NIEUWE *Êt Nieuws- en Advertentieblad t toor de Provincie Utrecht. |m ROBIST LETT Dame Groote KLEINE OMHEN. Gemeenteraad. LOUIS KLEIN :so. 17 Zaterdag 13 November 1320. 43e jaargang. VEBSMT WOENSDAG RN ZATERDAG MODEMAGAZIJN LANGESTRAAT 36 FEUILLETON. Het leheimzinnip testament. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlij ke Nnmmers 10 Cent. Ingezonden stokken in te zenden uiterlijk Vrijdag. Tijdelijk slechts Zaterdags. Uitgever G. J. SLOTHOUWER BureauLangestraat 77. Telephooon. 69. ADV ER1 ENTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. »Wie het kleine versmaadt is het groote niet waarde, zegt het spreekwoord terecht. Is de groote fout der meeste menschen niet, dat zij door altijd naar de hooge dingen te trachten, de kleine, de eenvoudige, de nederige vergeten? Meer rust en meer geluk zouden zij zeker erlangen, zoo zij van hun jeugd af geleerd hadden dank baar te zijn, moedig te werken en hun lot geduldig te dragen. Iedereen zal toegeven dat wie altijd het oog vestigt op hen die hooger geplaatst en rijker zijn dan hij en meer alles van het leven genieten kunnen, ontevreden wordt en zijn eigen rijkdom er bij vergeet. Er kan, wel is waar, heel wat ontbreken aan ons uitwendig ge luk en het is niet meer dan na tuurlijk dat het ons nu en dan strijd kost, als wij anderen ont moeten wier leven zooveel geluk kiger schijnt dan het onze, maar één ding vergeten wij, dat wij zelden over meer kunnen oordee- len dan over den schijn en dat ook hier de schijn dikwijls bedriegt. Ieder heeft zijn eigen last te dra gen en ieder acht den zijne den zwaarste, ook hij, dien wij be nijden. Daarom is het noodig, dat wij ons zelt telkens weer herinne ren, dat, hoeveel uitwendige voor spoed ook waard zij, toch ons hoogste geluk daarvan onafhan kelijk is. Velen zijn dadelijk ont stemd als er maar een wolkje aan den hemel komt. Menigeen schept zich voortdurend zorgen en be zwaren, zoekt overal en vindt moeilijkheden, maar gaat daarbij onopmerkzaam het geluk voorbij dat ook op zijn weg geplaatst is. Hoe is het toch mogelijk dat men klagen kan over gemis aan levens genot, terwijl toch iedereen liefde geven en liefde ontvangen kan? Meer dan de grootste schatten is één menschenhart waard, dat ons met warme liefde tegenklopt. Werken is ook een zeer nederig ding en tocli zijn er altijd nog die het voornaam achten om het niet te doen. AI brengt het ons niet zoo spoedig als wij wel wenschten waar wij komen willen, toch is het de eenige eerlijke en zekere weg om tot geluk te komen. Het werk, dat niet als een middel, ais een noodzakelijk kwaad, dat wij ons dienen te getroosten om ons doel te bereiken, beschouwd wordt, zal ons lief worden, zal ons bevrediging schenken, een gezegende levensvervulling, inspan ning en ontspanning tevens, dat de echte winst, altijd in zich draagt. Wat ook overigens de vruchten er van mogen zijn, al werkende leeren wij werken, wordt onze kracht ontwikkeld, wordt vooral onze geestkracht geoefend en ge staald: onze wil, onze macht tot zelfbeheersching worden er sterker door en dit is het vooral, waarom de ernstig aangevatte arbeid ons altijd vroolijk en blij maakt Nooit verdrijven wij beter de zorgen, nooit vergeten wij lichter al onze kwalen en kwellingen dan door den arbeid. Terwijl wij ons ernstig wijden aan dat nederige ding, verliezen soms daaronder de hooge dingen, waarnaar wij hunkerden, hun glans en bekoring en voelen wij dat zij toch de hoogste din gen niet zijn Maar, zal men tegenwerpen, als wij nu werken, zooveel wij kunnen, zuinig zijn en matig en wij komen toch niet vooruit, wat dan? Ja, indien deze uitzondering plaats vindt, want een uitzondering zal dit wel altijd blijven, dan schiet er maar één middel over: dulden en dragen. Dit beteekent niet dat de mensch onverschillig moet zijn, ongevoelig voor de nooden en ellenden der maatschappij. Ieder moet meewerken om ze, zoo moge lijk, te verzachten en weg te nemen. Waar zij voortkomen uit onbillijkheid, uit slecht gedrag van menschen tegenover menschen, daar mogen wij onze stem krach tig verheffen en eischen dat zulk onrecht ophoude. Maar niet alle maatschappelijke ellende komt daaruit voort. Er is ellende waar van wij de schuld noch op anderen kunnen werpen noch op hem die haar lijdt. Of dan dat nederig dragen den mensch vooruit zal helpen? In stoffelijken zin som tijds ja. Want het zal hem helpen den moed niet te verliezen ook waar hij soms weer van voren af aan beginnen moet. Mochten wij de kleine dingen die wij dankbaarheid, arbeid, ge duld noemen, nooit versmaden. Hoe meer het hooge waarlijk hoog voor ons wordt, te meer vinden wij het juist door ons te voegen naar het nederige. In de openbare raadsvergadering van j.l. Dinsdag, voorgezeten door den burgemeester en niet bijgewoond dooi den wethouder Dr. lorissen, waren de navolgende stukken ingekomen: Schrijven van den heer E. E. van Rhijn ie Hoorn, d.d. 2 November 1920, houdende mededeeling, dat hij zijne benoemingtot Directeur der Gemeente bedrijven alhier aanneemt. Voor kennisgeving aangenomen. Schrijven van den heer J. H. Met- höfer, d.d. 2 November 1920, houdende mededeeling, dat hij zijne benoeming tot onderwijzer aan de M.U.L.O. school niet aanneemt. Als voren. Schrijven van den beer J. van der Wey d.d. 1 November 1920, houdende mededeeling, dat hij zijn benoeming tot leeraar aan de Gemeentelijke Handelsdagschool alhier aanneemt. Als voren. dVO'S VLEUGELS - ORGELS ^VOORNAME FABRIKATEN PraAjvolle gebruikte instrumenten tegen Tageprijs. Soliede garantie UTRECHYSOHESTRAAT 44 Schrijven van den heer G. F. Nijland d.d. 28 October 1920, houdende ver zoek, hem met ingang van 1 Januari 1921 eervol ootslag te verleenen als onderwijzer aan de A-school no. 1 in de Hellestraat alhier. Advies B. en W. Schrijven van den heer H. B Becht d.d. 1 November 1920, houdende mededeeling, dat hij zijne benoeming tot leeraar in de Geschiedenis en Aardrijkskunde aan bet Gymnasium alhier aanneemt. Als voren. Schrijven van den beer B. B. van Ieperen. houder van het Hotel »Mo- nopole« alhier, d.d. 2 November 1920 houdende verzoek om hem vergunning te verleenen, aan vreemdelingen, die in zijne inrichting wenschen te dinee- ren, port of wijn te mogen schenken. Als voren. Schrijven van mej. J. C. R. Klaassen d.d. 8 November 1920, houdende ver zoek om haar met ingang van den datum waarop zij als hoofd der C- school no. 1 in functie zal treden, eervol ontslag te verleenen als onder wijzeres aan die school. Als voren. Schrijven van bet Amersfoortsch Drankweercomité d d. 8 November 1920, houdende verzoek om op de gemeentebegrooting dienst 1921 een subsidie van f500.— te willen uit trekken. Als voren. Schrijven van het bestuur der R.K. Jongensscholen aan de schimmelpen- ninckkade en Breestraat alhier, in gekomen 9 November 1920, houdende verzoek om aan Zijne Exellentie den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, een regeling te willen vragen van de vergoeding voor Duit- sche lessen na schooltijd gegeven. Als voren. Hierna legde het nieuwe raadslid de heer Van Wijngaarden de bij de wet gevorderde eeden af en nam in de vergadering plaats, gelukgewenscht door den Voorzitter. Tot wethouder werd daarop ge kozen de beer Hofland, die om per soonlijke redeneu bedankte. Zijn partij genoot Overeem, daarna gekozen, bedankte eveneens en verklaarde dat geen socialistisch raadslid de benoe ming zou aanvaarden (het is ook gemakkelijker om oppositie te voeren dan te helpen rt-geeren) waarna Mr. van Traa werd gekozen, die zijn benoeming in beraad wenschte te bonden. In het stembureau voor de verkie zing van 3 leden der Kamer van Koophandel werden benoemd de heereo Veis Heyn; Jorissen, en Verhoef en als plaatsvervanger C. Ruitenberg. Besloten werd dat de Commissie van onderzoek naar de wijze waarop de gemeentelijke woningbouw kan worden geregeld en geëxploiteerd, zal bestaan uit 4 raadsleden, de directeur van openbare werken, een lid van de beide patroonshonden in de bouw vakken en een lid van de moderne, den R.K. en den Chr. bouwvakarbei dersbond Uit den Raad werden aan gewezen de heeren Kroes, Noordewier, Noorman en Ruitenberg. Aan mej. M. A. M. Radersma werd, op haar verzoek, met 1 Dec. eervol ontslag verleend als onderwijzeres in Het is lang, lang geleden. Laurence Marmoton, kaasmaker in Savoye, was gestorven tot groot ver driet van zjjn vrienden en kannissen, want hij was algemeen geacht om zijn hulpvaardigheid en eerlijkheid. Hij liet drie zoons Da, die de namen droegen Yan Barthelemy, Bertrand en Barmabé. Het waren iliDke mannen, die goed ran landbouw en veeteelt op de hoogte waren, alleeo hadden zij de fout, zeer aan aardsche goederen gehecht te zijn en daar geen stukje van te kunnen afstaan aan andeten. Daarbij kwam de gewone koppigheid van boeren, zoodat zij wel eens de grens van on uitstaanbaarheid naderden. Toen twaalf dagen na den dood van Laurence Marmoton zijn testament werd geopend bleek, dat hij zijn negen tien koeien als volgt onder zrjn zoons verdeeld wilde hebbende helft aan de oudste, een vierde aan den mid delste en een vijfde aan den jongste. Dit was zeer zonderling, want hoe zou men negentien koeien zoo kunnen verdoelen. De erfgenamen keken elkaar aan en vonden het testament erg ge heimzinnig. Ten slotte zei Bertrand Ik weet een eenvoudig middel, als Barthelemy eens afzag van een halve koe en dat Barmabé op zijn beurt Zooriep de oudste broer uit, jij raadt mij voor een stuiver aan, wat je zelf voor een dubbeltje niet zou doen Je bent zelfzuchtig, zei Barmabé. Maar één van ons moet toegeveo, zei Bertrand. Nu, ik geef niet toel Ik ook niet! En daar begon de twist. De broers, die nog nooit een woord met elkaar gehad hadden, zeiden elkaar nu de grootste hatelijkheden. Zij maakten zoo'n geraas dat de buren kwamen toeloopen, 't werd een formeel op stootje voor hel huis van de broeders. Juist kwam er een grijsaard voorbij, meneer Lalo, die iedereen achtte om zijn rechtvaardigheid en zijn groot verstand. Hij was de vrederechter en ging naar binnen om te kijken wat er gaande was. Zij vertelden bem, waar het over ging en hij antwoordde: Waarom maken jullie zoo'n drukte over zoo'n kleinigheid. U hebt gemakkelijk spreken, meneer de rechter, u hebt ook een koe, is het niet? Zeker. En u houdt van die koe. Als iemand nu eens een kwart daarvan opeisebte, wat zoudt u dan antwoor den? Ik zou zeggen Hier bleef meneer Lalo steken. Voor geen geld van de wereld zou hij een kwart van Margot hebben gegeven, daar bij dol veel van bet beest bield. Hij dacht een oogenblik na en zei toen Ik zal eerst thuis eens over dit geval nadenken en bericht zenden als ik een besluit heb genomen. Reeds deozelfden dag kregen de broeders bericht, dat zij den volgen den morgen al hun vee uit den stal moesten halen en het stuk voorstuk naast elkander opstellen. Zoo gebeurde het. Op straat wemelde bet van nieuwsgierigen en aller oogen waieo gevestigd op den weg, waarlangs de rechter komen moest. En daar kwam bij, maar hij was niet alleen. Achter bem aan liep Margot, heel deftig. De grijsaard kwam nader en zei Jongens, ik breng mijn koe mee en zet die bij jullie dieren, nu zal je zien. dat de verdeeling heel gemak kelijk is. Maar meneer de rechter, zoo'n offer kunr.en wij niet van u aan nemer. Kom, kom, jongens, maak je niet bezorgd. Margot ging in het gelid staan. Stilte! riep hij, nu gaan we volgens de letter der wet bet testa ment ten uitvoer brengen. Berthelemy, mijn jongen, neem de helft van de koeien, die hier staan. De eerste tien koeien werden van de andere afge zonderd. Heb je daar vrede mee? Volkomen, mijnheer de rechter, autwoordde Barthelemy. Goed, nu uw beurt, Bertrand. Het vierde deel is vijf. Neem die. En jij, Barmab wil vier koeien hebben, is het niet? Juist, meneer de rechter. Neem ze dan weg. En nu is de zaak uit. Julii hebben allen meer dan je toekomt. Toch is tieD plus vijf plus vier negentien en ik neem mijn eigen koe weer mee naar huis. Ga mee Margot, je zult niet van je ouden meester scheiden

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 1