HIEUWE Nieuws- en Advertentieblad *HêT voor de Provincie Utrecht. I BEKOMMERNIS. So. 11. Zaterdag 13 Maart 1320. 43e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. FEUILLETON. Een slangenbezweerder. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nnmmers 5 Cent. Ingezonden stukken in te zenden aiterlijk Vrijdag. Tijdelijk slechts Zaterdags. Uitgever O. J. SLOTHOUWER BureauLangestraat 77. Telephooun. 69. AD VERTENTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Er is geen huis zonder kruis, geen lust zonder last, geen leven zonder lijden, hoort men dikwijls terecht zeggen. Ja, gesteld dat wij eens voor een tijd onze hemel geheel onbewolkt zagen en ons baden mochten in zonneschijn, wie, die nadenkt, kent geen bekommer nis Zijn we niet aan alle zijden van ellende omringd, bedreigt ons geen gevaar van rondom? 'tls alleen een gezegende- onnaden kendheid, die ons vaak nog vergunt te lachen en te spelen, terwijl vlak bij ons de afgrond gaapt. Maar, als we eens ernstig nadenken, dan zien wij de gevaren, dan voelen wij het opkomend onweder broeien, dan merken we overal de kiemen van ramp en smart, die, al kwellen ze ons nu nog weinig, ons toch het ergste doen vreezen. Wie, die liefheeft, kent geen kommer? Gewoonte maakt zelfs met gevaren vertrouwd, maar toch wat angst kan ons plotseling be knellen, als zich bij hen, die wij liefhebben, ongunstige verschijn selen voordoen, als de geteekende blos van zwakte, de matte blik van overspanning getuigt En hoe veel erger gevaren nog bedreigen hun gemoed? Waar wij zien, hoe de kleine verzoekingen onzen kin deren nog te groot zijn, hoe denken wij daar niet met angst, waarop zij do groote zullen moeten weer staan Ja, hoe nauwlettender wij waken over hun zieleleven en trachten hun ter zij te staan in hun strijd, te banger wordt ons de gedachte, dat zij eenmaal op zichzelf zullen moeten staan en het wellicht niet zullen kunnen 1 En het zijn niet alleen de kinderen, bij wie wij soms weinig vooruit gang zien met de jaren en voor wie wij schrikken hij het vooruit zicht van nieuwen strijd. En verder dan onze naaste omgeving strekt onze liefde zich uit. Wij hebben ons volk, ons vaderland lief en wij zien er zonden voortwoekerenwe hebben de menschheid lief en moeten op merken, hoe zij de zedelijke steun- sels wegwerpt, die zij niet ont beren kan. Wij zien middelen toepassen tot herstel, die de kwaal slechts verergeren kunnen, kwaa,d bestrijden met kwaad en tegenover het geslepen verstand en den dierlijken lust slechts goede be doelingen optreden met ijver zonder verstandWie, wiens hart warm kloppen kan voor menschenheil, vraagt niet vaak met bekommer nis waar moet het heen? Pijnlijker nog. We moeten en willen ook zeiven handelend optre den in huis en buitenshuis, den booze bekampen in 't hart van die wij liefhebben, in de maat schappij opkomen voor een heilig beginsel en wij voelen, dat wijzelven onwaardige dragers van dat beginsel zijn, dat wijzelven nog lijden aan menige zwakheid en de vrees bekruipt ons somwijlen dat ook wij de goede zaak slecht dienen en alzoo wellicht meer kwaad dan goed stichten zullen. Wie, die een teeder geweten heeft, zou geen bekommernis kennen? Eerst als we onszelf gaan wan trouwen, als de bittere levens ervaring ons wijsgemaakt heeft, dat wij dwazen zijn, die niet weten, wat we begeeren, die maar al te vaak met dollen ijver en waan zinnigen hartstocht ons eigen verderf zoeken, eerst dan gaan wij de geheimzinnige macht zege nen, die zich telkens als een hinderpaal plaatst op onzen weg en het doet ons goed, te voelen dat Hij machtiger is, zelfs dan onze blinde hartstocht, dat Hij ons grijpen kan met een sterke hand. Zoodra wij in Hem onzen meerdere gevonden hebben en ervaren, dat Hij zijn meerderheid slechts ge bruikt om ons te redden, dat Hij ons pijn doet met zijn forschen greep, ja, maar omdat wij anders zeker in den afgrond waren ge- Stort, dan dan pas gaat de storm in ons binnenste liggen, de nooit gekende vrede daalt er neer, we voelen ons veilig onder zijn hoede, we gaan niet meer als de Atlas der Oudheid gebukt onder het gewicht der gansche wereld, we hebben onzen last afgewenteld of liever, Hij nam dien van onze schouders. Er is sterkte noodig om alzoo onze bekommernis van ons af te werpen. Onbezorgd te blijven te midden van de zorgen, kloek te zijn in gevaar, kalm in de ver schrikking, werkzaam waar alles wanhoop wekt, de eigen tranen terug te dringen om een zielsbe droefde moed te kunnen toelachen, waarlijk dat is kracht. En deze kracht wordt gewekt en onder houden door het bewustzijn God werkt in mij en door mij. Zoo toch ervaren wij eiken dag, in vreugde en in smart, dat Hij voor ons zorgt en eerst op grond van deze ervaring kunnen we hem blijven vertrouwen en al onze be kommernis op Hem werpen. Kauier-, Staten- en Raadslid tegelijk 1 De Vaderlander schrijft: Id de vergadering van de Tweede Kamer van 2 dezer was o.m. bericht ingekomen van den beer A. B. Kleere- koper, dat hij de vergadering uiet kon bijwonen, dien dag wegens ver gadering van de Provinciale SiateD van Noord-Holland, den volgendeo dag wegens vergadering van den Gemeenteraad van Amsterdam. Dergelijke berichten komen her haaldelijk in, van verschillende leden. Wordt het niet eens tijd, die samenkoppeling van velschillende ver tegenwoordigende functies te verbie den? In de Grondwet, eenvoudig weg. De bezwaren van den thans be- staanden toestand zijn vele, hetgeen vooral bij stemmingen uitkomt. De voordeelen hebben we nooit kunnen ontdekken. Wellicht zijn die er wel voor de betrokkenen, maar dit be hoeft toch zeker geen maatstaf te wezen. Russen terug naar hun landt In de Tribune deelt de heer Wijn koop »namens het sovjelcomiié voor Russen in Nederland" mede, dat de Russische krijgsgevangenen in ons land naar Rusland terug kunDeri keeren met een transport, dat op een Engelsch schip naar Rusland gebracht zal worden, kiachtens overeenkomst van Litvinofi, den gedelegeerde van den Raad van volkscommissarissen in Rusland, en Engeland gesloten. Wie van de hier in ons land ver toevende krijgsgevangenen terug wil, moot zich, naar in de Tribune staat vermeld, salleen en uitsluitend" rich ten tot ds. Kruijt, die namens Lit- vinoff deze zaak behandelt". Dat de heer Wijnkoop visa ver strekt voor passen naar Rusland is bekend, maar dat dominé Kruijt van Litvinofi de ïbevoegdbeid krijgt om te zorgen voor het transport van Russen, die met het oog op de alge- meene veiligheid opgesloten zijny is nieuw. Ds. Kruijt zal onze Regeering toch wel trkennen" in deze? Vad. Regeeringsbloem en meel Met 15 Maart zal worden verstaan onder Regeeringsbloem een mengsel van 10 K.G. Amerikaanscbe bloem en 90 K.G. bloem, verkregen door uitma- ling op 74 pCt. van 10 K.G. inl rogge, 10 K G. ml. tarwe en 80 K.G. builen- laridscbe tarwe of bloem, verkregen door uilmaling op 73 pCt. van builen- landsche tarwe, inlandsche tarwe en inlandscbe rogge, waarbij elk der beide laatste graansoorten zijn aan gewend tot ten hoogste 10 pCt.; en onder Regeeringsmeel een meng sel van 25 pCt. inlandsche rogge, 10 pCt. inlandscbe tarwe en 65 pCt. buitenlandsche tarwe. De prijs, waarvoor de Regeerings bloem aan de gemeenten moet ge- leveid worden, zal gehandhaafd blijven op f 36 per 100 KG. af fabriek Voor Regeeringsmeel blijft de inkoopsprijs voor gemeenten f29.65 per 100 K.G. af fabriek. De verkoopprijs van Regee ringsmeel voor gemeenten blijlt be paald op f 15 per 100 K.G. af fabriek. Middenstand en socialisatie. De Directeur van bet Bondsbureau van den Nederlandschen Middensiands- bond, de heer A. Ingenool Jr., heeft in een audiëntie den Minister van Binnenlandsche Zaken attent gemaakt, dat, volgens de mededeelingen in de pers over de samenstelling van de Staatscommissie in zake socialisatie, de handeldrijvende en idustrieële mid denstand vergeten schijnt te zijn, daar onder de personen, die voor het lid maatschap dezer commissie zijn aan gezocht, niemand behoort die geacht kan worden den middenstand daarin te zullen vertegenwoordigen. Mitsdien is den Minister verzocht alsnog aan een zoodanig iemand ook een plaats in deze Staatscommissie te willen verleenen. 1) Het is gebeurd in Kaapstad, toen mijn broer Daniël en ik met den beroemden troep van Barnum mee waren als leeuwentemmers. Er was een aardig Hindoemeisje bij, een tij- gertemster, die bijgenaamd werd »Tijger Betsy«.Zewas vooral beviend met mijn broer en mijzelf en alles was goed en gelukkig lusschen ons totdat een Indisch slangenbezweerder, Benjamin Loo bij onzen troep kwam. Hij gaf een prachtige voorstelling met zijn slangen, maar niemand van ons gaf veel om den man zelf. Hij was geen prettig mensch onbe trouwbaar en grillig. Na een poosje merkten we op, dat Benjamin Loo verliefd was geworden op »Tijger Betsys, hetgeen haar zeer- irriteerde en verveelde, want niet alleen dat zij niets om hem gaf, maar integendeel hield ze veel van mijn broer, al deed natuurlijk iedereen, of bij niets daarvan merkte. Om des lieven vredes wille was Betsy vrien delijk ook tegen den Hindoe en ik geioof niel, dat mijn broer opmerkte, hoe flink de Hindoe het te pakken had, maar ik merkte het wel. Dik wijls, wanneer hij naar haar keek zag ik hoe zijn donkere oogen flikkerden en soms, als hij meende, dat nie mand op hem lette zag ik hoe bij zuchtte eu zenuwachtig zijn handen zat te wrijven, alsof hij haar zóó zou hebben willen op pakken en met baar wegloopen. En soms zag ik ook, hoe hij met jaloerscbe blikken naar mijn broer keek. Op zulke oogenblikken gaf hij mij altijd den indruk een soort van menscbelijke slaog te zijn en ik nam mij voor op hem te blijven letten. Soms sprak ik er over met Betsy, maar zij had geen vrees. 't Zal wel overgaan, zei ze, als bij ziet dat ik me niets aan hem laat gelegen liggen. Nu was er op zekeren dag een groot bal in Kaapstad, waarheen velen van onzen troep gingen. Betsy, Daniël en ik gingen ook. Benjamin Loo kwam iets later ook, toen hij hooide, waar heen wij waren. Hij was lichtelijk aangescholeu, kwam dicht bij ons zitten en keek met slrakke oogen naar Daniël. Als blikken konden hebben gedood, zou Daniël op de plaats dood neer gevallen zijn. De Hindoe leek wel over te koken van jaloezie. Dadelijk toen de dans was afgeloopen, kwam hij naar Betsy toe en vroeg haar om een volgenden. De gelukkige glimlach verdween van haar gezichtje, toen ze vriendelijk antwoordde Het spijt me, Benjamin, maar ik heb dezen dans niet meer vrij. Hij schokte door elkaar; een oogen- blik dacht ik, dat bij haar aan zou vliegen, maar met een soort van snauw draaide hij zich om en ging weg en liep de deur uit. Betsy kwam bij me met een heel verschrikt ge zicht. Ze was bang, dat Benjamin en Daniël samen zouden gaan vechten. Ze mogen elkaar niet ontmoe ten, zei ze anstig. Wil je me een dienst bewijzen, Atick? Volg Benjamin Loo en let op hem. Als hij weer nuchter is, kan het geen kwaad. Maar nu heb ik angst. Ik beloofde haar mijn best te zul len doen en ging uit om den slan genbezweerder te zoeken, dien ik al heel gauw vond, zooals ik had ver wacht, in een heiberg dichtbij met een groote kruik bier voor zich. Ik ben maar hierheen gegaan, bromde hij. Alleen leeuwen- en tijger temmers zijn daar welkom. Slangen bezweerders zijn niet noodig. Een kwaadaardige blik lag op zijn gezicht toen hij er zachter aan toevoegde. Maar ze zullen nog wel eens bemerken dat een slang kan bijten. Menige trotsche tijger heefi het afgelegd tegen den beet van een verachtelijke slang. Ik trachtte hem nog tot bedaren te brengen, doch het lukte niet eu eindelijk zei bij Jou broer en Betsy zijn veel te dikke vrienden naar mijn zin. Waarom mag hij alleen met haar dansen en ik niet? Ik ben toch net zoo goed als hij Maar ik zal haar wel ver nederen of mijn naam is geen Benjamin Loo. Jou broer denkt dat Betsy en bij samen zullen trouwen, maar dan heeft hij het toch mis. Alles is ge oorloofd in oorlog en liefde en hij zal haar nooit krijgen. Wij zagen Benjamin niet meer in de eerste drie dagen en we hooiden dat bij weer aan het drinken was geweest. Eenige dagen later hadden we 's avonds een bijzonder groote voor stelling en de heele circus was stamp vol. Alles ging goed tot acht uur toen een man en een vrouw een voorstel ling gaven van handig met messen te gooien. ïTijger Betsy" zat in een schitterend costuum in haar loge te kijken, toen een van de knechts haastig kvyam aanloopen en haar toe riep Bruce is los. Bruce was de groote tijger, pas uit de wildernis en dien we nog maar pas hadden getemd. Het was een bij zonder wild en verraderlijk beest en wij waren allemaal altijd maar weer blij als Betsy's voorstelling in zijn kooi voorbij was. Betsy sprong ver schrikt op Bruce los de cucus stampvol menschen en mijn broer en ik, wien zij om bulp had kunnen vragen, nergens te vinden. Er was geen oogenblik te verliezen. Haar ge dachten moeten met een volmaakte zelfbeheersching hebben gewerkt en door haar tegenwoordigheid van geest voorkwam zij eeri paniek. Een tecken gevend aan het orkest om op te houden met speler), zei ze met rustige stem tegen het publiek Slot volgtj.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 1