NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. ERT LEVY mun Mini» bi ollen Jumpers met tsen So. 31 Zaterdag 24 Juli 1320. 49e jaargang. VBBSMT WOENSDAG m ZATERDAG WAARHEIDSZIN. MODEMAGAZIJN GEST6AAT 36 FL. 12.75 BINNENLAND. FEUILLETON. t- ourant ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nummers 10 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Vrijdag. Tijdelijk slechts Zaterdags. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Meer dan één heeft zich gewaagd aan de schets van het lot van iemand, die, zij het dan ook maar één enkelen dag, niet zondigde tegen de eischen van de waarheid. Die schetsen zijn gewoonlijk ver halen vol jammeren, een aaneen schakeling van hoogst onaange name toestanden, een reeks van teleurstellingen, miskenningen, ver guizingen, allerlei soort van vijan delijkheden. Zij, die deze schetsen ontwierpen, stelden zich ten doel, op aanschouwelijke wijze te her inneren, dat de waarheid geen herberg vindt. Doch zeer zeker lag het niet in hun bedoeling, ons af te schrikken en af te brengen van het voornemen, in den dienst te staan van de waarheid. Integen deel, zoo zij het goed met ons meenden, was het juist hun streven, ons tot het nemen van dat besluit te brengen, opdat door vereende krachten aan de waarheid een beter onthaal mocht bereid worden. Laat nu de vraag, of die schetsen, op haar beurt volkomen waar zijn, rusten. Ieder weet, dat in haar wordt bijeengebracht, wat in de werkelijkheid vaak door groote afstanden is gescheiden en er met kleuren wordt gewerkt, die in de werkelijkheid gewoonlijk veel zach ter van toon zijn. Men heeft zich gedragen naar den raad, gegeven in het bekende gezegde: wie ver staan wil worden, moet hard schreeuwen. Doch het lijdt wel geen tegenspraak, dat zoo voor eenige zaak, het voor deze de moeite loont, zich in te spannen. Want het staat vast, dat zij van algemeen, van het allerhoogste belang is en zeker niet in den besten staat verkeert. Liefde voor waarheid is van alle deugden de grootste. Zij is de karaktertrek van den wezenlijk ontwikkelden mensch. Liefde voor waarheid is de beste vrucht van de ware vrijheid, blijk van onaf hankelijkheid van geest, van zelf standigheid, van vastheid van wil, van een degelijk karakter. Aan haar heeft men te allen tijde groote waarde toegekend; doch vooral in onzen tijd is zij van veel beteekenis, nu de ontwikkeling en vooruit gang der menschheid alleen van de macht der vrije persoonlijkheid iets goeds hebben te wachten. Liefde voor waarheid ontbreekt al te zeer onder ons. Vele schrij vers hebben ons duidelijk laten zien, hoewel gevestigd in de maat schappelijke samenleving, de heer schappij is van schijn en leugen. Onder den schoonklinkenden naam van wellevendheidskunst huldigt men een stelsel, dat op niets anders uitloopt dan op wederzijdsch ge pleegd bedrog. In het gunstigste geval houdt men elkander een voudig voor den gek. Niet altijd zijn daarby booze bedoelingen in het speloch neen! 't is niets dan een hebbelijkheid, die helaas! juist daardoor zoo bezwaarlijk te ge nezen is, die toch zoo noodlottig werkt, omdat zij het leven van ons binnenste verhindert zich te tAN ontwikkelen in de goede richting. Dat gedurig terugkeeren van de gelegenheden, om onwaar te zijn, waarvan zoo gedachteloos gebruik wordt gemaakt, doet aan den zin van waarheid, die in ieder mensch woont, zooveel afbreuk. Veel van hetgeen er wordt ge leerd, is onwaar, d.w.z. zij, die het leeren, zijn er niet van in het werkelijke, onvervreemdbare bezit. Onverschillig van welken aard de zienswijze zij, vaak wordt zij ge huldigd of ter wille eener maat schappelijke betrekking, of uit achting voor eerbiedwaardige man nen, die haar vroeger verkondig den, of uit vrees voor de gevolgen die het bestrijden van haar voor velen zouden kunnen hebben, of ook wel uit zucht naar rust en vrede, uit behoefte uit gewisheid, die men zich inbeeldt met haar te kunnen verkrijgen. In ieder dezer gevallen is men onwaar: de reden, waarvoor men zich voor iets bekent is dan niet gelegen in de diepe en klare overtuiging van verstand en gemoed, maar in iets, dat buiten het hoogste in ons omgaat, buiten datgene, waar al leen de bron onzer meeningen mag gelegen zijn. Laten wij meer luisteren naar degenen, die den lof der waarheid gezongen hebben. Bij onszelven en bij anderen is het noodig dat de waarheidszin wordt aangekweekt. Dan alleen zal ons geheele leven, in al zijn uitingen, een welspre kende getuigenis worden van de hoogste goederen der menschheid. Dan alleen vermogen wij iets, als wij waar, volkomen waar zijn. Op de te 's-Gravenhage gehou den algemeene vergadering van den Middenstandsbond kwam in behan deling het rapport inzake het vraag stuk der centralisatie van de verschil lende middenstandsinstituten door M. Kropveld, Rijksmiddenstandsadviseur voor het westen des lands. De heer Kropveld kwam tot de conclusie, dat deze zoo belangrijke zaak voor den geheelen Nederland- scben middenstand in nadere behan deling moest worden genomen en indien mogelijk, het daarheen te lei den, dat het een punt van behande ling kon uitmaken voor de hoofd besturen der drie Nationale Midden standsorganisaties. Resultaten der besprekingen was, dat op voorstel van den voorzitter werd besloten, aan het bestuur op te dragen, de middelen te beramen om te komen tot de gewenscbte samen werking tusschen de instituten. Tevens zal dan eventueele samenwerking met de andere bonden worden overwogen. De dood van prins Joachiui 1 Het bericht omtrent bet overlijden van prins Joacbim is eerst Maandag ochtend vrij laat op het Huis Doorn ontvangen. Toen den ex-keizer met eenige omzichtigheid was medegedeeld, dat zijn zoon ten gevolge van een val van zijn paard om het leven was gekomen, toonde deze groote verslagenheid. De juiste beschrijving Tan zijn dood werd pas later gegeven. Na de instructie te hebben gegeven dat men de kei zerin niets mocht laten bemerken uit vrees, dat de schrik haar wegens haar hartkwaal zou schaden, begaf de ex- keizer zich naar zijn dochter prinses Victoria die met haar gemaal sedert eenige dagen op het Huis Doorn logeert. Zeer lang heeit de ex-keizer zich daarop met deze afgezonderd. Zeer laat in den middag wist oog blijkbaar niemand van het personeel welke slag bet ex-keizerlijk gezin had getroffeD. De droogmaking der Zuiderzee! De voorbereidende werkzaamheden inzake de drooglegging der Zuiderzee, bet dichtmaken van het Amsteldiep, geeft op het Westelijk en Noord- Westelijk gedeelte van bet eiland Wieringen reeds groote bedrijvigheid. Rijnschepeo, geladen met rijshout en steen, worden er dagelijks aange voerd en gelost. Het eerste vlecht werk voor het binnen enkele dagen te laten zakken eerste zinkstuk wordt in gereedheid gebracht. Verder aan schouwt men er op zee de werking van 3 groote baggermolens, deze baggermolens balen grond en zeeklei i) Mijn moeder kwam mij nooit af halen aan het station van Bursley, als ik uit Londen in de Vijf Steden terugkeerde, en nog veel minder ging zij naar Knype, het groote industrieele middelpunt, waar men van de expres in het locaaltreintje overstapt. Zij had altijd andere dingen te doen ze moest >toebereidselen« maken voor mijn thuiskomst. Aldus deed ik de korte reis van Knype naar Bursley en daarna de wandeling naar de Tra- falgarlaan, te midden van de welbe kende hooge schoorsteenen en den rook en de kleiachtige modder en de voetbal-affiches en het Midlandsch dialect in mijn eentje. Ik had den tijd om opnieuw te overleggen, hoe ik mijn moeder het gewichtige nieuws zou mededeelen. Ik had over dat punt getobt van dat ik te Eusfon in den trein stapte, alwaar ik van Agnes afscheid bad genomen, maar in de atmospheer der Vijf Steden scheen het mij ineens veel moeilijker, ofschoon het in den grond natuurlijk beelemaal niet moei lijk was. Ge moet weten, dat ik moeder ge regeld iedere week schreef, en haar van mijn doen en laten op de hoogte hield Zij kende al mijn vrienden bij naam. Ik ben overtuigd, dat zij zich van allen een voorstelling maakte. En zoo had ik ook dikwijls over Agnes en haar familie geschreven. Maar een man kan zelfs aan zijn moeder niet in koelen bloede schrijven »Ik geloof dat ik op Agnes verliefd ben. Ik ge loof dat Agnes mij wel mag. Ik ben dol op haar. Ik ben zeker dat ze van mfj houdt. Ik zal baar dan en dan ten huwelijk vragen.Dat gaat niet. Tenminste, ik kon 't niet. En zoo kwam het dat ik Agnes den 20sten December had gevraagd en dat Agnes mij baar jawoord had gegeven en dat moeder geen flauw vermoeden bad van 't geluk dat mij te beurt was gevallen. En op den 22sten, vol gens een oude en onwrikbare afspraak, was ik overeengekomen om het Kerst feest met moeder te vieren. Ik ben moeders eenige zoon, alles wat zij op de wereld heeft. En nu had ik mij verloofd met een meisje, dat zij nooit had gezien, en ik bad er haar buiten gehouden Zij zou zeker in booge mate verbaasd zijn, en het kon ook wel, dat ze eerst een beetje gegriefd zou zijn. Hoe ook, het was in ieder geval een min of meer kie- sche zaak. Ik liep de witte stoep van ons huis op, dat juist tegenover de electische tram ligt, maar voordat ik kon bellen, opende mijn klein stevig moedertje de deur, in baar zwart zijden japon met de gouden broche en met haar kastanjebruin haar. Blijk baar had zij van achter het uitge bouwde raam naar mij uitgekeken, zooals ze altijd deed, en als altijd zei zij, terwijl ze mij een zoen gaf Zoo, Philip, hoe gaat het? En ik zei: Best moeder, en u? Ik bemerkte onmiddellijk, dat zij opgewondener was dan mijn komst baar gewoonlijk maakte. Tranen ston den in haar vriendelijke oogen en zij was zoo zenuwachtig als een jong meisje. Zij zag er werkelijk merk waardig jong uit voor een vrouw van vijf en veertig jaren, die vijf en twintig jaar weduwe was en een kort, maar veelbewogen leven achter zich had. De gedachte flitste door mijn brein: »Op de eene of andere manier heeft zij van je verloving gehoord. Maar boe Maar ik zei niets. Ik was natuurlijk ook eenigszins nerveus. Moeders zijo kruidje-roer-me-nieljes. Ik zal het haar aan het avond eten vertellen, besloot ik. Toen ik naar boven ging, draaide zij om mij heen als een zeemeeuw om een schip. Er werd gebeld. Zij snelde naar de voordeur inplaats dat aan de dienstbode over te laten. Het was een besteller met mijn koffer. Juist toen ik weer beneden kwam, word er opnieuw gebeld. Moeder kwam weer als door een tooverslag uit de keuken, maar ik was haar voor, en lachende stond ik er op zelf ditmaal de deur te openen. Een jonge vrouw stond op de stoep. Mevrouw Dawson laat vragen of mevrouw Duranu zoo vriendelijk zou willen zijn haar zes messen en vorken te leenen. Met pleizier, zeide moeder's stem achter mij. Wacht maar even Lucy, en kom zoolang binnen. Ik volgde mijn moeder in de zit' kamer waar zij in het kabinet haar zilver bewaarde. Dat is mevrouw Dawson's nieuwe meid, fluisterde moeder. Ze boeit niet te denken dat ik baar mijn mooie zilver zal geven, want dat ben ik niet van plan. Neen dat deed ik ook niet als ik u was viel ik baar bij. Zij ging de deur weer uit met eenige exemplaren van het daagscbe zilver in vloeipapier gewikkeld en gaf het aan mevrouw Dawson's dienst meisje met een beminnelijk knikje. Hier is het en de groeten aan me vrouw, Lucy. Daarna verdween moeder opnieuw in de keuken en maakte het daar de dienstbode, die volkomen voor baar taak berekend was, onnoodig lastig. Ik dwaalde door het huis rond in een toestand van prettige opwinding. Ik monsterde de zitkamer waar niets veranderd was behalve het zacht omfloerste licht en de prentbriefkaar ten op den schoorsteenmantel. Daarna drentelde ik naar de eetkamer, een klein vertrek aan den achterkant van bet huis, en daar wachtte mij een groote verrassing. Er was gedekt voor drie >Zoo, peinsde ik, dat is wat moois! Voor drie gedekt en zij heeft er my geen woord van gezegd-■ Moeder was zoo knap in alles, wat 't huiselijk leven betrof, en in 't bij zonder in het bedenken van prettige verrassingen, dat ik haar in staat achtte een wonder te verrichten. Op de een of andere manier moest zij er achter zijn gekomen, welke wen- schen ik koesterde met betrekkiog tot Agnes. Zy had geschreven of iets dergelijks. Zij en Agnes hadden samen gespannen om mij een schrik aan te jagen per brief, misschien zelfs wel per telegram. Agnes bad gejokt, toen ze me zei, dat zij onmogelijk in Bursley kon komen met Kerstmis, ze had allerliefst gejokt. En moeder hield haar nu ergens in huis verborgen of verwachtte haar ieder oogenblik. Dat was de ophelde ring van de tranen, de zenuwachtig heid en het gevlieg naar de bel. Ik sloop de eetkamer uit, vastbesloten mijn moeder niet te laten merken, dat ik de eettafel al ontdekt had. En terwijl ik de gang doorging naar de zitkamer, werd er voor de derde maal gebeld en voor de derde maal vloog mijn moeder uit de keuken. Wordt vervolgdj.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 1