijven. Het bekende gezegde: Een lood geluk is meer waard dan een pond ver stand, heeft nog niets van zijn beteekenis verloren, zelfs niet in onzen tijd, nu meer dan voorheen ieder de bouwmeester van zijn eigen fortuin kan zijn. Braveoppassende, ijverige lieden, wien alles is tegengeloopen, ont moeten we heel dikwijls; onder onze lezers zullen er wel zijn, die niet ver hoeven te zoeken om zoo iemand te zien, als zij tenminste een spiegel bij de hand hebben. En wanneer er niets is dat grond geeft aan de verwachting, dat in den voor hen zoo ongunstigen loop der dingen spoedig een kentering zal intreden, dan is het waarlijk niet te verwonderen, dat zij den moed verliezen. Maar daarop is het ook dwaas heid en erger nog, zich op maat schappelijk succes iets te laten voorstaan. Laat het waar zijn, dat men voor het verkregene hard heeft gezwoegd, kloek heeft ge streden, rusteloos heeft gejaagd, anderen, die niet zoo ver zijn gekomen, hebben ongeveer het zelfde gedaan. Die gedachte, och, sommigen onderdrukken haar, dewijl zij de ijdelheid niet genoeg zaam bevredigt, moet tot dank baarheid stemmen en tot hulp vaardigheid voor de minder geluk kige medestrijders, en kan nooit de stof geven voor een voetstuk, waarop men voor zichzelven een standbeeld plaatst. Maar nu wordt, als tegenstelling, vaak de fout gemaakt dat in de breede reeks van samenwerkende krachten, die met elk ander het succes hebben doen geboren wor den. alleen aan het geluk een wer kelijk bestaan is toegekend. Al het overige is, als men er nog van zou willen praten, Keen verwaar loosbare hoeveelheid", gelijk de Franschen zeggen. Toch willen we van die, niet genoegzaam gewaardeerde facto ren, er een wat nader beschouwen. Nemen we aan, dat een zeker j aantal personen van nagenoeg ge'ijke bekwaamheid, allen met voldoende ijver bezield, doordron gen van een betamelijk plichtge voel, en noch tot de Zondagskin deren, evenmin tot de ongeluks vogels behoorende, onder min of meer gelijke omstandigheden den strijd om het bestaan aanvaarden, waarvan hangt dan de zege praal af? Wij gelooven, dat het antwoord gemakkelijk te geven is. Eerst de wil, dan de kracht, eindelijk de overwinning, zegt Mul- tatuli ergens. De juistheid dier volgorde is niet te ontkennen. Voor de bereiking van eenig doel zal wel onmisbaar zijn, dat we het als iets begeerlijks beschou- weö. Het streven heeft geen zin, wanneer het voorwerp ons on verschillig is; elke inspanning wordt bepaald door de vruchten, die men ervan verwacht. De geschiedenis levert duizenden voorbeelden van mannen en vrou wen, die reeds op jeugdigen leeftijd het oog gericht hielden op een punt, heel hoog en heel ver voor hen alleen zichtbaar, of naar de gewone berekening ten eenenmale buiten hun bereik. Wat ieder voor onmogelijk hield is niettemin door hen volbracht: naarmate de be zwaren zich opeen stapelen, groeide ook hun vurig verlangen; het scheen wel of elke hinderpaal den aanloop forscher maakte. En ja, daar zijn er gesneuveld in dien strijd; de namen van dezen zijn aan de vergetelheid prijs ge geven, want slechts den overwin naar siert de lauwerkrans. Mogen wij daarom zeggen, dat hun streven ij del is geweest en het beter ware, indien zij hun wenschen minder ver hadden uitgestrekt? Of moeten wij ons veeleer verheugen in het feit, dat er een stroom van leven, een gloed van krachtig willen is uitgegaan ook van hen, die in den geest wel aanschouwden wat zij voor het Beloofde Land hielden, maar wier voet het niet vermocht te betreden? Een kloek willen wekt op; het geeft aan het leven gestalte en inhoud, het is een bron van geluk voor het individu. Maar het bezielt ook de omgeving, het heeft waarde voor de gemeenschap, het spoort anderen aan, ook hun krachten te verzamelen en op een doel te richten. En als van die allen slechts enkelen kunnen be reiken wat zij zich voorstellen, dan nog hebben zij dit voor een niet gering deel te danken aan de in spanning der mededingers wien het welslagen was ontzegd. Een enkel man, die laat zien, over welke krachten een dappere strijder kan beschikken, is in staat honderden te vervullen met gelijke begeerte. Wilskracht is als een oliedroppel die zich uitbreidt ver in het rond. Het antwoord van Wilson. De secretaris van staat te Washing ton maakt bet volgende bekend Van den secretaris van staat aan den zaakgelastigde ad interim belast met de behartiging der Duitsche belaDgen in de Ver. Staten Sir, Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw nota van 22 dezer, insluitende een mededeeling van 20 October van de Duitsche regeering, en deel u mede, dat de president mij op draagt daarop als volgt te antwoorden: uNa ontvangst van de plechtige en duidelijke (explicit) verzekering van de Duitsche regeering, dat zfj zonder voor behoud de vredesvoorwaarden aan vaardt die zijn neergelegd in zijn bood schap aan het Congres der V. S. van 8 Januari 1918, alsook de regelende beginselen (principes of settlements), aangekondigd in zijn volgende bood schappen, in het bijzonder de bood schap van 27 September, en dat zij de bijzonderheden van de toepassing daar van wenscht te bespreken, en dat deze bedoelingen dit oogmerk uitgaan, niet van hen, die tot dusverre dn Duitsche politiek hebben voorgeschreven en den tegen woordigen oorlognamens Duitsch- land hebben geleid, maar van ministers die voor de meerderheid van den Rijks dag spreken en vooreen overweldigende meerderheid van het Duitsche volk en na eveneens de duidelijke (explicit) belofte van de tegenwoordige Duitsche regeering te hebben ontvangen, dat de menscbelijke voorschriften van be schaafde oorlogvoering, zoowel te land als ter zee door de Duitsche gewapende strijdkrachten in acht zullen worden genomen, meent de president van de V. S.: dat hij niet kan weigeren om met de regeeringen, waarmede de V. S. zijn geassocieerd, het vraagstuk van een wapenstilstand te bespreken (to take up) Hij acht het zijn plicht echter nog weer eens opnieuw te zeggen, dat de eenige wapenstilstand, dien hij gerech tigd zou zijn ter overweging voor te stellen, er een is welke de Vereenigde Staten en de met deze geassocieerde mogendheden in staat zon stellen elke regeling te doen eerbiedigen, waartoe men zou hebben besloten en die een hernieuwing der vijandelijkheden van de zijde van Duitschland onmogelijk zou maken. De president heeft daarom zijo cor respondentie met de tegenwoordige Duitsche autoriteiten overgelegd aan de regeeringen waarmede de regeering van de Vereenigde Staten als oorlog voerende is verbonden, met den wensch, dat wanneer die regeeringen bereid zijn vrede tot stand te brengen volgens de aangegeven voorwaardenod beginselen, hare militaire raadgevers en de mili taire raadgevers van de Vereenigde Staten zullen worden verzocht om voor de tegen Duitschland geassocieerde regeeringen de noodige voorwaarden vast te stellen, welke volkomen het belaDg der betrokken volken zullen beschermen, en aan de geassocieerde regeeringen onbeperkte macht zullen verzekeren ter waarborging en tot het doen eerbiedigen van de bijzonderheden van den vrede, waarin de Duitsche regeering heeft toegestemd. Indien althans zulk een wapenstil stand van militair standpunt mogelijk wordt geacht. Indien zulke voorwaarden voor een wapenstilstand zullen worden aan gegeven, zal de aanvaarding er van door Duitschland het beste concrete bewijs zijn van zijn ondubbelzinnige aanneming van de vredesvoorwaarden en beginselen waaruit de geheele actie is voortgekomen. De president is van oordeel dat bij gebrek aan oprechtheid zou toonen, indien hij niet in zoo rond mogelijke woorden uiteenzette waarom buiten gewone waarborg moet worden ver langd. Hoe beteekenend en belangrijk de constitutioneele wijzigingen ook schjjnen te zijn, waarover door den Duitschen staatssecretaris van buiten- landsche zaken in zijn nota van 20 Oct. wordt gesproken, het blijkt nog niet dat het beginsel van een aan het Duitsche volk verantwoordelijke regee ring volkomen is uitgewerkt, of dat er eenige waarborg is of wordt over wogen, dat de wijziging in beginselen eD methoden, waarover men het nu gedeeltelijk eens is, ook blijvend zal zijn. Bovendien blijkt nog niet dat het hart van de tegenwoordige moei lijkheden is bereikt. Het is mogelijk dat voor de toekomst oorlogen onder contróle van het Duitsche volk .zijn gekomen, maar met den tegenwoor- digen oorlog was dat niet het geval, en met den tegenwoordigen oorlog hebben wij te maken. Het spreekt vanzelf dat het Duitsche volk de mogelijkheid niet heeft om de berusting van de militaire autori teiten van het rijk in den volkswil af te dwingendat de macht van den Koning vau Pruisen om de politiek van het rijk te controleeren, onver zwakt isdat bet beslissende initiatief nog altijd bij hen berust, die tot dusver de meesters van Duitschland waren. In de overtuiging dat de vrede van de wereld thans geheel afhangt van openlijke verklaringen en oprechte (straightforward) actie, acht de presi dent het zijn plicht te zeggen, zonder eenige poging om te verzachten wat scherpe woorden mogen lijken, dat de natiën van de wereld de woorden van hen die tot dusverre de meesters der Duitsche politiek zijn geweest, niet vertrouwen of kunnen vertrouwen en om nogmaals uiteen te zetten dat bij bet sluiten van den vrede en bij de poging om de ODeindige schade eD onrechtvaardigheden van dezeD oorlog goed te maken, de regeering der V. S. niet kan te doen hebben met andere dan de wezenlijke vertegenwoordigers van het Duitsche volk. die verzekerd zijn van een waarachtige constitutio neele positie als de werkelijke regeer ders van Duitschland. Wanneer zij (de regeering der V. S.) nu te doen heeft met de militaire meesters, den monarch en de auto craten vaD Duitschland, of later met beo zal hebben te doen, dan moet zij niet vredesonderhandelingen eischen, maar overgave. Niets kan worden ge- wonnon dftor de hoofdzaak ongezegd te laten." Aanvaard de hernieuwde verzeke ring van mijn hoogachting w. g. Robert Lansing. Het antwoord onzer Regeering op bet kolenaanbod van Amerika. In antwoord op bet schrijven van den zaakgelastigde van de Vereenigde Staten van Amerika, heeft de Minister van Buitenl. Zaken 21 dezer den vol genden brief tot bet gezantschap ge richt: Bij uw schrijven van 15 dezer hebt u mij wel willen berichten, dat uw regeeriog, niettegenstaande het tekort aan steenkool in de Vereenigde Staten van Amerika, bereid is een hoeveel heid van honderdduizend ton per maand gedurende den oorlog ter be schikking te stellen van Nederland, met de bedoeliDg dat deze hoeveelheid door uit Nederland te zenden schepen zal worden afgehaald. Daaraan werd toegevoegd, dat de Amerikaansche regeering dan tevens bereid zou zijn om in een bespreking te treden over een levering uit de Vereenigde Staten zelf inplaats vanuit meer veraf gelegen landen, van een aanzienlijk deel van het door Nederland benoodigde graan. Aan den vooravond van de onder handelingen, die over een algemeene economische schikking te Londen ge voerd zullen worden, heeft de Neder- landsche Regeering met bijzondere belangstelling van deze tweeledige mededeeling keunis genomeD. Neder land heeft gedurende meer dan vier jaren te midden van de oorlogvoeren den zijn onzijdigheid op de meest nauwgezette wijze gehandhaafd en haar niet zonder opoffering onder moeilijke omstandigheden aan de be langen der menschheid in het alge meen dienstbaar gemaakt. Het ver meent er uit dien hoofde recht op te hebben dat voor zoover van anderen afhangt zijn volksbestaan economisch wordt mogelijk gemaakt. En wanneer daarom in het aanbod der Amerikaansche regeering het be wijs mag worden gezieD van haar verlangen om hiermede rekening te houden en bet Nederlandsche volk in zijn behoeften tegemoet te komen, dan wekt dit voldoening en stelt de Nederlandsche Regeering er prijs op u dank te betuigen met verzoek dien daDk aan uw regeering over te willen brengen. Z.a. intusschen terecht in uw mede- deeliDg werd opgemerkt, staat bet aanbod van uw regeeriog in de nauwste betrekking tot het gebruik, dat van de vrije Nederlandsche scheepsruimte, waarvan nog een deel in Amerikaan sche baveDS aanwezig is, kan worden gemaakt. De quaestie der scheeps-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1918 | | pagina 1