NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht. j«
ROBÏfif LEVY
JUMPERS,
LOUIS KLEIN
so
Zaterdag I December 1920.
49e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
BEGRENSDHEID.
MODEMAGAZIJN
LANGESTRAAT 36/
met 20 T korting.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Hellen Petterson.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk f 1.15.
Afzonderlijke Nnmmers 10 Cent.
Ingezonden stnkken in te zenden uiterlijk Vrijdag.
Tijdelijk slechts Zaterdags.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
BureauLangestraat 77. Telephoonn. 09.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 16 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Veel wijsheid sleept dikwijls
veel verdriet met zich mee; ver
meerdering van wetenschap gaat
meestal gepaard met vermeerde
ring van smart. Dit gezegde, hoe
wel eenzijdig en daarom onjuist,
bevat toch een bittere ervaring,
die niet geheel te miskennen is.
Ons menschelijk weten is een
kennen ten deele. Zij. die dat niet
erkennen en luide hun stem ver
heden, alsof zij alles wisten en
alles konden verklaren, verdienen
het allerminst gehoor. Een ding
staat vast, dat is: dat wij immer
op raadselen zullen blijven stuiten,
dat het diepste wezen aller dingen
onverklaarbaar blijft en dat, zoo
lang het volmaakte niet gekomen
is, onze kennis begrensd zal zijn.
Het is ook wijsheid de grenzen
te kennen, die ons gesteld zijn en
het is een leeken van groot zelf
besef te durven belijden en te
willen verklarenwij weten liet
niet Te gelijkertijd openbaart zich
in die goddelijke ordening een wel
dadige beschikking voor den zwak
ken, den eindigen mensch. Even
dankbaar als we 's zomers zijn
voor schaduwrijke plaatsen te mid
den van de hitte die ons dreigt
af te matten, even dankbaar moeten
we ons betoonen voor verborgen
heden en duisterheden, waar we
gevoelen, dat het nog niet geopen
baard is, wat we zijn zullen In
hoop toch alleen kunnen we hier
beneden ons bewegen, in geloof
en niet in aanschouwingen daarin
ligt onze kracht, omdat we alleen
sterk zijn als we schrede voor
schrede, geduldig, geleidelijk en
langzaam voorwaarts gaan, terwijl
niets meer zwakte verraadt dan de
overmoed, die het onbereikbare
als met tooverslag wil veroveren.
Het is niet goed den sluier op
te willen lichten die over bet on
geziene verspreid ligt; het is niet
goed, vaak zonder de kosten te
hebben berekend, torens te bouwen,
ten einde ten hemel te stijgen, om
zijn heerlijkheid te aanschouwen
het is niet goed in de diepte neer
te dalen om de geheimen van den
afgrond te bespieden. Zeker, kennis
is prikkelend en bezielend, rnaar
als de ootmoed ontbreekt, de zelf
beperking gemist wordt, dan kan
ze een hartstocht worden, die zoo
goed als iedere andere hartstocht,
wanneer daaraan zonder maat
wordt toegegeven, ten verderve
voert. Daar is een onwetendheid,
vrucht van domheid en luiheid, die
ongetwijfeld noodlottig is, maai
er is ook een, die voor ons, eindige,
begrensde wezens onvermijdelijk
en daarom zegenrijk is. Laten wij
oris tevreden, stellen met de ge
openbaarde dingen. Is dat reeds
niet ontzaglijk veel? Hoeveel in
't rijk bewogen practische leven,
waar zooveel onze aandacht vraagt,
zooveel schijnbaar gewoon en on
belangrijk, maar wat wij noemen
onbeduidende dingen maken de
som van het leven uit! Onze eerste
en voornaamste kennis moet zich
bezighouden met wat voor de hand
ligt en wat begrijpelijk is voor
gewone menschen. Hoevelen, die
niets weten van oorsprong en aard
der alledaagsche zaken, voorvallen
of werkingen om hen heen, en heel
wijs en heel geleerd weten te
spreken over verborgenheden waar
in de ziel zich verwart en het
wezen des geloofs, het kalm ver
trouwen op Hem, Die alle dingen
doet medewerken ten goede, voor
bijgaan en zich daardoor een leven
voorbereiden van vrees en ont
steltenis bij het raadselachtige en
onverklaarbare der eeuwigheid,
waarin zij zich verdiepen. Het is
niet goed alles zoo zorgvuldig te
ontleden, niet goed zich buiten
zichzelf te begeven en omgang te
zoeken met geesten eener voor
ons gesloten wereldhier beneden,
hier op onze post, te midden van
onzen dagelijkschen werkkring is
onze plaats en het is reeds de
arbeid van een geheel menschen-
levon om tot klaarheid te komen
van de eenvoudige roeping waartoe
men gesteld is en waarin men
boven alles getrouw moet zijn.
Van onvergankelijke waarde
is elk nederig menschenbestaan,
waarin naar kennis wordt gezocht
van 't bereikbare en voorts met
vertrouwen gewacht en gehoopt
wordt op een toekomst, die een
maal zal doen begrijpen wat nu
nog in nevelen gehuld moest blij
ven. Aan het prachtige licht van
den dag hebben wij te danken,
dat ons tal van dingen worden
geopenbaard, die de nacht voor
ons verborgen houdt; maar wat
zouden wij van den machtigen
sterrenhemel weten, wanneer wij
niet den nacht hadden. Zoo heeft
ook de duisternis van den nacht
er niet weinig toe bijgedragen
onzen blik naar hooger te richten,
ons geloof te sterken en ons we
relden te doen aanschouwen die
de wetenschap in haar begrensd
heid niet kent.
Woensdagmorgen arriveerden
de leden van bet Gortelsche jacht
gezelschap uit verschillende richtingen
per auto en per trein op Het Loo,
waar zij twee dagen de gasten zullen
zijn van Z. K. H. Prins Hendrik,
met wieu zij terstond na aankomst
in bet Koninklijk Park en in bet
Achter park ter jacht togen.
Des middags werd ten paleize Het
Loo gedejeuneerd, waarna een jacht
op wilde zwijnen werd gehouden te
Gortel en Niersen, en des avonds
vereenigden zij zich met den Prins
aan een jachtdiner in Hotel Röge.
Woensdag bracht H. M. de
Koningin-Moeder vergezeld van Hare
hofdame freule Van Ittersum een be
zoek aao den Koninklijken grafkelder
te Delft.
H.M. heeft een krans van gedroogde
bloemen gelegd op de kist van wijlen
Z.M. Willem III.
PIANO'S
VLEUGELS - ORGELS
PIANOLA'S
VOORNAME FABRIKATEN'
Prachtvolle gebruikte insjröfnenten
tegen lage prijs. ^pfieffé garantie
UTRECHTSCHESTRAAT 44
De inkomsten van den gewezen
Duitschen keizer I
Aan het nTageblatt wordt geseind,
dat de Nederlandsche fiscale ambte
naren, met toestemming van den ge
wezen keizer van Duitschland, diens
jaarlijksche inkomsten op 11/2 millioen
gulden of dertig millioen mark heb
ben geschat, wat dus het bestaao van
een kapitaal van 600 millioen mark
veronderstelt.
Het jaarlijksche inkomen van den
gewezen kroonprins bedraagt ƒ40.000
of 800.000 mark volgens den huidigen
wisselkoers.
Petroieumontginning in Ned.-Indiël
Bij de Tweede Kamer is het wets
ontwerp ingekomen tot ontginning
van aardolie velden in Nederl-Indië.
Het beoogt de oprichting van een
naamlooze vennootschap, de Nederl.
Indische Aardolie Maatschappij, welke
ten doel beeft om met name de
Djambi terreinen te ontginnen in
samen werking met een reeds bestaande
particuliere onderneming. Tot dit doel
beoogt bet een belangengemeenschap
met de Bataafsche Petroleum Maat
schappij.
De desbetreflende voorwaarden ver
zekeren, naar in de Memorie van
Toelichting wordt verklaard, aan bet
land een ruim winstaandeel, terwijl
een overwegend medezeggingschap in
de leiding der onderneming aan de
Regeering deugdelijke waarborgen voor
een goede behartiging barer belangen
verschaft.
Steun aan groote gezinnen.
Minister Aalberse heeft op de vragen
van den beer Wittert van Hoogland
inzake een wettelijke regeling van de
steunverleeDing aan groote gezinnen
geantwoord, dat hij in beginsel sym
pathiek staat tegenover het denkbeeld
van een wettelijke regeling van de
steunverleening aan groote gezinnen.
Indien deze steunverleening van Staats
wege zou zijn te geschieden, zou zulks
naar zijn meening op de doeltreffendste
wijze kunnen geschieden door de in
stelling van een Rijkskinderfonds met
verplichte verzekering.
Dus weer een instelling k la Rijks-
verzekeringbank, weer een overvioed
van nieuwe ambtenaren, weer een
kostbaar Staatsinstituut, te betalen
door de toch al niet in geringe mate
gebrandschatte belastingbetalers
Weer zegels en andere administratieve
rompslomp!
Een steun als deze ware door par
ticulieren, b.v. met Staatssubsidie, te
schenken, maar het schijnt, dat deze
Regeering voor al wat zij doet, bij
voorkeur den meest omslacbtigen en
kostbaarsten weg kiest.
Drooglegging der Zuiderzee.
Van Rijkswege zal aan de visschers
een crediet verleend worden voor
aanschaffing en onderhoud van be-
drijfsmateriaal en vaartuigen om tot
aan de drooglegging der Zuiderzee bet
bedrijf voort te zetten.
Om dat crediet te beoordeclen en
bons uit te reiken, wordt uit de vis-
scbers in elke visscheisplaats een
commissie benoemd van vertrouwens
mannen.
Bij de te Langbroek gehouden
houtverkoopiDg werd zeer veel bout
gekocht voor de Zuiderzeewerken,
waarvoor enorm booge prijzen besteed
werden.
Tuberculose-bestrijding.
In verband roet de plannen van het
Moeder mag ik vanavond laat
thuis komen? vroeg Hellen Petters-
son, een meisje van negentien jaar,
die ondanks baar jeugdigen leeftijd
een zelfstandige positie bekleedde als
verslaggeefster aan bet dagblad»Het
Theaternieuws".
Waarom kind?
Wel, antwoordde het meisje,
meneer Pierson, onze uitgever, heeft
me opgedragen sir Hubert Cbetwynde
te interviewen, maar dat is een buiten
gewoon lastige taak, want die wil
nooit geinterviewd wezeD en dat is
ook nog nooit iemand gelukt.
Sir Hubert Cbetwynde was een
adellijk tooneelspeler van geweldig
talent. Van avond zou hij voor de
eerste maal optreden in »De Vrouw
uit het Oosten" met miss Roma Cory,
de groote tragedienne. Hijzelf bad de
hoofdrol.
De journaliste ging vroeg naar het
Imperial Theatre, waar het stuk zou
worden gegeven.
Goed, dat Rom en ik vrien
dinnen zijn, dacht ze, anders zou ik
trouwens het interview maar vast
hebben opgegeven, want het is een
verschrikkelijke man.
De jonge verslaggeefster stapte de
groote marmeren treden op en liet
haar kaartje aan miss Cory preseo-
teeren. Spoedig daarop werd zij bin
nengelaten.
Hallo Hellen, riep Cory, toen de
eerste de kamer binnenkwam.
Hallo Roma, hoe maak je het?
De vriendinnen ombelsden elkaar
innig.
Ik ben erg opgewonden, bracht
Roma uil, ten eerste om het stuk en
dan om jouw gek idee. He spijt me
nu al, dat ik je beloofde, je te helpen.
Ha ha, lachte de verslaggeefster,
denk je, dat het voor jou erger is,
dan voor mij?
Ja, Hellen, maar ik ben wat in
de war en erg moe, ik moest wat
vacantie hebben.
O, daarvan komt niets, beweerde
Hellen, het stuk zal veel te veel suc
ces hebben, om vacantie te nemen.
Sir Hubert Cbetwynde stond in één
der vleugels van bel theater, gekleed
als een rijk Engelschman, die voor
zijn plezier in Egypte leisde, want als
zoodanig zou bij in de eerste acte
optreden, als een vriend van de Egyp
tische vrouw Hyasha, gespeeld door
Roma.
Is miss Cory geroepen? vroeg
hij aan een zaalknecht.
Ik zal eens voor u zien, meneer,
antwoordde deze.
Na eenigeoogenblikken kwam Roma.
Je ziet er schitterend uit, riep
hij, we zullen een enorm succes heb
ben, je bent toch niet zenuwachtig.
Hyasba wandelde statig naar Sir
Hubert en bleef voor hem staan.
Niet zenuwachtig he, herhaalde
Sir Hubert.
Natuurlijk ben ik betant
woordde Hyasba zacht, is u het dan
niet?
Hm, bromde Sir Hubert, maar wat
is er met je stem, dat je zoo zacbt
spreekt, je krijgt toch zeker geen
flauwte?
Ja, die zal ik zeker krijgen, als
u ten minste niet alles doet, wat ik
u vraag, voor het stuk begint.
Wat is er dan Roma, vroeg de
tooneelspeler.
Ik ben Roma niet, antwoordde
Hyasha, ik ben Helen Pettersson en
heb miss Cory's kleeren aangetrokken,
zij zelf zit opgesloten op baar kleed
kamer en u kiijgt den sleutel daarvan
niet, voor u mij een interview toe
gestaan hebt.
In een oogwenk stond Sir Hubert
voor de kleedkamer van miss Cory
en klopte.
Roma, Roma, brulde de acteur.
O, Sir Hubert, is u het, klonk een
melancholieke stem van binnen, ik zit
bier opgesloten en nergens|is de sleutel
te vinden. Dadelijk moet ik optreden.
Daar is zoo'n vervloekte reporter
hier die den sleutel beeft Zij wil bem
niet geven, voor ik haar een interview
beb toegestaan.
O, Sir Hubert, doe dat dan in
's hemels naam maar, smeekte Roma
achter de deur.
Natuurlijk, ik moet toegeven in
dit geval, zei Sir Hubert.
Zoo kwam het inierview tot stand.
Eenige oogenblikken later, toen de
groote acteur brommend was been-
gegaan, stormde Hellen Pettersson,
brullend van bet lachen, de kleed
kamer van baar vriendin binnen. Zij
bad haar doel bereikt.