HIEUW E
Nieuws- en Advertentieblad
voor do Provincie Utrecht.
No. 49.
Zaterdag 22 November lata.
tegenspoed.
feuilleton!
EEN ANTIEK BORD.
binnenland.
TBRSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden 1.
Franco per poet door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Vrijdag.
Tijdelijk slechts Zaterdags.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephooun. 69.
ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 0.90; iedere regsl meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten aaar plaatsruimte.
Eeuwen geleden bestond er een
volksgeloof, dat. allen tegenspoed
als een teeken van Gods toorn
beschouwde. Geen ramp kon voor
vallen of men was verzekerd, dat
er gezondigd was en wie door
rampen bezocht werd, was als
zondaar aangewezen.
Heden denken wij er anders
over en onze eigen ervaring ge
tuigt hoe onjuist en onwaardig
deze beschouwing was, die meer
van gevoel van wraak dan van
gevoel van recht uitging.
En toch lijdt het geen twijfel,
dat de oorzaak van tegenspoed
dikwijls in zonde gelegen is De
verkwister vervalt tot armoede,
de onmatige baalt zich een ziekte
op den hals, de slaaf zijner harts
tochten ziet zicli aan de algemeene
verachting prijs gegeven. Maai'
zelfs buiten den kring dier grove
zonden, in ieders levensgeschiede
nis, komt men met deze waarheid
in aanraking.
Worden wij niet dikwijls door
mislukking teleurgesteld, wanneer
wij een beraamd plan ten uitvoer
leggen of eenig werk voortzetten
en is niet meermalen zonde de
schuld van dien tegenspoed?
Zij, die aan het hoofd eener
maatschappij staan, hebben zich
dikwerf vele goede dingen voor-
De manier, waarop men geeft, zegt
hel spreek wool d, beteekent meer dan
de gave zelf. Is dit wel juist? Zou
een arme drommel niet liever hebben,
dat men hem een briefje van duizend
voorz'n voeten smijt, dan een dubbeltje
iD z'n banden te krijgen, vergezeld van
een vriendelijk glimlachje? De waar
heid is, dat de manier, waarop men
geeft als het de goede is de
waarde van hetgeen men geeft, ver-
boogt. Maar juist die manier is niet
zoo gemakkelijk te vinden. Dat onder
vond ook mevrouw Diioy. Zij was een
zeer ernstig bewondei aarster der ta
lenten van den schilder Pierre Vimeur,
en, wetende dat deze met geldgebrek
te kampen had, dacht zij er over, één
van zijn doeken te koopen. Zij ging
dus naar zijn atelier, bekeek zijn
schilderijen met een vluchtigen blik
en vroeg toen:
.Meneer, hoeveel kost dit Herlst-
gezicht?»
.Mevrouw, ik geloof, als ik u er
honderdvjjftig gulden voor vraag
De bekoorlijke mevrouw Diroy stond
stom van verbazing. Met dat beetje geld
zou Pierte Vimeur zich toch wel niet
uil al zijn schulden kunnen redden.
Mevrouw Diroy was weduwe en
bijgevolg vrij om over baar fortuin, dat
zeer groot was, te beschikken. Zij was
bij den scbildei binnen gekomen mei
vijf bankjes van duizend bij zich.
.Wat,® riep zij, .honderdvijltig
gulden voor dat scbildei ij? Daar kunt
u bet Diet voor doen!®
gespiegeld, belangrijke ontwerpen
op 't getouw gezet, welvaart en
geluk rondom zich willen ver
spreiden. Zij werden echter terug
geslagen en zagen hun beste plan
nen in duigen vallen. Bestuurders
van het een of ander genootschap
beijveren zich nuttige instellingen
in het leven te roepen, hun werk
kring uit te breiden en ziet, het
einde is mislukking.
Zulk een tegenspoed kan den
mensch ook in het huiselijk en
persoonlijk leven treffen. Hoe me
nigmaal ontmoet men ouders die
de taak der opvoeding met groote
nauwgezetheid aanvaarden en,
ondanks de moeite die zij er voor
doen, er toch niet in slagen geluk
en vrede in het huisgezin te doen
heerschenHoe menigmaal hoort
men niet zeggen.Vroeger ge-
lukte al wat wij ondernamen. Onze
wenschen werden vervuld, wij
vorderden op den ingeslagen weg
en hadden opgewektheid telkens
nieuwen arbeid te ondernemen.
Maar nu ondervinden wij geen
medewerking, wij worden herhaal
delijk gedwarsboomd, onzen arbeid
zien wij hoe langer hoe meer be
lemmerd
.Alle dingen zijn tegen mij,"
ziedaar de algemeene klacht. Ja,
droevige ervaringen zijn er zeker,
maar allerdroevigst is het, wan
neer een stem vernomen wordt,
.Ik verzeker u, mevrouw, dat het
uit koopmansoogpunt beschouwd, niet
meer waard is <i
sik ben het niet met u eens. Ver
leden week ging er op de veiling een
doek van Drévol, dat vijf duizend
gulden opbracht en dat was Diet half
zoo mooi als dit.«
.Omdat Dié»ol een naam heeft,
mevrouw, dat is een waarborg, terwijl
een doek, geleekend met mijn naam,
een onbekende wie weet, of u, als
u er hoirderdvijftig gulden voor geeft,
nog niet te veel betaalt.«
Toen vroeg mevrouw Diroy naar
een andere schilderij, waarop stond
een meisje, tegen baar vensterbank
geleund. Dit kostte 25 gulden meer,
alleen omdat bet iets grooter was.
Dat ging zoo niet goed. Met een zoo
uitermate bescheiden man als Pierre
Vimeur, liep zij veel kans, met haar
vijf bankies van duizend weer netjes
thuis te komen. En dat was haar
bedoeling niet. De schilder was haar
te sympathiek, dan dat zij hem niet
te hulp zou komen. Maar boe? Als
bij zou merken, dat het haar bedoeling
was, bem in een moeilijke periode te
helpeD, zou zijn trots daartegen in
opstand komeD. En voor niets ter
wereld zou zjj bem willen vernederen.
Ten slotte, ten einde raad, maakte
zij zich gereed afscheid van don schilder
te nemen, toen haar blik toevallig viel
op een bord, dat aan den muur hing
»Wat is dat?* vroeg zij.
.Een oud bord, mevrouw.®
.Oud? Bent u daar zeker van?*
.Heel zeker, sedert onheuglijke tijden
heeft het aan mijn familie behoord.
Maar natuurlijk wil dat geenszins zeg
gen, dat het waarde beeft.®
die toont, dat de oorzaak van onzen
tegenspoed in de zonde gezocht
moet worden. Allerdroevigst is het,
wanneer de onrust in ons bin
nenste, de goddelijke onrust, welke
zich niet wegcijferen laat, die eerst
fluisterend zich doet hooren en
allengs aanzwelt tot een storm
van aanklachten, in ons de over
tuiging wektHet is je eigen schuld.
Wanneer de vrede in het gezin
verstoord is, er geen geluk heerscht,
er geen zegen op de goede be
doelingen en pogingen heerscht,
is het niet dikwerf omdat de geest
der waarheid door dien des be-
drogs verjaagd is? Wij vergeten
dat klein geachte zonden nooit
licht geteld moeten worden en dat,
waar zij de woning besmetten, er
geen gezonde atmosfeer kan heer
schen Ouders en opvoeders kla
gen over hun kinderen, maar welk
voorbeeld hebben deze dikwijls
voor oogen? Werden in hun aan
wezigheid nooit voorvallen mee
gedeeld, die gif strooiden in een
reine kinderziel? Hebben wij nim
mer toegegeven aan onze haat
dragendheid of bittere stemming
waar zij bij waren?
Tegenspoed in ons werken en
ondernemen maakt ons diep on
gelukkig en wij koesteren soms
het bewustzijn eigenlijk nutteloos
op aarde te wezen. Zoo erg is het
gelukkig niet en voor ons allen
Mevrouw Diroy bekeek het bord
nauwkeurig.
»0!« riep zij toen plotseling, .maar
dit bord is een wonder. Een paar jaar
geleden betaalde ik twee duizend gulden
voor een dergelijk bord, dat nog niet
half zoo mooi was als dit!®
Op smeekenden tooD ging zij voort:
.Toe meneer, sta hel af aan mij
voor mijn verzameling.a
.Graag, mevrouw, het zal mij een eer
zijn, als u het van mij wilt aannemen.®
.Zulk een cadeau nee meneer, dat
mag ik niet aannemen. Het zou al een
mooi geschenk zijn als u het mij afstond
voor vijfduizend gulden!®
.Maar mevrouw, beDt u er zeker
van dat het niet veel te veel is?«
.Het is voor niets, meneer, voor
niets. Ik ben degeen, die dankbaar
moet zijn
Sedert dien tijd zijn twee jaar
voorbijgegaan.
Pierre Vimeur heeft door het buiten
kansje, dat hij bad, weer moed en
zelfvertrouwen gekregen en is hard
aan 't werk gegaan. Zoo bij al niet
beroemd is geworden, bet gaat hem
toch voor den wind.
Dikwijls, te dikwijls zelfs voor z'n
innerlijke rust, deDkt bij aan de ele
gante verschijning der jonge weduwe
in zijn atelier. Hij dacht: Zou zij nog
wel eens aan mij denken? Zou zij
weien, dat ik besia? Misschien denkt
zij er wel aan, te hertrouwen. O,
waarom ben ik feitelijk arm.
Van haar kant denkt mevrouw Diroy
aan Pierre Vimeur. Zij meent, dat hij.
trotscb van natuur en zonder eemg
fortuin wel nooit een zoo rijke dame
als zij is, zou trouwen. Ja, zei ze tot
zichzelf, misschien later, als hij zijn
is er gelegenheid tot beter worden,
mits wij met oprechten wil onze
fouten onder de oogen zien en
haar levendig betreuren. Wanneer
ons werken niet vlot, onze onder
neming niet slaagt, moeten wij
allereerst ernstig onderzoeken of
eenig kwaad daarvan de oorzaak
is. Het is mogelijk dat de schuld
gevonden wordt in velerlei invloe
den van buiten, maar het zal vaak
gebeuren, dat wij den schuldige
in eigen boezem aantreffen. Dus
moeten wij vooral waar zijn tegen
onszelf en den afkeer van alle
bedrog, leugen, valschheid en on
eerlijkheid aankweeken. Laat ons
aan de stem van ons geweten
gehoorzaam zijn en dan zullen wij
in al wat ons overkomt een zegen
aantreffen tot verzwakking van het
kwade en versterking van het
leven der liefde. En al hebben wij
met tegenspoed te kampen, dan
zullen wij begrijpen, dat, wie zijn
plicht volbrengt en een gerust
geweten bezit, zonder tobben en
vreezen de toekomst tegemoet kan
zien.
Vervoer van rijwielen per spoor.
Het Uagel Bestuur van den A N.
W. B., Toeristenbond voor Nederland,
heeft aan den Minister van Water
staat een adres gezonden, waarin te
kennen wordt pegeven, dat Tilijknns
talent volkomen omwikkeld zal hebben,
zal hij in betere positie komen. Maar
hoeveel jaren zou dat duren? En bij
en ik worden steeds ouder!
Terloops valt haar oog dan op bei
bord, waarvoor zij vijf duizend gulden
gegeven heeft, hoewel het geen stuiver
waard is. Op gevaar af, haar kostbare
verzameling er mee te bederven, heeft
zij het, ter berinnering aan haar daad,
opgehangen in baar eetkamer.
.Die meneer vraagt, of hij u kan
spreken.®
Mevrouw Diroy las op het visite
kaartje: Pierre Vimeur.
.Laat dadelijk binnen komen.®
Pierre komt binneD en valt onmid
dellijk met de deur in buis.
.Herinnert u zich, mevrouw, dat
bord, dat u twee jaar geleden van
mij gekocht heeft?®
.Heel goed, meneer, dat was een
mooi koopje, dat ik bad.®
.Mooier nog dart u denkt, want u
kunt het nu verkoopen voor vijftien
duizend gulden. Een mijner kennissen,
die plotseling rijk is gewordeD, zegt,
dat het een zeldzaam stuk is. Hij wil
het persé bezitten.®
.Dat is niet mijn, dat is uw zaak,
meneer
.Neen, ik heb het uit mijn banden
gegeven, het is niet meer van mij.®
.Gelooft gij, meneer, dal ik zoo'n
voordeel zou accepteeien, dat feitelijk
u toekomt?®
»En gelooft gij, mevrouw, dat ik,
nu het bord aan u toobehoori, er nog
maals profijt van zou willen trekken?
Voor wien houdt ge mij?®
»lk verzeker u, dat u op minstens
tienduizend gulden recbt hebt, als ik
aankondiging van de Directie der
Nederlandsche Spoorwegen, de tane-
ven voor bet ieizigersvervo«r met 1
D' cemher a s weilerom met onge-eer
5 pCi. worden verhoogd, doch dat
voorloopig dn prijzen derniwieikaarien
en dei snelireinrijwielkaai ten niet wor
den verhoogd.
Het woord .voorloopig® wekt hot
vermoeden, dat binnen afzieribaien
tijd ook de prijzen der rijwielkaat ten
een verhooging zullen ondergaan;
mitsdien meent het liagrjijksch Be-tuur
te handelen in het belang >an de
'alrijke toerisien en van het ontzaglijk
groote aanlal personen, dal ten be
hoeve van zijn beioep of bedrijf
geregeld op reis een rijwiel mede-
neeml, door de aaudachl van den
Minister te vestigen op bet boogst
ongewenscbte van een nieuwe ver
hooging van het tarief »oor bei vervoer
van rijwielen per spnor.
De verhooging van het tarief voor
het vervoer van rijwielen van 20 tot
50 cent, ongeanhi den af-tand, met
de gewone treinen, heeft toch reeds
een ernstig nadeel toegebiacnt aan
het toerisme en nog veel nie»r aaü
ben, die geiegeld bun ujwielen per
trein moeten medenemen.
Vooral reeds is thans voor kleine
afstanden het tarief van 50 cent voor
'ijwielen in verhouding tot bet per-
soneutarief buitengewoon noog en de
toestand zal nog bedenkelijkei worden,
wanneer, onverhoopt, ook hetiijiviel-
tarief wordt verhoogd.
Thans reizende in de derde klasse,
over afstanden tot 10 K.M heeft men
tocb voor een rijwiel meei dan (wee
maal bet personeniarief en -oor al-
bel verkoop.®
»Ik bezweer u, dat ik op geen cent
recht heb eD er ook niets van zal
aannemen.®
.Maar tocb
.Neen, mevrouw, er is geen toch
»Ik zie Wel, dat wtj het nooit eens
zullen worden.® Met groeten nadruk
voegde zij er aan toe: .Tenminste
over dat punt niet.®
Een beeije verwonderd vroeg Pierre:
.Maar over welk punt zouden wij
bet dan wel eens kunnen worden?®
.Ik weet bet niet, maar het schijnt
mij toe, dat met wat goeden wil en
wat toegeven aan beide kanten
Pierre staarde mevrouw Diroy aan.
Hij vond baai nog aardiger dan vroe
ger. De gedachte, dat bij haar be
droefde, pijnigde bem. Maar kon bij
geld van baar aannemen, bij, die met
het minste belang bad bij den vei koop
van bet bord dat bij baar geheel m
eigendom had afgestaan?
.Niets verlang ik meer, mevrouw,
dan een middel te zoeken, om met
u tot overeenstemming te komeo,
onder voorwaarde, dat mijn waardig
heid
Mevronw Diroy zag hem aan met
smeekende blikken.
.Nu, laten wij samen zoeken. Er
is iets, dat mij zegt, dat er zoo'n
middel moet bestaan.®
Hel was laat in den avond, toen
Pierre Vimeur afscheid nam van me
vrouw Diroy. Aan den -tralend-n glans
op bun g'zicMien was dunl-dijk te
zien. dat ztj dat middelgeioiiden
hadden I